woensdag 3 augustus 2011

Vakantie in Brussel

Op dag twee van de Ramadam laat het Arabisch deel van deze stad het afweten.
Wie haalt het in zijn hoofd om uitgerekend tijdens de Kermisweken een vastenperiode in te lassen ?
De foorkramers staan droef te kijken, evenmin worden moslimkindjes hier vrolijk van.
Toch staan een aantal Maroctieners aan een onbenullig laddertje.
Als je boven geraakt win je de Hoofdprijs, maar die is in de verste verte niet te bekennen.
Volgens de voorschriften mag je alleen naar boven klimmen. Goed dat ze je hier attent op maken, stel je voor dat je naar beneden klimt.
Of dat je meteen naar de bovenste sport springt, maar ook springen op de ladder is tenstrengste verboden.
Niemand daalt of klimt. De jongen aan de ladder vraagt aan de omstaanders of ze willen proberen.
"Qu'est-ce que vous faites ici alors ?".

Aan Beach Boot klimmen kinderen onder de zes jaar in een reuze transparante ballon.
De rits wordt gesloten, vervolgens worden de koters in ondiep water geduwd.
Daarop rollen en springen ze in het gevaarte waardoor ze amper één centimeter vooruitkomen.
Twee kinderen huilen als vermoord. Eén moeder wuift lachend naar het kleintje - dat brengt in het geheel geen zoden aan de dijk.
"C'est ne que deux minutes..". Ik hoor het kind schreeuwen, het gezichtje tegen de plastic wand geplakt : "Nóóón..".
De andere moeder staat aan het smoutebollenkraam, ze keert even terug en koopt een extra bonnetje voor dochterlief.
Beide kleuters gaan ten eeuwige dage een trauma overhouden aan deze Brusselse Foor.
Aan het Suikerkraam staat een droevig meisje met heel veel puisten, welke mij amper verwondert.
Rio Rapido heeft een gigantisch kraam, ze vullen vrijwel de helft van de middenberm tussen Anderlechtse en Brogniez. Alle bootjes onbemand, veel lawijt om niks.
Een gesluierde moeder duwt een buggy waaraan nog twee joelende bengels hangen.
Ze kijken verlangend naar de eendjes. Kijken mag tijdens de Ramadam, aankomen niet.
Vóór de avond valt liggen ze allang in bed en dat weten ze.

Aan het terras, op de hoek van de Bergensesteenweg, zit een vrouw van middelbare leeftijd met haar stokoude moeder. Ze heeft net een pak friet gehaald en het oudje prikt gulzig in de dampende frieten.
Ze bestellen twee Maeskes. De dochter heeft voor na de frieten nog zeven beignets in haar tas.
Ze hoeven allang niet meer in de botsauto's.
Kermis kan wonderlijk eenvoudig zijn.
Naast hen zit een man troosteloos voor zich uit te kijken.
Zijn tafelgenoot vraagt of hij op vakantie gaat.
"Si je pars en vacances, ça sera pour un an."
Achter hem gieren de kramen.
"C'est tout de la merde.."

Ik zie één man klauteren op het geheimzinnige laddertje.
Hij lijkt ladderzat maar het ligt aan de glibberige sporten.
"Tout de la merde.." hoor ik hem ook al roepen.
"C'est un truc..", zegt de foorkramer.
"La vie est aussi un truc," antwoordt de man grimmig.
Ook hij verlangt naar vakantie maar een vol jaar kan hij zich niet veroorloven.
Weinig Foorbezoekers mogen hun valiezen pakken, laat staan voor twaalf maanden.

La vie est un truc.

Geen opmerkingen :

Een reactie posten