zondag 31 maart 2013

madeinbrussels : De Overbodige Spiegel



Op Metro Erasmus zitten de ééneiige zusjes broederlijk naast mekaar.
Vroeg vijftigers in bloemetjesjurkjes, rood en wit en rood en wit, zelfde mantel, identieke schoentjes.
Eigenste kapper, zelfde geurtje, gelijke uren, zelfde afspraak, schmink van hetzelfde merk.
Samen uit, samen thuis.
Heel soms worden er wat woorden gewisseld, al is het eerder mompelen : zelfde gedachten.
Hoesten synchroon, geeuwen haast op hetzelfde moment, froufrou gelijk gesneden.
De éne wijst, de andere knikt, kijkt zelfs niet. Een kuch, een zucht, een zucht, een kuch.
Zij beantwoordt haar telefoon, de andere luistert mee, wat heet overleg : ja, ja.
Even nog wat gemompel, een korte knik, mm, mm.

Dan komt de man, slechts één.
Rechttegenover. Fors gebouwd, ferme kas.
Ze schuifelen wat gemakkelijk. Eén kijkt vluchtig, de andere kijkt weg, nadien vluchtig, de eerste weg.
Ze krabt zogezegd aan haar nek, om een blik te stelen, aandacht alstublieft.
Hij heeft hen amper opgemerkt, kijkt naar het donker.
Ze schuifelen weer. Stilte.
Dan staat hij op. Een sjaal valt. Ze grabbelen beide, lachen, zij was eerst. Hij zegt merci.
Zij lacht, dan weer in het gelid. Lichte wrevel, maar geen woordenwisseling. Een onderbreking, de onechte breuk.
Het duurt maar heel even of ze zitten weer zijde aan zijde.
Man weg, plooien glad.
Mmm, mmm.

donderdag 28 maart 2013

poëzienville : de smet op het blazoen



In de Smoothiebar van het Zuid draagt een vijftiger zijn fluitje op de borst.
Groen rugzakje en zware stapschoenen in een eeuw en op een plek waar het kompas hem stuurloos maakt.
Geen kreet van de groene specht, het spoor van het hert, de milde westenwind, noch de geur van de gele Welriekende Agrimonie.
Ach, het zijn enkel toiletten, maar toch : de verkenner die het pad niet vindt, een vlijmscherpe kras op de ziel.


maandag 25 maart 2013

genoteerdenroute



In café New Duc op de hoek van Jubelfeest- en VanderStichelen, zit ik heel alleen met vier onbekende mannen. Ieder aan zijn tafeltje. De grijsblonde cafébazin kijkt voor zich uit, armen gekruist, alsof ze berust in een noodlot.
Haast tegelijkertijd hangen de vier mannen aan hun mobieltje. Een Chinees, twee Maroxellois en een kortgeschoren Karpaat. Ieder in zijn koeterwaals zodat ik geen bliksem versta van wat ze uitkramen.

Als ik mijn ogen sluit ontvouwt zich echter een merkwaardige klankcollage.
Bij het ritme van de beat op de achtergrond en de kleurrijke stemmen op de voorgrond ontstaat er zowaar een stedelijke rap die nergens zijn gelijke heeft dan op deze eigenste plek.
Muziek ter plaatse geproduceerd door vier mobieltjes op een doffe ondertoon :
dat moet de nieuwe stadsmuziek zijn.

