dinsdag 30 juni 2009

Une belle derrière dans la Maison Blanche

In Matonge ziet het zwart van het volk als ik buitenga via Metro Naamse Poort en meteen aangeklampt wordt door 2 lachende Kongolezen.
Ze duwen me 2 flyers in de hand met een uitnodiging om gezegend te worden.
Daar bedank ik feestelijk voor.
Ik ben onderweg naar La Maison Afrique en hoezeer de Afrikaanse cultuur mij ook boeit, een mens kan niet alles volgen.

Als ik het Afrikaans Huis binnenga is iedereen absent maar ook présent.
Tenminste als ik mij laat leiden door de bakjes aan de muur waaruit zowel in de vakjes absent als présent alle kaartjes zijn verdwenen.
Is iedereen en niemand terug naar het zwarte continent ?
Afrikaanse voodoo ? Kongolees surrealisme ?

Het Afrika-huis is hier sinds de jaren zestig gevestigd en was o.a. katalysator
van de transformatie van Naamse Poort naar een Afrikaanse buurt.
Binnenin adem ik de koloniale sfeer, grote landkaarten van het Oude België, reuze-maskers en prachtige houten beelden.
Ik ruik ook wel het college van weleer waaraan ik liever niet wil herinnerd worden.
Maar ook de Broedersschool die voor eeuwig de liefde voor Kongo in mij heeft gebrandmerkt.
De patio's zouden veelbelovend kunnen zijn, maar er wordt te weinig mee gedaan.

In la "Salle Mademoiselle Monique" - de fondatrice van het Huis - worden we hartelijk verwelkomd door een Kongolese dame die - merkwaardig - óp de tafel staat.
Westerse sprekers vatten post àchter een tafel of lessenaar zodat er toch een zekere afstand en afscherming is tussen publiek en spreker.
Deze welgevormde dame heeft daardoor meteen mijn hart gewonnen : ze hoeft niks meer te zeggen.
Maar zie : ze heeft heel veel interessante praat.
Ze is lid van "Mémoire vivre", qui veut receuillir la mémoire du Congo.
Ze praat over de distance tussen de kolonisatie en de ondertussen vijftig jaar onafhankelijkheid, dat hen milder stemt tegenover die periode.
Niet alles was vernedering, kommer en kwel. Ze praat met waardering over Vlaamse missionarissen die zich beijverden voor het behoud van de lokale talen en ervoor zorgden dat die zich verder ontwikkelden.
Zoniet zouden deze zeker verloren zijn gegaan.

Ze geeft een schitterende conférence over de Afrikaanse paan, het onstaan en gebruik ervan. Ze tilt zonder gène haar kleed op, beweegt haar heupen zoals alleen Afrikanen - en laat u niks wijsmaken : niemand van ons - dit kunnen.
Het gaat over het gebruik van de foulard bij het bezoek aan la belle-mère en over la bonne marchandise dans la derrière.
Ze geeft in een halfuur een boeiende exposé over geschiedenis en gebruiken op het Afrikaanse continent.
Dat smaakt naar meer : ik hang aan haar welgevormde lippen.
Ze vertelt ook over hoe fier de Afro-Amerikanen zijn dat er nu eindelijk une belle derrière noire is dans la Maison Blanche.

Als ik buitenkom begeef ik me meteen naar de Waversesteenweg.
Inderdaad : Afrikaanse vrouwen ont de la bonne marchandise dans la derrière.
C'est de la qualité.

Ik had daar vroeger nooit op gelet.

www.mémoire-vivre.be

maandag 29 juni 2009

Blogumn

Frans Nederlands in Brussel
-Gehoord op TV-Brussel van Philippe Close (BxBad) :
"Wij gaan een groot Frisco maken aan de andere kant van het kanaal.
Dat gaat zeker volk trekken."

-De Meteropnemer van Electrabel bij het binnengaan in de kelder :
"Kunt gij Lucht maken ?"

-Op de deur van de slotenmaker :
"Pépé est en congé jusqu'au 21 juillet."
"Pépé is uit gebruik tot 21 juli."

-Bij de bakker aan het Brugmannplein :
"Openingshuren : 7u-19u"

zaterdag 27 juni 2009

Alleen op de wereld

Op de Papenvest treuzelt een jongetje met een zwarte sjaal achter drie kwajongens die zich heel erg amuseren.
Het jongetje kijkt af en toe verlegen naar hen. Ze zitten zonder twijfel in dezelfde klas maar hij is niet welkom in het vrolijke groepje.
Het drietal kijkt soms achterom en lacht dan luid en theatraal.
Het kind wordt gejend of genegeerd, wat misschien nog erger is dan pesten.
Er niet bijhoren, niet mogen meedoen, opzij gezet worden : een vreselijke gewaarwording voor een kind van die leeftijd.

Ze ontberen de rijpheid om een eigen wereld te creëren, ze missen het besef dat de wereld veel breder is dan hun klasje of school, ze hebben nog niet de kracht en het inzicht om andere mensen op te zoeken.
Buiten de klas en thuis is er niets, behalve de glitter van soaps en de games op het net.
Misschien is het jongetje op zijn kamer een held.
Hij speelt dan de leadgitarist of zelfs frontman van Zitta Swoon of Elbow.
Misschien wint hij de Tour op de Champs Elysées ?
Of schittert hij naast De Caprio of Scarlett Johansson ?

