maandag 31 oktober 2011

Stadsbrief : Nieuwe Parkeermogelijkheden

Beste Bruksel,

Sinds een paar maanden al kunnen automobilisten gebruik maken van een gloednieuwe parking aan de Kogelstraat. De parkeerplaats is bij ingewijden allang bekend maar wellicht nog niet vertrouwd bij het grote publiek. Vandaar deze kleine annonce, bovendien is parkeren daar volledig gratis.

De parkeerplaats bevindt zich vooraan in de Kogelstraat, komende van de Kartuizers, aan de linkerkant.
Let wel : alleen 's avonds en tijdens het weekend open (overdag wordt er ook gretig gebruik van gemaakt, zij het voor een kort oponthoud). Er is ruim plaats voor een tiental wagens, u moet het maar eens verkennen.

Je Pacha Kroet.

PS : Overdag wordt deze parkeerstrook gebruikt als voetpad. Dit parkeerinitiatief zou als voorbeeld kunnen dienen ook voor andere trottoirs in de stad, het is overigens vreemd dat dit maar met mondjesmaat wordt overgenomen in andere wijken.

zaterdag 29 oktober 2011

Gespot

Lange baard, strenge blik, ontoegankelijk. Naast mij op de bank aan Pacheco zit een jonge salafist.
Althans, zo vermoed ik. Men mag niet te snel mensen catalogeren, het zou evengoed kunnen dat de brave man bij H&M een broek heeft gekocht die net iets te kort was maar bovenaan wel perfect paste. Water in de kelder, denken wij dan.
Toch maar meenemen, dacht hij evenwel, binnenkort gepast voor mijn oudste zoon. Mensen worden vaak onterecht in een hoekje geduwd.

woensdag 26 oktober 2011

De Duivenhoeder

"Silence, tu déranges les pigeons..", fluistert de man.
Als er één vermadedijde ras is dat door vrijwel iedereen wordt uitgespuwd en veracht zijn het wel de Brusselse duiven. Grauwe vlooiebeesten die de pest verspreiden, soms pikken ze een kruimel op de punt van je schoen, de Birds achterna durven ze, op een onachtzaam moment,  wel eens een frietje prikken.
Schijten alle gevels vol, krabben in het braaksel, vliegen veel te laag, ziek en vuil gevogelte dat de stad besmet en het schurft verspreid.

Net als vele stadsgenoten zijn ze hier gestrand, een verloren vlucht, verdwaald, niet wetend hoe of waar.
Blijven plakken tussen soortgenoten.
Misschien zijn er wel prijsbeesten tussen, tezeer opgefokt, legden er het bijltje bij neer, een burn-out.
Of veel te jonge duiven, de hemel ingeprezen door de melker, te snel, te gulzig, nooit teruggekeerd na een lange vlucht vanuit Barcelona of Marseille. Of misschien haakten ze zelf af, vrije vogels.

Er hangt een muffe geur over het Fontainasparkje 's ochtends in oktober, olie en bedorven bladeren, zure wijn.
Het park is vrijwel leeg. Eén kinderschoentje, een verloren bal.
Enkel de Duivenhoeder waakt.

maandag 24 oktober 2011

Vroegwinter, Oktober 2011, Gare du Nord

één vlok slechts
op perron Drie

een witte voorbode
heel even maar
één tik op het raam

met de linkerpink

haast
een streling

vrijdag 21 oktober 2011

De Jonge Wijze en de Hond

De jongen heeft iets heel meisjesachtig.
Slank, beetje slungel, dun gezicht, geen spatje dons op de kin. Halflang haar dat uitnodigt tot een dotje of minstens een diadeem. Hij legt het bijwijlen achter zijn rechteroor, de andere bles valt zomaar languit over zijn gelaat.
Een smalle rugzak, enkel wat pockets uit de Pêle-Mêle, heel zorgvuldig gezocht.

