maandag 30 augustus 2010

Stadsbrief

Beste Bruksel,
Vijfhonderd miljoen euro ! Dat is de Grote Jackpot, die we dus niet één keer maar alle jaren gaan winnen, hoe hebt ge dat kunnen flikken ?
De gebraden kiekens vliegen ons in de mond, begin al maar met een reuze-barbecue tussen Noord en Zuid met lange witte tafels op de Centrale Lanen en gratis geuze voor alle passanten.
Verder verwacht ik minstens vijf openluchtzwembaden, waarvan graag ééntje op de Papenvest.
Er moet natuurlijk continu worden gefeest : waarom geen Lente- en Herfstfoor ? Alle dagen van het jaar wil ik hier kraampjes zien staan !
En passant wat extra-scholen, werkgelegenheid, opleidingsprojecten en preventiewerkers en woonfaciliteiten : om de zeurpieten te sussen.
Parken zijn er genoeg, daar moet ge niet teveel meer in investeren. Misschien een vijver in het Egmontpark, dat zou daar niet misstaan.
Uitbreiding van de metro tot in de faciliteitengemeenten : daar kunt ge trouwens extra-geld voor vragen, ge gaat daarmee ook nog het FDF op uw kar krijgen.
Natuurlijk moeten we de Zenne weer helemaal opengooien met zijarmpjes naar de Grote Markt, het Bloemenhofplein en de Munt en een uitloper tot op het Lemmensplein.
En wanneer komen nu de beloofde kledingcheques voor de Dansaertvlamingen zodat we eindelijk ook onze straat tenvolle kunnen benutten ?
Er moet zeker een Schoon Gouden Standbeeld komen voor Hugo Camps (smijt die ouwe Godfried van Bouillon maar op het kerkhof van Jette) en een kleintje in papier maché voor Louis Tobback op pisafstand van het Manneke.
Nog niet op ?
Roep dan een nieuwe Gemeenschapscommissie in het leven.
Ahja, er is de VGC voor de Vlamingen, de Cocof voor de Walen, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie voor beiden, maar wanneer komt er nu eens iets voor de Brusselaars zelf ?
De BGC ! De Brusselse Gemeenschapscommissie.
Enfin veel werk op de plank, het zou kunnen dat we daardoor wat extra politieke mandaten moeten bijcreeëren (dat moet kunnen van de overschot).
De toekomst lacht ons werkelijk toe mijn beste Bruksel, hoe hebt ge dat toch allemaal geflikt met Elio De Rupo ?
Je Pacha Kroet.

zondag 29 augustus 2010

Neu Sprotsjes

Nieuwe begrippen ter verrijking van de brusselse taal

Mambelleke : koosnaampje voor schoonmoeder.
Invendeur : deur aan deur verkoper die zelf gemaakte spullen slijt.

Zie ook : ________________________________________________
De compasseduud : euthanasie. Een smostach : onzorgvuldige eter, waarbij één en ander blijft plakken aan de snor.
Ne castroet: Kasseistraat die helemaal wordt opgebroken en geasfalteerd.Een aanslag op de eigenheid en mannelijkheid van de straat. Het is niet langer een straat met ballen maar een gladde karakterloze baan.
Ne Malapiet: Man die sukkelt met chronische blaasontsteking. e Crabuulleke : weerbarstige krab, die zich moeilijk prijsgeeft in de Rugbyman op de Vismarkt.
Ne Caracolleur : iemand die blijft plakken aan een caracollenkraam of bij de Noordzee op St-Kathelijne.
E Blaftuurke : verkoopster in de Inno met hele lange valse wimpers -Caraoke : clochard zwaar aan de drank die veel lawijt verkoopt onder invloed van zijn Cara-pilsjes - Billentoeker : bx laptop - Blasfonneur : militante vrijzinnige - Surplaske : bx slow - Deux Yeuxken : zwaar gesluierde moslima - Trottoirdoemper : roker op straat - Piszinneke : bx pissijn - Bagabelleke : bx sms-ke - Greun Boerken : bioboer - Saloefrêtter : vegetariër - Ne Wijfelaar : een travestiet - Ne Klapspirateur : deur-aan-deur stofzuigerverkoper.

zaterdag 28 augustus 2010

Gespot

In het café op het Anneessensplein zit een dakloze achter het raam.
Hij wordt het hoofd gewassen door zijn bruine Labrador die gretig likt over de halfkale knikker van zijn baasje. Hij doet dit elke dag, dat zie je zo. Er zit een systeem in.

