zaterdag 4 mei 2019

Een kind op straat

Ze is amper tien en hangt aan de linkerarm van haar vader. Die is te vroeg kaal en zit eveneens behoorlijk in het vlees.
Het dikke meisje met de twee lange vlechten vertedert mij meteen.
Vrolijk, uitgelaten, zwiert ze af en toe haar vlechten opzij en vertelt honderduit.
Regarde un chat bleu, oh papa, une dame avec perruque.
Ondertussen kijkt en wijst ze naar de vitrines of gekke mensen onderweg.
Ongetwijfeld is ze voorwerp van spot op school maar ze merkt het amper.
Het glijdt van haar af als water van een eend.
Meer nog, ze lacht vrolijk mee, zonder het besef ontwapent ze de laffe lachers.
Die raken op de duur ontspoord, weten niet hoe of wat en verlaten ontdaan het mikpunt van spot.
Bij de gym halen ze nog wel eens uit maar zij is hun altijd voor.
Het is een kind in vroegere tijden, het zonnetje in huis, geheten.
Ze maakt het piétonnier ineens heel aards, gewoon, bevrijd van ontstuimige toeristen en haastige passanten.
En warempel, er ontwaakt opnieuw een kind in ons.
Oh kijk, eau de cologne in de lucht. 
En daar een ontspoorde botsauto !
Een vliegende kip ! Oh, een chocoladekever !
Dans les yeux d'un enfant il y a toujours une lumière.

Geen opmerkingen :

Een reactie posten