maandag 29 september 2014

De Lange Oversteek


Op het einde van de gang naar links, de gele lijn volgen, altijd rechtdoor en dan naar de pijltjes kijken - De bejaarde vrouw knikt, ze heeft het maar half begrepen.
De man achter de balie heeft begrip en tijd want hij engageert zich als vrijwilliger. Hij gaat even mee om haar de Gele Lijn te wijzen.

Een telefoon zoemt, iemand antwoordt scherp en afgemeten. Een man sleept zijn linkerbeen. Een grijze zestiger met rugzakje, sportief, onrustige slaap. Een vrouw komt een kindje kopen. Kleindochter gearmd aan haar omoe, ze stappen traag, de vrouw glundert. Een aspirant verpleegster loopt, telaat voor de shift, staat heel slecht bij het begin van de stage.

Een vrouw, mager en blank, met hoofddoek babbelt vrolijk met haar compagnon. Een werkman stapt naar buiten met een meeneemkoffie, hij gaat roken waar het niet mag. Twee agenten komen opgewonden binnen. De man in pyama schudt van neen tegen zijn vrouw aan de lift, ze bedwingt haar tranen. Een verpleegster roept Elaba tegen een collega. Een dikke vrouw legt liefdevol haar hand op zijn hand, hij is bang. Een kleine filmploeg, Het Leven zoals het is zekers, ze weten meteen waar naartoe. Een man aan het infuus rookt buiten. Hij heeft al veel opgegeven, dit is nog zijn enige troost. Een jongeman bezoekt zijn vrouw, het jongetje kijkt hoog naar papa, ze houden mekaar stevig bij de hand, de man zwijgt. Dan is er de vrouw en de man met een kleurrijke ruiker, onderweg naar hun eerste kleinkind.

En het kind in een rolstoel, fragiel en bleek, gekleurd hoofddoekje, verlangend naar leven. Nergens ter wereld doorkruist woede, pijn, troost, angst, wanhoop, intense vreugde, opluchting, leven en dood elkaar zo verschroeiend als in die holklinkende hall aan de Laarbeeklaan.

De lange lange oversteek, eindeloos lijkt hij wel.

dinsdag 16 september 2014

De Jongens van Bus 13


Ze praten niet. Noch tegen mekaar, noch tegen zichzelf. Hun blikken zijn bedompt, het haar sluik. Ze zijn niet voornaam noch slordig gekleed. Heel gewoon. Amper veertien, veel te snel opgeschoten. De broers gedogen mekaar, ze zijn niet chagrijnig noch vrolijk voor elkaar, ze zijn gewoon toevallig geboren in hetzelfde nest.
Ze stappen uit bus 13 aan de troosteloze blokken van Faubourg Jette. Hier is de stad en het buitenleven ver weg, al wordt het verkocht als het beste van die twee werelden.
Ze stappen achter mekaar, de jongste wellicht een jaar jonger, daarachter zijn broer.
Ze gaan traag en gelaten, thuis wacht er enkel  leegte. Een vader die ze maar amper kenden, een te klein hok voor twee jongens die te snel groeien, een moeder aan de pillen. Ze zorgen zelf voor, wat heet, het avondmaal.
Op school worden ze geduld. Soms als er een slachtoffer ontbreekt of als de Macho zich wil laten gelden worden ze eruit gepikt, de zwakste schakels. Maar niet continu. Ze ondergaan het onderworpen, nooit een glimlach maar evenmin, gehard, nooit een traan. Alsof alles is vergrendeld. Daarom is pesten onbetekenend. Het ketst af.
Zo gaan ze lijdzaam naar de blokken, de wind heeft vrij spel tussen de hoge spleten.

De dralende jongens van bus 13.

maandag 8 september 2014

Two boys next door

De twee jongens zijn zo.
Ze verhullen het niet maar lopen er niet mee te koop.
Je zal ze nooit treffen op de carnavaleske praalwagens van de Gay Parade.
Evenmin in de hitsige bars.
Neen, ze drinken gewoon koffie aan de Brouckère.
Two boys next door.

Hun families zijn, wat heet, ruimdenkend. In hun midden is dat al heel wat.
Ruimdenkend, dat wil zeggen, er wordt geen herrie rond gemaakt.
Geen van beiden mag er aan denken met zijn vriend over de vloer te komen.
Ruimdenkend, maar voor de brede familie, de clan, zijn ze voorlopig nog niet van de straat.
De macho neven gniffelen wat. Soms wat flauwe grapjes, de ouderen snappen het niet, de pubers wel.
De meest gemene zijn die daar onder, die willen scoren.
De meisjes, die zijn wijzer, ze zetten hen vaak uit de wind.

Ze willen loyaal blijven, maar het moeilijkste komt nog.
Op de talrijke uitbundige bruiloften als ze ouder worden, het begint nu al.
Er komen al wat vragen, en er zijn kandidaten.
Grootvader, de patriarch, heeft het er te vaak over. Ze lachen het weg.
Net zoals nu, aan tafel in de Exki, de jongen met de zwarte bril heeft een nieuwe Nokia, ze tokkelen samen berichtjes. In code.
Dan vertrekken ze, er is nog een lange weg te gaan.