woensdag 30 september 2009

Blogumn

De zeer lange maar lompe man aan het Beursplein heeft X-benen.
Zijn rosse haarstukje vloekt hevig met zijn grijze haar eronder.
Ik wil best geloven dat de man eertijds een roodblonde coupe had, maar ook haarstukjes moeten mee evolueren.
Zijn mini-Filippijns bruidje is zeker wel vijf koppen kleiner en heeft vroeger veel paard gereden.
Ik denk dat hun karakters overeenkomen.

Helemaal zeker ben ik niet want ze lopen ver uiteen, maar dat kan ook te maken hebben met de X en O benen.
Samen geeft dat OXO, tenminste als de puzzel past.

maandag 28 september 2009

Mijn bijdrage aan het Hoofddoekendebat ? Gepost op brusselblogt.be op 28 september. Reacties welkom.

Alle hens aan dek in de Maritiemwijk

Als ik op het perron arriveer dacht ik heel even dat de relletjes van Molenbeek zich hadden verlegd naar het Noordkwartier. Niets daarvan.
Er zit welgeteld één blonde clochard aan Metro Rogier die niet alleen in zijn broek heeft geplast maar bovendien ook zijn gevoeg heeft gedaan.
Hij wordt omringd door maar liefst drie security-agenten van de Mivb en twee politiemensen.
Zelfs Freddy Horion valt niet zoveel eer te beurt.

Er wordt voorzichtig op hem ingepraat, maar de man schudt alleen maar van neen.
Hij beweegt geen millimeter.
Daarop gaan de veiligheidsmensen druk in overleg. Wie kan er nog worden bijgehaald ?
De clochardspsycholoog ? De Metro Soeur ? Père Gilbert overvliegen uit Frankrijk ?
Kostbare tijd.
Dan wordt het explosief.
Ieder van hen trekt een paar zwarte handschoenen aan. Ze weten van wanten.
Het gaat er warm aan toegaan. Iedereen kijkt gespannen toe.
Ramptoeristen : je komt ze overal tegen, zelfs in de brusselse metrostations.
De anderen evenwel gluren, terwijl ik observeer : dat is een groot verschil.

Alvorens de grote middelen te gebruiken en de man met het volle geweld te lijf te gaan, krijgt hij nog een laatste kans.
Het hoeft niet meer, bij het zien van de zwarte handschoenen is de man spontaan opgestaan en gaat gedwee naar de uitgang.
De vijf veiligheidsmensen begeleiden hem, weliswaar in een wijde kring, tot aan de roltrap.
Beelden die ik mij herinnen bij de reconstructie van Dutroux in Marcinelle.
Iedereen haalt opgelucht adem en niet alleen omwille van de vredige afloop.

Even later kom ik de man tegen op de Adolphe Max.
Hij loopt helemaal alleen, zonder begeleiding op straat. In schril contrast met zijn entourage in de ondergrondse, is hij bij volle daglicht de onschuld zelve.
Heeft de man zich vrijgekocht ? Gezien zijn status is dit zeer onwaarschijnlijk.
Clochards brommen bij voorkeur in de nor : kost en inwoon verzekerd. Hun schamele centen spenderen ze liever aan de Cara-pilsjes.

Dat de man, omwille van de reinheid op openbare plaatsen, wordt ontzet, lijkt mij heel terecht.
Het machtsvertoon zou ik sparen om andere katten te geselen.
Er lopen immers nog veel witteboordcriminelen rond op straat.
Die pluimen zou enorm veel middelen vrijmaken om preventieprojecten uit te werken in de Maritiemwijk, onderwijs beter te omkaderen, om de jeugdwerkloosheid aan te pakken en te zorgen voor voldoende sociale huisvesting.
Akkoord, de weerstand zal veel heviger zijn dan in de Ribeaucourt.
Maar wie niet waagt, niet wint.

zaterdag 26 september 2009

Blogumn

Op het terras van een boulangerie op de place Helmet drink ik mijn koffie.
Ik heb een afspraak om 10u30 op de Haachtsesteenweg. Ik ga driemaal binnen het uurwerk raadplegen om toch maar niet te laat te komen, want daar heb ik een grondige hekel aan.
Het is een kitscherige zilveren ster met onduidelijke wijzers. Het verbaast mij dat ik zo vroeg ben, ik bestel dus nog een tweede koffie.
Als ik nogmaals het uur controleer vraag ik voor alle zekerheid aan de mevrouw of de klok wel werkt.
"Mais non monsieur, ça fait des années qu'elle ne fonctionne plus. C'est juste pour faire jolie."
Een uurwerk pour faire jolie ? C'est pas jolie, c'est la folie.
Ik hoop dat mijn afspraak hier begrip voor heeft.