Waarom neemt hij geen andere weg naar huis ?
Waarom zoekt hij de confrontatie en vernedering ? Voelt hij zich dan nog eenzamer ?
Hoopt hij op een miraculeuze switch, een plotse toenadering ?
Zou kunnen.

Ik kan het mij niet laten, als ik een bus schoolkinderen zie uitstappen zoek ik altijd het lelijke eendje. Er is er altijd minstens één die geen aansluiting vindt bij een groepje, die aarzelt, die de spontaniteit mist om zich te mengen met de rest. Hij staat daar dan wat zielig rond te draaien. Soms is hij te dik, valt zijn kledij uit de toon of is gewoon te verlegen om mee te golven op de drukte.
Hij valt op door zijn onopvallendheid en is een hulpeloze prooi.
Kinderen kunnen ontiegelijk wreed zijn voor mekaar.

Ik zie het jongetje thuiskomen. De moeder heeft haar handenvol met het kleine grut. De vader is afwezig.
Wat zou hij een eigen kamer hebben waar hij zich Grizzly Bear of Bent Van Looy waant ?
's Avonds heeft hij hopelijk een bed voor zichzelf waar hij zijn tranen de vrije loop kan laten.
Morgen is er opnieuw die vreselijke school.

Bestaan er nog onderwijzers zoals Meester Roger, die wonderlijke leraar in Sint-Gabriël ?
Die merkte dit op en kon daar zeer discreet mee omgaan. Die op een zeer subtiele wijze kleine opdrachten gaf zodat zo'n kind geruisloos werd opgenomen zonder dat het begunstigd werd, want dat had het omgekeerde effect.
Roger De Freyne had die wonderlijke gave die van hem geen Meester maar een Grootmeester maakte.
Ik ben hem altijd Meester blijven noemen, ook toen ik al de vijftig voorbij was.

Bestaan ze nog ?
Ik mag het hopen.

vrijdag 26 juni 2009

Blogumn

Onder de boompjes aan de Hoofdstedelijke zit op het middaguur een man en vrouw te keuvelen.
Hij imponeert, zij hangt aan zijn lippen.
Je ziet zo dat ze niet man en vrouw zijn.

Maar ook dat ze meer zijn dan collegae.

dinsdag 23 juni 2009

Blogumn

Op het Martelaarsplein hebben de Librairies Polytechnique en Quartiers Latins beide een mega Belgische driekleur wapperen.
Dat is een zwaar statement.

Langs beide zijden hangen de fiere Vlaamse Leeuwen van de Minister-President
en Patricia Ceysens.
Aan de rechterkant hangt het Waalse Haantje van de Théatre de Martyrs.

Daartussen (be)rusten de martelaren van de Belgische revolutie.
Ik hoor ze zuchten : "Tot wat heeft het allemaal gediend ?".

maandag 22 juni 2009

Toeristen

Ik deel de lift met vier nederlandse toeristen. We stijgen naar de Arcades op de Triomfboog in het Jubelpark.
"Nou," zegt de éne Hollander, "buiten staat dat er plaats is voor elf toeristen en binnen slechts voor tien. Onduidelijke boodschap."
"Mja," zegt de grijsblonde dame, "mensen worden alsmaar zwaarder, misschien mogen er volgend jaar maar negen mensen meer in.."
"Of juist wel, misschien wel dertien met de huidige recessie," grapt éne Joop naast mij.
Iedereen lacht. Is dit een grap of om te huilen ?

Boven staat een onhandige gids die zwaar uit haar nek lult.
Het Europees Parlement, het immense Caprice de Dieu, wijst zij aan als het nieuwe Luxemburgstation, de Royale St-Marie in Schaarbeek wordt de Basiliek van Koekelberg en godzijdank ontsnapt de minaret van de Grote Moskee aan haar oog, anders had ze deze verward met Sint-Goedele.
Ik moei mij niet.

Op de bank leest een dun meisje een partituur van César Franck inplaats van het stadslandschap te bewonderen. Bestudeert of léést zij de partituur, het is onduidelijk.
Soms fronst ze haar wenkbrauwen : schrikt ze van de moeilijkheidsgraad of is ze verrast door de schoonheid van het muziekstuk ?
Een grootvader is er ook met zijn kleinzoon, hij vergist zich niet in de Brusselse monumenten.
Hij gaf daarstraks beneden al wat verstandige commentaar bij het ontstaan van de eerste Wereldoorlog. Men prijze God voor zo'n grootvaders.

Er zijn drie Amerikaanse toeristen die met hun verrekijker zoeken naar de Eifeltoren.
Ik moei mij nu wel en verwijs ze naar het Atomium.
"Amazing," slaakt de dikke Uncle Sam.
"Where is the beach ?" vraagt hij. Ondanks mijn antwoord blijft hij zoeken.
"Wonderful skyline," zegt zijn gemalin die makkelijk kan doorgaan voor de zus van Barbara Bush.
Nou, denk ik dan, als de Empire State Building uw horizont is moet dit toch een Lego-stadje zijn.
Maar de Amerikanen raken er niet op uitgekeken.

Hélemaal anders is de beleving van de Nederlanders, ze vinden het maar 'vlakjes'.
Dat verbaast mij zeer, komende van een land als Nederland moet Brussel ongeveer gelijk staan aan de Himalaya. Niet zo voor de Hollanders.
Ik houd mij op de vlakte.

