De begrafenisondernemer op de Alsembergsesteenweg zit op zijn kantoorstoel.
Hij staart naar buiten en wacht op de doden.
In zijn stiel kan je moeilijk pro-actief werken.
Dat is een klein nadeel, voor de rest is hij altijd verzekerd van klandizie.
Is het niet vandaag, dan zeker morgen of overmorgen.
Het is een onderneming zonder risico's. Als het slecht gaat doet hij goede zaken.
Hij zit er als een pasja en ziet alleen maar levenden passeren.
Hij kijkt heel droef, maar dat kan beroepsmisvorming zijn.
In zijn branche staat men niet bij bosjes aan te schuiven.
Het is eerder geritsel in het struikgewas.
Heel soms, bij grote rampen, is het een overrompeling. Een genocide, aardbeving of bomaanslag : ver van zijn bed.
Misschien denkt hij aan zo'n hoogdagen van de dood ?
Je kan de markt evenmin aanboren of aanzwengelen, het zou wat onfatsoenlijk klinken.
Je kan alleen maar wachten en triest naar buiten kijken.
Soms staat hij op de stoep en steekt een sigaar op.
Hij is altijd in stand-by : keurig grijs of zwart kostuum, donkere das.
Dat moet ook, hij kan meteen worden gebeld, of vannacht of in de vroege ochtend.
Ze handelen in dode materie maar hebben nooit rust.
Gisteren was zijn stoel leeg.
Hij was in geen velden of wegen te bekennen.
Was het voor hem ook zover ?
Wie zorgt dan voor deze man ?
Hangt zijn confrater doodleuk een berichtje aan de vitrine en legt hij hem fluitend af ?
Neemt de maten van zijn maat en kiest vervolgens een gepaste kist ?
Business as usual.
Denkt hij gewoon : de één zijn dood is de ander zijn brood.
Schuift dit zo vlotjes bij een trouwe collega ?
Rond het schrijn wordt de lijkbezorger dan ook gecondoleerd. Ingewikkeld.
Niets van dat alles. Vandaag zit hij weer gewoon op zijn troon.
Droeviger dan ooit.
Misschien moet hij straks zijn maat ter aarde bestellen ?
Geen opmerkingen :
Een reactie posten