woensdag 31 oktober 2012

Hij en Zij



Het overkomt haar vrijwel nooit.
't Is wat wennen, zoveel bekijks.
Ze draait wat rondjes over en weer, zenuwachtig, kijkt met haar schrille oogjes in het rond, altijd op haar hoede. Ze is alleen, dat is vrij uitzonderlijk, meestal zijn ze samen, al wordt er vaak gekibbeld.
Hij bekijkt haar indringend, alsof ze uit de hemel is nedergedaald, met een heel lichte glimlach, teder ook. Ze schudt haar hoofdje, naar voor, naar achter, een lichte tic, draait nog eens rond.

Forenzen begeven zich gehaast naar kantoor op de drukke Lemonnier. Sommigen met de krant in de hand, snel de headliners doornemend, er mag hen niets ontgaan. Ze steken blindelings de zebrapaden over, een Japanse jongen zoekt de weg op een stadskaart, hij spreekt de man niet aan want hij is bezig. Zij wordt straal genegeerd.
Hij ziet dingen die wij niet zien, niets leidt hem af. Ze wordt van kop tot teen ontleed, gekeurd, geschouwd, getaxeerd. Hoe langer hoe meer geniet ze van zijn aandacht, het lijkt zelfs dat ze even komt paraderen, vlak voor hem, fier, hoofdje omhoog : kijk maar, geniet maar. Alsof ze hem uitdaagt draait ze even met haar kont. Ze maakt een wijde kring rondom hem, hij volgt haar, nu met een meer ontspannen glimlach. Dan gaat ze terug in rechte lijn voor hem lopen, pikt snel een kruimel van het trottoir, schudt even met haar veren.
De schooier lacht.
De simpele poëzie van de vagabond.

zondag 28 oktober 2012

Gespot



Herfst in brussel. het is bitter koud, de wind speelt geruisloos in het schrille boompje voor mijn deur, slechts af en toe beweegt een goudgeel blad en even later een ander blad aan een andere tak. Het lijkt afgesproken, een prelude in een profijtige compositie, straks gaan alle blazers voluit en vallen alle bladeren tegelijkertijd.
Dan is het even stil, windstil, dan volgt de postlude, even geruisloos als het voorspel, alleen nog de naakte boom die ootmoedig buigt alsof hij de omstaanders groet. Niemand die het opmerkt, ik ben de enige die applaudiseert.

vrijdag 26 oktober 2012

POEZIendestad



Aan het Fontainas is er geen doorkomen aan. Immense plassen die herinneren aan de hoge watersnood, lang geleden, in de Laagste landen. Men kan zich daar aan ergeren, of men vouwt papieren bootjes die men te water laat, dat worden dan grote meren, de bootjes hoge zeilschepen, ze varen de horizont tegemoet. Kinderen blijven verwonderd staan : "Hé kijk, die boot gaat omvallen !" Het loopt storm aan het water. Een Afrikaantje joelt als het schip slagzij maakt. Een ander jongetje zet het terug recht, zijn vriendje maakt woeste baren met een verloren tak.
Een plas in het park : zoveel meer dan regen.

woensdag 24 oktober 2012

De Opwelling




"Alors, c'est quoi, vous avez enfin décidé ? Sinon je dégage et je téléphone mon patron ? Alors, c'est quoi ? Merde."
De frèle verhuizer staat met zijn lift klaar om de spullen in te laden van het jonge koppeltje drie hoog in de Van Artevelde. Het meisje draagt een rode haarband, de Afrikaanse jongen een trainingsbroek en te dunne T-shirt, ze leunen beide uit het raam. "Aujourd'hui ou demain ?" roept de verhuizer nogmaals.
En plots ging het niet meer tussen hen beide en floep, de jongen ging eruit trekken. Als het zo zit kan ik maar beter meteen vertrekken. Ja, doe dat, zal zijn liefje dan hebben geantwoord. In volle colère had hij meteen, slag op slinger, de verhuiswagen besteld : donderdag om 10 uur. Dat ging ineens snel, de dag nadien al. Ze begonnen meteen in te pakken. Ze stootten op boeken die zij voor hem had gekocht, ééntje met een leuke boodschap : "..voor mijn zwarte prins opdat hij altijd van mij houdt..", zoiets. En hij gaf haar zowaar de DVD waar ze zo dol op was, en die kast, ochja, die mocht ze ook wel houden. En zo kwamen ze alsmaar dichter bij mekaar, lachend, herinneringen ophalend, "Kijk, weet je nog..", tot ze uiteindelijk, onverhoeds, tot hun eigen verbazing, in bed belandden. Overgelukkig, mekaar teruggevonden, uitgelaten vrijend, bevrijd.