"Toch wel een kleine collectie," zegt Joop.
Vermoedelijk denkt de brave man dat alleen de bovenste verdieping het museum uitmaakt.
"Tja," zegt de grijsblonde, "had best wat meer mogen zijn."
Onduidelijke lift ? Kleine collectie ? Vlakjes ?

Als ze bij het verlaten van het terras de lift niet meer vinden, moei ik mij absoluut niet.
Ik hoop dat ze nog steeds ronddwalen in de lange gangen van dit onmetelijke huis.

Moeders ? Zijn ze nog van deze tijd ?

Eind juni struikel je in Brussel over de deftige studenten. Lopen ze de rest van het jaar als slecht uitgeslapen skaters, na Sinksen zijn ze op hun paasbest.
Vooral rond het Bloemenhof is dit een ommetje waard.

De jongelui van de EHSAL aan de Stormstraat, die zitten goed in hun pak : ze zijn ermee vertrouwd. Binnenkort wordt dit hun dagelijkse tenue.
Zij gaan het maken, althans daar zijn de meeste van overtuigd. Heel zelfzekere types, hebben ook zelden nog een cursus in de hand voor hun examens.
Ze zijn zeker van hun zaak. .
En van hun eigen zaak die ze weldra gaan opstarten.
Ze hebben een zeer verzorgd pak met modieuze dassen en dure aktentassen.
In examentijd zit daar zelden een laptop in.

Het jonge grut aan het Bloemenhof is van een heel andere soort. Zij hebben gekozen voor de zogenaamde Menswetenschappen : communicatie, toerisme, maatschappelijk werk.
Dat heet de Softe sector. Nooit begrepen waarom een bediende in een bank die de hele dag tarifiërt en niet van zijn zetel komt behoort tot de Harde Sector.
Een straathoekwerker daarentegen of een begeleider in de bijzondere jeugdzorg - absoluut geen risicoloze stiel - zit in het vak van de zachte sector. Etiketten.

De studenten daar, aan de Zespenningen en het Bloemenhofplein, zijn overduidelijk niet gewoon om kostuum en hemd te dragen. Ze zitten slecht in hun pak. Sommigen dragen een roze hemd of lichtblauw gestreept. Dunne bescheiden dassen, lang niet zo flamboyant als hun medestudenten uit de bovenkant. Zuiver witte hemden zie je zelden, dat is te onschuldig en te maagdelijk. Dat is erover.
Hun moeder had hen opgedragen om tijdens de examens even alle principes opzij te zetten.
Je moet je dan van je beste zijde laten zien, het kan wat punten schelen.

Moeders ? Zijn ze nog van deze tijd ?
Het gros van de docenten verhoren hun deftige studenten op sandalen, in jeans en hun hemd wijdopen. Ze kijken met verbazing naar al dan schoon volk.
In tegenstellling tot de Stormstraat kom ik aan het Bloemenhof wel veel jongelui tegen die -
cursus in de hand - nog snel hun stof doornemen.
Ze zijn onzekerder dan de Ehsalisten en soms - maar lang niet altijd - heeft papa ook minder geld dan die van de Stormstraat : het is erop of eronder.

Vantijd zijn er ook hardliners : die hun moeder is blijven hangen in de Sixties.
Ofwel gehoorzamen ze allang niet meer hun moeder.
Ze lopen erbij zoals altijd : onverzorgd staartje, een broek die schreeuwt om een ceintuur, ongeblonken schoenen.
Meisjes zijn ook deftig en vooral saai. Net geen mantelpakjes. Geen diepe décolletés of lage splitten. Meestal lange broeken en een kort jasje.
Soms lijken het novices : te zedig en te grijs. Te braaf is er ook over.

Gisteren evenwel kwam ik een zeer kortgerokt meisje tegen. Ze leek heel zelfverzekerd.
Er zijn twee mogelijkheden :
Ofwel gokt ze : erop en erover ?
Ofwel heeft niét mama, maar papa haar geadviseerd.

zaterdag 20 juni 2009

Blogumn : het snelle pintje

In café Le Louvre op de Parvis schuift een oud vrouwtje binnen.
Ze zou mijn grootmoeder kunnen zijn. Ze draagt een witte regenmantel en een mooie zilveren bril. Ze is keurig opgemaakt : een zeer verzorgde dame.
Het is bijna middag, ik vermoed dat ze haar aperitiefje komt drinken.
Ik ben dan ook lichtjes verbaasd als ze een pintje bestelt.
Madame is blijkbaar gekend in Le Louvre want binnen de minuut staat het biertje op tafel.
Als ik even met mijn ogen knipper is het pintje leeg en schuifelt ze al naar de uitgang.

Brusselse madammen : een klasse apart.

vrijdag 19 juni 2009

Magritte loopt gewoon op straat in Brussel

In Brussel-Centraal is op dinsdag zestien juni een trein vertrokken zonder begeleider.
Iemand had op zijn vingers gefloten en met een stuk van 50ct. de vertreksleutel in gang gezet en hop, weg was de trein.
"Tuut", zei de trein en het stationneke vertrok.
Dit is belgisch en brussels surrealisme ten top.
Er werd onmiddellijk een grondig onderzoek bevolen : ook dat is surrealisme op zijn Belgisch.
Pas als de Basiliek van Koekelberg instort zullen we wel even een onderzoek instellen naar de staat van de funderingen.
Net zoals Bart De Pauw en Tom Lenaerts een paar jaar geleden moeiteloos
alle controleposten op Zaventem passeerden en rustig konden postvatten in om het even welke cockpit.
Ook toen werd een grondig onderzoek bevolen.
Grondig : op een Luchthaven - dat zal wat geweest zijn.

