Op de hoek van de Sint-Niklaaskerk en de kleine Boterstraat staat een heel breekbaar klein meisje met zwarte krullen.
Ze heeft een roze orgeltje welke heel weeë muziek draait. Ze doet ook één en ander met grote ringen.
Het ontroert blijkbaar veel mensen want er staat flink wat volk.
Het is zondag en het miezert, de avond is al gevallen.
Plots verschijnen twee dienaren van de wet.
Ze moet het orgeltje stilleggen. Er is wat gemor in het publiek.
Iedereen blijft gespannen staan kijken.
Het kind is de onschuld zelve en iedereen zal het unbedingt voor haar opnemen.
Ze discussieert even met de twee agenten die vriendelijk maar correct zijn.
Ze lijken achteruit te deinzen want het meisje bijt fel van zich af.
Spontaan wordt er geapplaudiseerd in de Boterstraat.
De éne politie-agent steekt zijn beide handen in de lucht : een teken van onmacht of overgave ?
Hij wast zijn handen in onschuld, hij vindt geen schuld bij deze vrouw.
Opnieuw wordt er luid geapplaudiseerd.
Beide agenten verdwijnen met stille trom.
Het meisje herneemt haar act.
De Macht van het Volk.
Geen opmerkingen :
Een reactie posten