donderdag 29 april 2010

The Kid and the Dog

Het speelpleintje aan de Hooikaai is op dinsdagnamiddag heel desolaat.
Er zitten welgeteld drie mensen, waartoe ik ook mezelf reken. Ik beschouw mezelf echter als hors catégorie, ik ben enkel voyeur en dus volkomen buiten beeld.

Er zit een jonge Marokkaanse moeder met een dreumes die nog niet schoolplichtig is, ze lijkt wat vermoeid. Drie banken verder zit een oude tante met haar poedel aan de leiband.
Zij laat het hondje uit, de jonge moeder het kleintje.

Alsof het was afgesproken laten beide vrouwen hun lieveling gelijktijdig los.
De madam verlost de hond van de halsketting, de vrouw laat het kind vrij rondlopen,
twee duivenkorven die op krak hetzelfde moment worden gelost : wie zal het halen ?
Het hondje snuffelt wat over en weer, kijkt af en toe sluiks naar het vrouwtje, terwijl ze onderwijl gul kwispelend, alsmaar bredere kringen maakt.
Het kind loopt aarzelend weg, keert terug, de moeder port haar aan en stuurt haar opnieuw de wijde wereld in. Het meisje gaat terug op de loop : ze heeft het witte poedeltje ontdekt.
Met aarzelende pasjes, over en weer, komen hond en kind naderbij.
De poedel snuffelt uitgebreid aan het meisje die, ietwat verstijft maar toch volhardt, angstig en nieuwsgierig tegelijk.
De moeder merkt dat er geen gevaar is en laat begaan.
Het hondje likt nu uitgebreid aan het kleine meisje welke uitbundig lacht - dat charmeert de poedel.
Het kind loopt daarop lachend weg waarop het hondje heftig met staartje over en weer, de achtervolging inzet. Het meisje heeft begrepen dat als ze rondjes loopt het witte mormel haar volgt. Ze heeft plotsklaps een volgzaam speelkameraadje gevonden.

"Chou ! Ici !", roept het oudje.
"Il n'y a pas de quoi," roept de jonge vrouw.
"Elle est gentil, vous savez," stelt de andere haar helemaal gerust.
De oude vrouw schuifelt daarop naar de volgende bank, de Marokkaanse begrijpt de uitnodiging en zet zich naast haar.

Twee vrouwen, heel uiteenlopend van leeftijd en achtergrond met een heel andere geschiedenis, maar ze beginnen meteen uitbundig te tetteren, alsof ze mekaar al honderd jaar kennen.
Ze zijn zo druk in de weer dat ze nog amper het kind en de hond opmerken.
Die hebben hun opdracht volbracht, beide partijen zoeken het verder zelf wel uit.

dinsdag 27 april 2010

Stadsbrief

Beste Bruksel,

Vandaag een interessant intervieuw van mij afgenomen door een jonge studente van het Rits.
Ze vroeg mij o.a. in één zin samen te vatten waar Brussel voor stond.
Ik heb de vraag omgekeerd, en ze hadden er al over nagedacht met hun klas.

"Brussel is een vuile stad met interessante restjes afval."
Zo mooi had ik het nooit kunnen verwoorden.
Het bevestigt alles wat ik reeds in mijn vorige stadsbrieven aan u meldde :
maak van uw afval wrakgoud.
Wees creatief met uw lelijkheid.
Spreid uw vuiligheid tentoon : veeg het niet onder de tafel.
Maak werk van een zwerfkattenroute, een Boulevard van Broken Windows of van restjes afval.

Met dank aan Sanne van het Rits, ge ziet, ik ben niet alleen.

Je,
Pacha Kroet.

zondag 25 april 2010

Gespot

"Ah quelle merde," zegt de Marokkaanse marktkramer op de Vlooiemarkt.
"Quand il pleut, il n'y a que les marchands qui viennent, quand il fait beau il n'y a que des touristes. A qoui ça sert ?
Tja, wanneer is het dan goed weer voor de marktkramers op het Vossenplein ?