donderdag 24 september 2009

De Poetsvrouw

Ik raakte verleden week aan de klap in de Laboureur met de poetsvrouw, die wat verder de burelen van een vzw schoon houdt.
Ze is al de zestig voorbij, maar moet het om den brode nog een tijdje uitzingen. Ze hinkt een beetje, en ik begrijp waarom.
Zij had vijf kinderen grootgebracht en leefde met een zatte vent.
Die maakte wel de kinders, maar ging tijdens de dracht liever naar de rue d'Aerschot en omstreken.
Daar waren gladdere buiken en minder geschrei van het kleine grut.
Zij moest zich dubbelplooien om het huishouden te beredderen, en ook nog veel geduld opbrengen voor haar grootste kind, die jammer genoeg ook zijn vuisten gebruikte.
Daarvan liep ze nu krom en sleepte haar been.
Ze dierf hem niet te dumpen, want ze vreesde dat het toen nog erger zou geweest zijn.
Zo is ze door het leven gestruind. Letterlijk met vallen en opstaan.

Toch is ze nog beresterk. Neemt nog gezwind een tafel op en zwiert die op een andere.
Ze had geleerd dat mensen alleen maar gewillig zijn voor geld. Zo had ze ook haar kinderen opgevoed. Daar was één en ander misgelopen.

De kinderen kwamen nu af en toe nog op bezoek, maar alleen mits betaling.
Zij betaalde haar eigen vlees en bloed om een bezoekje af te kopen.
Als ze kwamen dronken de kleinkinderen liters cola en vraten hele zakken chips.
Voor de rest keken de kinderen TV. Zij zat erbij voor spek en bonen.
Op het einde van de namiddag werd er afgerekend.
Sommige kinderen dreigden ermee niet meer te komen als er geen eten op tafel kwam.
Ook dat werd vlotjes ingewilligd.
En ja, ze had de kinderen indertijd verwaarloosd. Maar wat kon ze anders ?
Ze had de centen nodig om al die hongerige mondjes te voeden.
Dat zij die aandacht nu terug claimden, ze kon er begrip voor opbrengen.

Als ik haar nu zie hinken, moet ik toegeven dat er één en ander mank loopt.
Veel mensen begrijpen haar houding niet.
Ik begreep haar, maar niet de kinderen.
Zelden zo'n sterke vrouw ontmoet.

woensdag 23 september 2009

Blogumn

In het Beursstation loopt een man terwijl hij verdiept is in een ongetwijfeld boeiend boek.
Niks mis mee, ware het niet dat hij de trap nadert die afdaalt naar de perrons.
Ook niks mis mee, alleen blijft hij verder geïntrigeerd door zijn lectuur.
Het moet ongemeen interessante literatuur zijn want hij merkt amper dat hij een trap heeft genomen.

Zou het omgekeerde ook waar zijn ? Kan men moeiteloos de Mount Everest beklimmen, als men zich ondertussen maar verliest in de gebroeders Karamazov ?
Het is het simpelweg verleggen van de concentratie.

Ik vrees het ergste voor deze lezer want hij is helemaal van de wereld.
Tegelijk lijkt het me een zoete dood : hand in hand met Dostojevski naar het hiernamaals.
Ik wil mij bij deze inschrijven. Alleen mag het geen pijn doen.

dinsdag 22 september 2009

Sport op dinsdag

In de glazen sportzaal aan de Papenvest is de turnles aan de gang. Het is 9u30.
Een klas, amper uitgeslapen jongelui, zijn begonnen aan een volleybalmatch.
Behalve het net en de bal is er evenwel niets dat daar op lijkt.

Het eerste wat opvalt is de chaos in de uniformen. Dat zou bij ons, in vroegere tijden, nooit waar zijn geweest. Daar stonden strenge straffen tegenover, ik weet waarover ik praat.
Alhoewel ik in principe tegen alle vestimentaire uniformiteit ben gekant, is het nu een beetje storend. Vermits het spelpeil onbestaande is, zou dit tenminste toch wat orde hebben gebracht in de zaal.

