Aan de gele afficheborden van Bx Zuid nemen drie meisjes en twee jongens innig afscheid.
Ze hebben niet allemaal verstandig gesmeerd, de twee meisjes zijn mooi gebronsd, maar de kleinste is net weggelopen van het spit.
Ze omhelzen mekaar zo innig want ze weten dat ze mekaar nooit meer terugzien in deze wereld.
Er komen net geen traantjes aan te pas. Het afscheid tussen de twee jongens is hartelijk maar minder intiem dan bij de meisjes.
Als de jongen het rode meisje omhelst is het weer wel een warme knuffel.
Ze zijn verbazend dunnetjes gekleed, zoals de meeste travellers die terugkeren nog in trance zijn en met hun hoofd nog in exotische oorden vertoeven.
Dat zorgt bij aankomst altijd voor een koude douche.
Na de knuffels, met ingehouden snik, gaan ze allevier dezelfde richting uit, een beetje uit mekaar.
Hoe vaak hebben we in vroeger tijden niet gezongen van “..ik zeg je geen vaarwel mijn vriend..” enzovoort. Rond het knetterende kampvuur bij volle maan, krop in de keel, hand in hand.
Vele beloftes werden gemaakt, vrijwel niets bleef overeind.
Het is zoals met vakantieliefjes. Hartstochtelijk, ongeremd, passioneel.
Nooit wordt nog een kaartje gestuurd en indien wel, nooit beantwoord.
Heel soms was er een heimelijke verliefdheid, een ontluikende liefde.
Stille waters, diepe gronden : dat heeft kans op slagen.
Toch heeft zo’n ontstuimig afscheid een waas van een onbevlekt sprookje.
De droom van jonge mensen die de vriendschap vieren : dwaas, dronken, onbezonnen, overrompelend.
Zoals jeugd hoort te zijn.
Aan spoor 12 nog een laatste groet. Dan gaat ieder zijn eigen gang.
Op weg naar volwassenheid.
Geen opmerkingen :
Een reactie posten