Op de Place Moonens kruis ik een vrouw die haar gezicht bedekt met een reclamefolder van de Aldi. Het regent niet en het is windstil.
Ik blijf haar nog een tijdje nakijken want ik ben nieuwsgierig.
Ze blijft traag verder stappen - dat is haar geraden - het is niet vanzelfsprekend als een mol op het voetpad je weg te zoeken.
Wat verbergt die vrouw ?
Ik heb een buurvrouw gekend die ferme littekens overhield van haar paranoïde echtgenoot,
iedereen wist ervan en had veel begrip, dat hielp haar geen sodemieter vooruit - ze wilde dat trouwens zelf niet - maar ze kon tenminste terecht in de buurt.
Misschien verbergt de vrouw op de Place Moonens andere littekens of gewoon verdriet.
Hoezo "gewoon verdriet" ? Bestaat er misschien zoiets als 'ongewoon verdriet' ?
Welk soort verdriet schuilt er onder de reclamefolder van deze vrouw ?
Er is veel verborgen misère achter de gevels van de huizen in deze stad.
Vergis u niet : ook achter schone façades.
De blonde boetiekhoudster in de Centrumgalerij was stinkend rijk.
En doodongelukkig. Maakt geld ongelukkig ? Ik geloof dat maar half. Wat ik zeker weet is dat te weinig geld ongelukkig maakt.
De blonde had een man die haar blindelings volgde. Hij aanbad haar, maar trôp is teveel.
Een beetje vrouw wil verleiden, aandacht trekken, charmeren.. Als het ventje al meteen aan je voeten ligt is er niks meer aan : het is te vanzelfsprekend.
In haar gouden kooi in de provincie verstikte ze zowat. Het begon met een borrel maar verglijdde al snel naar een fles per dag. Hij onderging het en stopte haar meer geld en juwelen toe.
"Ik ben zo eenzaam," zei ze me eens.
Ze wilde ontsnappen aan die gevangenis.
Een boetiek in de stad : het zou de zinnen verzetten, een nieuwe uitdaging.
Hij aarzelde maar misschien was het een oplossing. Therapie had ze al vaak vruchteloos geprobeerd.
Na de borrels kwamen de venten. Een aantrekkelijke vrouw : vele mannen voelen zich geroepen.
Maar niet om haar te troosten - het was een aspirientje dat maar even de pijn verdreef.
Uiteindelijk heeft ze de helft van zijn fortuin opgesoupeerd. Toch heeft niet hij maar zij hem gedumpt.
De boetiek is allang dicht. Ik zie ze heel soms nog eens. Ze is onherkenbaar : ze heeft ook andere venten gedumpt, er is alleen nog de verwoestende drank.
Vanhuisuit kies ik altijd voor de onderste sociale klasse. Zij heeft mij geleerd dat je geen onderscheid kunt maken tussen het leed van de rijken en de armen.
Rijke mensen die zichzelf vernietigen : is dit misschien 'ongewoon verdriet' ?
Verdriet is verdriet.
Als ik de Metro-ingang nader aan het Moonensplein laat de vrouw de folder zakken.
Een gaaf gezicht : geen littekens, geen blauwe ogen, ongeschonden gebit.
Ze weent : dàt heb ik de blonde nooit zien doen.
Misschien is dit nog te genezen ?
OK, doe zo voort
BeantwoordenVerwijderencharel
ok doe zo voort
BeantwoordenVerwijderen