De eerste bal die over het net gaat wordt door de tegenpartij bekeken alsof het een vallende ster betrof. Hij ploft neer in het midden van het veld, niemand beweegt. Er wordt alleen geconstateerd dat hij op hun speelvak is terechtgekomen.
De Juf wijst naar links. Uiteraard, een blinde ziet dat de linkerpartij heeft gescoord, maar misschien is zelfs deze elementaire regel onbekend in de klas.
Terwijl men zich opmaakt voor een nieuwe service, staat aan de rechterkant een meisje, heel alert, te wachten met gekruiste armen.
De bal valt op een zware leerling in blauwe outfit, die niet anders kan dan de bal tikken.
Hij slaat erop alsof hij wordt gestoken door een angstaanjagend insect. De bal belandt onder het net. De Juf wijst opnieuw naar links.

Er staat nog een heel dikke meid aan de rechterkant. Haar truitje is veel te klein, wat haar figuur nog meer volume geeft. Zij laat haar armen zakken, zeer uitnodigend voor de andere kant van het net.
Misschien had de klas veel liever toestelturnen gehad, marathon gelopen of benji gesprongen ?
Saboteren ze en masse de les van deze Juf, die overigens een heel bedreven verkeersagente zou zijn ?
Bij de derde opslag slaat een gebrilde jongedame heel hard op de bal, vermoedelijk een wanhoopsdaad. Hard en ver, als dat vervelende ding maar uit de weg is.
De bal komt belandt op het hoofd van een vriendelijke jongen die aan het net in de weg stond.
Die zal vandaag en de volgende dagen last hebben van zware concentratiestoornissen.
Ik hoop dat hij er geen blijvende kwetsuren aan overhoudt.
De hele klas lacht, de jongen incluis - ondanks zijn lichte hersenschudding.
De Juf wijst naar links.

Ik blijf nog even voor de vierde opslag.
Zowaar, ditmaal tikt het meisje met de gekruiste armen de bal over het net.
Daar is het al niet veel beter.
Een lange jongeman vangt de bal goed op en geeft een sierlijke pas naar zijn teamgenoot aan het net. Die moet alleen nog even tegen de bal blazen, maar inplaats van te springen blijft hij aan de grond genageld en keilt de bal in het net.
Ditmaal wijst de Juf naar rechts. Er is een zeker evenwicht in de klas, ondanks - of dankzij -
het spelpeil. Een spannende match.
De opslag van de rechterzijde, door het dikke meisje in het strakke truitje, gaat wel degelijk over het net. Alleen komt de bal ditmaal terecht op het hoofd van de lerares.
Nu is de Juf helemaal uitgeteld. Geen links of rechts meer.
Dat is wat ze uiteindelijk wilden bereiken.
Was het spel al je reinste anarchie, nu is het hek helemaal van de dam.

Chapeau voor de leraars(essen) lichamelijke opvoeding in deze barre tijden.
Maar zij zouden beter een helm dragen en een dik vel kweken.

maandag 21 september 2009

Metroblues

De man op Metro Debroux geeuwt zó lang dat hij makkelijk het Guinnessbook of Records zou halen. Veel langer kan niet, anders komt er een gezichtschirurg aan te pas.
Twee gekleurde jongeren rechttegenover hem begroeten mekaar hartelijk aan De Brouckère, door met hun beide vuisten heel even tegen mekaar te tikken. De vrees voor de Mexicaanse griep zit nog heel diep.
Ondertussen is de geeuwer begonnen aan een tweede recordpoging. Het zal niet veel schelen, maar ik denk dat de eerste keer langer was.
Ik geloof nooit dat die man vannacht heeft geslapen.
Twee hollandse expats zwijgen geen minuut. Zoals verwacht gaan ze eruit aan Schumann, net zoals alle andere belangrijke mensen.
Er zitten nog wat middelbare schoolstudenten, die op dit uur eigenlijk op school hoorden te zitten.