Eerst de achterkant, heel grondig. Dan beide zijkanten, tenslotte helt de man achterover zodat de hond ook de bovenkant fatsoeneert. Nog even de oren wassen en klaar is kees.
Het baasje glundert. De Labrador gaat gedwee naast hem liggen, heel even maar wrijft hij over het hoofd van zijn viervoeter.

dinsdag 24 augustus 2010

Het Kruis

Een lichtgrijze mevrouw is op stap met haar ventje. Hij stapt aan de leiband en volgt gedwee.
Zij draagt het infuus, hij hangt aan de draad. Hij volgt in de looppas van zijn baasje, nergens gesnuffel of een plasje om de hoek, hij is goed gedrild.
Praten doen ze niet, ze zitten al ganser dagen op mekaars lip, wat zeg je op de duur nog.
Zij heeft het pakje Pall Mall nog in de hand, hij hoest lichtjes want hij moest noodgedwongen in de buurt blijven.

De laatste tijd slijt ik meer uren in wachtzalen van witkielen dan me lief zijn.
Het is een pruts, althans dat hoop ik, maar een mens wordt toch altijd maar weer van kop tot teen gescreend. MR, radiografie, bloedafname, anesthesist, orthopedist : het houdt niet op.
Vantijd denk ik : dat is toch allemaal al honderd keer onderzocht, besnuffeld, bekeken en gekeurd maar meestal denk ik, met Punjab in mijn achterhoofd, we leven in het land van melk en honing.
Bovendien is het AZ nog een kliniek op mensenmaat met een hoogstvriendelijke bediening vanaf de balie via de spreekkamer tot in het cafetaria.
Vaak kom ik op een wolkje buiten van zoveel gratuite menslievendheid. Vandaag heeft de serveuse mijn koffie aan tafel gebracht, een verpleegster bukte zich om spontaan om mijn veters dicht te knopen, een andere Florence Nightingale bood zelfs een rolstoel aan om met mij overal heen te rijden.
De mevrouw achter de toog complimenteerde een oude Brusselaar met zijn sappig dialect, die daar zichtbaar van genoot.

Vandaag moest ik weer ietwat monkelen met de kleutertaal van de dokter van dienst.
Ik had dit al opgemerkt bij de cardioloog en deze was in hetzelfde bedje ziek.
Gewaagde de cardio van een 'onderzoekske', 'een oefeningske' of een 'uitslagske', vanochtend vroeg zijn collega en passant of ik ooit last had van 'niersteentjes' of 'allergietjes'.
Daar kan ik mee leven, maar toen hij vroeg of ik ooit al een 'tromboseke' had gehad, moest ik even slikken.
Tromboseke dat ligt kort bij Rozeke, maar Rozeke die ik inderdaad heb gekend maar nooit gehad, ligt dan weer ver af van een bloedverstopping.

Ik vermoed dat de nieuwe lichting artsen in hun opleiding één en ander meekrijgen om het leed van hun patiënten te minimaliseren door verkleinwoordjes te gebruiken. Allemaal in de veronderstelling dat dit de kwaal minder erg maakt. Het mag, maar ze mogen niet overdrijven.
Ik vind een 'tromboseke' niet niks. Straks spreken ze nog van een 'kankertje', een 'sero-positiefke' of een 'tumoorke' in de hersens.
Of een 'euthanasieke', wat dan weer dichtbij Eufrasieke ligt.
Eufrasieke, mijn vroegere buurvrouw had maar wat graag een euthanasieke gehad na het overlijden van haar man, maar in die tijd was dat nog niet aan de orde.
Ze heeft dan maar zelf een einde gemaakt aan haar wrang bestaan door haar verstand uit te doven,
een Alzheimertje, zeg maar.