Ik begrijp dat de marktkramers droog weer willen, maar ook weer niet te warm, het mag zeker niet regenen - laat ons dan zeggen licht bewolkt, maar niet te koud.
Zal het dat ongeveer zijn voor de heren ?
Nuja, ik heb er maar één horen klagen, misschien moet hij veranderen van stiel, van marchandise of gewoon van humeur.

zaterdag 24 april 2010

Neu Sprotsjes

Nieuwe begrippen ter verrijking van de brusselse Taal.

Zwansoeur
Is een vrolijke non, ze heeft de gelofte van armoede afgelegd maar niet die van droefenis. Ze laat zich af en toe eens flink gaan, lachen is hoegenaamd niet verboden.
Een aantal zwansoeurs treft men rond de kerk van de Parvis in Sint-Gillis.

Ne Billentoeker
Brusselse laptop.

Zie ook :
Blasfonneur : militante vrijzinnige - Surplaske : bx slow - Deux Yeuxken : zwaar gesluierde moslima - Trottoirdoemper : roker op straat - Piszinneke : bx pissijn - Bagabelleke : bx sms-ke - Greun Boerken : bioboer - Saloefrêtter : vegetariër

vrijdag 23 april 2010

Café of théatre ?

Het hoertje dat naar het toilet gaat in Café du Théatre naast de KVS hinkt lichtjes.
Ze is Latina en nauwelijks twintig. Ze draagt rode leggings, een jeans-rokje en een korte leren vest. Ze groet niemand, bestelt niets, ze weet de weg en wordt gedoogd door de jonge waardin die het leven wel kent.
Ze komt binnen langs de Lakensestraat en verdwijnt via de Arduinkaai.
Haar pooier wacht haar op naast de schouwburg, hij praat even met haar waarop ze opnieuw haar trottoir bezet op de hoek van de Hooikaai en Lakense.

In Café du Théatre zit een mix van theaterbezoekers, voorname Dansaertvlamingen en veel ruig volk. Een madam danst op de tonen van 'J'attendrai, le jour et la nuit' en een gorilla die regelmatig buiten gaat bellen met het air van Tony Soprano, maar veel te sjofel gekleed gaat om nog maar zijn hielen te likken. Het lijkt alsof hij even de Gang dient te organiseren, maar het is een omhooggevallen kruimeldiefje.
Als ik naar het toilet wil, gaat hij met moeite opzij en bekijkt mij als een vieze indringer, heel onprofessioneel : Tony Soprano zal nooit de WC's bewaken.

Een andere man gaat wijdbeens in het café over en weer, vermoedelijk is hij telaat in het WC geraakt.
Er is veel ambiance, het lijkt wel feest, al voel ikzelf niet meteen de drive - dat komt natuurlijk omdat ik niet gedronken heb en al de rest wel, dat scheelt.
De wijdbeense man praat ook in zichzelf, in zijn verbeelding voert hij een drukke conversatie met een vrouw rechttegenover hem, alleen is die dame er niet en zie ik ze ook niet meteen terugkomen.
Er zitten ook drie meisjes die merken dat ze in het verkeerde café zitten, ze kijken lichtjes gegeneerd.
De gorilla komt terug binnen met drie blikjes Jupiler welke hij zonder gène opent aan de toog : wie doet hem wat ?
Een oude man steekt een kromme pijp aan en gaat vervolgens een halfuur zitten zwijgen met zijn kompaan, welke alleen naar de grond kijkt.
Een man met een veel te dikke pull en onverzorgde baard leest La Dernière Heure.
Tony Soprano kijkt verlekkerd naar het jonge meisje die zich al beklaagt dat ze naar het toilet moet. Hij laat ze door, niet zonder een vunzige opmerking die ze verlegen weglacht.

Straks begint de voorstelling maar ik weet nog niet of ik me zal begeven naar de Vlaamse Schouwburg.
Het echte theater speelt zich hier af, wat zou ik betalen om een afkooksel te zien ?

woensdag 21 april 2010

Stadsbrief

Beste Bruksel,
Ik zou deze keer even (letterlijk) willen stilstaan bij het verschijnsel van de eigenaardige wegkruisingen en absurde verkeersknooppunten in uw stad.
Er zijn er vele, maar er is er één die zeker veel meer ramptoeristen en kijklustigen verdient.
Dat is namelijk de Barrière van Sint-Gillis.
Wàt is de Barrière ?Is dat een rond punt ? Een kruispunt ? Een draaimolen ?U vult het zelf maar in en moet het zeker eens proberen tijdens de spits.