Een man met een paardestaart lacht naar mij. Ik weet niet waarom.
Als hij op mij valt gaat hij struikelen.
Het meisje met de lange bruine haren slaapt zo diep dat ook zij vannacht geen oog heeft dichtgedaan. Misschien is ze familie van de geeuwer, of is ze zijn vriendin en hebben ze vanochtend hommeles gehad omdat hij haar helemaal had uitgeput.
Het jonge stel met de zware bottines zijn helemaal niet afgemat. Ze plakken aan mekaar als twee slakken op een jonge eik, wat dan weer het voordeel heeft dat er meer ruimte is voor de andere reizigers.

Een vrouw met een bruine regenmantel en witte dichtgeknoopte sjaal houdt haar handtas stevig gekneld op haar schoot, ze kijkt heel verbaasd bij ieder station.
Ze komt uit de provincie, zit op een totaal verkeerde metro en hoopt bij iedere halte "Nieuwstraat, rue Neuve" te horen. Ze kijkt verdwaasd en ook een beetje kwaad, het zijn van die mensen die Brussel aandoen en denken dat alle wegen naar de Nieuwstraat leiden.
Twee oudere dames zijn dan weer te vroeg vertrokken, ze zitten wat geklemd tussen de forenzen, ze weten dat ze best de spits vermijden maar zijn anderzijds ook graag vroeg thuis, vandaar.
Een jongeman zit in de knoei met de draad van zijn Ipod, waardoor het van verre lijkt dat hij aan het breien is, een heel vreemd zicht.
Een grijsaard, hooguit tien jaar ouder dan ik draagt een mooi kostuum. Op zijn rechterrevers prijken zijn militaire decoraties.
Bij mijn weten zijn er de laatste vijftig jaar geen Grote Oorlogen meer geweest in onze contreien waarmee iemand van die leeftijd zou kunnen uitpakken.
Voor Korea was hij veel te jong. In Vietnam waren we afwezig. In Bosnië hebben we niet gevochten. Misschien komen zijn eretekens van het Vossenplein.
Een meisje, te oud voor de talrijke puistjes, kijkt schichtig en verlegen om zich heen waardoor ze opvalt.

De ondergrondse blijft boeiend, zelfs op een grijze maandagochtend. Niet VTM, maar de metro kleurt je dag.
Als ik afstap aan Petillon is er slechts één gedachte die mij kwelt :
wat zouden al die mensen van mij denken ?

vrijdag 18 september 2009

Mulder

Als ik de galerie de Monnaie buitenkom bots ik op Jan Mulder, in een lange witte regenjas en omringd door felle kerels, bezig in een geanimeerd gesprek.
Flamboyant zoals steeds, stevige tred, haren in de wind, brutale smoel.
Ik heb het altijd voor die man gehad.
Jàren geleden al, toen hij het mooie weer maakte bij Anderlecht.

Toen ik als kleine jongen met mijn vader naar het Grote Anderlecht ging, zijn twee dingen mij altijd bijgebleven.
Parkeren moesten we toen nog haast aan de Bon Air (hoeveel kevertjes waren er toen nog !).
Ik herinner mij de versgestreken schitterende paarse truitjes van de Sporting en de geur van de choucroute bij het verlaten van het stadion.
De truitjes waren toen nog maagdelijk paars, zeker niet besmeurd met reclame voor één of andere bank, alhoewel toen ook al het Grote Geld in Anderlecht meespeelde. Kreeg Mulder niet een sportwagen cadeau, terwijl het brusselse icoon Van Himst hem zelf moest betalen ?
Hollandse koopmansgeest en belgische bescheidenheid ?

Ik zag beide heren een tijd geleden in de spreekstoel van de Buren.
Van Himst loofde Mulder, omdat die zich snel aanpaste aan het brusselse leven en het strenge calvinistische holland al snel van zich afschudde, om volbloed Bourgondiër te worden.
De escapades in het brusselse nachtleven van Mulder zijn berucht, daarbij vergeleken zijn de Duivels koorknapen.

De andere Hollander Rensenbrink was heel anders, volgens Van Himst.
Hij had die ooit eens meegetroond naar de Rugbyman aan de vismarkt.
Rensenbrink had daar, totaal naast de kwestie, een biefstuk frit besteld.
Van Himst had hem dit voorzichtig afgeraden : "Hier moet je zeker de homard proeven."
Het had hem wel degelijk gesmaakt, tot de rekening op tafel kwam.
"Nou, had ik dat geweten, ik had toch de steak genomen," zou Robbie hebben gezegd.
Die hollandse krenterigheid had Mulder snel afgelegd.

