"Ik heb hem enkel mijne vaste gegeven, hij belt zo al genoeg. 'k Versta niet hoe hij aan mijne GSM is geraakt, weer zo ne slinkse truc langs de kinderen."
De vrouw met het te lange haar voor haar leeftijd doet haar beklag in Les Brasseurs aan de Anspach.
"Hij belt zeven, acht keer op nen dag, altijd voor onnozelheid." - "Vandemorgend om 7 uur om te zeggen dat den hond te mager is. 'k Mag mij dan niet kwaad maken, sjust wat hij graag heeft."
"Hij doet erom," stelt de andere vast. "Vaneiges, hij leeft ervoor, om mij te kloten."
De langharige steekt nog een sigaret op. Ze beeft lichtjes.
"Ik kan niks doen," ze zucht, "de kinderen zijn zot van hem. En hij misdoet niks, alleen maar met mijn kloten spelen."
De blonde vrouw tegenover haar is alleen maar klankbord.
"Vantijd bellen de kinderen met zijne GSM, hij stookt ze op. Ge weet nooit of het niet serieus is.
Onze Sven was ne keer gevallen op de koer. Ge zoudt het u uw ganse leven beklagen."
"En hij belt ook met de GSM van de kinderen hé, de loeder. Dan peinsde dat ze voor u bellen - neen, 't is weer dieje rotzak. Om uit uw vel te springen."
Opeens krijgt haar gezel een briljant idee :
"Waarom doet ge 't zelfde niet ? Belt hem op, geeft hem ook zijn vet."
"Ik mag doodvallen, hij zal het nooit weten.
Hij pakt nooit op."
Geen opmerkingen :
Een reactie posten