maandag 11 december 2017

Het Dispuut

Verdomme neen, als ge aan éne geeft staan ze hier straks met zevenentwintig..
- Ge ziet toch wel dat die jongen honger heeft...
Ach mens, ge kent ze niet, het zijn allemaal bendes.
Hij schudt van neen. Zij wil het zijvenster openen.
No way, ge maakt de kwaal alleen maar erger. G'houdt het verdomme in stand.
-Ik heb tenminste een hart.
Ik zeg neen, hij geeft dat geld aan zijne maffia, zij kopen er ginder een dikke villa mee; Ge gelooft toch niet dat die echt kreupel is..
-Als gij honger had zoudt ge ook faken..
Ach mens, hij houdt er géne frank aan over.

Zo discussiëren ze nog korte tijd.
Heftig geknik, forse handgebaren, felle tegenspraak.
De jongen met het bordje J'AI FAIM wacht gelaten.
Dan springt het licht op groen.
Snel schuift ze nog een muntstuk door het spleetje van het raam.
De chauffeur wuift hevig met zijn arm. Zij glimlacht.
De man met het bordje leunt nog even voorover en salueert dankbaar de man.
Die rukt heftig aan zijn stuur, claxonneert ziedend.
De bedelaar begrijpt dit als een ultieme groet en wuift gul terug
Bijkans springt het licht op oranje, dan geeft hij laaiend gas.
Hij verdwijnt in een spoor van witte rook.


Geen opmerkingen :

Een reactie posten