Hij heeft zijn eigen wereld waarin hij functioneert en zich ongedwongen beweegt. Een vrije vogel.
Het gepeuter en de kleingeestigheid van zijn leeftijdsgenoten, hij merkt het amper. Zolang er geen fysiek geweld aan te pas komt lijkt het alsof ze slaan naar een onzichtbare mug.
Ze hebben het allang opgegeven. Er wordt nog wel eens gegrijnsd en gegiecheld maar het wordt alsmaar potsierlijker.
De jongeman staat mijlenver boven het gemier. Of toch niet ? Hij staat er niet boven, niet onder, hij staat er niet tussen. Hij staat er gewoon naast, hij negeert ze zonder het zelf te beseffen.
Hij leeft in de boeken, denker tussen de denkers, evenwel niet wereldvreemd of totaal in zichzelf gekeerd.
Hij discussieert graag en vlot met om het even wie : de clochard uit de Chez Nous of de dronken intellectueel aan de toog van de Kafka. Ieder zijn verhaal, ieder zijn waarheid. Niet beter of slechter voelt hij zich, hij is gewoon zichzelf.
Hij kent de grote denkers velenmale beter dan de profs, soms dagen ze hem uit maar hij is slimmer dan dat.
Blijft op de vlakte, laat altijd wel een vermoeden achter. Hij hoeft er niet mee uit te pakken, hij weet het gewoon.

Een schril contrast met de drie bakvisjes van de Erasmushogeschool. Ze hijsen zich in Tram 3 aan de Beurs, net hun eerste maand achter de rug in de grootstad. Ze zijn even oud dan hij : Ich ben saterdag gebeete door è hond," - "Allé seg, ech waar ?" - "Ja, ech waar jong."
De jongen kijkt door het raam in de donkere tunnel, hij glimlacht niet, of toch, even een heldere gedachte.
Ver wech is de hond, slechts wat gekerm in het mandje.

dinsdag 18 oktober 2011

Gespot : Tussen twee culturen



Op de Haachtsesteenweg passeer ik een jonge Brusselse van Arabische origine.
Ze heeft een kleurrijke tuniek en bijhorend jasje. Een zwarte hoofddoek.
Niks mis mee, maar bovenop de hoofddoek draagt ze ook nog een frivole lichtblauwe muts, volledig assorti.

Een jonge vrouw die niet in de valkuil trapt van tussen de twee culturen.
Ze kiest niet : ze bouwt een brug tussen beide.

zondag 16 oktober 2011

Neu Sprotjes

Nieuwe begrippen ter verrijking van de Brusselse taal

Ne Kakmenier : Wandelaar met hond die het gevoeg niet opkuist;

E Zwetkastieltje : Illegale zwartwerker die men opvist aan het Klein Kasteeltje voor een goedkope klus.

zie ook___________________________________________________________
Mettekous : een Brusselaar met fel gekleurde kousen - è Belbaiseeken : Telefoonsex  - Nen BasKet : jonge Ket die basketball speelt op de pleintjes van Kuregem of Molenbeek.
e parolleke : verkleinwoordje. E castrolleke : fijne ringbaard, genre Cortebeeck. E Castroke of Ne Castro : zware baard, genre Castro.
compasseduud : euthanasie. Een smostach : onzorgvuldige eter, waarbij één en ander blijft plakken aan de snor.
Ne castroet: Kasseistraat die helemaal wordt opgebroken en geasfalteerd.Een aanslag op de eigenheid en mannelijkheid van de straat. Het is niet langer een straat met ballen maar een gladde karakterloze baan.
Ne Malapiet: Man die sukkelt met chronische blaasontsteking. e Crabuulleke : weerbarstige krab, die zich moeilijk prijsgeeft in de Rugbyman op de Vismarkt.
Ne Caracolleur : iemand die blijft plakken aan een caracollenkraam of bij de Noordzee op St-Kathelijne.
E Blaftuurke : verkoopster in de Inno met hele lange valse wimpers -Caraoke : clochard zwaar aan de drank die veel lawijt verkoopt onder invloed van zijn Cara-pilsjes - Billentoeker : bx laptop - Blasfonneur : militante vrijzinnige - Surplaske : bx slow - Deux Yeuxken : zwaar gesluierde moslima - Trottoirdoemper : roker op straat aan een winderig kantoor - Piszinneke : bx pissijn -
Bagabelleke : bx sms - een uurmoïke : Brusselse I-pod - Ne Vingereir : Brusselse GSM.

