Aan Metro Horta beland ik tussen een tros kinderen die zich op tijd inschreven en het geluk hebben te mogen schoollopen in de hoofdstad van Europa. Dat is lang niet zeker voor alle kinderen in deze stad.
De klas wordt begeleid door een heel trutterige Juffrouw, ze draagt een heel fijn brilletje, blijkbaar met slechte glazen, ze knijpt haar ogen helemaal dicht aan het zebrapad waardoor ze niet merkt dat het licht op groen springt.
De kinderen moeten haar daar attent op maken - niet zonder risico.
Ook haar kapsel is van gisteren, een halflange paardenstraat, dichtgeknoopt met een zilveren voorhistorische speld. De haren keurig gekamd, middenstreep tot op de millimeter berekend.
Ik zou ze zo in de grot van Bernadette Soubirous hijsen. Perfecte casting.
Om het helemaal af te maken heeft ze een flinterdun hees stemmetje. Ze klapt fijntjes in de handen om de orde te bewaren. Een porseleinen juffie.
Tot daar de bovenkant.
Onder dat kwezelachtige hoofdje draagt ze een zwartlederen pak, de rits half open zodat haar volumpteuze boezem alle ruimte krijgt. Geen fijne schoentjes, maar zware boots.
Straks scheurt ze op haar antracieten 500cc door alle rode lichten aan een weerzinwekkende snelheid.
Thuisgekomen ontdoet ze zich met zwier van haar aftandse haarspeld en legt haar trutterige brilletje opzij.
"Hoe was het op school Chou ?", vraagt haar geblokte compagnon.
"Altijd dezelfde ettertjes," antwoordt ze.
Hij lacht en neemt haar op de schoot. Ze lacht terug maar niet met een flinterdun stemmetje.
Niets is wat het lijkt.
Geen opmerkingen :
Een reactie posten