Ik zat onlangs in de kerk van de Artesiërsstraat aan het Anneessensplein.
Dat is een zeer merkwaardige kerk waar men tegelijkertijd in het nederlands, Latijn, Frans en af en toe een scheutje Brussels wordt bediend.
Kortom, polyglotte pastoors.
Soms zitten er clochards, er is daar ook een wekelijkse broodbedeling.
De viering moest nog beginnen en dat duurde blijkbaar wat te lang voor een sjofel geklede madam. Prompt stapt ze naar voor via de zijgang (ik alleen kon haar bewegingen volgen), tot voor het zijaltaar en rinkelt het belletje.
Dat is blijkbaar het signaal voor de gelovigen om zich te rechten uit eerbied voor de komst van de voorganger en het Heilig Sacrament.
De pater in kwestie zat kennelijk nog aan de wijn te nippen in de Sacristie.
We hebben toen bijna een volle vijf minuten rechtgestaan voor de pruimen, tot groot jolijt van de Madam.
Onschuldiger dan een trein die vertrekt zonder begeleider : een mis die begint zonder voorganger. Misschien ook veel minder surrealistisch dan we denken.

Als ik diezelfde voormiddag het Anneessensplein oversteek loopt er voor mij een vrouw met een dikke wollen muts. Op die muts had ze bovendien een zonnebril opgespeld. Het weer is zomers en iedereen loopt er dunnetjes gekleed bij.
Zij heeft schrik dat haar oren bevriezen.
Later op de week stapt op dezelfde plek een jongeman uit een wagen.
Hij heeft een badmuts op. Sommige mensen zijn zeer vooruitziend ofwel vergeetachtig.
Is hij op zoek naar de verdwenen Zenne ?

Het museum is nog maar veertien dagen open, maar als je je ogen de kost geeft hoef je daar niet per se naartoe.
Magritte loopt gewoon op straat in Brussel.







woensdag 17 juni 2009

Blogumn

Eén blik op mijn dikke agenda verraadt dat ik deze week volgeboekt ben.
Maak u geen zorgen, ik kreun niet onder de stress : er zijn vele leuke dingen bij.
"Met wie zijt ge getrouwd, met Brussel of met mij ?" vraagt mijn vrouw dan altijd.
"Met alletwee," zeg ik dan.
Daarmee kan ze leven.
Maar als ze dan vraagt : "Van wie hou je het meest ?" wordt het moeilijk.
Als ik "allebei" antwoordt valt er een pijnlijke stilte. Dat vraagt wat opheldering.
"Ik ben er altijd voor u en de stad is er altijd voor mij." Dat is een belangrijke nuance.
Ik leg de volle verantwoordelijkheid in de schoot van de stad. Het is immers de stad die mij verleidt en stalkt.
Daar kom ik goed mee weg en heeft zij vrede mee.

Het is bovendien niet gelogen.

dinsdag 16 juni 2009

Met wat kan ze dit kind nog geselen ?

Het ukje dat voor mij loopt in de Innovation, nààst haar moeder - maar niet aan de hand - is amper vier jaar.
Ze is zwaar opgedirkt, met een veel te strak rokje, een diep uitgesneden shirt (om wat te tonen ?) en veel te zware oorbellen.
Had de moeder gedurfd ze had het kind al hakjes aangebonden. Het scheelt trouwens niet veel.

Het kind ondergaat het. Misschien wordt ze klaargestoomd voor een zogenaamde schoonheidswedstrijd. De onverlaat die dit heeft bedacht - laat ons wel wezen : niet uit liefde voor de kinderen - verdient zonder pardon een lange werkstraf in de afdeling Kinderpsychiatrie op de Gasthuisberg.
Het kleine meisje lijkt wel een opgeblazen Barbie-poppetje.

Niets zo dom als kinderen hun kindzijn ontzeggen.
Laat zo'n kleintje ravotten, zich verliezen in verhalen of boshutten bouwen in de stad. Laat ze verloren lopen in haar fantasie : ontneem ze dit niet.
Zo'n kind hoort niet in de schminkkamer.
Niet alleen de organisator overigens, ook de moeder moet worden gekastijd, op zijn minst een heropvoedingskamp, is het kind meteen ook een tijdje af van een hysterische moeder.
Wat staat het meisje nog te wachten ? Kan het nog genezen als het zo hitsig op een podium wordt gehesen ?

Met wat kan deze vrouw het kind nog geselen ? Met een Latex-pakje ?
Bestaan er Chartellekes ? Behaatjes voor kleuters ? Bah.
Dit is kindermishandeling pur sang, zij het schoon verpakt.

Ik zie ze opschuiven naar de Parfumerie.
Misschien gaan ze naar de geur kijken ?*
Het kind wordt van Dior naar Chanel gesleurd om uiteindelijk te stranden bij Cacharel.

Het meisje moet wel twintigmaal een geurtje proberen tot het haar allemaal teveel wordt.
Plots heeft ze schoon genoeg van al dat passen en poseren.
Buiten schijnt immers de zon.
Het begint onbedaarlijk te wenen en als de moeder haar terecht wijst, weent ze nog harder.