vrijdag 14 oktober 2011

De Late Tram

"Looser, va pleurer chez ta mère.." - Een jongen, amper veertien, wacht op de lege bank aan het perron van Anneessens. Om 17u4O donkert het al een beetje.
Hij knabbelt aan een lauwe suikerwafel, hongerig maar toch langzaam kauwend, de tijd dodend.
Hij kijkt nooit op. Blijft staren in zijn wafel alsof het een maatje is. Het hoofd een beetje schuin, alsof hij hem bestudeert, soms wat kruimels op zijn gestreepte trui, hij durft ze amper op te rapen, helemaal gefixeerd op de koek.
Heel even kijkt hij op, een gezonde jongen, kloek maar niet zwaar, kniebroek, een jongen van zijn tijd.
Hij kijkt verschrikt, alsof er ieder moment iemand hem komt molesteren, rode kaken, opgetrokken schouders, een weerloos konijntje in een hoekje. Net niet bibberend.

Hij heeft niet geplooid, tenminste hij heeft niet gebleit. Bleiten is heel iets anders dan wenen, iets anders dan verdriet. Het is totale onmacht, ik geef me over, spaar mij, laat mij..
"Looser, va pleurer chez ta mère," maar hij weende niet, beet op zijn lip haast tot bloedens toe.
Hoofd naar onderen, het lijdzaam ondergaan, bijtend in het stof.

Een gewone jongen next door, beetje verlegen dat wel.
Blijft hij haperen aan de brug in de gymles ? Heeft hij het aangevraagd bij het verkeerde meisje ?
Heeft ze hem vierkant uitgelachen ? Is hij nieuw op school ? Een spraakgebrek ? Te opvallend onopvallend ?
Kwam hij gewoon langs op het verkeerde moment op de verkeerde plek ?
Koters, ze kunnen onvoorstelbaar wreed zijn.
Loerend, als hongerige jakhalzen zien ze hun kans schoon. Laf en heimelijk.
Hem omver lopen als hij hoognodig moet, oei niet gezien.. Hij bloost, veegt zijn mond schoon met de rug van zijn rechterhand, fatsoeneert zijn broek. Hij hoort ze giechelen in een hoekje.
Een achterbakse pits in de rij, boekentas spoorloos, brooddoos gepikt, maar vooral het gegrijns, het mompelen, het geklep achter zijn rug, niets is vreselijker.

Als de koek op is, blijft hij zomaar wat staren naar de knopen van zijn jas.
Dan komt de tram, hoofd naar beneden stapt hij op, zet zich neer, geen zuchtje, alles verkrampt.
Thuis wacht nog een berg huiswerk, het camoufleren van de scheur in zijn hemd, een accidentje wellicht -
een smoes voor het telaat komen.

Misschien wordt hij later een groot kunstenaar.
Ik koop alles van hem.

woensdag 12 oktober 2011

Gespot : Het Maffe Museum



Ik ben er nog nooit geweest maar wil het absoluut ontdekken.
"Ontdekt je favoriete stripverhalen in een prachtige plaats, bestaande uit 35OO vers
chillende stukken, Uitroepteken.
Vanaf Franquin duik men in onze jeugd, met de stripjochies Uitroepteken.
Loop door het saloon om een borreltje te drinken met beroemde cowboys en Indianen.
Wandel mee met Kuifje in zijn oneindige reizen.
Strompel je door het Trollenbos en eindigt met Blake en Mortimer in een Britische sfeer Uitroepteken.
Andere beelden zijn voorgesteld met de originele stripplaten waaruit ze komen Uitroepteken.
Grote murale fresques vervullen het bezoek met een diepe én intensieve duik in de wereld van de stripfiguurtjes Uitroepteken.
Heiweevoelers, de Moof is voor u bestemt Uitroepteken.

