dinsdag 21 augustus 2012

Rood Klooster, Wit Bos

"Beziet Jules, da woere allemoe stallen vruuger."
"En kekt, daa chariots da's neuv."
De twee oudjes gaan langzaam verder, druk sticulerend, wijzend, bevestigend of ontkennend.
"Neije Jeanneke, da was doe.."
"Wettet nog, we verkierden nog..".

Ze openen deuren die niet mogen geopend worden, staan op plekken die Interdit au Public zijn, leggen breed en omstandig uit hoe je een paard aanspant, hij toont met wijde gebaren waar het wegeltje begon.
Zij luistert aandachtig en knikt. Herinneringen.
Door niets of niemand laten ze zich van de wijs brengen, het heerlijke ongegeneerde van een verdwaalde leeftijd : alles mag, lang niet alles kan nog, maar niets hoeft.

Komende van de Zwarte Vijvers om te stranden aan Herman Debroux land je zowaar op een vreemde zachte planeet.
Bij de lange entree in het bos komen je al de weldoende aroma's tegemoet van dure parfums. Op blitse fietsen passeren lachende blonde kleuters, mama's en papa's, oma's en mama's, buggy's en beleefd gekwetter.
"Oh regarde Pierre-Bernard, un oie !.." - De honden zijn groot en hijgen nerveus, de baasjes in witte onberispelijke broeken. Glanzende brillantine, verzorgde lopers, gemeten tempo, nooit erover.
Alles is gesoigneerd op een zorgeloze zondagnamiddag in het Zoniënwoud tussen de Bosgeestbron en de Vierarmendreef.
De zuivere klanken van Hoog Duits, American English en Schoon Frans. Witter dan wit zijn de dreven tussen het groene lover van het Rood Klooster.
Is het bordje WHITES ONLY me ontgaan bij het binnenkomen van het bos ?
Ver ver weg is het cosmopolitische van de grootstad, wel een heel kwartiertje met de metro.

Maar de twee oudjes weten beter.
"Doe Jules, écureuils, daa woere hie vruuger nie.."
"Neije, il paraît da ze van de vrumde kommen."
Op de valreep toch nog exoten in het zomerse bos.

Geen opmerkingen :

Een reactie posten