Dat is heel wijs. Het is het enige verweer dat dit meisje heeft, ondanks - of dankzij - haar leeftijd heeft ze karrevrachten meer hersens dan haar domme moeder.

Ze heeft nog een toekomst.

_________________________________________
met dank aan Nancy uit de Lork : "Ik ga graag naar de Parfumerie om naar de Geur te kijken." (alledagenmijnregels.blogspot.com)



maandag 15 juni 2009

Wat is kunst en cultuur voor U ?
"Ne keer goed poepen, een goei pint en een pak friet."
Dat soort antwoorden kreeg men van passanten en Marolliens tussen Hoog- en Blaesstraat.
Daarmee werd een klankcollage samengesteld die te horen was op de zolder van de nieuwe vleugel van de Brigittinenkapel.

Daar kunnen de Dansaertvlamingen nog een poepje aan ruiken.

zaterdag 13 juni 2009

De Smart van het oude besje

Het dametje in de Kogelstraat is zó oud dat ze slechts met veel moeite uit haar autotootje klautert. Haar sacoche blijft ook nog haperen aan het stuur.
Ik gun haar absoluut haar bewegingsvrijheid en onafhankelijkheid, maar ik heb gerede twijfels over de accuraatheid van haar reflexen.
Wat is beter ?
Moet dit oudje thuis vegeteren of mag ze de stad verrijken met haar aanwezigheid ?
Heeft zij minder rechten dan de wildebrassen die de straten onveilig maken met hun loeiharde techno
?

vrijdag 12 juni 2009

Iedereen kust iedereen. Soms heb ik de indruk dat ze mekaar ook kussen bij het komen en gaan van en naar het toilet.

Café l’Union is een waar broeinest van creatieve geesten, aankomende en gearriveerde artistieke talenten.
De laptops worden gezwind op tafel opengespreid, vervolgens schurken zich een drietal creatievelingen rond het beeldscherm en beginnen geanimeerd te brainstormen.


Ondertussen lopen comédiens druk over en weer te bellen met één of andere producer of opnameleider. Naast mij zit een man met Mexicaanse looks zwaar te hoesten, ik kijk wel uit.
Iedereen kust iedereen. Soms heb ik de indruk dat ze mekaar ook kussen bij het komen en gaan van en naar het toilet.
Op het terras zit een vrouw met het kapsel en strikje van Bobette. Zij zit buiten met een dunne T-shirt. Binnen zit een meisje met een dikke wollen trui en dito muts : vriest het binnen ?

Patrice, de kelner, heeft al maanden zijn haar niet meer gekamd.
Meisjes komen binnen met donkere brillen en zwarte kledij – ik was verleden week in St-Germain-de Près, dit café heeft duizendmaal meer authenticiteit dan café De Flore en vooral : het is duizendmaal goedkoper.
Een man legt ongegeneerd zijn voeten op de stoel voor hem : zou je vooral niet moeten proberen in St-Germain.
Een jongedame heeft een zware nacht gehad en dommelt zachtjes in. Ook zij heeft verwarde haren.
Ik denk dat veel mensen hier met hun handen in het haar zitten.
Een man komt binnen met een grijze box, ongetwijfeld zit daar opnamemateriaal in.
De Mexicaanse hoester blijkt een schilder te zijn, hij praat over een project dat er zit aan te komen, alleen weet ik niet wanneer. Later blijkt : hij evenmin.

Er komt een dikke man binnen met een veel te gekleurde gebloemde sjaal, hij praat met een Noordfrans accent. Hij is in topvorm want begint meteen fors in zijn handen te klappen op de muziek.
Hij blijkt ook een grapjas te zijn want binnen de minuut gaat zijn tafeltje aan het gieren.
Ondertussen schrijdt Patrice, met de verwarde haren, door het café alsof hij alle dagen une nuit blanche heeft gehad – misschien is dit wel zo ?
Het café zit vol, hij runt alleen de keet, niemand mort als de bestelling wat later komt. Komt ze later ?

Een clochard zit naast twee artiesten, waarvan de ene zijn spaghetti halfweg laat staan. De clochard vraagt of hij de rest van zijn bord mag opeten.
Zonder problemen wordt dit doorgeschoven.
Een man zit te denken voor zijn pint : ongetwijfeld een project waarop hij broeit.
De luidruchtige dikkerd met de gekleurde sjaal stoort hem hierbij lichtjes.
Een blonde nicht in jeans passeert vlak aan mijn tafeltje. Zijn beide achterzakken zijn zeer assorti gescheurd, daardoor komen er twee perfect vierkante vlekken tevoorschijn op zijn kont die een roze onderbroek verraden.

Het is maandagmiddag één uur, hier is geen sprake van middagpauze. Behalve ik let niemand op zijn klok. Als ik de plek verlaat begint Neil Young aan “A heart of Gold”.
Als de Cirio zeer terecht een beschermd café is, moet l’Union onverwijld en zonder pardon eveneens op deze lijst.

Praise the Lord voor dit soort Brusselse staminees.

Lees de brusselse vertaling hieronder.





Alleman beest alleman. Vantaad eb ek het gevuul dat alleman alleman ambrasseirt bei het goen en kommen noa 'tochken.