"Het is een kleine operatie," stelt de dokter mij gerust, "maar zet voor alle zekerheid een kruis op de juiste knie in alcoholstift.".
Een kruis ?
Merkwaardig : ik had liever een kruisje gehoord.

zondag 22 augustus 2010

Stadsbrief

Beste Bruksel,
Als regelmatige gebruiker van de Villovelo's ben ik zo vrij u attent te maken op een aantal mankementen in het huidige systeem.
Villo wordt vooral gretig gebruikt in de bovenstad.
De stadsmens heeft ontdekt dat het veel leuker is zich rustig te laten uitbollen op een tweewieler tot aan de benedenstad. Via de Barrière, de Kunstberg, de Botanique : een hele leuke manier om zich ontspannen te verplaatsen.

Daar aangekomen merkt hij tot zijn verbazing dat alle stelplaatsen bezet zijn.
Met een zekere nervositeit, gezien het halfuurlimiet, moet hij of zij dan op zoek naar een ander velostation.
Vaak al van de Brouckère, via de Beurs naar het Anneessens gefietst, zonder resultaat.

Wat is hier gaande ?
Het is vrij simpel : blijkt dat de meeste mensen een fiets nemen in de bovenstad en deze willen parkeren downtown.
Dat wil zeggen dat er te weinig fietsen zijn vanboven, teveel onderaan.
Als een simpele leek dit vaststelt, waarom wordt dit dan niet opgemerkt door de roadmanagers van het bedrijf ?
En vooral : waarom past het bedrijf zich niet aan, aan de gewoontes van de gebruikers :
een snellere bevoorrading van de stelplaatsen boven zodat er meer ruimte is voor de toekomende velo's in de benedenstad.
Het is heel simpel.

Wilt gij het eens aankaarten ?
Met dank,
Pacha Kroet.

vrijdag 20 augustus 2010

Gespot

Een jonge Tunesiër  en zijn oudere madam zitten liefelijk naast mekaar op Tram 82.
Hij streelt haar hand, zij - een blondine op haar retour - glimlacht.
Ze is heel voornaam gekleed.
Ze hebben allebei een dikke vis gevangen.
Zij een groen blaadje, hij een dikke portefeuille.
Wat zou het als ze allebei content zijn.

woensdag 18 augustus 2010

La Rentrée

In de Club aan de City 2 komen oma, moeder en kleindochter uitgelaten de winkel binnengestapt.
Grootmoe heeft de portemonnee al in aanslag. Het meisje mag naar hartelust grabbelen in de uitgestalde Rentrée-waren.
Midden augustus zie je al veel vooruitziende moeders met hun kinderen de grootwarenhuizen afdweilen, kwestie van niet telaat te komen.
'Neen, géén pennenzak,' zegt de vrouw tegen haar moeder, 'dat mag niet in haar school.'
'Wat nu ?' repliceert oma, 'waar moet ze dan haar schrijfgerief opbergen ?'
'Ze mogen geen plasticwaren gebruiken,' zegt de moeder weer.
'Dan neemt ze maar een lederen', want oma kijkt niet op een centje als het over haar nakomelingen gaat.

De moeder moet voortdurend de koopgrage dochter en moeder bijsturen want de school voert het ecologische hoog in het vaandel. Ik twijfel of de Club de gepaste afslag was.
'Naar welke school gaat ze dan wel ?' vraagt oma, die dus niet oppast tijdens het schooljaar.
Gezien haar gebronsde gelaat en kleurrijke outfit vermoed ik dat ze een optrekje heeft in Zuid-Spanje en alleen als het ginder brandt de oversteek maakt naar het land van oorsprong.
Daardoor is ze niet mee met één en ander.
'Ze zit op het St-Maartenscollege,' antwoordt de moeder.

