De Koreaanse dakloze draaft over en weer op het trottoir als een zenuwachtig, rusteloos paard.
Als hij al stil zit is het om zijn teennagels te fatsoeneren, en dan nog wiebelt zijn vrije been op en neer.
Soms loopt hij gewoon te ijsberen, hoofd naar beneden, Kartuizers af en aan. Even pleisteren bij de "Chez Nous", bijwijlen stuikt hij binnen om een paar seconden later weer de straat op te gaan.
Hij zeult een immense zak op zijn rug welke hij vrijwel nooit opent.
Waarmee zeult een dakloze in zijn rugzak ?
Vermits hij geen huis heeft, moet hij zijn hele hebben en houden meesleuren. Een wandelende slak.
Warme kleren, dat al zeker, vooral de nachten kunnen guur en winderig zijn.
En propere kleren, een mens moet zich af en toe toch kunnen verversen.
Zijn de onderbroeken gestreken ? Het hemd keurig in de vouw ?
Daarmee alleen vult ge niet de mega-zak van de arme Koreaan.
Heeft hij nog souvenirs van thuis ? Vazen in keramiek ? Een beeld van de Boeddha ?
Deodorant al zeker : geen overbodige luxe.
Winterbottines, absoluut noodzakelijk voor mensen die op straat leven : een flanellen pyama.
Een warme regenjas, zomersloefjes, bermuda-short, een zwempak, verplicht als ze langs de kanten van Hofstade willen gaan zwemmen.
Een zonne- en sneeuwbril, rolschaatsen, skateboard.
Een opplooibare fiets zit er zeker in, makkelijk om van standplaats te wisselen.
Slaapkamer, living, keuken of badkamer moet er niet in. Dat scheelt.
Een spaarvarkentje, voor droge bedelmomenten, liefst niet teveel etaleren : dat steekt.
Een mens sleurt wat mee als de straat je huis is.
De Koreaan heeft een wazige blik.
Soms ratelt hij wat rauwe klanken.
De rugzak is zijn bult, hij weet niet waarom of wat, het is een kwalijke, pijnlijke vergroeiing.
Het verbergt veel meer dan wat afgedragen spullen.
Geen opmerkingen :
Een reactie posten