In kaffee l’Union rassembleiren fantaiseurs en artiesten, garriveirde
mor oek talenten da nog moete presteire.
De laptops werren op toefel opengeleid, doeachter zaain drei creatievelingen
oan ’t creëeren.
Ze zitten zwoer te paaze.
Ondertussen sticuleiren comédiens hien en weir oan telefoneire met de één of andre producteur.
Nevest maa zit ne pee met ne Mexicoense smoel, me ne zwoure hoest,
ik pas wel oep.
Alleman beest alleman, vantaad eb ek het gevuul dat alleman alleman ambrasseirt bei het kommen en goen noa ‘tocken.


Op ’t terras zit een madam met de coiffure en een nuiken van Bobette.
Ze zit booiten met e ket immeken.
Binnen zit een gaminne met ne dikke pullover in lain en een moesj :
est on vrieze ?
Patrice, de garçon eit zen oer allang nie meer gekamd.
Gamminekes kommen binnen met doenkere brillen en zwette kliere.
Ik was verleiden week in St-Germain de Près, deize kafee es duzend kiere
mier authentique dan kaffee de Flore, en ’t es veral duzendmoel goekuuper.
Ne pee leit ongegeneerd zaan puute op de stoûl, moeje zeikers nie probeere in Saint-Germain.

Een mammazel heit ne zwoere nacht gehad en slopt.
Ze eit oek ei oer in pakskes van zeiven.
Ik paas dat hie veul mensen me eule handen in eule oer zitten.
Doe komt ne pee binnen met een graaze duus, doe zit zekers materjoel in ve te filmen.
Da Mexicoen blaakt ne schilder te zaan en babbelt over ne projet da goe kommen. Allien weit ekik nie wannier, loeter blekt em dat oek nie te weite.

Da komt ne dikke pee binne me ne gekoeleurde sjarp.
Hei sprekt met een Naurdfrans accent. Ei es in form want hei begint direct te klasjen op de mueziek.
’t Es oek ne plezante want binnen de mineut sloet de ganse toefel oan ’t lachen.
Entretemps lupt Patrice met zaan oer in de wind deu ’t kaffee gelek dat em alle doegen ne nuit blanche eit gehad, messchien is dat oek zuu.
Ei moet allien zaane plaan trekken in ’t kaffee, niemandnie zeit er iet over als ze moete wachte veu eule komme te dienen.
Komt da loeter : ’t es zoe.

Ne clochard zit nevest twie artiesten, vandat er iene zenne spaghetti den helft lot stoen.
De clochard vroegt : mag ekik dat hier opfretten ? Zonder probleime kraagt em dei talluur.
Ne pee zit te paaze veu zaan pint. Probablement paast em op ne projet.
Daan dikke pee met zen gekoeleurde sjarp stuurt em en betje.
Ne menier komt binnen met ne dikke palto, op zaane rug droegt em ne voilzak. Allien Onze Lieve Hier wet wat dat er in daa zak zit.

’t Is monjdag ien uer, hie emmeze gien pauze.
Behalve ik let er nimand op zen harlosje.
Ne blonde omoseksuel in jeans passeirt ket teigen men toefel.
Zaan twie zakken zen assorti geschuerd.
Toedeu kommen twie vierkante carrékes bluut op zaan kont, domee ziede ne roze calçon.

As ek de plosj verloet begint Niel Jong oen a Heart of Gold.
Als de Cirio geprotejeird is moet den Union zeikers oek op dei laist kommen.
Een chance dat er zulke staminees bestoen in Brussel.
Met dank aan Annette Vermandel, een Bruseles van Meulebeek voor de vertaling.

donderdag 11 juni 2009


"Mijn appartement heeft mooie muren,
maar muren antwoorden niet."
Emma, Marolienne, 90 jaar.

dinsdag 9 juni 2009

..nog heel vroeg in de ochtend, parkeert een keurige man zijn wagen. Hij kijkt even links en rechts en haalt een doos uit zijn koffer, vervolgens..

Mijn moeder stopt mij vrijwel ieder weekend een pakje toe voor Brussel.
Het is afval waarvan de inhoud bedenkelijk is en waar ze op de buiten niet mee wegkomen.
"In Brussel pakken ze toch alles aan," voegt ze er steeds aan toe.
Het is een veelzeggende uitspraak die perfect samenvat hoe mensen uit de provincie over Brussel denken :
we kunnen er onze vuiligheid dumpen en alles is er toegelaten.

Verleden week, nog heel vroeg in de ochtend, parkeert een keurige man zijn wagen voor onze deur. De straat was helemaal verlaten, hij kijkt even links en rechts en haalt een doos uit zijn koffer. Vervolgens opent hij deze, waaruit als kleine duiveltjes vijf poesjes ontsnappen.
Opgeruimd staat netjes, denkt de keurige man.
Geen kat die het heeft gezien : wij zijn vijf zwerfkatten rijker.
Een schone cadeau van een propere mijnheer die ongetwijfeld zijn mond vol heeft over de hondenpoep en het zwerfvuil in de Brusselse straten.