Om op het 'rond punt' te geraken moet u eerst via de lichten passeren.Er geven maar liefst zeven straten uit op de Bareel, dat wordt dus drummen.
Als u met veel geluk op het 'rond punt' geraakt, bent u nog lang niet aan de nieuw patatjes.
U dient immers voorrang te geven aan alle wagens die van rechts komen, via het groen licht voorrang hebben en in volle vaart op u afkomen.
Maar zij dienen dan op hun beurt weer te wachten naar de andere wagens die rechts van hen het rond punt komen opgereden.Hilarische taferelen.

Gisterochtend vijfmaal rond de Waterdraagster (standbeeld in midden van de Barrière) gereden omdat ik niet kon afslaan aan de Waterloose. Zeer Tatiaans.
Wee de voetganger die, bij een groen voetgangerslicht, op het zebrapad durft over te steken aan de Alsembergse of op de Dejaerlaan (daar wordt u zonder pardon van uw sokken gereden door een woedende Trambestuurder). Een fietser kan beter meteen zelfmoord plegen.

De Barrière is een door en door Brussels, anarchistisch, onbegrijpelijk en surrealistisch verkeersknooppunt. U moet het zeker eens proberen.
Kan zo verhuizen naar de Foor aan het Zuid.

Je, Pacha Kroet.

maandag 19 april 2010

Gespot

De cardioloog laat het niet aan zijn hart komen."Ge zijt wat vroegskes." -
Maar geen probleem, ik mag meteen aanschuiven.
"'Is 't voor een onderzoekske ? We gaan ne keer een oefeningske doen en een echoken."
"Dat is dan vijftig eurokes."

Ik reik hem het geld aan uit mijn sigarendoosje.
"Ge rookt ?" zegt hij verbaasd.
"Ja, maar het zijn maar cigarillokes, fijne sigaartjes."
Ik pak hem op zijn eigen terrein.
"Ge zegt het schoon," repliceert hij, "maar het is niet omdat ge het zo fijntjes beschrijft dat het minder gevaarlijk is."
Oho, wat dan met dat onderzoekske, echoken en oefeningske ? Is dat dan ook minder onschuldig ?Maar hij beschaamt helemaal niet mijn vertrouwen, ook het rekeningske valt mee.

Een man naar mijn hart.
Ooit een cardioloog nodig ?Begeef u dan stillekes naar de Boulevard Mettewie, hij stelt u helemaal op uw gemakskes.

zaterdag 17 april 2010

Foyer Salu

De langharige bibliothecaris in het Foyer Salu werkt met dezelfde onverdroten ijver en ernst als de hooggeleerde archivaris in het British Museum.
De gebruikte en versleten boeken worden netjes en met zorg geklasseerd, al is het systeem mij niet helemaal duidelijk. De man heeft een lange blauwe kiel en grijze haren, hij heeft een beetje weg van een langere versie van Charles Manson, maar ik zou zo mijn dochter aan hem toevertrouwen.

Er komt een jongeman binnen, hij is in the good mood want hij probeert te fluiten.
Hij vraagt meteen of hij boeken mag lenen.
Dat lijkt mij hier een eerder onwaarschijnlijke vraag, de meeste kan je meenemen voor een prikje, het over en weer gaan kost je ongetwijfeld veel meer dan ze gewoon aan te schaffen.
Stel je voor dat je een boete krijgt aangesmeerd : dat kan nooit meer dan één cent zijn.
Het wordt niet gedaan - dat dacht ik al.
"Mais je suis résident," zegt hij. Dat verandert de zaak, ons kent ons, dan mag het wel.
De resident is tuk op horror : het leven als dakloze met een dak boven je hoofd moet heel eentonig zijn, daarom zoekt hij verstrooiing in gruwelverhalen.

