maandag 31 december 2012

poëzIendestad




Soms verbergt een boek een verhaal. Zoals op bladzijde honderdveertien, daar is iemand van Ronse naar Brussel gereisd. Ze is niet teruggekeerd die zeventiende september, het was een enkele rit, zonder reductie. Ze heet Charlotte met een familienaam om in te lijsten, ik vind haar leenbriefje een paar pagina's verder. Benevens "How to read a photographer", had ze ook nog twee desperate titels ontleend in de Hoofdstedelijke Bib : "Moderne Amerikaanse poëzie : een literatuur van kreten", en "De Zomer zonder Mannen" van Siri Hustvedt.
Hier is ze gestrand, in uiterste wanhoop ? In de stad waar niemand haar kent en alles opnieuw kan beginnen ? Zonder mannen, met alleen maar poëzie die schreeuwt om aandacht ? Ik zoek koortsachtig een handgeschreven boodschap in het boek. Een opdracht ? Een noodkreet ? Een vage wenk ?
 Niets, niets meer brengt mij op het spoor van het mysterieuze meisje. Wat zou het ? Als ze zichzelf maar vindt. Vrede, en alle goeds Charlotte, in het komende jaar.

zaterdag 29 december 2012

Gespot




De trein naar De Panne staat in panne. "Ingevolge de aanwezigheid van personen op de sporen tussen  Brussel-Noord en Brussel-Centraal heeft de trein naar De Panne een vermoedelijke vertraging van twintig minuten."
Dat is niet echt een panne, "Aanwezigheid van Personen" : dat heet menselijk falen.
 Het zogenaamde uitschot dat opstaat op Onnozele Kinderdag en erkend wordt als "Aanwezige Persoon". Het is nog geen naam, maar toch - zoiets als een menselijke touch.

donderdag 27 december 2012

Een Shoppinggebeuren



"Pakt gij emnekeer over..", vraagt ze ongevraagd, terwijl de propere jongeman haar ontvangt met gemaskeerd afgrijzen.
Het geparfumeerde hondje gaat van de vertrouwde arm naar de kille houdgreep van de schoonzoon die daar duidelijk niet op bedacht was.
Moeder en dochter duiken daarop Lola & Liza binnen op niveau Botanique in de City 2.
Hij blijft wat verweesd achter met het Pekingeesje, slungelig tussen zijn beide handen zoals je afstand houdt bij een kind dat net heeft gepoept. Het beest voelt dat het niet welkom is, kijkt eerst wat beduusd naar de jongen en dan naar de passanten, met een net hoorbaar gejammer.
"Awel, moemoe is weer hé boeleke..". Hij geeft haar opgelucht terug en schudt de witte haren van zijn donkere anorak. "Awel, zijder vies van ?" - Hij glimlacht wat verlegen.
Dan volgt Alice Délice en daarachter Esprit. Het kwispelend staartje hangt tussen zijn rechterarm en oksel als een vrolijke flosj op  de Winterfoor.
Het beest heeft er wat op gevonden om de jongen te jennen, met eerst nog een halfverlegen maar tegelijk ondeugende blik begint hij uitgebreid zijn gladgeschoren kin te likken. Eerst de linkerkaak, dan even het topje van de neus, snuffelend in het rechteroor om dan voluit te gaan op de adamsappel.
"Hij kent u al goe precies ?" roept moemoe enthousiast als ze even poolshoogte komt nemen aan de uitgang. De jongen lacht ongemakkelijk : "Gaat wel..".
Als moeder en dochter buiten komen heeft het Pekingeesje zich al helemaal genesteld aan de borstkas van de schoonzoon. "Awel Lulu, hebde een nieuw vriendje..?"
De vriendin van de jongen kan er om lachen, ze neemt hem even bij de arm maar laat de hond ongemoeid.
Dan drentelen ze verder, moeder en dochter voorop arm in arm, partners in crime met Lulu, licht kwispelend in de armen van de loser die gedwee volgt.
Zomaar een huiselijk tafereel tussen Kerst en Nieuwstraat in de so called Tweede Stad.

maandag 24 december 2012

Kerstavond aan de Papenvest



Zelfs bij guur hondenweer gaan de kattenmadammen de hort op.
Beschut onder een marmite in een droge spleet schrokken de poezen gulzig met kwispelende staart.
Bij bakken valt de regen, hondstrouw vullen ze de schalen.
Dan keren ze weer naar de winderige blokken, behoedzaam, één na één, af en toe een schamel woord onder een schaarse lamp. De Tweezamen.

