zaterdag 26 februari 2011

Gespot : De Zuidelijke DVD's

Ik vraag in keurig Nederlands aan de winkelbediende in de Mediamarkt waar zich de DVD's bevinden,
die zijn namelijk recent verplaatst.
Hij wijst rechtdoor en antwoordt : "In het Zuiden."
Zijn Nederlands is gebrekkig maar de man deed zijn best.
Maar pas op als je nog eens de weg vraagt in de Mediamarkt aan de Nieuwstraat : misschien ligt de Noordpool links en de Evenaar in het westen. Dan zijt ge nog lang onderweg.

donderdag 24 februari 2011

De Vaste, de Losse en de Ex.

"Ik heb hem enkel mijne vaste gegeven, hij belt zo al genoeg. 'k Versta niet hoe hij aan mijne GSM is geraakt, weer zo ne slinkse truc langs de kinderen."
De vrouw met het te lange haar voor haar leeftijd doet haar beklag in Les Brasseurs aan de Anspach.
"Hij belt zeven, acht keer op nen dag, altijd voor onnozelheid." - "Vandemorgend om 7 uur om te zeggen dat den hond te mager is. 'k Mag mij dan niet kwaad maken, sjust wat hij graag heeft."
"Hij doet erom," stelt de andere vast. "Vaneiges, hij leeft ervoor, om mij te kloten."

De langharige steekt nog een sigaret op. Ze beeft lichtjes.
"Ik kan niks doen," ze zucht, "de kinderen zijn zot van hem. En hij misdoet niks, alleen maar met mijn kloten spelen."
De blonde vrouw tegenover haar is alleen maar klankbord.
"Vantijd bellen de kinderen met zijne GSM, hij stookt ze op. Ge weet nooit of het niet serieus is.
Onze Sven was ne keer gevallen op de koer. Ge zoudt het u uw ganse leven beklagen."
"En hij belt ook met de GSM van de kinderen hé, de loeder. Dan peinsde dat ze voor u bellen - neen, 't is weer dieje rotzak. Om uit uw vel te springen."
Opeens krijgt haar gezel een briljant idee :
"Waarom doet ge 't zelfde niet ? Belt hem op, geeft hem ook zijn vet."

"Ik mag doodvallen, hij zal het nooit weten.
Hij pakt nooit op."

dinsdag 22 februari 2011

Neu Sprotjes

Nieuwe begrippen ter verrijking van de brusselse taal :
"e parolleke" : verkleinwoordje
"e castrolleke" : fijne ringbaard, genre Luc Cortebeeck.
"e Castroke" of "Ne Castro" is dan weer een baard genre Osama Bin Laden.

Zie ook __________________________________________________
De compasseduud : euthanasie. Een smostach : onzorgvuldige eter, waarbij één en ander blijft plakken aan de snor.
Ne castroet: Kasseistraat die helemaal wordt opgebroken en geasfalteerd.Een aanslag op de eigenheid en mannelijkheid van de straat. Het is niet langer een straat met ballen maar een gladde karakterloze baan.
Ne Malapiet: Man die sukkelt met chronische blaasontsteking. e Crabuulleke : weerbarstige krab, die zich moeilijk prijsgeeft in de Rugbyman op de Vismarkt.
Ne Caracolleur : iemand die blijft plakken aan een caracollenkraam of bij de Noordzee op St-Kathelijne.
E Blaftuurke : verkoopster in de Inno met hele lange valse wimpers -Caraoke : clochard zwaar aan de drank die veel lawijt verkoopt onder invloed van zijn Cara-pilsjes - Billentoeker : bx laptop - Blasfonneur : militante vrijzinnige - Surplaske : bx slow - Deux Yeuxken : zwaar gesluierde moslima - Trottoirdoemper : roker op straat - Piszinneke : bx pissijn - Bagabelleke : bx sms-ke - Greun Boerken : bioboer - Saloefrêtter : vegetariër - Ne Wijfelaar : een travestiet - Ne Klapspirateur : deur-aan-deur stofzuigerverkoper

zondag 20 februari 2011

Gespot : After Tuymans

Na een gemoedelijke zondagdagnamiddag, doorgebracht in de parel van Horta, loop ik Guido tegen het lijf.
Guido is single, bijna vijftig, belezen, frequenteert heel afwisselende milieus, is van alle markten thuis maar men staat altijd voor een gesloten deur. Een man voor onderweg.
Zoals steeds begint hij in het midden van een verhaal en laat mij achter met een open einde.
Een mooiere coda had ik zelf nooit kunnen construeren aan de tentoonstelling van Luc Tuymans.