Een vrouw komt beneden en vraagt of ze het dressoir op het eerste kan reserveren.
Het kan, mits een voorschot.
Haar partner, een man met ongekamde haren en een paarswitte training, vraagt op zijn sloffen hoeveel ze kost.
Hij wacht niet op het antwoord. "30 euro : c'est assez," vult hij zelf handig in.
Leuk idee : men vraagt de prijs en de klant bepaalt deze vervolgens zelf, afhankelijk van zijn inkomen. Nooit aan gedacht, moet ik ook eens proberen.
Maar zijn haring braadt niet. "Ik denk dat het veel meer is," antwoordt de jongeman achter de balie. "Et pourquoi ? Je te dis que c'est assez," - hij maakt zich een beetje dik.
Zijn vriendin negeert hem totaal, als was hij een kwispelende poedel waar je beter geen aandacht aan geeft.
"Ik doe alleen maar mijn werk," zegt de verkoper - hij kent man's karakter uiteraard niet.
Maar de man geeft niet op : "Vous avez eu tout gratuit et vous demandez tant de l'argent pour ce vieux brol." Dat is er over, de jongen aan de kassa zet zich schrap : "Si tu n'est pas content tu peut toujours aller au Bon Lit, là on te mets tout de suite à la porte."
De training zwaait verwijtend met zijn arm in de lucht en druipt af naar boven, hij heeft heel onhandig bedongen en het Foyer Salu zwaar op de ziel getrapt. Hij beseft dat hij verloren heeft, maar weet niet waarom.

De vrouw wachtte onbewogen. Ze heeft allang afgeleerd hem af te blokken, gewoon laten uitrazen, heel soms loopt het fout, ze hebben niet overal evenveel tact.
Na de speeltijd regelt ze kalm en beleefd de reservatie met de bediende en betaalt correct het voorschot.
Dan gaat ze rustig naar boven, haar knulletje aan de leiband leggen.
Ze zou een geduldige moeder zijn.

vrijdag 16 april 2010

Neu Sprotsjes

Nieuwe begrippen ter verrijking van de brusselse taal

Blasfonneur : militant vrijzinnige die zwaar tekeer gaat tegen kerk en geloof.

e Surplasken : slow. "k em e surplasken geplaceerd me maain mokske."

zie ook : deux Yeuxken : zwaar gesluierde moslima - Trottoirdoemper : roker op straat -
Piszinneke : bx pissijn - Bagabelleke : bx sms-ke - Greun Boerken : bioboer - Saloefrêtter : vegetariër.

donderdag 15 april 2010

Stadsbrief

Beste Bruksel,

Naar analogie met mijn vorige brief wil ik u bij deze een ander interessant spoor aanwijzen, in onze binnenstad, maar ook en steeds meer, in de omliggende gemeenten.
Zolang Brussel-Halle-Vilvoorde niet is gesplitst begint het fenomeen ook al uit te lopen naar, vooral Linkebeek, St-Genesius Rode en Wezembeek-Oppem, maar terzake.

Er was in vroegere tijden sprake van ronddolende zinnekes, maar zelden of nooit komt men nu nog verdwaalde schobbejakken tegen.
Helemaal anders is het gesteld met de zogenaamde zwerfkatten, welke ons voortdurend voor de voeten lopen, harig kopje tegen de broekspijpen, schooiend achter een hap of aai.

Ik heb met die beesten te doen.
Gelukkig zijn er de talloze kattemadammen die iedere spleet en plek kennen waar de beesten zich ophouden en deze volstouwen met koterijen, eetbakjes, kussens en mandjes.
Een heel eigen soort architectuur.
Zo kan je een heel tracé uittekenen van kattesoigneuses, verlopen poezen en hun residenties :
De Zwerfkattenroute, gegidst door de Madammen.

Geef die naamlozen tegelijk een naam en een smoel. Breng ze in kaart.
Maak een spetterend Facebook van uw kattenbestand, zodat we die beestjes kunnen aanspreken en herkennen.
Onderweg uiteraard met de nodige animatie, poezepoëzie bijvoorbeeld. En muziek, maar dan eerder kattegejank (moet niet moeilijk te vinden zijn), veel kitekatkits uiteraard en verse melk en muisjes.

We geven de stad aan de Straatkatten, al was het maar voor één weekend.