Wacht niet langer ! Het Moof Museum ! Een Hele Gans voor u bestemdt !

maandag 10 oktober 2011

zaterdag 8 oktober 2011

Twee meisjes in de cinema

Twee gedemodeerde meisjes zitten vlak voor mij in Cinema Galeries.
De éne heeft haar lange bruine haren in een strik opzij gebonden. Het type meisjes die vroeger de Katholieke Pensionaten bevolkten in een zwarte voorschoot, en waarvan ik dacht dat ze allang uitgestorven waren.
Ze had een middenstreep bedoeld die, gewild of ongewild, is uitgegleden tot een zijstreep.
Om het geheel te voltooien draagt ze ook nog een grote gebloemde strik. Twee opzichtige haarspeldjes, één op het voorhoofd, ééntje onderaan naast de zijdelingse paardenstaart houden het kapsel in de plooi.
Het andere meisje heeft een haviksneus - genre Rossy de Palma, de grote muze van Almodovar - haar halflange blonde haren hangen los. Zij is meer bij de tijd : kortgerokt met zwart-wit gestreepte kousen.

Hun liefde is nog fragiel, pril, onuitgesproken.
Voor beiden is het hun eerste liefde. Wie zet de eerste stap ?
De film bekijken ze wel, maar met korte onderbrekingen. Af en toe gluurt de blonde naar de schoot van haar vriendin, haast onmerkbaar, even het haar opschudden volstaat voor een vluchtige blik.
Ook de strik maakt gebruik van een voorzichtig gesnuit, waarbij het hoofd zich even over en weer draait, om naar de kortgerokte te loeren.
Het rokje gladstrijken, zich ontdoen van een truitje, alle kleine gebaartjes helpen om kort maar indringend te keuren.
Ze zijn allebei dol op mekaar, vooral de blonde wil heel erg graag, ze kijkt verlangend, steeds meer.
Soms fluisteren ze wat en giechelen dan binnensmonds waarbij ze mekaar nogmaals aankijken.
Het is een repliek op wat er op het scherm gebeurt, maar het houdt hen bij mekaar. Zoals wij vroeger in de klas zaten, we bleven bij de les maar stiekem werden er boodschappen en codes doorgegeven en beantwoord.
De film is het glijmiddel, de donkere zaal steekt een handje toe.
Heel voorzichtig legt de strik nu haar am op de leuning van het blonde meisje maar ze raakt haar niet aan, een try-out.
De andere glimlacht verbaasd maar heel instemmend.
En dan, korte tijd nadien, een eerste aanraking, gewoon een heel zachte kneep in de linkerschouder.
Het meisje gebaart van kromme haas maar ik weet zeker dat ze glimlacht. Omdat het blondje niet reageert en dus instemt neemt de Strik haar arm wat steviger vast, zonder hem evenwel te strelen. Het lijkt wel of ze zich wat rechter wil zetten en daarbij even leunt op haar vriendin.
Maar de kortgerokte maakt deze bedenking meteen ongedaan : ze glimlacht verlegen naar haar vriendin.
De arm blijft rond de schouder hangen, af en toe een lichte greep.
Na een tijd legt de blonde, heel voorzichtig, haast achteloos alsof haar arm is verdwaald, haar hand op de schoot van het meisje met de strik.
Er is veel jeuk, maar alles gebeurt argeloos, zonder opzien, sereen, alsof hun handen gedachteloos zijn uitgegleden.
Misschien dat ze straks wel gespeeld verbaasd kijken hoe hun handen ineengestrengeld zijn.
Het is maar film, maar neen, bij de generiek houden ze mekaar innig vast, de hoofdjes haast tegen mekaar leunend.