vrijdag 18 februari 2011

Dagdromen

Op tram 51 zit ik naast een reusachtige donkere Afrikaan met een fonkelende blik.
Zijn benen zijn zo lang dat zijn kniëen moeiteloos tot aan de overkant van de bank reiken.
Geen mens die daar nog een speld tussen krijgt. Hij is dunnetjes gekleed voor de tijd van het jaar, een lichte regenjas met alleen een blauwe sjaal en een T-shirt.
Naast hem is een uiterst fragiel blond meisje komen zitten.
Smal en klein, zwaar geschminkt, één blik van hem en ze wordt helemaal opgezogen.
Groter contrast is er niet : de grote zwarte man naast de ragfijne bleekscheet.
Er is plaats zat op de tram maar het meisje verkiest de nabijheid van de reus.
Hem kan het niet schelen, hij merkt amper dat er een vliegje naast hem is komen zitten.
Zij zoekt beschutting en geborgenheid, ik lees het in haar bange blik.
Nog even en ze gaat op zijn schouder leunen en als het goed voor hem is gaat ze straks gaan huilen, met lange uithalen en veel gesnot.
Hij zal dan even met zijn hoofd tegen het hare leunen en tsss, tsss zeggen.

Maar het verloopt anders.
Aan de Ninoofse Poort gaat hij eruit, als hij haar passeert wordt ze plots helemaal onzichtbaar, even denk ik dat ze wordt opgeslokt, weggerukt van deze aardkloot.
Maar als het stof is neergedwarreld zie ik haar triest naar hem kijken als hij met grote passen richting Fabrieksstraat stapt.
Hij had haar zelfs geen blik gegund, daar gaat haar grote Zwarte Prins, hij is te vroeg vertrokken of zij telaat opgestapt.

Het menselijk bestaan is een aaneenschakeling van toevallige ontmoetingen : een schichtige blik, een simpele aanraking, een voorzichtig woord.
Het begin van een leven of helemaal niets.

woensdag 16 februari 2011

De Oude Dageraad

De oude vrouw dementeert en vraagt waar haar kleindochter begraven ligt, maar ze heeft geen kinderen.
Haar gaste laat het ongemoeid en beklaagt de kinderen van naast haar deur.
"Blote boterhammen krijgen die gaminnekes mee naar 't school."
"Ze kan haar eigen nog niet soigneren," zegt de andere.
Beide vrouwen knikken. "t Es grave". De T.V. staat te luid want beiden zijn hardhorig.

Een buurvrouw valt van de trap en roept luidkeels om haar moeder. Ze woont alleen.
Zelf is ze 88, haar moeder is al vijftig jaar dood.
In hoge nood roept men om zijn moeder, ook al is die allang vergaan, wordt de navelstreng ooit doorgeknipt ?
De madam uit de blokken laat haar hondje uit. Ze struikelt over het speelse dier.
Ze is te oud voor de jonge hond.

Oud worden in deze hectische tijden lijkt wel een straf, een doem, een last, een zorg.
Vrijwel nergens worden de kwaliteiten van ouderen gevaloriseerd.
Het cliché wil dat dit in traditionele culturen anders is.
Klopt dit beeld ? Worden oude Eskimo's werkelijk op een slede gezet en de berm afgeduwd ?

In een verlaten mijnwerkersdorp, hoog in de Filippijnse Cordillera werden wij opgewacht door de
Raad der Ouderen. Het regende pijpestelen, binnen was er de warmte van het houtvuur.
Het leek een andere wereld. Tijd zat.
"Stel ons vragen," zeiden de ouderen. Wijze mensen.