Er hoefde niets uitgepraat, het was ineens allemaal zo vanzelfsprekend, van het één kwam het ander. In de euforie hadden ze de verhuizer vergeten, die belde aan om 10u00 stipt die ochtend. Je las de vertwijfeling in hun ogen, wat nu ? Plots moesten ze iets beslissen waar ze allang overheen waren. Gingen ze nu toch samen blijven of was het verstandig dat hij een tijdje apart ging ? Een try-out, even op adem komen. Maar ach, waarom eigenlijk, het ging toch weer goed ? Je zag ze lichtjes discussiëren in het open venster, het ganse huishouden op straat.

"J'envoie la facture !", roept de man grimmig terwijl hij de remorque aan de wagen haakt. Boven lachen ze vrolijk naar mekaar. Vensters dicht, gordijnen toe. Opgeruimd staat netjes.

maandag 22 oktober 2012

Gespot



"Hier zijt gij eerste, kiné is op nul", zegt de vriendelijke receptioniste aan de balie van Sint-Jan in haast accentloos Nederlands. Ze heeft àl mijn sympathie, ik ben nooit de eerste geweest op school, maar zie, nu als een gebroken man en out of the blue op een plek waar je het nooit verwacht ben ik de onbetwiste primus. Ik wist wel dat er ooit eens erkenning zou volgen. Et voilà.

zaterdag 20 oktober 2012

POEZIendestad



Tussen 8u4O en 9uoo of wellicht de ganse dag, onafgebroken door de luidsprekers als een nooit aflatende mantra, altijd weer dezelfde lijzige vrouwenstem in het Centraal.
Slechts een lichte variatie in de cijfers : spoor drie, spoor zes, van spoor twee naar spoor vijf, van vijf naar zes, zes naar twee, drie naar vijf.

Daar moet een lichte beat onder.
Pompompompom Attention changement de voie pompompompom suite à une... pompompom.. Aandacht.. pompompom... spoorverandering, spoorverandering pompompom.. hiervoor hiervoor.. onze verontschuldigingen.. pompompom. Spoor zes spoor zes naar vijf, naar vijf.. pompompom
Geef de stem wat meer timbre en kleur, wissel af met een mannenstem.
Of hoe men de vertragingen bij de Ijzeren Weg ombuigt naar een Rappe bediening. Klasse Eén.

donderdag 18 oktober 2012

Een Herfstterras

"Eh Ahmed, t'sais qoui, j'ai acheté la bagnole."
"P'tit salaud," lacht Ahmed terug.

Zes Maroxellois zitten op het terras van het hoekcafé aan de Anderlechtse Poort bij de entree van Kuregem. Er staan drie koffies op tafel, net als de baronnen in Les Barons delen ze het gerief en genieten onderwijl van elkaars gezelschap. Het gesprek valt nooit stil, er wordt geroepen, in het Arabisch en het Frans, al kan ik het amper verstaan.
Het verdoen van de tijd in de vroege namiddag onder een lauwe zon. De lucht is azuur met dunne witte slierten, het nog groene lover aan de platanen op de middenberm houdt stand in een vroege herfst.
De weeë geur van olie, uitlaatgassen, penetrante kattepis, het onafgebroken gedreun van de zware verbrandingsketel in de kelder.

De man met de zwarte honkbalpet beantwoordt zijn mobieltje, de babbel mengt zich geruisloos tussen het geroep aan tafel. Maar alras antwoordt één van de tafelgenoten, een brutale bek, op het antwoord, waarop de honkbalpet hem toeblaft terwijl ook de andere kant van de lijn zich gezwind mengt in het gesprek. En weldra de ganse tafel die gierend en luid het telefoongesprek animeert en kleurt. De beller was maar gespeeld kwaad, hij amuseert zich kostelijk met de tussenkomsten van zijn maten, meer nog, hij moedigt ze aan met een knipoog en wijde gebaren, een bizar tafereel waarbij de ontvanger slechts fungeert als doorgeefluik.
Als toetje worden er nog wat onwelvoeglijke gebaren gemaakt zodat ik vermoed dat het om een gelukte of mislukte date gaat, in alle geval is de andere kant van de lijn niet zijn moeder.
Er wordt aan- en afgeroepen, geblaft als een meute jonge honden die net wordt uitgelaten in het natte gras.
Geschater, een vraag, repliek, gebrul. Er wordt haast gedanst met de stoelen, een lange man met ongeschoren kin recht zich om zijn betoog kracht bij te zetten, de anderen klappen, ondertussen blijft de lijn wijdopen, ook daar geschater. Ze laten mekaar amper uitspreken, de éne spitsvondigheid wordt perfect gelijmd met een nog ingenieuzere vondst of daar is alweer een spetterende respons. Een ononderbroken woordenstroom slechts af en toe overstemt door de startende wagens.
Een bende losgeslagen stand-up comedians, een live bloggebeuren, een open-air chat, in het midden van het trottoir.