Je,
Pacha Kroet.

dinsdag 13 april 2010

Gespot

Onder de veelzeggende slogan : "La solidarité c'est bon pour la santé", staan zeven medewerkers van la mutualité St-Michel aan de Anspach te roken als ketters.
Perfecte casting, spontaan, ongedwongen, zonder de minste gène : schitterende prentkaart over het ongezond solidair zijn vlak onder de frisse slogan : "c'est bon pour la santé."
In deze stad blijft het surrealisme woekeren achter iedere hoek, tussen iedere spleet, op alle trottoirs.

zondag 11 april 2010

Lente op het Vossenplein

De blonde serveuse naast de kerk zoekt ‘un homme courageux avec des sous’. Ze polst even bij mij maar ik moet haar ontgoochelen.
“Je ne suis pas courageux, je n’ai pas de sous, j’ai une bonne femme et en plus twee dochters. Vrouwen zat.

Rechtover het terras arriveert een Marollien met een, het moet gezegd, verzorgd tuiltje bloemen, maar ze zijn niet gekocht.
Hij heeft ze ergens weggeplukt, in een plantsoen of in een onbewaakte bloemenbak. Ze zijn bedoeld voor een blondgrijze madam die op hem wacht onder een boom aan de rand van het plein. Onder die boom deed zonet het hondje van de serveuse zijn gevoeg.
Marolliens halen daar hun neus niet voor op.
Hij zet zich naast haar, daarop haalt zij een kloeke fles cognac uit haar plastic Delhaize-zakje en vult een limonadeglas halfvol. Ze drinkt alleen, ze weet dat de bloemen een afdankertje waren.
De vier Spaanse meisjes op excursie in Brussel kijken hun ogen uit maar ze genieten vooral van de prille lentezon.

Ik schrik van een tafereel aan de buitenkant van de markt. Vier poppen staan onder een glazen stolp. Uit het hoofd van één van de poppen komen vier kleine popjes gekropen. Een huiveringwekkend zicht.
Een marktkramer vraagt mijn e-mailadres als ik informeer naar een oude Remington. ‘Ik zal je een mailtje sturen als ik wat binnen krijg.’
Gaat de Vlooiemarkt erop vooruit of op achteruit als de kramers zich nu ook al bedienen van een laptop om hun klanten terwille te zijn ?

Rond 15 uur wordt er opgekraamd. Even later strijkt een nieuwe categorie klanten neer : een vreemde mix van hippe vogels en straatarme schooiers storten zich als gieren op de overschot van de overschot.
Het trendy volk zijn de studenten van La Cambre of het Rits – zij graaien in de achtergelaten klederen, het geeft hen inspiratie : afval wordt wrakgoud. De anderen grabbelen uit bittere noodzaak.

Het verliefde koppel blijft met de rug naar het plein zitten, hij heeft eindelijk een glas Martell gekregen, ik besef dat de bloemen een zoenoffer waren.
Ik was lichtjes bezorgd omwille van de laptop maar de serveuse, de afvalrapers en het delen van de sterke drank stellen mij helemaal gerust : de geest is nog lang niet uit de fles op de Oude Markt.

vrijdag 9 april 2010

Stadsbrief

Beste Bruksel,

Iedereen zaagt altijd maar de oren van uw kop omwille van uw laksheid tegenover de overvloedige glasbraak.
We kennen het fenomeen allemaal, we merken het dagelijks of we zijn zelf slachtoffer.
Gebroken spiegels, etalages en glazen deuren aan diggelen, autoruiten die sneuvelen.
Ik zou daar wat mee doen, want gij kunt er blijkbaar toch niks aan doen.

Waarom lanceert ge geen glasbraakroute, evenwel nadat ge daar een horde anarchisten en artiesten op hebt losgelaten ?
Zeg maar : The Boulevard of Broken Windows - Ge moet nu eenmaal uw défauts ombuigen tot kwaliteiten : dat is de kunst.

Laat daar wat dichters, beeldende kunstenaars, fotografen, videasten hun woede en drift op koelen, dat zou toch moeten vonken geven ?
Ik zie al projecties in gebroken winkelruiten, schilders die vanuit de scheuren vertrekken, één en ander toevoegen en verbreden, een rij geparkeerde auto's met gebroken spiegels -
fragiele poëzie : gebroken liefdes, pijn, woede, verdriet..
Wat al nog : ik moet het toch niet allemaal zelf invullen ?

