Mijn Arabische buurman doet uitermate zijn best om nederlands tegen mij te spreken.
Dat apprecieer ik zeer.
Somtijds levert dit amusante versprekingen op.
Zo houdt hij heel veel van de Belgische Koest. In pré-electorale tijden is het wellicht wijs dat de Belgen zich koest houden, maar ik begrijp dat hij vooral graag naar Blankenberge gaat.
Koken wordt dan koeken, en praten blabla, wat zeker niet ver gezocht is.
Een hele mooie vind ik zijn beschrijving van de poetsvrouw op zijn werk.
"Het is een hele goede kusvrouw."
Een vrouw die én goed kan poetsen én kussen : menige man droomt hiervan.
Zo wordt het Nederlarabisch even mooi als het Zuidafrikaans : daar heet een logeerkamer de vrijerskamer.
Wij hebben een schonere taal dan we denken, ik koester ze zeer.
Geen opmerkingen :
Een reactie posten