Er passeert een mongoloïde man, hij geeft een hand aan zijn oude moeder die met haar andere hand steunt op een wandelstok, het is onduidelijk wie wie helpt. Een oud Portugees koppel schuifelt voorbij en kijkt verwonderd. Een man spuwt op de grond. Figuranten.
Eén oude Brusselaar met ringbaard nipt van zijn donkere Chimay, hij zit met de rug naar het gebeuren. Hij maakt deel uit van het decor maar weet het niet. Op de voorgrond zitten de zes actoren, het wordt nooit stil.
Voilà, c'est qu'on appelle le théatre de la rue : tout à fait gratuit.

dinsdag 16 oktober 2012

Gespot



Dezer dagen wordt de stad bevolkt door knoestige mannen met weerbarstige sproeten en behaarde kuiten.
Ze slaken rauwe kreten , vuisten hoog op de trappen van de beurs. Straks worden ze platgewalst en fijngemalen op het slagveld aan de Heizel door een voorlopig nog Belgische stam.

Het is niet dat wat mij intrigeert. Ik lonk jaloers naar de frivole geruite rokken in rood en groen. Met mijn rechterhand nog zes weken in het gips zou ik mijn rokje gemakshalve inkorten tot net boven de knie. En bovendien zou ik de, naar het schijnt teloor gegane, oude traditie helemaal respecteren. Als het dezer dagen maar niet flink gaat waaien zit ik veilig en proper onder dak. Zo graai ik van iedere cultuur in de stad een stukje mee : we zijn allemaal dieven.

zondag 14 oktober 2012

Bolletjes kleuren


Al één week zonder rechterhand, ik mis haar, ze hangt daar alleen maar dom en plomp, loodzwaar,  nog zes lange weken zie ik veel gebeuren dat ik amper kan registreren. Ze hebben mij goed liggen gehad, daar in Kuregem, in de voor van een tramspoor. Hoe sterk is de eenzame fietser ? Heel zwak, het wordt tijd dat de Stib de breedte van zijn sporen aanpast, nergens iets van gelezen in de nochtans in overvloed ontvangen verkiezingsprogramma's. De zwakke weggebruiker : hij kan de boom in of met zijn smoel op de kasseien. Fietspaden ? Als ze er al zijn dienen ze als gratis parkeerplek.
Vandaag kleur ik ook het bolletje bloedrood achter de partij die werk maakt van goed onderwijs,  de jeugdwerkloosheid, armoede en woningnood. Het geld hiervoor kunnen ze makkelijk verhalen op de rijke Fransen die in heelder colonnes neerstrijken in de hoofdstad. Er is niets veranderd : Bxl is altijd een veilige haven geweest voor vluchtelingen, vooral uit Frankrijk. Maar deze keer niet vrijblijvend. Het is zoals John Lennon (zelf trouwens onmetelijk rijk) die in londen na een optreden het publiek toesprak : laat de armen klappen en de rijken rinkelen met hun juwelen. ik ben niet arm, evenmin rijk maar ik zal wel hard klappen, ook al weze het met een plaasteren rechterhand.

