maandag 5 maart 2012

De tweede sneeuw



In het Noord zitten ze als twee kampen tegenover mekaar.
Aan de immense ruiten kamperen op een lange rij een vijftal Roma-families met een rits uitgelaten koters, allen schoolplichtig maar geen enkel ouder dan tien jaar.
Aan de andere kant op de marmeren banken de habitués, al stevig hijsend ondanks het vroege uur.
Volstrekt kinderloos.
Marmer of de grond : havelozen van eerste en tweede klasse.
Er is geen scherprechter tussen beide kampen, enkel het gigantische lege speelveld.
Vooral de marmeren clochards loeren naar de andere kant, er is commentaar en gegrijns, maar geen geschreeuw of provocatie.
De Roma's berusten veeleer, allang blij dat ze binnen zitten. Kinderen en mannen knabbelen op iets onduidelijks.

Eén broos jongetje in een vale bruine training en rode baskets waagt zich in het midden.
Eerst aan de rand van het speelveld, wat onzeker schuifelend, prutsend aan een gesloten rolluik, zichzelf beglurend in een enorme vitrine. Dan stapje voor stapje, huppelend op de tegels, komt hij dichterbij.
Een verkennertje ? Haast ongemerkt, argeloos, staat hij vlakbij de bank.
De vier, wat oudere mannen en één vrouw, bekijken het ventje. "Bonjour p'tit," de stem is ietwat te scherp, gekruid met een zeker sarcasme. Het kind loopt verschrikt weg maar keert wat later terug, langs dezelfde weg, opzij, snuffelend, nieuwsgierig, geprikkeld.
Hij staat opnieuw voor de vier, de vrouw heft haar Carapils en lacht schor.
Eén man reikt hem zijn handpalm, het jongetje raakt hem amper, de man klemt heel even zijn vingertje, hij loopt ontsteld weg maar keert terug, streelt snel de verweerde hand en lacht.
Een tweede jongetje steekt nu over naar de andere kant. Het ijs is gebroken.

Ondertussen wordt het leven buiten heel langzaam blank.
De straat, de passanten, de hoeren : alles maagdelijk wit.
Hoort de sneeuw die heelt.

Geen opmerkingen :

Een reactie posten