Zo'n man zou je eigenlijk ambassadeur van Brussel moeten maken in Nederland.
Hij is dat natuurlijk, maar zou ongetwijfeld de titel weglachen.
Toen Van Himst opmerkte dat hij een "goede schrijver" was, wuifde hij dit meteen lachend weg.
"Ik schrijf wat stukjes, als ik wacht op de trein of op café, dat is heel andere koek dan een verhaal ontwikkelen."
Voor één keer was hij bescheiden.

Mulder is een monument die een standbeeld verdient.
In Anderlecht, op het Dapperheidsplein.

woensdag 16 september 2009

Suzanne

Bij het Vlaams-Nederlandse huis De Buren heeft men een gouden zaak gedaan met Suzanne.
Suzanne geeft bij iedere lezing een inleiding van een halfuur en nadien nog een uitleiding van hetzelfde kaliber.
De arme spreker kan alleen maar de inleiding beamen want zij heeft alles al gezegd.
Hier en daar zijn er nog wat onbetekenende details die hij toevoegt.
Idem dito voor de magistrale synthese achteraf : de gast moet met rode kaken afdruipen.
Zij heeft veel meer gehoord en begrepen dan wat de spreker zelve bedoelde te zeggen. Beschamend.

Sinds kort heb ik haar geheim ontdekt.
Net vóór de lezing komt ze de zaal binnen met de moderator en de gast(en). Ze hebben uitgebreid zitten tafelen in restaurant Roma of in de L'Opéra.
Daar heeft Suzanne, tussen de soep en de patatten, alle pieren uit de neus gehaald van de genodigde.

Ik blijf de laatste tijd niet meer voor de ganse lezing.
Ik kom gewoon naar Suzanne luisteren bij de introductie en keer rond 21u30 terug uit het café :
zij zet alles dan keurig op een rijtje voor mij. Handig verpakt met strikje toe.
Bespaart tijd en moeite.

Suzanne : ik heb het altijd verward met een uitzendkantoor.
Ik hoop dat zij een vaste kracht is.

dinsdag 15 september 2009

September

"Pap, wat was de leukste school waar je ooit hebt gezeten ?".
In de O.L.V.Vanvaakstraat loopt een vader met zijn kinderen. Hij haast zich naar school.
Dat is een vraag die mijn kinderen nooit hebben gesteld.
Ze wisten dat ik er vele heb gekend maar weinige bemind. Ze merkten dat dit geen issue was dat mij bekoorde.

Pap zeult nog twee andere kinderen op zijn fiets. Het is maandagochtend, de man heeft wel wat anders aan zijn hoofd.
"Moeilijke vraag," zucht hij.
Het kind somt wat criteria op om pap op weg te helpen : "Een leuke meester ? Kameraden ? De directeur ? De speelplaats ?".
Zo'n nieuwsgierig kind moet je natuurlijk voeden, en de vader beseft dat, alleen is het niet het juiste moment.

Ik zie soms dodelijk vermoeide moeders hun kroost wegbrengen.
Er is die rosse overspannen madam uit mijn buurt met haar twee jongetjes.
Ze ziet die kinderen graag, daar twijfel ik niet aan, alleen al dat gesleur en gemekker is er teveel aan.
De kinderen blijven vrolijk, heel soms is er eens een uitschuiver. Ze haalt dan direct zwaar uit, begint te roepen, gooide zelfs éénmaal het boekentasje van de oudste midden op straat.

Pap is niet zo opvliegend, alleen is hij heel gehaast en hoe interessant ook de vraag van dochterlief, hij moet dat pareren.
"We zullen het daar vanavond eens over hebben," zegt hij snel, terwijl hij het jongste de snot van haar neus veegt.

De vraagstaart heeft dat niet gehoord en volhardt : "Ging je niet graag naar school Pap ?".
"Natuurlijk wel, alleen moeten we ons nu haasten schat."
"Waarom vertrekken we dan niet vroeger ?". Ook dat is raak.
Ik zou fier zijn op zo'n wakkere dochter.
Hij wordt gebeld, waarschijnlijk is zijn baas hem al aan het opjutten. Of het is mam die hem meldt dat hij de brooddoos van de jongste is vergeten.
Hij moet even stoppen, want met twee kinderen op de fiets en ondertussen bellen is niet eenvoudig.
Daardoor vertraagt hij nog meer zijn route.