Veel wildplassers - maar niet allemaal - zijn forenzen en bezoekers van de hoofdstad. Het zal hun worst wezen dat het stinkt in de spleten en kieren van deze stad.
Straks gaan ze toch maar lekker soezen op hun kortgemaaid gazon. Niemand plast daar in de tuin. Zelfs de poes heeft een kattenbak in de tuin.
Er is natuurlijk een schromelijk tekort, wat zeg ik : een totaal gebrek aan openbare toiletten in Brussel.
In de Vijfhoek ken ik er welgeteld één : aan de St-Kathelijnekerk.
Daar plassen evenwel, is jezelf veroordelen tot leproos. Om te beginnen sta je tot aan je enkels in de urine en je stinkt vervolgens nog veertien dagen alsof je hebt gebaad in een beerput.
Gegarandeerd veel plaats op tram en bus, dat is een voordeel.
Als je niet hoognodig moet gelieve dan deze plek te mijden als de pest.

Dat praat de wildplassers niet goed. Ik vind altijd wel een plek om mijn gevoeg te doen. In de Cirio, de Markten, de Roskam, de Monk of de Kafka kan je zo in en uit.
Bovendien zijn de stadswachten en agenten veel te laks. Ik zou zo'n wildplasser meteen bij zijn nekvel grijpen. Mannen gaan zelden lopen met hun broek wijdopen, of ze moeten een afwijking hebben.
Mensen die afval dumpen zou ik terstond de straat laten kuisen en keurige mannen die poesjes achterlaten kregen een lange werkstraf aan hun broek in Veeweyde.
Soms heb ik goesting om zo'n straatplasser een flinke schop in zijn reet te geven, geloof me vrij, de verleiding is vaak heel groot.
Maar misschien word ik dan wel opgepakt als straatcrimineel en dat genoegen gun ik de wildplassers niet.

Het vuil van de straat heeft óók een schone cravatte.


















maandag 8 juni 2009

één dag na de verkiezingen

Vandaag strand ik in Veer.
Veer is een charmant stadsdorpje in Zeeland dat het midden houdt tussen Damme en Bokrijk.
Ik raak aan de praat met een rosse Zeelander die zich op klompen overeind houdt.

We komen al snel uit bij de Belgische politiek en Brussel-Halle-Vilvoorde.

Hij begrijpt niet waarom er zoveel heisa wordt gemaakt over een koers.
De brave man plaatst BHV op dezelfde lijn als Luik-Bastenaken-Luik.
Hij begrijpt Brussel-Halle-Vilvoorde als volgt :
Inplaats van in één dag BHV af te haspelen kan je de koers ook splitsen :
dag één : van Brussel naar Halle. Dag twee : van Halle naar Vilvoorde.

In Zeeland is het leven simpel maar het ligt mijlenver van de Wetstraat.

vrijdag 5 juni 2009

Ik weet niet of er een boom hoog genoeg is om deze vrouw aan op te hangen ? Of moet ze naakt worden gegeseld op het binnenplein van het stadhuis ?

Een jonge vrouw gidst een bende senioren aan de Oude Graanmarkt.
"Deze buurt is vooral bewoond door Vlamingen. Vermits Vlamingen een minderheid zijn in de stad schurken ze hier tegen mekaar aan, zodat ze zich toch wat geborgen voelen.."

Verder heb ik niet durven te luisteren. Is er een boom hoog genoeg om deze vrouw aan op te hangen of moet ze naakt worden gegeseld op het binnenplein van het stadhuis ?
Het schaamrood kwam mij op de wangen.
Ik ben een nederlandstalige Brusselaar en woon toevallig in deze wijk.
Het klopt dat er relatief veel nederlandstaligen hier wonen - maar voel ik mij daardoor méér geborgen ? Zoek ik hier beschutting ? Voel ik mij bedreigd ?

Wat een onzin.
Ik woon in een pand waar wij de enige nederlandstaligen van origine zijn, samen met franstaligen, Spanjaarden en een Engelse buurman. De voertaal is frans : men moet een taal kiezen waarin iedereen zich verstaat.
De andere buren zijn Latino's en Tunesiërs, Amerikanen, Waalse landgenoten, Marokkanen, Zweden en Brusselse senioren, en wat nog meer.
Vlaams gettho ? Tegen mekaar schurken ?
Uit welk provincienest komt deze vrouw ?
Wat erger is, is het beeld dat men weerom schetst van de stad en de wijk.
Vlaamsvijandige stad, Vlaamse gettho ?
Met welk verhaal gaan deze oudjes naar huis ?
Kan iedereen zomaar om het even wat uit zijn nek lullen over deze stad ?

Ik ben fier noch beschaamd over mijn Vlaamse komaf. Ik steek het niet weg maar loop er evenmin mee te koop. Waarom zou ik ?
Het heerlijke aan deze stad is dat het er allemaal weinig toe doet. Hier zijn alleen maar minderheden die een taal zoeken om mekaar te verstaan.
Ik vind dat helemaal niet bedreigend, welintegendeel, het is zeer exotisch. Ik ben alle dagen op vakantie.
Gisteren nog een bende Duitse jongelui de weg gewezen naar de Nieuwstraat, in het Duits.
En in mijn beste Spaans een Latina op weg geholpen naar Manneke Pis.

Verleden week was er een filmvoorstelling in het Europees Parlement.
Het was een nederlandse film, uitsluitend ondertiteld in het Engels.
Ook de inleiding vooraf was in het Engels.
Een franstalige Brusselse dame bekloeg zich daarover.
Zij heeft nog niet door dat binnen een paar jaar niet het frans maar het Engels de lingua franca zal worden in de hoofdstad van Europa.

