vrijdag 30 november 2012

Sens Unique



"C'est sens unique quoi ? Eh ? C'est sense unique la discussion ?".
Hij wuift hen weg met een fors gebaar en verwijdert zich, doch slechts even.
De andere roept terug, kalm en bedaard, maar voldoende om hem op stang te jagen.
"Tu ne veux même pas écouter," zegt de stadswachter.
"J'écoute pas tes conneries..".
"Makkelijk, dan is er geen discussie mogelijk.."
"'k Probeer te discussiëren maar ge luistert niet..".
Dovemansgesprek.
"Als er niemand  iets op de grond smijt hebben uw collega's geen werk meer..".

De drie stadswachters blijven ijzig kalm. Behalve hen en de woeste man is er vrijwel niemand in het Fontainaspark.
"Ge moest beschaamd zijn..", antwoordt de éne toch.
"Weet ge wat ?", repliceert de blonde weer, "racisten, ja racisten, dat zijn jullie."
Het werkt dus ook omgekeerd, gaan we er op vooruit ?

De blonde midveertiger had de hond zijn gevoeg laten doen in het midden van het grasperk, vervolgens was hij gewoon voortgegaan. Daarop begon een verhitte discussie. De man beweerde dat hij wel degelijk van plan was het op te kuisen. De drie Maroxellois vroegen naar zijn plastic zakje, verplicht aan de leiband, waarvan hij dan weer beweerde dat hij het vergeten was.
Een rosse madam passeert nu met haar schoothondje. Hij zoekt een medestander, zij heeft wél haar gerief bij. Hij vangt bot, ze negeert hem straal. De drie monkelen even en lopen verder.
Hij wandelt met bekwame spoed het park uit alsof hij werd betrapt op openbare zedenschennis.

woensdag 28 november 2012

Gespot : De Daltons



De vier oma's komen twee aan twee gearmd Anneessens binnengesloft.
Op hetzelfde moment dat ik incheck en nog vóór de poortjes opengaan, legt één van de oudjes eveneens haar abo op het schermpje, wat dus volstrekt overbodig is.
Ze hoorde te wachten tot ik was gepasseerd maar senioren hebben blijkbaar altijd haast. Waarom ? Willen ze alsnog tijd inhalen ? Of is het gewoon om de jongere generatie te jennen : hola, wij tellen ook nog mee ?
Mag allemaal, maar niet als ze vóór mij willen binnensluipen want zoja, weet ik, dat ik een uur geblokkeerd zit.
Het wordt moeilijk als de drie andere, gelukkig ongewapend en zonder paraplu, op mij inhakken.
Nog voor ik één en ander kan uitleggen kiezen ze partij voor hun baldadige vriendin.
Ze dreigen er zelfs een beambte van de Stib bij te halen.
Er hangt een opstootje in de lucht want ook andere reizigers beginnen zich te zachtjes te moeien. Het sop is de kool niet waard.
Hoedt u evenwel voor deze vier Dalton Sisters. Ma Baker is een doetje vergeleken met deze harde tantes.

maandag 26 november 2012

POEZIendestad



Zo staat ze daar plots in de rij. Zomaar vlak achter mij schuift ze aan in de Exki aan de Brouckère, met veel bröd, tarta en smör ljuden. In een felrood kleedje, gele nylons, dan weer rode schoenen. Gekrulde witte hals, achteraan een reuze blanke strik alsof ze net is verpakt en opgestuurd. Weggeplukt van een eilandje midden een eindeloos Scandinavisch meer, een vleesgeworden prinsesje. Zo weggelopen uit Astrid Lindgren’s wonderlijke sprookjes.

