De blozende KSA-leider is gehaast, maar de gewiekste rolstoelbedelaar heeft zijn timide blik ontwaard en vangt hem in zijn kreupele web.
"Un peu de monnaie, svp, j'ai faim." Hij kijkt hem aan met de blik van een verschopte herdershond.
De jongen, deugdzaam grootgebracht en voortreffelijk opgeleid in de jeugdbeweging voelt de brandende blikken van de JongKnapen in de rug. Hij wil niet afgaan.
"Je m'excuse, mais j'ai pas de monnaie". Dat is een handige kwakkel, al te vaak gebruikt echter, waarop de door de wol geverfde bedelaar is voorbereid.
"Je peux vous rembourser."
Dat is een heel verrassend antwoord : nooit een bedelaar gezien die zijn gevulde portefeuille bovenhaalde om de gulle gever wisselgeld te overhandigen.
De jongen, nog steeds gehaast - de plicht roept - diept twintig euro uit zijn ribfluwelen korte broek.
"Rends-moi 18 euro," zegt hij.
De man haalt inderdaad geld tevoorschijn uit zijn vestzakje, zij het slechts tien euro.
De jongen twijfelt even, 1O euro, dat is een hele dikke fooi.
"J'ai besoin l'autre argent," zegt hij ietwat beduusd.
"Je n'ai que 1O euro," antwoordt de man en wil zich keren.
De jongen dringt aan, "j'ai vraiment besoin l'argent."
Het tafereel kantelt nu helemaal : de gever schooit bij de bedelaar.
Maar de man gebaart van kromme haas en maakt zich uit de voeten.
Altijd vette vissen op zondagochtend in het Centraal Station, de man weet zijn moment te kiezen.
"Monsieur svp," probeert de KSA-leider nog.
Als een hazewind gaat de gebrekkige er vandoor.
De jongen bloost nog heviger.
Hij slaat een mal figuur door een bedelende rolstoelgebruiker te molesteren.
Hij zal geld moeten lenen om de dag door te komen.
Geen opmerkingen :
Een reactie posten