vrijdag 22 maart 2013

madeinbrussels : tussen Arts Loi en Centraal




Doet Jeroen nog muziek ? - Neen, we hebben moeten 'afbouwen',  antwoordt de donkerharige vriendin 't was de scouts, volleybal of muziek en dan nog 't werk van 't school. Pas op, ze kunnen het hé, maar ge moet zelf ook nog kunnen volgen hé. De vriendin met de groene mantel beaamt. En ze blijven dan nog wat langer in den opvang. Pas op : in de Paasvakantie gaat em wel nog op computerkamp om ondertussen ook nog zijn Frans te leren. 's Morgens op de computer, en in den achternoen spellekes in 't Frans.
Ge moet er veel voor over hebben, zegt de andere weer. Ze kunnen niet rap genoeg slim zijn. 't Is allemaal zo druk hé, zegt de donkerharige weer. Pas op hé, met de metro verlies ik twee keer tien minuten hé. En subiet nog naar den beenhouwer en ze dan naar de training voeren - Ja mens, 't leven passeert gelijk ne trein.
Wacht efkes, zegt de andere. Hallo, jaja zoeteken, neen, 'kben binnen een halfuurke thuis. Neen, ge moet niks doen, ik heb broodjes mee. Vijf. Vijf ja, allé vier, 'kheb er al één op. Ze legt af.
'kHeb er al één op, da coupeert mijne honger, kan ik onderwijl de beddes opmaken terwijl hij 'tafel zet.
't Is een spel hé mens - 'k Ben content als ik 's avonds achter mijne TV zit. Als de mijne mij dan nog gerust laat. Zijde daar weeral, zeg ik dan. Hoe, ne mens moet toch alle dagen eten ook, zegt hij dan -

De mijne die valt altijd direct in slaap.
't Is overal iets.
't Is een spel hé mens.

woensdag 20 maart 2013

poëzienville



Op de hoek van Kroon en Scepter
staat een velo stil
overenweerenover op
flinterdunne tubes
trapezewerk van de pistier
billen gespannen, kuiten strak, blik gericht
het gespierde temmen van de fiets

maandag 18 maart 2013

genoteerdenroute



Een man en een vrouw roken zwijgend aan het grote aquarium van Square Bxl.
Hij inhaleert fors alsof het zijn allerlaatste is, zij slechts tweemaal, zuinig, mondjesmaat, maar van dezelfde sigaret.
Het samen roken aan één sigaret : het delen van de zoete zonde, zoiets als het verschalken van het noodlot.
Het blijft stil. Hij kijkt ver weg, naar iets dat op oneindigheid lijkt.
De troost van de Titanic : we vergaan tenminste niet alleen.

zaterdag 16 maart 2013

madeinbrussels : De Mollige



Koenraad ! Dat volstaat !
Ze heft haar dunne wijsvinger.
De kleine lacht maar plooit.
Naast haar staat een langgerekte Juf. Ze geeuwt verveeld om 10uo2 in de immense hall van het Museum.
Haar pupillen staan stokstijf, twee aan twee als een rij dominosteentjes, gereed om te vallen maar dat zal niet gebeuren.

Een midveertiger, beetje mollige Juf, komt roekeloos de hall binnen en troont haar klas meteen mee naar het doek waarop de strijd voor de Belgische onafhankelijkheid te dik in de verf werd gezet. Ze laat de kinderen in een halve cirkel zitten rond Gustave Wappers' Afbeelding van de Septemberdagen.
Meteen begint ze geestdriftig en met wijde gebaren te vertellen.
Ze wijst, verklaart, vraag en antwoord, de kinderen luisteren met rode oortjes en open mondjes. Het speeksel van de mollige vliegt tot ver in de bronzen zaal. Het spat er af, zie hoe ze haar leerlingen prikkelt, nieuwsgierig maakt, uitdaagt. Zie hoe gretig ze aan haar lippen hangen.
Wat verder staan de ukjes van Juffrouw Law and Order, ze kijken verbaasd naar het gebeuren alsof de Marsmannetjes zelve zonet zijn nedergedaald dwars door het plafond. De Juf wendt geërgerd het hoofd af om niet onwel te worden bij het zien van de chaotische wildebrassen en haar hysterische confrater.

De blonde, ietwat afgeleefde, is de volgende die de zaal betreedt. Anything goes. Ze laat alles los, de horde begint meteen wild in het rond te lopen en te krijsen. Jonge veulens op vers gras, luid hinnikend. De twee madammen aan de receptie fronsen even de wenkbrauwen.
Dan arriveren de twee kletskousen, verwarde leerlingen, ze mogen wat rommelen maar in stilte en binnen de aangegeven contouren. De fluorvestjes moeten ze wel aanhouden, dat telt makkelijker.
Zwarte diepe bakken worden binnengerold, alle vestjes en rugzakken, keurig klasje bij klasje.