zaterdag 22 december 2012

POEZIendestad



Hij geeft haar een korte kus op de dieprode mond.
Hij is vijftig, zij veertig.
Venetiaans blond, hij is kaal.
Zij is vrolijk, losbandig geweest, haren los, trekken van een late hippie.
Hij was al ambtenaar in de wieg.
Niet bestemd maar toch mekaar, zij het later, gevonden onderweg.
Snel nog een kusje, en nog één, dan glijdt hij af naar de ondergrondse aan de Beurs.
Net als hij verdwijnt onder het voetpad kijkt hij haar na.
Elegant vrouwtje, smal, koket, hoge hakken, rood op rood.
In een fractie voelt ze zijn blik, ze kijkt om, lacht, wuift. Hij zwaait terug.
De mag niet geweten, maar sprekende liefde over de middag.

donderdag 20 december 2012

Het Kleine Fractuurke




" 't Is kalm vandaag : een man met een fractuurke aan de pols, een heupken bij een madam en een meiske van zestien voor de knie," - de orthopedist  stelt de operatiezaal gerust aan de telefoon, leg de messen alvast klaar, wilde ik nog roepen. Het fractuurke doet wel zeer, men zegt zoiets niet lichtzinnig, wat denkt dat orthopedistje wel ?
Driemaal komen ze de bloeddruk meten in Sint-Jan : zeker is zeker. De maatschappelijk werkster blijkt zoek. Of ik bekommernissen heb ? En welke mijn pijngraad is ? Ik kijk uit op een hoge muur en krijg een zakje met gele vloeistof aan een vleeshaak. De kamer is veel te wit en de TV te luid. Alle infirmières zijn Franstalig en aarzelen om mij aan te spreken, maar klaren op als ik ze aanspreek in het Frans. Veel va et vient rond het bed, verdomme geen vijf minuten gerust om te lezen : waarom ligt een mens in een kliniek ? Met mijn voorwiel vastgereden in de tramsporen, zeg ik tegen mijn Maroxelloise kamergenoot. Kunt ge uw accident niet verhalen op de Stib, vraagt hij, maar dan in het Frans. Geweldig idee, dat ik daar niet zelf ben opgekomen. Het gebeurt alle dagen aan de Miroir, zegt hij. Vrijwel alle verpleegsters schat ik, benevens Franstalig, Oost-Europees in of zelfs dieper, gerecruteerd in de oneindige steppen, ver voorbij de Kaukasus.
In de operatiezaal is er een gemoedelijk sfeertje, ook daar fractuurke, knietje, ribbetjes, de Abattoir is nooit ver weg. Fatima wordt Fat, Nishrin Nish, Liesbeth Lies. Er wordt nog een Pinokkio aangevoerd, hij heeft een zwaarwichtige neus, met zo'n verband zou hij beter een neusband dragen of hoe heet zo'n ding ? Gaan ze er een stukje afsnijden ?
En zo passeert een vol dagje kliniek met teveel afwisseling, met weinig bekommernissen, een lage pijngraad, een vriendelijk buurken en een klein fractuurken. Zou ook de factuur bagatelliseren tot een factuurke ?

 

dinsdag 18 december 2012

Gespot : Propere Man



De onberispelijk geklede blonde veertiger, weliswaar met foute witte sokken, maar proper gewassen en geschoren zit zo verdiept in zijn kolossaal dossier dat hij even weg is van de wereld.
Hij zit helemaal alleen op een stoeltje in de kleine wachtzaal van het Centraal.
Bij gebrek aan sigaret graaft hij heel diep in zijn rechterneusgat en blijft verbaasd door de onduidelijkheden in zijn map alsmaar dieper wroeten, alsof de oplossing verborgen zit in de krochten van zijn reukorgaan.
Het blijft hilarisch dat, vooral, mannen die zich een onbesproken imago aanmeten, in onbewaakte momenten plots helemaal in hun onderbroek komen te staan.
Vanochtend werd hij nog gescreend en afgestoft door het vrouwtje die en passant nog even zijn neus poederde, maar zie : allemaal vergeefse moeite.
Een paar bladzijden verder in het ondoorgrondelijke dossier zou hij zich in het kruis kunnen tasten.
Vervolgens laat hij een forse trompetscheet terwijl hij zich godverdomme luid blijft opwinden over zoveel onvolkomenheden.
Maar nu krabt hij zich gewoon in het haar terwijl hij het roos kwaad van de papieren schudt als natte confetti die valt op een verkeerd moment.
Dan valt zijn frank, ik hoor hem rinkelen op de koude vloer. Sluit zijn vuistdikke bundel.
Kijkt angstig rond, wie heeft wat gezien ?
Telaat. Alles is opgetekend voor de eeuwigheid.