Omoe reageert verbaasd en licht verontwaardigd : 'Gaat ze naar een kàtholieke school ?'.
'Het is de beste school van wijd in de omtrek en veel katholiek komt er niet meer aan te pas," probeert de moeder te sussen.
'Ge hebt toch goede gemeenschapsscholen,' antwoordt grootmoeder daarop.
Het kleine meisje loopt onderwijl vrolijk tussen de rekken, helemaal in het ongewisse van de strijd tussen de netten.
'Ach, dat zijn discussies van vroeger, het verschil is nog amper merkbaar, je moet gewoon voor het beste gaan.'
Maar oma is niet overtuigd, wellicht heeft ze in de jaren vijftig nog met vlag en wimpel op de barricades gestaan tijdens de woelige schoolstrijd.
'Het is een beetje zoals tussen de Vlamingen en de Walen, het is allemaal wat opgefokt door de politiek,' vervolgt de moeder.

Het Grootje voegt zich daarop bij haar kleindochter :
'Ga je graag naar school ?' Sommige grootouders moet je wat in het gareel houden, ze stoken ongemerkt en kennen de gevoeligheden maar al te goed.
'Mja,' zegt het kind, 'maar de Juf is heel streng.'
Dat bevestigt helemaal haar vooroordelen : een Spartaans regime, waar de kinderen amper mogen asemen.
Ze doet er nog een schepje bovenop.
Mompelend vraagt ze of er een kruisbeeld in de klas hangt - blijkbaar een Oude Tante van de Vrijzinnigheid.
Het meisje twijfelt, ze vraagt zich even af wat een kruisbeeld is, daarop zegt ze :
'Neen dat niet, alleen maar een foto van de koning.'

Inderdaad, het verschil tussen de Vlamingen en de Walen, het is allemaal wat opgefokt.
Zolang de koning boven het bord hangt is er nog hoop voor dit land.

Lees ook mijn Hoopinie op : brusselblogt.be

maandag 16 augustus 2010

De Stadsbrief

Beste Bruksel,

Vanochtend werd ik even opgehouden door een equipe moedige vuilnisophalers, die in de striemende regen uw straten proper raapten.
Dat soort volk wordt te weinig erkend in uw stad. Wie ooit Napels bezocht weet hoe onschatbaar groot hun bijdrage is in de gezondheid van een stad.
Vooral op deze plek waar het achterlaten van rommel, wildplassen en hondenpoep een niet uit te roeien kwaal blijkt.

Ze worden ervoor betaald, opperen sommigen.
Ja, dat zou er nog aan ontbreken.
Dat kan men ook zeggen van Koning Boudewijn, die werd er ook voor betaald maar men struikelt weldra over de standbeelden van die man.



Een standbeeld voor vuilnisophalers en straatkeerders, het mag. Maar ik zou eerder aanbevelen om een jaarlijkse jogging te houden, in hun werkkledij – vertrekkende vanaf de Botanique (is lekker bergaf).
Vervolgens langs de centrale lanen en met aankomst op de Grote Markt, waar de winnaar wordt gefeliciteerd - maar niet gekust - door de burgervader maar wél wordt omhelsd door Miss Brussel.
Op die dag wordt het vuil overigens opgehaald door betrapte sluikstorters en mensen die hun gemeenschapsdienst volbrengen.


Die van het Net verdienen het. Maak er werk van : laat dit idee niet rotten.
 Je, Pacha Kroet.

zaterdag 14 augustus 2010

Bediening inbegrepen ?

