dinsdag 30 juli 2013

genoteerdenroute : rock & roll in het pension



De grijsaard komt haast strompelend aangesloft op het terras van de Laboureur.
Zwarte stok, korte groet. Bestelt een koffie.
Hij draagt een blauw T-shirt, vooraan Santana, op de rug Tour 2012.
Tokio, Toronto, Boston, Los Angeles, een hele rij steden van het Noordelijk halfrond.

De oude fan die in het rusthuis zorgvuldig de cassette's bewaart in een schoendoos.
Hij mag ze nog graag horen, soms wat te luid, moet wel. Vooral de verzorgsters durven nog al eens te klagen. De buren horen het amper.
Bij goed weer ontsnapt hij, loopt hij te pronken met de blauwe shirt en de tour alsof hij er overal bij was, de overjarige groupie.
Dan staat hij weer op, tijd voor een nieuwe pamper en het is bijna middag, anders spelen ze op ginder achter, de verzorgsters. De buren merken het amper.

zaterdag 27 juli 2013

Laf weer



In een dun roze slaapkleedje. Zonder kamerjas want het is nog laf weer zoals men dat zo treffend zegt in de provincie. Het is laf vandaag. Het is gelukkig gaan regenen op deze zaterdagochtend in de Duivelshoek.
Na dagen, weken zonder,  is dat in alle betekenissen een opluchting.
Ze rookt en zit languit in een zetel tegen het venster dat wijd openstaat om het laffe buiten te houden.
In de linkerhoek van de TL-verlichte woonkamer, schuin tegenover haar, staat een man in een onderlijfje, evenwel niet van het merk FabuleuxMarcel.
Het had een Hopperscène kunnen zijn. Vrouw kijkt voor zich uit, onbestemd. Man kijkt naar haar, er is enkel leegte.
Maar het beeld staat niet stil, weg Hopper.
Dan schreeuwt de man naar de vrouw, onverstaanbaar maar verwoestend.
Zij kijkt niet naar hem, rookt onverstoorbaar voort, traag, het is alsof hij niet bestaat. Hij kookt, komt wat dichter, roept opnieuw, het gaat over een broeksriem die loos is, zoiets, of een glas dat ontbreekt.
Zij ondergaat en rookt door, een wassen beeld dat af en toe haar arm heft om te inhaleren.
Hij blijft door razen, niet meer zo heftig, maar eerder laf, kankerend, af en toe een oponthoud, gespannen stilte, dan opnieuw en tergend opnieuw.
Zij zit en kijkt dromerig naar de grijze muur tegenover haar.
Er hangt een geelachtige waas over de kamer.
Dan steekt ze opnieuw een sigaret op.

donderdag 25 juli 2013

poëzienville : R.I.P.



Zo lag ze daar, haast perfect in het midden van het portaal.
Vleugels strak tegen het lijfje, hoofdje opzij, ogen gesloten.
Mooi opgebaard alsof de duivenbegrafenisondernemer net was gepasseerd.
Daarboven op de glazen deur CAW Archipel, sterk in welzijn.
Dat had ze op voorhand mooi geregeld : hier krijgt ze gewis een waardige uitvaart.

maandag 22 juli 2013

madeinbrussels : The Universal Soldier



Net geland in het Centraal Station slentert hij moeizaam door de Albertina, tussen de tricolore vlaggetjes, de opgeblazen idiote kroontjes, de kinderen met rode restanten van lollies op hun shirten.
Blik op de grond sloft de man zich naar boven, keurig blauwe vest behangen met medailles, baret, grijze broek, schoenen fel geblonken. Alles netjes in de plooi zoals het een voorbeeldige militair betaamt.
Hij torst de vlag van zijn compagnie, nog opgerold op zijn rechterschouder, maar toch fier rechtop.
Moeizaam maar plichtbewust trotseert hij de meute die naar beneden rolt nadat Filip I de menigte groette.
De enige nog overeind, zijn vrouw, ieder jaar paraat, is hem al jaren ontvallen.
Eén na één zag hij rondom zich zijn compagnons bezwijken.
Moederziel alleen nog houdt hij de eer van zijn compagnie overeind. Tot de laatste snik, al regent het oude wijven of is het bloedheet, zoals vandaag.
Straks zal de nieuwe koning hem de hand drukken zoals ook de vorige deden. Er zijn er nog maar een handvol over, hij zal hem wel opmerken. De derde al die hij verslijt.
De veteraan, even recht hij zich, bijna aan de trappen dan de bocht naar het paleis.
Geen mens die hem opmerkt, niemand groet, niemand die applaudiseert.
Een oude soldaat die passeert.

zondag 21 juli 2013

genoteerdenroute : bij afwezigheid van de Staatsveiligheid



Neije schat, schreeuwt een vrouw in haar mobieltje.
Bluft weg ut 't park, 't is hier bommevol.
Toch nog wat vuurwerk in de Warande, die éénentwintigste juli.

