zaterdag 22 december 2012

POEZIendestad



Hij geeft haar een korte kus op de dieprode mond.
Hij is vijftig, zij veertig.
Venetiaans blond, hij is kaal.
Zij is vrolijk, losbandig geweest, haren los, trekken van een late hippie.
Hij was al ambtenaar in de wieg.
Niet bestemd maar toch mekaar, zij het later, gevonden onderweg.
Snel nog een kusje, en nog één, dan glijdt hij af naar de ondergrondse aan de Beurs.
Net als hij verdwijnt onder het voetpad kijkt hij haar na.
Elegant vrouwtje, smal, koket, hoge hakken, rood op rood.
In een fractie voelt ze zijn blik, ze kijkt om, lacht, wuift. Hij zwaait terug.
De mag niet geweten, maar sprekende liefde over de middag.

Geen opmerkingen :

Een reactie posten