Ik raakte verleden week aan de klap in de Laboureur met de poetsvrouw, die wat verder de burelen van een vzw schoon houdt.
Ze is al de zestig voorbij, maar moet het om den brode nog een tijdje uitzingen. Ze hinkt een beetje, en ik begrijp waarom.
Zij had vijf kinderen grootgebracht en leefde met een zatte vent.
Die maakte wel de kinders, maar ging tijdens de dracht liever naar de rue d'Aerschot en omstreken.
Daar waren gladdere buiken en minder geschrei van het kleine grut.
Zij moest zich dubbelplooien om het huishouden te beredderen, en ook nog veel geduld opbrengen voor haar grootste kind, die jammer genoeg ook zijn vuisten gebruikte.
Daarvan liep ze nu krom en sleepte haar been.
Ze dierf hem niet te dumpen, want ze vreesde dat het toen nog erger zou geweest zijn.
Zo is ze door het leven gestruind. Letterlijk met vallen en opstaan.
Toch is ze nog beresterk. Neemt nog gezwind een tafel op en zwiert die op een andere.
Ze had geleerd dat mensen alleen maar gewillig zijn voor geld. Zo had ze ook haar kinderen opgevoed. Daar was één en ander misgelopen.
De kinderen kwamen nu af en toe nog op bezoek, maar alleen mits betaling.
Zij betaalde haar eigen vlees en bloed om een bezoekje af te kopen.
Als ze kwamen dronken de kleinkinderen liters cola en vraten hele zakken chips.
Voor de rest keken de kinderen TV. Zij zat erbij voor spek en bonen.
Op het einde van de namiddag werd er afgerekend.
Sommige kinderen dreigden ermee niet meer te komen als er geen eten op tafel kwam.
Ook dat werd vlotjes ingewilligd.
En ja, ze had de kinderen indertijd verwaarloosd. Maar wat kon ze anders ?
Ze had de centen nodig om al die hongerige mondjes te voeden.
Dat zij die aandacht nu terug claimden, ze kon er begrip voor opbrengen.
Als ik haar nu zie hinken, moet ik toegeven dat er één en ander mank loopt.
Veel mensen begrijpen haar houding niet.
Ik begreep haar, maar niet de kinderen.
Zelden zo'n sterke vrouw ontmoet.
Dit verhaaltje raakt mij.
BeantwoordenVerwijderen