Als ratten van Hamelen, zo volgen de kinderen gedwee de gidsen. De twee kletskousen zakken af naar het cafetaria. De strenge volhardt, geen centimeter mogen ze wijken van mekaar, terwijl ze ondertussen vergeten te luisteren. De malse loopt vooraan, zij heeft haar troepen al opgewarmd, ze blijft ze verder aanporren.
Onderwijs : edel vak, de schoonste van alle hondenstielen. Het is erop of eronder.
Altijd gedroomd van zo'n mollige. Juf.

donderdag 14 maart 2013

poëzienville



En dan valt de sneeuw, liefelijk ongenadig op het grauwe puin in de straat.
Eerst nog met mondjesmaat maar weldra als een donzen wit tapijt bedekt het het wrakhout, de blauwe PMD-zakken, de gestapelde kasseien.
Voor even maar alles alles maagdelijk wit, als de onbevlekte Ontvangenis, zo bedrieglijk is sneeuw.

dinsdag 12 maart 2013

genoteerdenroute : Misschien is het niet belangrijk



Hey kijk Denise, een speculooswinkelke.
Op de tweede winterprik van het jaar tweeduizend dertien wijst een dame met roze oorbeschermers naar het speculaaswinkelke, in de volksmond Dandoy geheten.
Oh kijk, peperkoek ! Denise wijst naar de suikerkoeken in de vitrine.
Dat is geen peperkoek, zeg ik, dat is de Brusselse spécialité : pain à la grècque.
Denise kijkt me verbaasd aan. Komt dat van Griekenland ? Neen, zeg ik, dat is het armenbrood van vroeger, het bruut van de grecht, door de Franstaligen ongelukkig vertaald in Pain à la grecque.
De twee dames stuiken binnen en vragen enthousiast naar het Bruut van de grecht. De winkeljuffrouw kijkt verbaasd. Pain à la grècque, help ik een handje.
Bruut van de grecht is Brussels, vervolg ik, in Brussel spreekt men geen Brussels meer, tenzij bij de Laboureur of Les Brasseurs.
Ze vallen van de éne verbazing in de andere.
Brussels hoort ge wel nog in Ganshoren, Jette, Koekelberg, in Laken rond het kerkhof, als ge chance hebt.
Brussel is toch geen gemakkelijke stad hé mijnheer, zegt Denise.
Gij woont hier toch niet hé ?
Deux pains, vraag ik aan de juffrouw achter de toog.
Ah, maar g'hebt u precies al 'goed' aangepast, zegt de vriendin van Denise.

Ben ik 'goed' aangepast, vraag ik me af als ik het speculooswinkelke verlaat.
Misschien is het niet belangrijk.
Ik groet de twee dames. Ze lachen of is het uitlachen ?
Misschien is het niet belangrijk.

zondag 10 maart 2013

madeinbrussels : Het Veilige Dorp



Er staat een grijze Ford in de smetteloos witte garage, geparkeerd op een zwarte mat : veilig tegen de olievlekken.
Ik loop een halfuur te verdoen in een gemeente tot voor kort gedoogd door het Belang van Vlaanderen.
Voor de veiligheid van uw wagen : huur een parkeerruimte. Huur veilig bij Immo VdL. Assurances Ins.: verzeker U veilig.
Het huis ernaast hangt een handgeschreven affiche : Te Koop: Kogelketting.
Twee hanen vechten in een voortuin. Er is geen kat op straat die maandagnamiddag. Een man fietst gehaast, hij lijkt op de vlucht. Bij de drankautomaat aan de wasserette is de ruit stukgeslagen, de scherven nog op de grond, alles leeg.
Een gele 112 passeert met loeiende sirene. Rolluiken naar beneden in de lange Stationsstraat, alle cafés gesloten. De bakker is dicht : u kan veilig brood kopen aan de automaat.
Achter de deur van het gesloten kapsalon blaft een hond. Nog een affiche : Koop Veilig bij Vastgoed DL.
In een heel donker salon leest een oude man een reclamefolder.
Op alle garagepoorten hangt het pictogram van een weggesleepte auto.
Opritten zijn Privaat en beveiligd met zware stenen. Parkings in de straat zijn voorbehouden. Enkel het cliënteel van de bank kan veilig de wagen stallen op de parking achteraan. Ook bij de apotheker : max. 15 minuten. Uitroepteken.
Er zijn private domeinen, enkel voor kaarthouders.
Bij Waka Waka, een positieve ervaring van sociale economie, eronder een plakkaat : Opgepast ! Onder Camera Toezicht!
Aan het station een mega-affiche : vanaf vandaag is de Fiat 5oo L. : Sexy en Veilig tegelijk.
Het oude café De Welkom is opgedoekt.
Het nieuwe politiekantoor opent weldra : Binnenkort hier het Huis van de Veiligheid.