zondag 16 december 2012

POEZIendestad



Op zondagochtend heeft Winterpret iets van een verweesd Coney Island.
Een peertje hangt plompverloren in de wind, het weifelt, af en toe een licht puntje als een kaars die langzaam dooft. Slechts één kraampje opent de luiken, ontsteekt een spot.
Dan sterft het peertje : alles is volbracht, de fakkel is doorgegeven.

vrijdag 14 december 2012

The very blind date




Ze liepen haast in mekaars armen. De jongen en het meisje. De jongen ijverde voor WWF, zij liep de zolen van haar sandalen voor Greenpeace. Ze hadden hun uithangbord op de rug en vermits het bitter koud was zaten de werfbladen diep verborgen in hun dikke jas. Zij wilde hem lijmen en hij haar, ze leken alletwee ontvankelijk voor de boodschap. Toen zij haar betoog startte lachte hij smakelijk, haalde zijn gerief uit zijn vestzak waarop zij het uitproestte.
Ze konden mekaar terwille zijn en toetreden tot elkanders clubs maar dat hou je niet vol in een stad waar het appel om liefdadigheid wenkt om iedere hoek van de straat. Ook in menslievendheid moet je de kerk in het midden houden,  als je niet op je tellen past riskeer je in de kortste keren te belanden aan de andere kant van het loket.
Maar al snel werden de intekenbladen opgeborgen en bleek er meer dan alleen maar gewone belangstelling voor de bloemetjes en de bijtjes. Ze bleven lachen toen ze vertelden over de hilarische excuses waarmee ze werden afgescheept. Oh, dat had hij nog niet meegemaakt. Amai zó grof, vond zij dan weer. Neen, dat is een goeie repliek, bracht hij in. Hij had meer ervaring, was meer aan het woord, zij luisterde aandachtig met almaar twinkelender pretoogjes.
Moesten ze niet weer aan het werk ? Ach, met zo'n hondenweer en de drukte van de Winterfoor, mensen liepen haastig door. Hij stelde iets voor, zij knikte meteen. Ze liepen lachend de Exki binnen.

Het komt wel goed tussen Greenpeace en WWF : huizen in hetzelfde bos, ze vinden mekaars nestje wel.

woensdag 12 december 2012

Gespot : De Warmte van Bpost



In Bpost ontmoet ik de vrouw met de hese stem, de rokershoest van Janis Joplin en een zweem van zure wijn. Ze gaat zitten, zij het niet ineengezakt, met een zekere fierheid, het is nog vroeg in de ruime wachtzaal aan de Brouckère.
Naast haar, haar slakkenhuis, een zwaarbeladen buggy met één wieltje dat tegenpruttelt en waar ze tegen vloekt. Ze zit rechttegenover W9, waarachter de loketbediende even knipoogt. Ze ontdoet zich van haar zware winterjas maar houdt haar pet op, een leesbril diept ze op en een armband die van ver lijkt op verbleekt goud, maar schijn bedriegt.
Gelukkig is er Bpost, in Apost zou ze allang zijn ontzet.
Dan gaat ze languit zitten om heel lang te genieten van de warmte en het geroezemoes rondom haar. Ze hoort erbij, naast de andere wachtenden, die wachten net als zij, zij ook wordt bediend, op haar manier. Ze heeft veel plek rondom haar, soms blijven mensen maar even zitten.
Ze schudt haar hoofd bij het doornemen van een verdwaalde Metro.
Overal in de wereld : zoveel miserie.

zondag 9 december 2012

POEZIendestad



Ze lacht, eerder onbedaarlijk.
Loopt over en weer in Brussel Centraal. Daarna is het wat wriemend giechelen.
En dan, blos op de wangen, je hoort ze verkleuren.
Hij wellicht ook, want hij gaat door, ze kan amper iets inbrengen, wat fluistert hij in haar rode oortjes ?
Schalkse woordjes ? Lieve koosnaampjes ? Prikkelende fantasietjes ? Snaakse verzoekjes ? Tintelende stoutigheden ?
Publieke intimiteit. Sweet sixteen : het onbeschaamd blozen aan de GSM.