Na het gesprek is de man duidelijk zenuwachtiger.
Het kind merkt dat, maar doet er nog een schepje bovenop.
Ze zegt wat zij hoopte dat de vader ging vragen, en geeft Pap en passant nog wat mee om over na te denken in de loop van zijn drukke dag.
"Ik heb de allerliefste Juf van de hele wereld," zegt zij, "zij antwoordt altijd op alles wat ik vraag."

maandag 14 september 2009

De Ringbaard

In de Schildknaapstraat passeert mij een gebrilde man met ringbaard en een groene mantel.
Ik geef mijn rechterarm als die man geen voorzitter is van de lokale afdeling van het Davidsfonds in zijn dorp.
Hij is tegelijk ook een ambtenaar van de oude stempel, hij heeft een bruinlederen boekentas bij zich. Te groot voor een laptop.
Daar zit ongetwijfeld een vulpen in en De Standaard.
Thuis luistert hij naar Miel Cools en af en toe naar Miek en Roel, maar alleen de rustige nummers.

zondag 13 september 2009

De Boksmatch

Op één van de binnenpleintjes van de Foyer aan de Papenvest gaan twee jongemannen op de vuist.
De éne draagt zwarte bokshandschoenen, de andere rode.
De rode is veel kleiner dan de zwarte handschoen, die bovendien veel zwaarder maar ook logger is.
Er is respect voor de spelregels. Vóór ze beginnen tikken ze even mekaars handschoenen, over en weer.

Bij het gevecht worden ze opgezweept door twee bongo's die de match animeren en naar een climax drijven.
De kleinste heeft geen angst en slaat er driftig maar gericht op los, ondanks zijn frêle gestalte.
De grote is angstiger en gaat veel meer in het defensief.
Vermits het maar sport is kan ik rustig toekijken, zonder de hulpdiensten te verwittigen.
Bovendien is het gratis en houden ze wel van toeschouwers.

Na vijf minuten wordt er van partner gewisseld in de ring. Het dikkerdje blijft staan en neemt het nu op tegen een lange sierlijke kleurling. Hij heeft het kapsel en de gestalte van Felliani.
Hij heeft gezien dat zijn tegenstander een angsthaas is en provoceert hem zwaar door zijn hoofd onbeschaamd ver vooruit te steken.
Een agressieve zwaan die je best mijdt.
De zwarte handschoen loopt erin, maar is veel te traag zodat de andere loeihard uithaalt.
Dat maakt hem nog banger. Daar moet hij even van bekomen.

Ondertussen roffelen de trommels. Er staan ook al wat kinderen rond die genieten van dit onverwacht gebeuren op een druilerige nazomerdag, en beide spelers aanmoedigen.
Het zorgt ook voor wat rampentoerisme. Auto's die passeren op de Papenvest vertragen, sommige toeteren om ze aan te vuren. De vechters glunderen.

Bij het derde gevecht heeft men een scheidsrechter geïntroduceerd. Dat geeft een bezigheid aan de kleinste van de bende, onbekwaam om te vechten.
Als de boksers in mekaar gaan hangen haalt hij ze, als een volleerde kamprechter, uit mekaar.
Dat maakt het schouwspel compleet.

Uiteindelijk blijkt de lange Felliani, ondanks zijn frêle gestalte, de sterkste.
De kleine arbiter krijgt met moeite de lange rechterarm van de bokser overeind, om hem te zegenen als overwinnaar.
Na een uurtje zitten ze allen broederlijk rond mekaar en gaat het roffelen verder.
Er is flink gevochten maar in alle vriendschap, iedereen mocht meedoen en zelfs de allerkleinste kreeg een rol.

Boksen, vechten of catch, het is niet mijn ding.
Maar hier ontlaadt het flink wat energie.
Soms zijn een paar bokshandschoenen wellicht effectiever dan een dozijn goedbedoelde welzijnswerkers.

Alhoewel een combinatie van beide wellicht ideaal is :
er zijn immers altijd gefrusteerde verliezers en omhooggevallen winnaars.

vrijdag 11 september 2009

Brussel-Istanbul-Brussel

Net terug uit het oude Constantinopel.
Ik moest één en ander kwijt. Het is gepost bij brusselblogt.be -
Kwestie van wat reacties te krijgen.