Bij het buitengaan ben ik hun spoor bijster.
Ze staan gewoon in de rij voor een volgende film ?
Waren ze nu al ver weg bij Carancho, Howl zullen ze nooit kunnen navertellen.
Maar ze zullen hem nooit vergeten.

donderdag 6 oktober 2011

Gespot : De Blindegeleidehondman



Het beest kijkt verschrikt naar mij alhoewel er geen millimeter kwaad in mij schuilt.
Al zeker niet op een vrijdagnamiddag als alle kommer en kwel van de werkweek achter mij ligt en het weekend mij met open armen gewillig staat op te wachten.

De Zwitserse Sennenhond, een heel potig dier met witte borst en gevlekte muil blijft mij bespieden op een heel vreemde wijze, terwijl ik achter hem loop.
Het baasje, een geblokte man met een onverzorgde BHV-baard, houdt hem stevig aan de leiband.
Dit belet niet dat de hond zich bezeert aan de lantaarnpaal en met zijn muil een autospiegel raakt.
De bizarre manier waarop hij mij bekijkt heeft niks vandoen met kijken, hij ruikt, het arme dier is blind.
Ik heb mij ooit laten vertellen dat het voor een hond velenmale erger is als hij zijn reukzin verliest eerder dan zijn gezichtsvermogen.
Misschien is hij blind geboren en zoals geweten ontwikkelt men dan een zesde zintuig.
Ik kan het hem niet vragen, het baasje is gehaast en hij volgt gedwee, botsend tegen de talrijke uitsteeksels op het trottoir van de Zespenningen.
Hij kijkt indroef maar merkt dit niet in de spiegel, indroef omdat hij zijn plichten als hond niet kan volbrengen.
En dat steekt.
Zijnde baasje van zo'n dier zou ik hem af en toe aaien, wat woordjes fluisteren onder zijn lange flappen, hem nu en dan een gezond snoepje toesteken.
Voor hetzelfde geld kan de man hem ook dumpen. Wat heb je aan een hond die blaft maar in het verkeerde been bijt ? Omslachtig als je het beest zelf tot bij een onverlaat moet brengen. Een beetje ervaren inbreker maakt daar snel kipkap van.

Neen, ondanks alles, is het de vriendschap die hier zegeviert, de blinde liefde voor het dier.
De man is overigens perfect afgericht, hij stopt gehoorzaam aan ieder stoplicht en steekt pas over als het allang groen is, niet naast maar óp het zebrapad.
Een hondstrouw baasje.

dinsdag 4 oktober 2011

Het Ambtenarenbestaan

"Ik heb zoiets van.." - op donderdagochtend in de Sint-Hubertusgalerijen laveer ik tussen de gehaaste ambtenaren en kantoorbedienden, onderweg naar hun burelen in de binnenstad.
"Dat is niet echt mijn ding...  ..hij schudt het weeral van zijn gat..".
De dag moet nog beginnen maar ze zitten al volop in de drive.

Maar het zijn niet allemaal strebers, die soort praat alléén maar over hun job en opdracht, hun kledij is voornaam en onberispelijk. Soms een heus kostuum, goed gekozen das en bijhorende speld.
Manchetknopen, Le Monde of De Standaard geklemd onder hun rechteroksel.
De meest behoudsgezinden hebben de klassieke aktentas, maar ze sterven uit, de meeste dragen een elegante schoudertas met het merk Apple, discreet maar heel zichtbaar.
Ze dragen glimmende zwartlederen schoenen van een duur Italiaans huis.
Het zijn kloeke dertigers, ofwel hebben ze een zeer bescheiden baan en moet het kostuum dat maskeren, ofwel zitten ze op de wip voor een promotie of benoeming.
Een goed voorkomen is dan onontbeerlijk, ze zijn vrijwel altijd gehaast, onderweg naar een echte of denkbeeldige hoogdringende afspraak.

