In het AZ zitten twee omoe's met hun kleindochter.
De éne oma is klein, geblokt en vinnig, haar kleindochter is net niet groot genoeg om het doktersbezoek alleen af te leggen. Tenminste, dat is de mening van haar ouders, zijzelf en de omoe denken daar het hunne over.
Zij laat het meisje alles zelf uitleggen aan het loket en vraagt of ze mee moet in het dokterskabinet.
De kleindochter kan het best alleen af maar is voorkomend genoeg om haar grootje mee te vragen.
De andere grootmoeder is ouder en helemaal afhankelijk van haar kleindochter. Ze loopt traag schuifelend aan haar arm, het meisje gaat heel zorgzaam om met het oudje.
Ze betrekt haar in alles, legt alles nog eens uit in het Arabisch omdat ze vermoedt dat ze de Franse uitleg niet begreep. Grootmoe knikt begrijpend, de kleindochter streelt even haar hand.
Daarop gaat het viertal naast mekaar zitten, het zou een fraai portret zijn geweest, de generaties netjes op een rij. De twee oudjes zitten in het midden van het kwartet naast mekaar. Er wordt even gezwegen.
Iedereen draagt voorbeeldig zorg voor mekaar, er is respect zonder betutteling, aandacht zonder bevoogding, uit alles straalt veel rust.
"Heureusement qu'on a des petit-enfants n'est-ce-pas madame ?", zegt de oudste.
De andere lacht en beaamt terwijl ze even knipoogt naar haar kleindochter.
Beiden weten dat het een win-win verhouding is, ze hoeven dit niet uit te spreken.
De rijkdom van het intergenerationele in de grootstad : yes, it can.
Geen opmerkingen :
Een reactie posten