Het Engels was overigens heel toegankelijk, maar ze begreep er geen jota van.
Ik kon moeiteloos de inleiding volgen in het Engels, de film was in het nederlands en heb kort in het frans uitgelegd aan de misnoegde vrouw waarover de film ging.

En zowaar, ik betrapte er mezelf op : ik was fier een Vlaming te zijn.

donderdag 4 juni 2009

Een kortgerokte Afrikaanse met hoge hakken en mooie benen flaneert op de Place Rouppe.
Op een bepaald moment struikelt ze over één van de hakken. Ze herstelt zich snel maar vlak nadien struikelt ze opnieuw.
Terwijl ze daarnet nog heel gracieus het plein over wandelde, wankelt ze nu zowaar waardoor ze wat beschonken lijkt.
Heeft ze wel mooie benen ? Ik vraag het me nu af en de man naast mij ook want hij fronst eveneens zijn wenkbrauwen.
Ze zou beter af geweest zijn met een langere rok en kortere hakjes.
Nu zal ik ze snel vergeten.

dinsdag 2 juni 2009

Schijn bedriegt

Het Brugmannplein is om 18u de vrede zelve. De mensen zijn er zeer gemanierd en zorgzaam gekleed. De honden zijn onbeschoft. Terwijl ik mijn boterhammen eet komen er minstens twee zwarte scharminkels aan mijn voeten snuffelen met een natte tong en brutale smoel.
De baasjes doen hun best maar ze hebben geen splinter autoriteit. Ze worden straal genegeerd. Dan gaan roepen tegen de beesten getuigt van grote zwakte : de honden gaan nog meer dwars liggen. Op kantoor lukt dit wellicht maar niet in de dierenwereld.
Omdat ze op mijn zenuwen werken en mijn eetlust bederven ga ik een eindje verderop zitten achter het beeld van Julio Cortazar, naast zijn geboortehuis.
Hoeveel mensen zouden weten dat deze icoon van de Latijnsamerikaanse literatuur hier in Brussel is geboren ?


Er zijn opvallend veel 4x4’s in deze rustige stadswijk. Er moeten hier veel onherbergzame bospaden liggen. De pubers wat verderop zitten vrolijk te kletsen :
Twee meisjes in het park, zij lezen – ongetwijfeld – modebladen.


De restaurants rond het plein hebben ronkende namen als L’Intemporelle, Le Barocq’s of Gaudron. Ook Dandoy verkoopt hier zijn speculoos, ik weet evenwel niet of ze hier ook het Bruut van de Grecht slijten.
Chique librairies als Candide, le Typographe en Burolux verkopen wenskaarten en potloden zoals je ze nergens vindt rond de Brouckère.
Omdat het binnenkort verkiezingen zijn struikel je over de donkerblauwe affiches van de MR.
Éne Viviane Teitelboom maakt daarbij een pijnlijk schoonheidsfoutje. Door een ongelukkig toeval valt de schaduw van de klimop, op de eerste verdieping, vlak onder haar rechteroog. Daardoor lijkt het alsof Viviane slachtoffer is van zwaar huiselijk geweld. Dat is een lelijke afknapper die je evenwel alleen rond 18u en bij zonneschijn ontwaart. Misschien kan het haar toch wat stemmen kosten.

Bij kruidenier ArtIshock kan je confiture Maison en Soupe Maison nuttigen. De "openingshuren" staan in vier talen op de voordeur.
Alles is er vers, zelfs de dienster, want ze begrijpt mijn bestelling niet.
Er wordt gefietst in deze wijk, uiteraard op zeer dure fietsen, in maatpak en met glitterende kuitbanden. Vooral tijdens de kerstperiode is dit een schot in de roos.
Jonge snaken glijden voorbij op glimmende skateborden. De kinderen dragen blitse valhelmen op kleine fietsjes. Mannen groeten mekaar vanuit hun cabrio's met een brede zwaai.
Clochards, Sans Papiers, bedelaars of ruitenwassende Roma’s zijn in geen velden of wegen te bekennen aan het Brugmannplein. Nooit van gehoord.

Er is een heuse Winery en een Milkbar aan het plein. De oudere heren dragen Armani pakken en lichtbruine rolkragen. De jongemannen hebben een rode das, ze wisselen alledagen van pak. Ze zijn gebruind en afgetraind, hun haar is strak achterover gekamd.
De yuppies drinken ongedwongen hun wijntje aan de hoge tafels op barkrukken.
Hoe zorgeloos is het leven aan het Brugmannplein.

Maar schijn bedriegt.
Om 18u23 moet ik hoognodig plassen. Wat nu ? Dat kan hier niet zomaar, ook al is er overal struikgewas. Niet tegen de gevel van de kerk. Dat is zware heiligschennis, zelfs in een bolwerk van de MR.
Evenmin in het kakperkje van de onbeschofte honden : de afsluiting is te laag en mijn gerief te zwaar.
Gelukkig is de Berkendaelgevangenis vlakbij. Daar kan ik rustig mijn plasje doen op de verlaten parking.


Wie weet zitten in de Berkendaelgevangenis alleen maar arme vrouwen die het slachtoffer waren van harteloze ontrouwe mannen ? Ze hebben die in een wanhoopsmoment, zonder voorbedachte rade en in totale radeloosheid het hoekje omgelegd.
En misschien krioelt het op het sjieke plein wel van de witteboordcriminelen beschermd door hoge piefs ?

Zoals gezegd : schijn bedriegt