Er zijn ook de naturels : je leest het in hun ogen.
Ze zijn sportief, elegant maar niet stijf gekleed. Wel proper, ze zijn ontspannender dan de eerste caterogie, flaneren doen ze niet, maar hebben eerder een flinke zelfverzekerde stap.
Meestal zijn ze goedgeluimd, ze beheersen hun materie, het kostuum hoeft niet, je leest hun zelfvertrouwen, zonder veel poeha of goedkope bluf.
Dan zijn er de hele droeve ambtenaren, ze houden de schijn op door een keurige vouw of de juiste plooi, maar daar hebben ze zelf geen enkele verdienste aan. Alles is sleur geworden, de schaapjes zijn allang op het droge of zullen het nooit zijn, ze gaan nog werken om hun pensioen en groepsverzekering veilig te stellen.
Een andere categorie zijn de weerbarstigen, meestal mindertigers, ze hebben een heel andere présence, ze werken op kantoor maar eigenlijk hunkeren ze naar een avontuurlijk bestaan.
Altijd, altijd wordt dit gecompenseerd in hun vrije tijd, door risicosporten of als lid van een motorclub, de artistiekelingen doen aan beeldhouwen in de lokale academie.
Ook zij dragen sportieve kledij, de eerste soort in deze categorie kleden zich zelfs heel ongedwongen.
Een open gebloemd hemd, vrijwel altijd jeans, een fluwelen colbert. Soms gewoon een débardeurke, de schoenen zelden gepoetst. Als hun werk OK is laten de bureeloversten van deze wereld dit allang passeren.
Een andere soort weifelt dan weer : ze zijn proper, een keurige vest zonder das maar hun haren zijn wel gekamd, ze dragen onder de keurige vest een proper gestreken jeans.
Meestal gaan ze overstag na hun veertigste en belanden dan, als ze promoveren, in de eerste categorie tussen de hele stijve of ze degenereren naar de laatste categorie : de m'en foutisten.
Hen kan het allemaal niet zoveel meer schelen, het hemd kan allang niet meer dicht omdat de buik tegenpruttelt, sommige dragen zelfs sandalen onder witte tennissokjes.
Het werkwoord uitbollen is hen op het lijf geschreven.

Ooit, in een vorig leven ben ik nog kantoorbediende geweest : ..ik had zoiets van, dat is niet echt mijn ding.
Ik heb het van mijn gat geschud.

zondag 2 oktober 2011

Stadsbrief : Het Shockeffect

Beste Bruksel,

Ik heb een leuk ideetje.
't Is te zeggen, ik heb u al veel leuke ideetje cadeau gedaan de laatste jaren, maar dit is waarlijk een voltreffer.
Terzake.
Ik moet geen tekeningetje maken van de tonnen afval die dag in, dag uit uw straten sieren. Wij zijn ongetwijfeld de wereldkampioen afval dumpen en sluikstorten op de hele wijde wereld.
Welnu : laat dit officieel bekrachtigen.

Daarbij verwacht ik toch enige medewerking van uwentwege : we nodigen het Guinnessbook uit en gaan carrément voor een nieuw wereldrecord, zijnde het grootst aantal kilogram afval per m2, en dit gemeten over 16Okm2, welke de oppervlakte is van het gewest.
Daar zullen veel steden van die grootte een poepje kunnen aan ruiken.
Napels valt uiteraard uit de boot omdat daar maffiose speculatie mee gemoeid is. Neen, het moet uit vrije wil, politieke onwil en civiele nonchalance gebeuren. Drie disciplines waar wij sterk in scoren.
We kunnen niet verliezen.

Bovendien moeten we er niks voor doen : gewoon blijven dumpen zoals we bezig zijn.
Na de Bruxellisation krijgen we een niewe eretitel die internationaal snel zal worden opgepikt :
De Brusselsshit.

Daar gaat ongetwijfeld volk komen naar kijken, bergen nieuwe afvaltoeristen en leefmilieu-experten uit alle hoeken van de wereld, het zal drummen worden.
Ge gaat toch meewerken om die van de Guinness een proper plekje te geven in de Métropole of de Hilton ?

Je, Pacha Kroet.