Ze smijt het brood voor mij op de toog alsof het een pakje verdwaalde hondenpoep is.
Ik vertik het om alstublieftmerci te zeggen en aarzel even om haar carrement de rug toe te keren en verbauwereerd achter te laten : dat ze het brood zelf opvreet.
Ze is zelfs te lomp om mij de prijs te zeggen, ik dien het af te lezen van het schermpje op de kassa.
Het ligt niet aan mij want ik ben een aimabele klant, ze leeft gewoon tegen haar goesting.
Ik heb ook zo'n periode gekend maar ben er toch altijd in geslaagd hoffelijk te blijven, ook al kostte het flink wat inspanningen.
Ik had me toen voorgenomen minstens éénmaal per dag smakelijk te lachen, dat was soms ver zoeken -
een lied te zingen of op zijn minst te neuriën en een gedicht te lezen.
Dat was een duistere periode maar ik ben er doorheen gezwommen.
Ik heb daar dus alle begrip voor maar niet bij deze jongedame, ook al omdat ik in haar blik geen zwaarmoedigheid maar volslagen desinteresse lees.
Dan moet je maar wat anders gaan doen dan achter een toonbank staan.

Mijn krantenmadam, niet gespaard door het leven, was een schoolvoorbeeld van wat een winkelmadam hoort te zijn. Ik zou iedereen bij haar in de leer sturen.
Correct, vriendelijk - altijd met een hartelijke wens voor de dag.
Maakte niet uit of je een aansteker of honderd tijdschriften kocht. Hier was de klant koning.
Zij had ook haar dagen, ik zag dat meteen. Ze zei dan wat minder, maar was nooit onvriendelijk, ik liet haar in vrede.
Andere dagen was ze heel geïnteresseerd maar nooit ongezond nieuwsgierig.
Ze kende haar plaats en respecteerde de klanten in hun privacy. Ik mis ze elke dag.

Diensters, garçons, winkeljuffrouwen onderschatten schromelijk het belang van een vriendelijke bediening.
Geen commerçantengezwans, maar kort en goed, een gemeend woord, de juiste afstand bewaren, in respect maar toch belangstellend. Vooral de begroeting en het gedag is belangrijk.
Ze zouden daarenboven versteld staan wat dit bij henzelf teweegbrengt.

De nieuwe winkeljuffrouw in de Theepot heeft het helemaal in de vingers, die is ongetwijfeld langsgeweest bij mijn krantenmadam.
De ochtend klaart helemaal op als ze mij begroet, ook al is het een miezerige dag : she makes my day.
'Nog een leuke dag,' zegt ze als ik het pand welgezind verlaat.
Dit meisje gaat het maken in het leven, om het even wat ze onderneemt.

Men oogst wat men zaait.
Bij Les Brasseurs en Le Centre krijgen de diensters altijd drinkgeld van mij, ze vragen daar niet om -
op een ongedwongen wijze dwingen ze het af.
Dat heet klasse.

donderdag 12 augustus 2010

Gespot

Bij Huntingandcollecting in de Kartuizers is een vijandelijke stam gepasseerd.
Ze hebben een waar slagveld aangericht. Links en rechts liggen de lichamen, sommigen opeengestapeld,
de armen wijdopen, de ogen dof.
Sommigen liggen met hun gezicht naar de grond, terplaatse afgemaakt.
Tafels en stoelen her en der, op hun zij, gewoon omvergekeild. Het is er heftig aan toegegaan.

Ze zijn bezig aan de nieuwe collectie, dat gaat blijkbaar gepaard met enig (afbraak)geweld.

dinsdag 10 augustus 2010

Stadsbrief

Beste Bruksel,
Op stap in Kuregem, volgens velen absoluut te mijden - alhoewel ik er zelf graag een pint pak - merk ik vele noden en opportuniteiten.
Ik zie teveel jong volk te vroeg op café zitten, dat kan niet gezond zijn.
U zal zeggen : u zit er ook - maar dit doet nu niet terzake.

Kuregem is niet proper.
Dat heeft te maken met het te drukke uurrooster van de straatvegers in Brussel-Centrum, waar de toeristen komen, zodat er weinig overschiet voor de Kuregems, Sint-Joosten en Molenbeken van deze stad.
Daarenboven komen in Kuregem vooral ramptoeristen en op sensatiebeluste journalisten, het is dus goed daar voldoende vuiligheid te laten slingeren, zodat de bezoekers bevestigd worden in hun vooroordelen.

