zaterdag 30 mei 2015

Altijd donker

Ze legt haar hoofd onder zijn kin. Hij sust haar, in een taal die mij vertrouwd is maar onverstaanbaar blijft.  
Net als we van Lemonnier naar het Zuid rijden de tunnel in, richting Van Haelen, raken beiden heel erg opgewonden. Zij verstopt haar hoofd in de holte tussen oksel en kin, hij omarmt haar en bedekt zijn ogen met de rechterhand.

Een zwart koppel met angst voor het donker ?

Opeengepakt in de kleine betonnen cel in Khartoum. Dagen, weken gegijzeld terwijl mensen rondom hen creperen. De urine, de drek, bedorven rijst, een handvol water waar om wordt gevochten. Maar vooral, vooral, de knagende onzekerheid, wordt het ooit nog licht en hoelang, hoelang nog ?


Zo blijft het altijd, altijd een beetje donker. Dan kan je alleen maar schuilen en beven, ook al is er het besef dat het na Albert weer klaar wordt. 
Je weet maar nooit.