De Walvis

Op het zonnige terras van de Walvis wordt ik geflankeerd door halve BB's. Sleebus, de wandelende encyclopedie van Brukselbinnenstebuiten is er aan het discussiëren met een vriendelijke man. Hij luistert vooral, en zegt weinig, wat zeer ongewoon is voor hem.
Voorts nog twee acteurs van de KVS, die ik herken maar niet kan thuisbrengen.
Er was ook nog een tv-maker van Canvas, net terug van een levensgevaarlijke missie in Iran.
Hij ziet er ontspannen uit.

Naast mij zitten twee dames van middelbare leeftijd. Ze zijn verzorgd, zoals dat hoort bij mensen van die ouderdom.
Hun conversatie verbaast mij dan ook zeer.
Ze blijken goed thuis in de wereld van de plaatjesdraaiers. Absoluut geen praatjesmakers, want ik heb het idee dat ze daar met kennis van zaken over spreken, al kan ik dat niet hard maken want ik geef niet thuis in die middens.

Het wordt mij snel duidelijk waar ze de mosterd vandaan halen.
Waarover praten vrouwen van middelbare leeftijd tijdens de middag met hun collegae ?
Over hun kinderen natuurlijk, tenminste als het goed gaat, indien dit niet zo is, wordt er over gezwegen of wordt het alleen gedeeld met de stricte intimi.
Hier zat het OK. Beide zoons kwamen, toevallig en blijkbaar royaal aan de kost als deejay.
En niet zomaar in doordeweekse clubjes als de Fuse of de Mirano. Neen, de heren zaten in Brazilië, Australië en zelfs Nieuw-Zeeland. Veel verder geraak je niet meer.
De andere moest dus passen.

Omdat de verre optredens stokten bij Nieuw-Zeeland werd er uitgeweken naar een ander onderwerp : beide dames hadden dezelfde werkgever, maar deelden niet hetzelfde kantoor.
Er werd wat geroddeld over éne Victor, die teveel op Facebook zat en daar zelfs werd geseind als regelmatige chatter in het midden van de dag.
Het schijnt een plaag te zijn op vele burelen. Een arbeider aan de band moet daar niet aan beginnen.
Vrij snel echter, wat ik had verwacht, manoeuvreerde die van Nieuw-Zeeland het gesprek terug naar Jan en Geert, zoons van de beide vrouwen.
Omdat ik wist dat het blokkeerde in de buurt van Australië, sloot ik mijn linkeroor en opende het rechter.
Daar zat een beeldschone jongeman en een even mooi meisje, druk aan het keuvelen.
Het meisje was smoorverliefd, dat zag je zo, de jongeman was een klier, dat hoorde je zo.
Zij zat op kantoor bij haar vader, die goed boerde als fiscalist en verzekeringsagent.
De jongeman, alhoewel zijn sportieve kledij dit niet deed vermoeden, wilde daar heel hevig deel van uitmaken.
Hij overrompelde het arme meisje met beleggingsadviezen, fiscale spitstechnologie en verbreding van portefeuilles. Oersaai.
Het kind, dat alleen maar haar brood verdiende bij haar vader, verlangde hevig naar een avontuurlijk en spannend leven.
Ze verveelde zich dood, maar ze was zo verblind door de verpakking van de jongeman dat ze zich onvermijdelijk te pletter reed.

Het vervolg is heel jammer en dat spijt mij zeer.
Het begon namelijk heel fors te regenen op het terras van de Walvis. We moesten daardoor binnen gaan schuilen. Zoals geweten moeten walvissen af en toe op het droge naar adem happen.
Ik kon moeilijk vragen om naast mij te komen zitten, laat staan dat ze dit zouden appreciëren.
Ik heb er dus absoluut het raden naar hoe het afloopt.

Bent u evenwel verder geïnteresseerd, begeef u dan onverwijld naar de Walvis op een donderdagmiddag. U heeft hierbij de beschrijving en de handleiding. Laat het mij weten.
Ik hoop alleen heel vurig dat het meisje de verpakking doorprikt.
In haar vak zou ze toch moeten weten dat het niet al goud is wat blinkt.