maandag 7 december 2015

Een beetje pijn

De roodharige, vermoedelijk Poolse arts boezemt mij meteen alle vertrouwen in. Ik weet niet zeker of we iets gaan vinden, maar we gaan ons best doen.
Van die soort zijn er te weinig. Geneeskunde is geen exacte wetenschap, ik ga u niets wijsmaken maar ik ga mijn verdomde best doen. Maar ze vindt het, opgelucht, niet in het minst voor mij.
Ik ga u wel een beetje pijn moeten doen, zeg het maar als het niet gaat, zegt ze in onberispelijk Nederlands met een donker accent. Nadien legt ze me haarfijn alles uit. Een banaal bloedvaatje heeft de roodharige arts dicht gebrand.

Een beetje pijn. 
Ik moet er aan denken in het cafetaria van dezelfde kliniek. Voor mij zit een bleek meisje, armen als breekbare potloden, haar beide benen geamputeerd. Ook haar vingers zitten in een verband. Ze is niet gelaten, eerder opgelucht, ontsnapt uit een hel.
Ze is nog zwak, overal hangen apparaten aan de rolstoel. Een gezette vrouw duwt haar, maar ze weert haar vriendelijk af. De vrouw legt haar hand op haar schouder. Ze bestelt een kleine vleesschotel, de vrouw betaalt. Het meisje blijft lang kijken naar het mega reclamebord Latte Caramel, een reuzeglas chocolade, ze lijkt er door gebiologeerd.
Dan gaan ze beide in een hoekje zitten, alsof ze de andere klanten vooral niet willen storen, het is geen fraai zicht. Ze blaast haar halflange haren uit haar gezicht, trekt met haar linkerpink de vork die dreigt te vallen behendig op het dienbord.

Het doet een beetje pijn haar zo te zien, een geknakt riet. Zij duwt met haar nageldunne armpjes moedig de rolstoel. Amper twintig, het moet vooruit gaan.

Er ligt nog een heel leven open.