Beste Bruksel,
Hoeveel hoogbejaarden kom je 's avonds tegen in uw binnenstad ?
Zelfs niet tijdens lange zomerdagen ?
Je kan ze tellen op één vinger.
Hebben die mensen geen honger naar een hap cultuur, theater, een gezellig café
of ander culinair genot ?
Ik geloof het nooit.
Ik spreek van doodgewone mensen : diegenen die op café gaan of naar het voetbal.
Naar de bib of de cinema. Mensen die zich geen taxi kunnen permitteren.
Brussel is de stad van de immer defecte roltrappen, geblokkeerde liften en ontoegankelijke
tramstellen.
Van scheve voetpaden, dubbelgeparkeerde wagens, lompe automobilisten die het trottoir bezetten en ons verplichten te rijweg op te gaan. Daar zijn diepe plassen gelijk aan de Grote Meren en spleten tussen de kasseien, o als vulkaankraters zo diep. En woeste chauffeurs.
Zet gij uw deuren ook open voor bejaarde bewoners ?
Zijn zij ook welkom ?
Zorgt gij voor hun welzijn, hun veiligheid, hun comfort ?
Will you still need me ?
Will you still feed me, when I'm sixty-four ?
Je, Pacha Kroet.
Geen opmerkingen :
Een reactie posten