donderdag 11 oktober 2012

Gespot



Twee loodzware Afrikaanse madammen bestijgen tram 4 aan Anneessens.
Ze zetten zich links en rechts van mij op de lange zitbank. Hun gesprek gaat gewoon voort waarbij ze zich beide naar mekaar keren, ik kan nog amper asemen. Slechts een nietig blad tussen 2 gigantische drukpersen.
"Vous voulez changer de place," stel ik elegant voor, "ça sera plus facile."
"Non, non, monsieur, ça nous gène pas du tout."
Dat zal wel. Ik heb het begrepen, ik fungeer louter als bumper in hun discussie, dat praat makkelijker.
Als ik mij aan Rogier uit hun beklemming bevrijd, lichtjes blauw uitgeslagen, laten ze de plaats open.
Welke onverlaat zou zich daar nog tussen riskeren ? Een kleine Japanse toerist kan er nog net tussen.
De kamikaze-cultuur is blijkbaar nog heel levendig in het land van de rijzende zon.

dinsdag 9 oktober 2012

Min of meer

"Heb de kleine en grote, ja tot zes uur."
"Moet helpen met huiselijk werk en activiteiten enzo".
"Ja, die grote die zijn stout..." - "Eh gij Indiaan, waar is uw tipi ? Zo van die praat.. helemaal geen respect. Soms negeer ik, kijk ik vooruit, ik heb dan niks gehoord, maar als ze vlakaf in uw gezicht zeggen, ja, dan moet ge reageren."
- "Mmmmm,  mmmm, jaja, ook..."
"Ik zeg dan meestal, waar hebt ge dat geleerd. Ge moet respecteren, ik respecteer ook.."
-"Mmmmm, misschien wel ja, - jaja... ik weet het..".
"Ja, als ze alleen zijn lopen ze door, dan hebben ze mij precies niet gehoord. Da's wel grappig. Awel, hoort ge niet, vraag ik dan. Gij hoort ook niet, roepen ze dan. Echt stout hoor. Als ze in groepje zijn zijn ze nog stouter, denken dat ze alles mogen."
-"Maar jawel, ja, 'k probeer dat...  mmmmm, ja, mmm".
"Ja, 'k zeg dat tegen directeur, zegt hij gewoon : ja, wij weten dat. Ja, ik weet het ook, dat is geen oplossing."

De kleine Boliviaanse zit op het bankje van het perron aan de Beurs. Haar paardenstaart is wat slordig geknoopt, een dikke sjaal en rode legging. Ze praat nerveus, wiebelt met haar rechterbeen;
"Met de kleintjes is plezant, maar als ze groot worden hebben ze geen respect.
Ja, die Marokkaantjes zijn erg. Die denken dat ze hier baas zijn over ons".

Brussel : stad van kleine en grote minderheden.
Kutmarokkaantjes, Vlaams Belangers, Salafisten, chassidim of anarchisten.
Er is geen alternatief : we zijn gezegend met mekaar.

donderdag 4 oktober 2012

Stadsbrief



Beste Bruksel,
Ziehier een schoolvoorbeeld hoe je met weinig inspanningen een vriendelijke straat kunt creëren en in het zog daarvan een nieuwe boost geeft aan de honderden jonge mensen die daar dag in, dag uit het mooie weer maken.
Iets of iemand heeft de gelukzalige ingeving gehad om de korte Moutstraat helemaal opnieuw in te kleden : 'van gevel tot gevel' luidde de ronkende benaming op de werfplakkaat.
En inderdaad : het resultaat mag gezien worden.
Een verademing voor leerlingen, docenten, passanten.
Een daad met verstand in een straat vol scholen : Rits, Mabo, Atheneum, Imelda, De Kleurdoos, Studio K, bij verlenging aan de Nieuwe Graanmarkt Institut De Mot-Couvreur, wat een creatievelingen en bollebozen zitten daar niet op een kluitje bijeen.

Dat moet vonken geven, tenminste als docenten, leerlingen, de stad een handje toesteken én uitsteken naar mekaar. Zo'n verzameling van jong geweld, dat mag mekaar niet harteloos voorbijlopen.
Kraampjes met tweedehandsboeken, cross-over activiteiten, openluchtfilms, concertjes, ééndagskafeetjes, solidariteitsacties, een Zinnode, stripconcours, Beeldende Kunsten en filmstudenten die samen werken aan projecten, leerlingen- en docentenruil  : laat die Mout kiemen en borrelen, voorwaar een Nieuwe Jonge Straat is geboren !
Een Toets met Klasse !

Je Pacha Kroet

dinsdag 2 oktober 2012

POEZIendestad



Een lange gele slang hangt uit de krater van een hoge muur aan Fontainas.
Zo af en toe schudt haar lijf als ze de zware brokken doorslikt en even later weer uitbraakt in een diepe bak naast de archeologische put.
Een serpent met een missie.