poëzienville : Brussel, 21 juli



In de bloedhete zomer van het jaar tweeduizend dertien in de hoofdstad, wat lichte vorst overdag.
Gril van de natuur, morgen alweer vergeten.

donderdag 18 juli 2013

dinsdag 16 juli 2013

genoteerdenroute : Le Roi Triste



Niets. Helemaal niets is er te merken in de stille straten van het tropische Brussel.
Geen tricolore, geen triomfantelijke affiches, nergens een Brabançonne, zelfs niet als gestoorde muzak.
Slechts een vergeelde Paris Match : Un couple Royal pour la Belgique, achter de vieze vitrine van de kiosk op de Brouckère, tussen de Trois Suisses, de Mots Croisés en de vunzige porno.
Het land maakt zich op voor een nieuwe Roi Triste.

dinsdag 9 juli 2013

madeinbrussels : De Maagd en de Vruchtbare Wijn



Ik heb iets op mijn lijf, zegt hij, maar ik weet niet wat. En metdenandere zakt hij ineen.
Allé, zegt haar vriendin, gemeend nieuwsgierig.
En we zaten just op een feest, 't wil weer lukken.
Ge moet derec naar 't spoed, zegt mijn schoonbroer, ge zie wel dada serjees is.
Allé, wijlen naar 't spoed, maar nog voor da we da waren zegt hij : 't is mijn maagd.
Geef dan maar gas, zeg ik tegen mijn schoonbroer, straks springt zijn maagd nog.
Ge wèt, in 't spoed haasten ze zich niet hé. Ge moet al dood zijn voor da ze bougeren.
Ondertussen kreeg hij almaar criesen.
En hyperventileren en stijf worden.
Hoe kundenu stijf worden van uw maagd ?
En hij had niet veel gedronken, twee glazen vruchtbare wijn, das al. 
Ma krampen mensj, g'haad het niet voor mogelijk.
Maar allé, we waren dan rap gerust, 't was zijn galkanaal dat verstopt zat met stenen.
Allé, dan waarde op ulle gemak, komt de andere even tussen.
Ja, maar ge wèt hoedadagaat, ze beginnen dan vanalles 't onderzoeken, ge weet da niet wat ze nog allemaal gaan vinden. Ge kunt nie rap genoeg weg zijn hé, in ne kliniek.
Ja mensj, doktoors moete ook niet altijd vertrouwen hé.

Een stil moment, het zachte gedreun van de trein door glooiende Brabantse weiden.
Zie naar de pastoors, herneemt haar vriendin, da waren ook heilige.
Om van pasters te klappen, op zo'n momenten zoude weer geloven dat er ne God is.
Hebde gij hem al ne keer gezien ?
Hij is onzichtbaar, zeide ze vroeger altijd.
Ja, maar als ge onzichtbaar zijt kunde toch klappen ?
Nen blinde en doofstomme God, wa hebde daar nu aan ?

Ze zwijgen even om het laatste goed door te laten dringen en om plaats te maken voor het volk dat opstapt ter hoogte van Sint-Agatha-Berchem.
De trein trekt zich weer langzaam in beweging.

Ik peisde, 't zulle toch zijn veranderingen nie zijn die beginnen op te spelen.
Ze lacht.
Hahaha, zegt de andere, moest ne man da krijgen dan kunnen we alle maanden  naar 't spoed rijden. Hahaha.
En dan werd uitgestapt in het kleine stationnetje.
Ik zag ze nog bulderen met de miserie van hun mannen.
Vrouwmensen ondereen tussen Centraal en Essene-Lombeek.

zondag 7 juli 2013

poëzienville : mijn leven



Ik heb niks met mijn leven, zegt een meisje zomaar tegen haar drie vriendinnen bij het binnenkomen van de Sint-Hubertus. Ik heb den deze, die regelt alles voor mij, en ze steekt haar mobieltje triomfantelijk om-hoog.
De GSM als kompas, organizer en ultieme bestemming.

woensdag 3 juli 2013

genoteerdenroute : uitdoven



Als het uitgaat met zijn vriendin, zegt het zwartharig meisje naast mij, heb ik kansen.
Ze zegt het tegen haar volslanke vriendin die het volmondig beaamt.
Het meisje had al wat ijzers in het vuur gelegd maar vooralsnog op een laag pitje, want de jongen was bezet.
"uitgaan.." is wel mooi. Het heeft het langzame, haast natuurlijk uitdoven.
Een relatie die uitdooft, wellicht doet dat minder pijn, het is niet het bruuske vertrappen van het vuur of er koudweg een emmer over kiepen.
Neen, kijk, langzaam dooft de kaars.
Hebt gij weer iemand, vraagt de zwarte aan de volslanke.
Ja en neen, hij is nog niet over zijn oud lief.
Uitdoven ? Toch niet zo onschuldig.
Soms smeult de asse nog lang na. Menig huis is zo tot op de grond afgebrand, verslonden in likkende vlammen.