vrijdag 14 maart 2014

Poëzie op een Tram

Vroeger was het die of dat, nu is het de of het. Ik twijfel daar altijd op.. zegt zij op Tram Drie.
Uw Nederlands is keigoed, als ik soms moet verbeteren, antwoordt de andere.
Soms niet, zegt het Francofone meisje met de bruine haren.
Heb ik nu een jongensvriend of niet, ik weet het niet, zegt ze dan ineens.
Ze denken allemaal supersnel dat ge hun lief zijt, zegt het bleke Nederlandstalige meisje. Ze is kleiner en bedeesder dan haar vriendin. Ze bevestigt alles en dat verveelt.
Ik heb wel zin in die jongen, zegt de bruine en dat is dan weer frivool Nederlands, al is het wellicht anders bedoeld.
Ja, hij is keiknap, reageert de bleke.

Het nadeel of het profijt van het beperkt maar accentloos spreken van een andere taal is dat je snel ter zake komt. Dat sticht verwarring of het schept ineens duidelijkheid. Smog of klaarheid na een onweer.
'Ik heb zin in die jongen' betekent gewoon : ik wil hem graag beter leren kennen, het vriendinnetje interpreteert dit net anders. Evident dat de jongen bij het horen van die boodschap er graag vanuit gaat dat het in de sacoche is. Het gaat over veel meer dan het of de, of die of dat.
Dat maakt het dan weer fascinerend, dat Babelse. Het kan alle kanten uit : erop of erover.
Je hebt slecht gepresteerd, zegt zo'n leraar dan aan zo'n meisje.
Ik had keiveel tijd te weinig, repliceert zij dan weer.

Ik ga uit in Lemonnier, zegt de bruine.
Dat kan het Nederlandstalig meisje niet beamen noch ontkennen, zij kent de buurt niet, je leest haar verbazing.
Ga jij uit aan de Beurs ? vraagt het Francofone meisje dan weer.
Soms, antwoordt de andere.
Het is haast poëzie.


Geen opmerkingen :

Een reactie posten