zaterdag 24 november 2012

De Nerds



"Yeah man, I saw him last in the AB, marvellous guy.."
Twee heren van stand zitten naast mekaar in Metro Weststation.
Het zijn, wat heet in de volksmond : Nerds. Amper dertig, grijzer dan grijs, allebei gezegend met een uilenbril, haren strak gekamd, hopeloos uit de tijd.
De éne houdt een zwarte aktentas op schoot, de andere heeft een klein rood rugzakje wat dan weer gruwelijk vloekt met de rest van zijn outfit.
In de klas waren het ongetwijfeld de seutjes, kop van jut, maar hier vinden ze mekaar, breedlachend, joviaal, mekaar haast op de schouder kloppend.
Ze vallen niet op door hun onopvallendheid, neen, dat is dat geen punt.
Op het volle saaie metrostel zijn ze haast de enigen die aan de praat zijn, en hoe.
Ze bedienen zich van een voornaam Engels maar ze hanteren het niet om Joyce te citeren of Thomas Hardy, wel om hun liefde te delen voor Triggerfinger of de techno van Fatboy Slim.
Ze frequenteren de AB en de Botanique, zakken regelmatig af naar de bars in de Kolenstraat, kennen de Nova, de Archiduc, ja zelfs de Daringman.

Onderwijl wordt er stevig gelachen, hartelijk, smakelijk, soms vettig, totaal in tegenstelling met hun voorkomen en kledij.
Iets stoort in het tweetal.
Hun jovialiteit, hun feelgoodgestes, het ongegeneerde, lichtjes boerse, maar vooral, vooral het totaal complexloze. Niemand kan hun wat, grijs, saai, so what : ze zijn volkomen zichzelf.
Dat steekt.
In de voor de rest dode wagon zijn ze een vlijmscherpe doorn in het oog van de andere reizigers die zich vervelen, ogen eigentijdser dat wel, maar doodvermoeid, ook al begint de dag pas.

Aan de Zwarte Vijvers, nog zo'n anomalie, verlaat het tweetal het metrostel. Het lijkt alsof iedereen wat beduusd kijkt, niemand vult het gat. De tram blijft verpletterd achter.
Ik zie ze nog grimassend de roltrap op gaan, ze komen haast niet bij van het lachen.
Gentle Men in every inch of their bodies.

woensdag 21 november 2012

Gespot



Sinds kort woekert een nieuwe loot aan de bedelaarsstam.
Een jonge straatbewoner heeft de jackpot ontdekt door passanten te vermaken met een worp jonge puppies. Zo liggen ze daar bij de entree van de Heuvelstraat met hongerige oogjes lonkend naar de voorbijgangers. Het valt te vrezen dat de plaag verder uitdeint. Deze week waren er al twee scheuten in de Nieuwstraat.
Er verdringen zich heelder drommen belangstellenden vertederd door de droeve blikken van de jonge honden. Daarrond liggen, ietwat verweesd, bij bosjes in de Brusselse straten de schooiers, clochards, ronselaars, de verschoppelingen. Ach : het zijn maar mensen.

maandag 19 november 2012

POEZIendestad



Bij valavond op het einde van de straat heeft de schaduw van het schrille boompje in de rue du Boulet met een dunne pen de muur bekleed met een sobere tekening.
Heel soms beweegt de afbeelding op de muur door de lauwe wind.
Ingetogen graffiti voor een uur of twee, dan is het weer vergaan, tenzij er morgen opnieuw zon is.
Muur onbevlekt, alles verzwonden.
De schoonheid van het even maar, onbezoedeld mogen bestaan.