Kuregem is ook niet proper omdat mensen daar veel laten slingeren.
Vuiligheid trekt vuiligheid aan, dat is algemeen geweten. Laat uw huis zes maanden verkommeren en het wordt binnen de kortste keren opgevreten door ratten, muizen en gevogelte.

Wat zijn de mogelijkheden ?
Het is altijd hetzelfde.
Laat die jongeluitjes de handen uit de mouwen steken in hun eigen buurt.
Laat ze niet alleen kuisen, maar ook hun eigen jeugdhuis, voetbalplein en bricolage-atelier opstarten én zelf onderhouden.
Wat ze zelf doen, doen ze beter, zei Gaston Geens, de eerste Vlaamse premier indertijd (correctie : wat we zelf doen, doen..).
Dat is makkelijker dan het lijkt. Het volstaat gewoon het haantje de voorste, de grootste smoel voor je te winnen en de rest volgt vanzelf.
Zou het niet goedkoper én zinvoller zijn om dit jong volk aan het werk te zetten in hun eigen quartier inplaats van ze doelloos te laten zwerven en ze ook daarvoor te betalen ?
Het verschil tussen ze aan de straat overlaten of de straat aan hen overlaten.
Misschien moeten we daar véél meer energie insteken.

Je, Pacha Kroet.

maandag 9 augustus 2010

Neu Sprotsjes

Nieuwe begrippen ter verrijking van de brusselse taal

De compasseduud : euthanasie

een smostach : onzorgvuldige eter, waarbij één en ander blijft plakken aan de snor.

Zie ook :_______________________________
Ne castroet: Kasseistraat die helemaal wordt opgebroken en geasfalteerd.Een aanslag op de eigenheid en mannelijkheid van de straat. Het is niet langer een straat met ballen maar een gladde karakterloze baan.
Ne Malapiet: Man die sukkelt met chronische blaasontsteking. e Crabuulleke : weerbarstige krab, die zich moeilijk prijsgeeft in de Rugbyman op de Vismarkt.
Ne Caracolleur : iemand die blijft plakken aan een caracollenkraam of bij de Noordzee op St-Kathelijne.
E Blaftuurke : verkoopster in de Inno met hele lange valse wimpers -Caraoke : clochard zwaar aan de drank die veel lawijt verkoopt onder invloed van zijn Cara-pilsjes - Billentoeker : bx laptop - Blasfonneur : militante vrijzinnige - Surplaske : bx slow - Deux Yeuxken : zwaar gesluierde moslima - Trottoirdoemper : roker op straat - Piszinneke : bx pissijn - Bagabelleke : bx sms-ke - Greun Boerken : bioboer - Saloefrêtter : vegetariër - Ne Wijfelaar : een travestiet - Ne Klapspirateur : deur-aan-deur stofzuigerverkoper.

zondag 8 augustus 2010

Klasseteleinsplein

Een oud-collega die in de betere wijken woont (tussen de vijvers en Ter Kameren) maakt mij er attent op dat ik niet in het centrum van de stad woon.
Het centrum voor hen is iets helemaal anders.
Als mensen uit haar buurt naar 'de stad' komen dan bedoelen zij de Place Stephanie, de Avenue Toison d'Or, hooguit de Sablon. Rond de Naamse Poort zijn de voorname winkels en galerijen, de klasse-restaurants, de wandelboulevards en, toegegeven, cinema's met goede smaak.
Hun park is Ter Kameren, joggen doen ze rond de vijvers, ze frequenteren de Belga.

Ik kom daar ook graag, het Flagey en de vijvers vind ik op alle momenten van de dag een opwindende plek.
Alsook het Brugmannplein en de piazza waar ik vanochtend mijn koffie nuttig : het onvolprezen Kasteleinsplein.
Oh, ik kan begrijpen dat mensen die deze plek aandoen in een wijde boog rondom Brouckère en Nieuwstraat gaan. Hier is het verschil - dat er altijd is geweest in deze stad - tussen hoog- en laagstad schroeiend.

