Het dikkerdje op de trein tussen Brussel en Antwerpen-Centraal praat honderduit en met een vriendelijkheid heel eigen aan zwaarlijvige mensen, die niks te bewijzen of te verbergen hebben.
Haar kompaan, die onderweg is naar dezelfde vergadering, luistert heel verveeld - hij bekijkt haar amper.
Hij gluurt naar buiten in de donkerte van Brussel-Centraal.
Ze blijft maar babbelen en giechelen, een vrolijke noot - hij, die zichzelf heel zeker veel beter en vooral aantrekkelijker vindt, buigt niet.
Ofwel merkt ze het niet of kan het haar allemaal niet schelen - een dik vel : als we maar vrolijk zijn.
Ik, voor mezelf, heb veel minder geduld met hovaardige mensen, ofwel negeer ik ze straal of begraaf mezelf achter een tijdschrift. Meestal komen ze dan zelf aarzelend over de schreef, ofwel laten ze het rusten.
Mij goed, iedereen welkom, maar als ze zich te schoon voelen zijn ze bij mij rapper buiten dan binnen.
Niet zo voor het vrolijke dikkerdje die niet afgeeft - ik vermoed moest ze geen gezel hebben, ze zich aan mij zou begeven, ik zou ze meteen omhelzen. Zo'n blozende kaken, zoveel enthousiasme, zoveel vrolijkheid.
Ach dikke mensen hebben dat voor op de smallere : ze hebben alle gène voor hun uiterlijk opgegeven en kunnen zich tenvolle concentreren op het Innerlijke van de Mens.
Misschien moeten we allemaal wat dikker worden.
Het is niet altijd waar : Sharon en Idi Amin waren zware jongens maar tegelijk ook gruwels.
Ook Göring was een dikzak.
Maar dit meisje heeft niets gemeen met dit soort volk. Het zou een heerlijke vriendin of hartelijke buurvrouw kunnen zijn. Even een dipje ? Of een slechte bui ? Met haar is dit meteen opgeklaard.
De zelfverklaarde Adonis begrijpt daar niks van, is beschaamd in haar aanwezigheid.
Ze kijkt heel even naar mij en begrijpt wat haar te doen staat.
Ze zwijgt. Dat duurt een tijdje. De verf pakt.
Het stoort hem, hij is duidelijk vertwijfeld : is hij niet interessant genoeg ? Zou ze gemerkt hebben dat hij niet geïnteresseerd is ? Misschien is ze wel kwaad ?
Omdat het hem kwelt plooit hij.
"Om hoelaat moesten we daar zijn ? We kunnen misschien nog een koffie gaan drinken ?"
Daarop heeft het dikkerdje gewacht : ze steekt weer honderduit van wel en hij luistert nu wel zeer aandachtig, meer zelfs, hij neemt deel aan het gesprek en bekijkt haar voluit met een open geïnteresseerde blik.
Het meisje is niet alleen gezellig, ze is bovendien ook verstandig.
Geen opmerkingen :
Een reactie posten