zaterdag 17 november 2012

Het Grote Feest



Ze aarzelt.
Hoofdje schuin, bekijkt zichzelf in het hoge glas.
Twijfelt, is er teveel keuze ? Vindt ze het maar niks ? Helemaal uit de tijd ?  Lange wijde kleren in paarse en witte satijn. Ze bijt op haar nagels, gaat naar de volgende vitrine, bekijkt opnieuw zichzelf, schikt even haar halflange haar.
Ze draagt een lichtgrijze jeans, kort vestje, wit hemd. Een zilveren halssnoer, roodgelakte nagels, roze ballerina's.
Ze gaat nog eens terug naar de paarse ruit, schuift even opzij in het NaamvanJezusstraatje. Ze kijkt naar de overkant en dan opnieuw in het uitstalraam. Er is een lauw zonnetje op de Vlaamsesteenweg, een lachend koppeltje passeert, ze lopen de winkel straal voorbij.
Het dikke meisje met de zware bril mijmert troosteloos aan het Au Louvre.
Geen enkel kleed zal voor haar passen, te klein, te zwaar, niet elegant genoeg voor de lange sleep.
Geen enkel model zal haar staan, nooit zal ze stralen, nooit waardig schrijden door de middengang, strompelen wellicht, hoongelach.
In de blanke etalage ziet ze alleen maar zwart.
Ze wordt nooit de witte zwaan met de lange nek en de ranke enkels. Even maar had ze dat gedroomd, ze was nog een kind toen en alles moest nog beginnen. Geen witte prins, de dwarrelende confetti, de tortelduiven, taart met duizend étages en slagroom, het applaus bij de openingsdans, de fiere ouders, de glunderende oogjes : all wishful thinking.
Hoofdje schuin, links, rechts : who will ever love me ? Hou ik van mezelf ?

Ze dooft haar sigaret, schikt nog even haar haar en stapt dan fier en resoluut de winkel binnen.
Ze lacht breed aan de toog, de diensters begroeten haar hartelijk, alles ligt klaar.
Het wordt een megafeest.

donderdag 15 november 2012

Gespot : Een Regenvlaag



Aan de Hallepoort staan twee Afrikallexois broederlijk naast mekaar in het urinoir.
Twee mannen aan één pisbak, dat is al verdacht, temeer omdat geen van beide zich keert naar het closet. Er zijn gezelliger plekken maar er zijn verzachtende omstandigheden : het regent oude wijven. Dat is buiten de waard gerekend : ik moet hoognodig.
"Excusez-moi, je dois absolument..". "Il pleut," zegt de éne doodleuk zonder een vin te verroeren.
Iemand die dringend zijn plasje kwijt wil verblijden met zulk 'n waterachtig antwoord, dat is koren op de molen. Ze willen van geen wijken weten. Bestaan daar reglementen voor, loont het om hiervoor een petitie in gang te zetten ? In de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens staat dit soort trivialiteiten vermoedelijk niet beschreven maar het blijft hoedanook hóógst vervelend.
Geen tijd voor oeverloze discussies, ik hol als bezeten naar het dichtsbijzijnde urinoir. Daar staan dan weer twee mannen aan weerszijden die zowáár aan het plassen zijn, en ze nemen hun tijd.
Mag ik vragen dat ze opschuiven zodat ik kan schuilen voor de regen ? Onderwijl is de vlaag evenwel gaan liggen, wat nu ? Terplaatse blijven trappelen of terughollen naar de Hallepoort met een blaas die op springen staat ? Voel mij een beetje de pispaal van het ganse gebeuren.
Ik loop dan maar gewoon de Houtsiplou binnen.
Er is veel begrip nodig in deze stad.

maandag 12 november 2012

POËZIendestad



Onder de sierlijke vogel van Jean-Michel Follon voor les enfants disparues in de Warande, staat een man, stil als een standbeeld.
Rode T-shirt, zwarte short, boven hem de vogel, kop in de lucht.
En dan strecht de man, knie gebogen, rechterbeen gestrekt in volstrekte harmonie met de beweging van de vogel. Vleugels open, bek hoog, been languit, armen in de heupen.
De schoonheid van het toeval, gevat in een enkel moment.