Geef verdomme een levensgrote vitrine aan het gebroken glas -
dat heet citymarketing.

Graag,
Je Pacha Kroet.

donderdag 8 april 2010

Neu Sprotsjes

Nieuwe begrippen ter verrijking van de brusselse taal

et Greun Boerken
Marktkramer op de biomarkt in de Huidevetters of aan St-Kathelijne.

Saloefrêtter
Vegetariër

In de rue d'Chartreux est 'er e greun boerken mè vuil kalante, doê komme vuil
saloefrêtters.

zie ook : deux Yeuxken : zwaar gesluierde moslima - Trottoirdoemper : roker op straat -
piszinneke : brusselse pissijn - bagabelleke : bx sms-ke.

woensdag 7 april 2010

Gespot

Op mijn hopeloze zoektocht naar levende getuigen van de oude Duivelshoek, ben ik na een tip beland in een brussels rusthuis.
Julienne ontvangt mij weifelend maar vriendelijk.
Het wordt al snel duidelijk dat ze me niet kan helpen.
"La mémoire, n'est-ce-pas monsieur, c'est si loin tout ça.. il y a tellement longtemps..".
Ik wijs naar een aantal foto's op de muur, ze kan ze amper of niet benoemen.

In het midden van de fotorij hangt er een zwart-wit foto.
Als ik ernaar wijs, ondergaat ze een heuse gedaanteverandering, iets roert in haar, haar oogjes blinken : "Ah ça, ça c'est Che Guevara!" - ze glundert.

Is het geheugen al wat verduisterd, ligt er een laagje stof op het memorie, zijn zelfs haar bloedeigen jeugdherinneringen uitgedoofd en ook al is de man al bijna vijftig jaar dood - deze zal ze nooit vergeten, hij staat gebrandmerkt in haar geheugen.

Negentig jaar is deze madam, de foto prijkte en prijkt nog steeds op ettelijke studentenkamers, maar ook in brusselse rusthuizen bij hoogbejaarden blijft de revolutionair tot de verbeelding spreken, de dementie ver voorbij.

maandag 5 april 2010

De Laboureur

Het is amper 11u25 en Sylvain hangt al in de touwen.
Ik noem hem gemakshalve Sylvain want ik wil niet in affaire komen met Vincent, die mij absoluut genegen is.
Het café ruikt naar Marmeline-zeep, Nostalgie is nooit ver weg.

Er zit een bleek meisje dat rookt, een man die een voorhistorisch fototoestel heeft gemonteerd op een tafeltje en heel verwonderd door het café struint, met de onbestemde blik van iemand die iets kwijt is of op zoek is naar iets wat hij zelf niet weet.
Een clochard met pinnemuts en een heel lange grijze baard rommelt in een plastic zak.
Er zijn daklozen die zich in hun zakjes van de Aldi verliezen zoals vrouwen verdwalen in hun sacoche.
Zijn baard staat heel erg naar voor, dat is vreemd.
Wellicht heeft hij op zijn buik geslapen en zijn baard gebruikt als hoofdkussen.
Mensen in nood zijn heel creatief. Ik heb een oud-strijder van de Grote Oorlog gekend, die gebruikte een steen als hoofdkussen, om niet te bevriezen.

De kleinzoon van Treske, levende legende van de Laboureur, heeft wat weg van de jonge VhGroenewoud. Hij zegt geen bonjour, s'ilvousplaît of merci, maar het is een prima cafébaas.

Een man komt binnen met zijn dochtertje. Het kind is niet ouder dan twaalf en draagt rijlaarzen, alhoewel ik in de verste verte geen paard ontwaar.
Een ouder brussels koppel zit onder de spiegel, naast mekaar, ze kijken naar de straat en geven commentaar. Soms kijken ze allebei een andere richting uit, onderwijl proberen ze het wereldrecord kettingroken te verslaan.
Voor de rest zitten er twee Kongolezen, een man die op zijn hoofd is gevallen en zijn kompaan die zijn wit hemd keurig heeft dichtgeknoopt tot boven maar nergens een cravatte vond om het af te maken.