Alles glanst hier, de stoepen zijn kraaknet, de mannen fris geschoren en gekamd, de kledij onberispelijk, de bruinlederen portemonnees goedgevuld.
Elegant volk, blitse zonnebrillen, oldtimer sportwagens, men leest Le Monde en The New York Times, 's ochtends al een dikke Havanna in de bek.
Het hippe volk is proper nonchalant, met berekende scheurtjes in hun jeans.
Opvallend, en dat zal de komende jaren veel franstaligen zuur opbreken, zijn de talrijke affiches en annonces in ééntalig Engels.
Op het Kasteleinsplein is er een restaurant : 'Vivement demain !', onzin : vivement aujourd'hui !
De therapeute energeticien heet Coyote en ze heeft een thérapie unique en Belgique.
Oppassen met uniek, dat staat niet altijd garant voor qualité.
Ook een hond met slechts 1 achterpoot die pist tegen een telefoonpaal is uniek.
Coyote doet aan Massotherapie : à gérer de manière autonome vos stress.
Het kost wel 75 euro voor een sessie.
Daaronder : 'd'autres services possible', zonder verdere uitleg.
Coyotes zijn, zeker als ze gestresseerd zijn, niet ongevaarlijk.
In de Physical Golden Club, waar ik het lidgeld niet durf te vragen, blijf je in conditie en bij de Coiffeur Artisanal ben je als man al bediend voor 35 euro, dat is een koopje in deze buurt.
Hij is al twee weken in verlof maar zijn vitrine ruikt ongemeen lekker.
Ik raak overigens bedwelmd door de zoete parfums van de gebronsde heren op het terras.

Helemaal iets anders dan de lijfgeuren van de drie Poolse schrijnwerkers in de boetiek en rénovation, de zwarte poetsman in The Red Monkey en de Marokkaanse kuisvrouw in het Italiaanse restaurant.

vrijdag 6 augustus 2010

Gespot

Twee Colombiaanse meisjes passeren in de Kleerkopers, één van de Latina's trapt per malheur in een hondenstront.
Ik prik een frietje aan de Tabora en haal snel een papieren serviette om haar te gerieven.
Ze zal wel één en ander gewoon zijn in Bogota, maar toch.
Straks vertrekken ze uit Brussel en denken ze :
"Mmm, vuile stad, maar vriendelijke mensen."
Misschien is dat beter dan het omgekeerde.

woensdag 4 augustus 2010

Stadsbrief

Beste Bruksel,

Ik zou het even met u willen hebben over het merkwaardige verschijnsel van de stilstaande roltrap in de talloze pré- en metrostations.
Stilstaand rollend materiaal ?
Ik weet het, in andere steden zou dit heel vreemd klinken, maar niet bij u, stad waar Magritte de pijp rookte en de Janssens & Janssens en Quick en Flupkes de straten onveilig maakten.

Los van het kleine ongemak die het dagelijkse defect van zo'n automatische trap met zich meebrengt, ik denk aan de oudjes, gehandicapten, moeders met kinderen - te verwaarlozen groepen - zit daar toch meer in dan uzelf vermoedt.
We hebben tijd zat om er iets op te verzinnen want die van de Stib werken traag. Soms staat de trap immers een ganse week troosteloos te wachten tot hij weer, als bij toverslag, in gang schiet.

Welnu, op stilstaande trappen, mijn beste Bruksel, kan men beweging suggereren.
Dat is een magere troost, zullen veel reizigers denken, maar soms werkt de illusie indringender dan de realiteit.
Inplaats van de trap onbenut te laten zou u daar een bende jonge honden van Parts of de Kunsthumaniora kunnen op loslaten.
Welk een dankbare inspiratiebron zou dit niet kunnen zijn voor een jonge danser ?
Het zou een examenvraag kunnen zijn : creëer beweging op een stilstaande roltrap. Begin er maar aan.