zaterdag 10 november 2012

Bandelaarswerk



Zou bedelen gewoon bandwerk kunnen zijn ?
De twee Romavrouwen die met hun pousette geld ronselen bij Haägen-Dasz in het Zuid laten me zoiets vermoeden. Ze gaan van tafel naar tafel, handpalm halfopen, vangen overal bot. Het schijnt ze niet te raken, ze doen gewoon hun job. Het donkere meisje in de buggy slaapt, ook voor haar is het routine.
Het dochtertje van de poetsvrouw bij HD is ook van de partij, ze speelt tussen de marmeren tafels, huppelt van bank naar bank terwijl mammy schoon maakt. Ze wordt begroet door een paar madammen, habituées. Ze moet ongeveer even oud zijn als het Romaatje en ze zal vanavond goed slapen. In tegenstelling tot het meisje in de pousette, want haar moeder werkt laat. Bedelaars hebben immers een uitglijdend uurrooster.
Er zijn wellicht geen sociale verkiezingen ? Functioneringsgesprekken ? Bestaan er bedelscholen ? Kan men promotie maken ? Is bedelen een ambacht ?
Heel zeker bestaan er evaluaties, streng maar onrechtvaardig.
Kan je van straat worden gehaald als je de quota niet haalt ?

Slechts één blond meisje antwoordt de Roma : "Bonjour, non je m'excuse."
Dat brengt geen geld in het laatje maar er is, wat heet, ontmoeting.
Het blondje meisje is alleen, hooguit zeventien. En ze heeft een klompvoet.

donderdag 8 november 2012

Herfst in Brussel

En dan regent het. De slome sax van Lester Young. Inktzwarte koffie, een oude roker hoest droog in het café met de kastanjebruine muren. Melancholie druipt traag van een vuile ruit, een ekster had kunnen weifelen op de grijze vensterbank. De roes van  herfst in een  hoofdstad.

dinsdag 6 november 2012



"Attends Ninette.. .... mais attends je te dis.."
Maar Ninette wacht niet. Lang niet.
Ze loopt door op het trottoir terwijl de vrouw haar halflopend achterna zit.
Soms wacht ze, sluiks kijkend, als de vrouw vlakbij is gaat ze er weer vandoor, met een olijke blik in de donkere ogen.
Zo gaat het door over de hele lange hoge Lombard, komen en gaan, gaan en komen.
Tot zij het uiteindelijk opgeeft, het heeft lang genoeg geduurd, en kwispelstaartend naar het vrouwtje gaat.
Een wonderlijk ballet van aantrekken en afstoten, op en af, geven en nemen, op het brede voetpad tussen Plattesteen en Gerechtsplein.

zondag 4 november 2012

Gespot : Een bezienswaardigheid



Aan het Congresplein ligt zowaar een reusachtig paleis. Is me nooit opgevallen.
Bij nader toezien blijkt dit de Ambassade en Missie van het Vorstendom Liechtenstein te zijn.
Welgeteld drieëndertigduizend inwoners en sinds 1984 is er zelfs vrouwenstemrecht, ze worden dus mee opgestuwd in de vaart der volkeren.
Welke godverdomse missie heeft dit miniscule bergstaatje in het Belgische Koninkrijk ? In een straal van honderd meter liggen alle grote financiële instellingen, inclusief de Nationale Bank, veel verder moeten we de missie niet zoeken.
Pretentie genoeg, geld op overschot. Een speldeprik groot, een ambassade ter grootte van Versailles, tuin incluis. Als ze een beetje opschuiven kan het godganse Vorstendom er schuilen voor de regen.

donderdag 1 november 2012

Allerheiligen

Geen levende ziel te bespeuren op één november in het Fontainasparkje. Zelfs geen hond die zijn baasje uit laat. Om de hoek staat een Japanse man in kimono, hij zwaait met een geveinsd zwaard en slaakt rauwe kreten, alsof hij hier in de vroege regen zijn voorouders aanroept. Er is één grijze duif in de Maagdenstraat, vruchteloos op zoek naar een kruimel, maar in deze buurt zijn mensen zuinig met hun brood. Het regent onrechtvaardig hard op Allerheiligen, het zou altijd moeten sneeuwen op zo'n dag.
Het witte manna als troost.