vrijdag 7 december 2012

Savoir-vivre




"Ik speil met Jean de coiffeur. Em betoelt zes mont en ik dei ander zes mont. Ik weit niet hoe dathie goet met de Euro-millionaire, baa ons hoelen z'er d'er iest maain numeroos ôit en den trekken ze.." - "Das hie 'tzelfste Gerard," lacht éne Jef.  "'k speil a zestig joer met de koête, mo gisteren da emmek nog nuut gezien. 'k Zeg tegen ui, assek giene slag hoel spreik ek tegen aa nie mier. Twie oêsen bluut en gien iene slag. De leste kier dak me en vraa speil." Gerard lacht, de vrouwen aan de tafel wuiven het weg, "onnuuzeleir..".
"Wettewat Gerard, assa azuu blaave scheire, zette subiet aa hersenpan kwaait", - "Men watte ?" - "aa hersenpan, zukte mor op, 't stoet in de dikke Van Doele." - "Ik leis allien de Moegere.." - "Wette gaa wada ne fritchineus es, da stoet in de Moegere ?" - "Da's ne chineus dat achter fritte goet..".
Soms wordt er gefluisterd : "..gistere lag em nog in de klinik, em zalda maschien in blaaive.." - "Alleij, zwzwzw...". De dikke madam kent het ziektebeeld, de achterneef van haar schoonzoon, of iets in die geburen, is er ook ingebleven. "Em wunt rechtouver daaine met zen kette short. Zaain bille zen altaaid bluut, vantaaid ziette zen klokkenôis hange." Het lachen wordt gesmoord als er zich een nieuwe madam aandient : "Aa Netteke, da gaai nog têrt boîte komme.." - "Kreig maane paraplu nie opent" -  "Zet aa den een netteke oep hé Netteke..". Hilariteit.Ze komt net vanonder de droogkap, je ruikt het van ver, ze schikt even haar permanent. "Ge zet precies Madonna, Netteke..". "Zot."
Ballekes, sprotjes, sossiskes, jeneiver, e goe saasken, ajontjes, sjalotjes, lichtekes loete goên, betje witte waain in de saas, das de kers op de toet, pas op ei, de ballekes apoet zoïn, op taaid oîtpakke, betje geflambeirde cognac, man, ze sterven oep aa tong, à la tête du client. In de tommattesaas ien stikske sôiker, nie fruttele in de saas, vanaaiges vesse ballekes : alf verken, alf kalf. Chapeluur, da kuupe waaile nuut, beiter me oît bruut, de kessekes goet verfrummeld.
"Il faut vivre jour à jour," besluit Jef.
Wij maken het leven nodeloos gecompliceerd.
Met de koete speile, goed eiten, gesoigneirde coiffuurkes, zievere, kommeiren en een skuun compagnieken. De oude Brusselaars in Trefcentrum De Zeyp hebben een savoir-vivre om vingers en duimen van af te likken.
"Awel boêtjen, wa zedde gaai doe allemoe oên 't schraaive, toch nie over ons zeikers ?"            

woensdag 5 december 2012

Gespot : Het Bezoek



In het cafetaria van Sint-Jan hangen moeder en zoon allebei aan een infuus, wellicht hebben ze een familieprijsje bedongen. Onderwijl tanken ze bij met dampende koffie.
"Zou die moeder echt hare kleine hebben vergiftigd ?" vraagt de zoon, nadat hij zich had verdiept in Het Laatste Nieuws.
De moeder zwijgt even. "Een moeder die hare kleine afmaakt, dakaniet," antwoordt ze heel beslist.
Dan zwijgt ze nog heel even.
"'t Kan wel hare vent zijn geweest."

Ze kijkt even voor zich uit.  Veel bezoek verwacht ze vandaag blijkbaar niet meer.
"Venten hebben een ander hart."

maandag 3 december 2012

POEZIendestad



Sneeuw valt te vroeg bij het krijsen van de kraai.
Hout kreunt en het verlangen naar een kolenstoof, het ronken van de schouw.
De poes spint, oude jenever vloeit.
Hoort! Wie klopt daar op de deur ?
Slechts één vlok, een verdwaalde vriend.
Zou het de Goede Winter zijn ?