Er zijn talloze voordelen : het zou de Metrostations veel attractiever maken, veel leuker dan die oeverloze muzak de ons nu vermoeit, mensen zouden kunnen worden geprikkeld door de danskunst en er wellicht een vervolg aan willen breien.
Voor jonge dansers is het dan weer een uitdaging en een confrontatie met een levend, maagdelijk, niet dansminnend publiek.

Maar vooral, mijn beste Bruksel, het leidt de aandacht af van de stilstaande roltrap.
Een kleine moeite, veel voordelen.

Schiet in gang,

Je Pacha Kroet.

maandag 2 augustus 2010

Het Gebroken Leven

Ik heb altijd wat onvrede gehad met de benaming 'rusthuis'.
Zou ik rusten als de dood vóór de deur staat, als ik weet dat dit mijn allerlaatste passage is ?
Hoeveel mensen verhuizen nog van een rusthuis naar een eigen plek ?
Neen, ik zou eerder gewagen van een onrusthuis : allemaal samen wachten op de dood.
Er moeten toch inspirerender namen bestaan voor dit soort huizen ? Laat ik dan nog zwijgen van de afdelingen : Herfstvreugde ? Avondrood ? Zonsondergang ?
Hetzelfde onbehagen bekruipt mij als ik mega-crèches binnentreed, overal waar mensen van dezelfde soort, leeftijd of handicap worden geconcentreerd. Laat leeftijden, kleuren, gezindheden ineenvloeien, zich mengen, zich laven en laten inspireren door mekaar.
Ik weet uit eigen ervaring dat het allemaal niet zo simpel is : papier is gewillig nietwaar, maar het moet maar eens gezegd worden.

De witgrijze vrouw in het cafetaria van een brussels maison de repos verbijt haar tranen.
Ik hoor ze bezig tegen een andere vrouw die luistert maar niet geïnteresseerd is. Soms kijkt ze weg en knikt dan onverschillig. Ieder zijn kommer en kwel.
De andere blijft maar doorrzazen.

Ze ontving zonet een fraaie taart van de familie, keurig verpakt met een rood strikje en haar naam erop in sierlijke letters, het is namelijk haar verjaardag.
Ze had het vol verwachting geopend, in de doos zat evenwel geen gebak.
Ik hoorde dat ze allang met haar kinderen overhoop lag, erfeniskwesties die slecht waren afgehandeld.
De oudste dochter had één en ander geregeld, de moeder kon het allemaal zelf niet meer beredderen, maar blijkbaar had de dochter zich overspeeld en in het zicht van het kleine fortuin te diep gegraaid.
Omdat de dochter vlakbij woonde en haar toeverlaat was, had ze uit hulpeloosheid en trouw helemaal de kaart van haar oudste getrokken.
In de felle ruzies die daarop waren gevolgd had de rest van de familie zich in bitterheid van haar afgekeerd.

Ik heb dit soort discussies en ruzies al vaak gehoord - onwaarschijnlijk hoe men oude mensen in het zicht van de dood harteloos probeert te pluimen.
Het zal je maar overkomen, een levenlang werken voor de kroost en op het eind meemaken dat ze al vechtend over de vloer rollen.

Dit voorval was het meest hemeltergende wat ik ooit heb meegemaakt.
Toen ze de doos opende vond ze een familiefoto, de ganse familie stond er op geportretteerd, kinderen, schoonfamilie, de kleinkinderen.
De foto was evenwel niet heel maar in wel honderd stukken gescheurd.
Met bevende hanen probeerde ze ze nog aan mekaar te leggen en te vertellen wie wie was, alsof ze de kinderen en kleinkinderen nog trachtte te lijmen.
Eén foto evenwel had men heel gelaten.
Het was de foto van de oude vader. De man echter was allang overleden.
"Een chance dat hij dit niet meer moet meemaken," zei de vrouw.
"Vantijd zijt ge beter dood," antwoordde de ander.