"Silence, tu déranges les pigeons..", fluistert de man.
Als er één vermadedijde ras is dat door vrijwel iedereen wordt uitgespuwd en veracht zijn het wel de Brusselse duiven. Grauwe vlooiebeesten die de pest verspreiden, soms pikken ze een kruimel op de punt van je schoen, de Birds achterna durven ze, op een onachtzaam moment, wel eens een frietje prikken.
Schijten alle gevels vol, krabben in het braaksel, vliegen veel te laag, ziek en vuil gevogelte dat de stad besmet en het schurft verspreid.
Net als vele stadsgenoten zijn ze hier gestrand, een verloren vlucht, verdwaald, niet wetend hoe of waar.
Blijven plakken tussen soortgenoten.
Misschien zijn er wel prijsbeesten tussen, tezeer opgefokt, legden er het bijltje bij neer, een burn-out.
Of veel te jonge duiven, de hemel ingeprezen door de melker, te snel, te gulzig, nooit teruggekeerd na een lange vlucht vanuit Barcelona of Marseille. Of misschien haakten ze zelf af, vrije vogels.
Er hangt een muffe geur over het Fontainasparkje 's ochtends in oktober, olie en bedorven bladeren, zure wijn.
Het park is vrijwel leeg. Eén kinderschoentje, een verloren bal.
Enkel de Duivenhoeder waakt.
Geen opmerkingen :
Een reactie posten