Zondagochtend - ici, la ville est déjà longtemps éveillé, of heeft nooit geslapen ?
Bij Sylvain weet ik niet of hij het verschil kent tussen dag en nacht, hij blijft hijsen - zijn blik is dof en verdwaald. Soms kijkt hij zomaar naar de vloer en trekt zijn regenjas open en even later dicht en nadien weer open.
Misschien woont hij in dit café en is de toog zijn hoofdkussen ? De man een plakker noemen is een understatement, Sylvain staat gebrand op de vierkante meter aan de zijkant van de tapkast.
De fotograaf met de verwarde haren en het leren gilet heb ik kunnen traceren.
Hij speelt van Cartier-Bresson en portretteert de passanten.
Ik ben er zeker van dat er geen filmrolleke in zijn apparaat steekt.
Ze mogen allemaal bestaan in dit staminee.

De Laboureur moet absoluut worden geklasseerd, maar voor de rest moeten ze er met hun fikken afblijven.

zaterdag 3 april 2010

Stadsbrief

Beste Bruksel,

Ondanks de vele beloftes dat men de stadskankers grondig ging aanpakken, blijf ik tot den treure constateren dat prachtige grote gebouwen worden prijsgegeven aan leegstand en verval.Ik geef maar drie voorbeelden, maar er zijn er tientallen.
Dexia op de Schildknaap, rechttegenover de Galeries - schitterend gebouw met talloze mogelijkheden, uitstekende locatie - die o.a. gasthuis was voor de Brel-expo en uitvalsbasis voor Brussel 2000. Wordt zeer zeer sporadisch gebruikt.
Een bank achteruit voor Dexia, als u het mij vraagt.

Brouwerij VdHeuvel aan de Ninoofsesteenweg, pareltje van industriële archeologie, zolang ik passeer aan die plek (en dat is al tientallen jaren), staat die gigantische ruimte ongebruikt.Evenzeer een gebouw met talloze mogelijkheden in een wijk en stad met een schreeuwende woningnood, niets beweegt daar.

Kladaratasch aan de Anspach, stond lange tijd leeg, even maar heel zinvol en smaakvol én met succes bevolkt. Nadien nog wat bekvechterij tussen de Franse en Vlaamse Gemeenschap, zou nu terug worden gebruikt als Art-cinema (wait and see op een steenworp van de Nova, Ciné Galeries, de Actors e.a.).

Dan zwijg ik nog van de afschuwelijke kankers naast de Fallstaff, de Grasmarkt en vele anderen.

Allo Bruksel ?

Je, Pacha Kroet.

vrijdag 2 april 2010


Neu Sprotsjes

Nieuwe begrippen ter verrijking van de brusselse taal

een Deux Yeuxken
Zwaar gesluierde moslima waarvan alleen de ogen ontbloot zijn.

ne Trottoirdoemper
Moedige rokers die volharden in de boosheid en in weer en wind
blijven roken buiten op het voetpad, vóor hun kantoren, aan restaurants of aan de ingang van stations.

zie ook piszinneke : brusselse pissijn - bagabelleke : Bx SMS-ke.

donderdag 1 april 2010

Gespot

Aan de rand van Anderlecht vraag ik aan de cafébaas met hoeveel de Sporting gisterenavond AA Gent heeft opzij gezet. Ik ben namelijk wat van de wereld weggeweest, ik weet dat ze overtuigend wonnen maar niet met welk verschil.
"Je ne sais pas monsieur, je suis supporter de Barcelone," antwoordt de Catalaanse uitbater.

Nou breekt mijn klomp : een voetbalminnende cafébaas in Anderlecht wéét niet dat de club gisteren speelde, laat staan dat ze wonnen, maar kent wél het koosnaampje van de señora die de truitjes wast in Barcelona.

De integratie in voetbalmiddens zal nooit lukken.
Echte Catalanen zullen tot hun laatste snik trouw zeren aan de vlag en de kleuren van hun grote Barça - dat er wat verder een provinciaal clubje wat tegen een balletje trapt voor een handvol supporters, het zal hen worst wezen.

Als Anderlecht straks ongetwijfeld kampioen speelt en de gemeente ontploft zal deze cafébaas tot zijn verbazing opmerken dat carnaval dit jaar na Pasen wordt gevierd in Brussel.