Ik kijk vertederd naar het kleine blondje meisje op het woonerf. Ze zit gehurkt tegenover haar vriendinnetje, een Afrikaans meisje van dezelfde leeftijd.
Ze heeft een poesje op de schoot en streelt ze genoeglijk. De kleine kat ligt op haar rug, een bedreigende houding voor een poes maar ze laat het zich welgevallen.
Ik weet dat katten heel tolerant zijn met kinderen, terwijl deze bijwijlen ongewild wreed zijn voor huisdieren.
Ook haar vriendinnetje streelt nu het kattejong. Ze lachen uitbundig.
Het poesje wordt gezwind overgedragen.
Het blanke meisje verwijdert zich en keert terug met een poppenwagen. Ze legt de kleine kat in de koets waarop het arme dier wordt toegedekt. Dat is er een beetje over, ze sputtert even tegen maar het kind legt haar volle hand op haar donzen buikje tot ze het tenslotte opgeeft.
Dan neemt ze een papfles en duwt deze pardoes in het snuitje van het verschrikte kattejong.
Ze schudt met haar hoofdje maar haar zwart vriendinnetje -vermoedelijk om de spijsvertering te vergemakkelijken - houdt het kopje stevig vast.
De kinderen hebben de tijd van hun leven.
Ze rijden nog een keer de kleine binnentuin rond, en nadien probeert het blondje haar alleen op een schommel te zetten. Dat lukt van geen kanten.
Dan maar op de glijbaan, ze rent onmiddellijk naar boven. Geen beginnen aan.
Gaat ze maar gelijk op de glijbaan zitten, het poesje tussen haar benen geklemd.
Het beest kijkt met verbaasde ogen en rechtopstaande oortjes naar beneden.
Plots komt een pubermeisje aangerend, eveneens blond en heel erg opgewonden.
"C'est mon chat !" schreeuwt ze naar het kleintje, vermoedelijk haar zusje.
Ze verlost het dier uit haar lijden, hijst ze op de arm terwijl ze ze zachtjes troost.
Ze is amper van het grasveld verwijderd of het poesje springt uit haar armen recht naar de twee kleintjes die haar met vier open armen ontvangen. Ze weet niet waar eerst te springen.
"Chut, tu peux l'avoir", roept de zus.
"Sale bĂȘte !".
Geen kat die naar haar omkijkt.
Geen opmerkingen :
Een reactie posten