Aan het station arriveren opvallend veel zwarten : zij zijn de stad ontvlucht.
Mijn tijd is op : snel snel terug naar Brussel, daar is het tenminste onveilig.

vrijdag 8 maart 2013

poëzienville : lente in Brussel



Hondenpoep van slecht opgevoede baasjes.
Radeloos schuim op straat.
De geur van oud ijzer, roet van afgeschreven auto's.
Er ligt veel braak in de rue Montenegro.
Een stoeptegel is losgegroeid.
Iets neigt naar peperkoek.
Een kroonkurk van Heineken Quality.
Afgelikte visgraat.
Een woord in een ruit, handgeschreven met één vinger : Fragile.

Eén bloesem ontwaakt.
Weldra lente in Brussel.

zaterdag 2 maart 2013

madeinbrussels : De Noord-Zuid verhoudingen



Het is koud maar blauw die vrijdagochtend aan de Globe.
Op de rode tram Vier word ik meteen bedwelmd door de zoete aroma's van Channel, Armani en Gucci.
Onderweg passeer ik langs de Université Européenne de l'Ecriture, banken met reputatie, zij het niet voornaam. Hier en daar een wolkje versgebakken broodjes met fantasie. Patissiers met faam.
Een jonge vrouw met Bikkembergbrilletje tikt heel behoedzaam op de glanzende Apple iPhone 5.
Ze doet het snel maar bedachtzaam om haar lang gelakte nagels niet te breken.
Ze ruikt naar verse citroen, haar wangen met een elegante blos. Ze laat haar donkere regenjas gesloten, strak dichtgeknoopt. Ze lacht mysterieus.
Naast mij twee Spaanssprekende heren met versgestreken broeken en gestreepte hemden. Hun haren vlak achterover, lichtgrijzend, glanzende scherpe brillantine van Keune.
Een meisje met lange zwarte haren, onberispelijk gekamd, speelt op een tablet. Ze heeft diep purperen nagels en donkere ogen. Het andere meisje die opstapt aan VanderKindere draagt oortjes, het lijkt alsof ze niet houdt van de muziek, haar gezicht strak in de leer. Van dezelfde makelijk als haar bruine vest, die slechts heel lichtjes kraakt. Even maar het bouquet van Christian Dior, juste à pointe.
De fraaie herenhuizen aan Brugmann en Albert maken stilaan plaats voor banalere woningen, opgedeeld in slordige appartementen, winkels en cafés. En ook wel telefoonshops en nachtwinkels, vermoed ik zomaar als we ondergronds gaan.
Een man met een blauwe bonnette stapt op aan Horta, hij ruikt naar belegen vis. Er is meer haast vanaf het Zuid en nervositeit. Hangt er roet in het smalle rijtuig ? Het gifgroen van de rugzak van de dikke man vloekt met zijn grijze vest die vervaarlijk knelt om zijn buik.
Niets verdringt nu nog de geur van het metaal, het zweet van de vermoeide reizigers, een sjaal en kattenhaar.
De te zwaarlijvige bepoederde madam bezoedelt nog even de omgeving. Haar leeftijd is onbestemd maar ouder dan ze is.
Lichtjes beneveld stap ik uit aan het Noord.
Het is koud maar niet blauw boven de rue de Brabant.