Met genoegen neem ik deel aan een project voor ouderen in de Brabantwijk.
Kwieke jongbejaarden die hun oude dag grondig willen voorbereiden.
'Neen, geen rusthuis, wel een huis in co-habitation. En commun oui, mais pas en communauté."
Er wordt gewerkt aan een eigen huis.
Ze discussiëren over de verschillende religies, de inbreng van de familie, Halalvoedsel, anderssoortige koppels, intergenerationele initiatieven.
Ik mag hen ook vragen stellen.
Met de antwoorden ga ik verhalen schrijven, en ze zijn veelbelovend.
"Être âgé, monsieur, c'est un état d'esprit. Tant qu'on a des projets, on a un avenir."
Heerlijk.

maandag 14 februari 2011

Gespot : Valenpijn

Een jongeman stapt Le Louvre binnen aan de Parvis.
Hij loopt schichtig en heeft teveel sporen van een heftige puberteit op zijn frèle gelaat.
Hij heeft een bloementuiltje in de hand, een handvol rode rozen, plastiek voorverpakt uit de Match.
Hij bestelt een koffie, monstert zijn polshorloge en kijkt naar buiten.
Na een halfuur bestelt hij een pint, kijkt opnieuw zenuwachtig naar de straat, bestelt nog een pint en nog één en nog één.
Hij kijkt niet meer naar zijn uurwerk.
Achter een uur verlaat hij het café.
Zonder nog om te kijken kiepert hij de rode rozen in de groene vuilbak voor het café.

Gespot : Valentijn II

Een heel andere man lacht heel breed als hij opstapt aan Horta.
Hij heeft twéé tuiltjes bij zich, één in iedere hand.
Die gaat twee vrouwtjes verblijden.
Hoe doe je dat bij de eerste ? Het andere tuiltje verbergen achter de rug ?

In sommige culturen waar polygamie bij wet is toegestaan zal Valentijn wellicht minder uitbundig worden gevierd. Men moet ook uiterst voorzichtig zijn, één bloem teveel of te weinig kan de relatie met de één of de andere grondig verstoren.
Een verstandige polygamist koopt best iets volstrekt neutraal : een doosje hartvormige pralines bijvoorbeeld.

Maar de man met de twee ruikers loopt uiteraard geen enkel risico.

zaterdag 12 februari 2011

Gespot : De W.C.-Madam

In het Zuidstation passeer ik door de anonieme poortjes die mij doorgang verschaffen naar de toiletten.
Als je hoognodig moet in de Midi voorzie dan maar gepast geld of je kan het schudden.
In Antwerpen-Berchem geeft de vriendelijke W.C.-mevrouw me het geld netjes terug.
De toiletten ruiken fris, de wasbak is kraaknet, de spiegel blinkt.

Wat is de meerwaarde van een W.C.-madam ?
De propere toiletten ?
Het gepast teruggeven ?
De blinkende spiegel ?

"Ik wens u nog een heel prettige dag," zegt ze bij het buitengaan.
Dat is het verschil tussen een Madam en een automatisch poortje.

donderdag 10 februari 2011

De oorlogscorrespondente

Het schriele meisje in café Rits zou moeiteloos tussen de deurgleuf kunnen glijden.
Ze praat snel en opgewonden maar het is een verstandige meid.
Er is meteen een vertrouwensband tussen ons en dat is vreemd. Ik ben op café namelijk geen sociaal dier maar iets bracht ons mekaar : we wachten beiden op dezelfde persoon en die komt niet opdagen.

Met een vader die drinkt en een zenuwzieke moeder, als kind alleen, heeft ze al zeer jong geleerd van zich af te bijten en tegelijk de zaak in handen te nemen. Daarbovenop moest ze ook nog een eigen leven leiden.
Veel hooi op een vork voor een kind van haar leeftijd.
Ze is niet naïef blijmoedig, maar evenmin gelaten. Het leven dient zich zo aan, daar fietst ze, zij het met hindernissen, behendig doorheen.
Ze studeert communicatiewetenschappen en heeft brandende ambities.
Ze wil oorlogscorrespondente worden in de verkrachte gebieden van Irak, Afghanistan of Soedan.
Allemaal heel vrouwvriendelijke regio's voor fragiele meisjes.

De kommaneukerij van de Wetstraat is niet aan haar besteed. Ginder gaat het over leven en dood, over regime's en ideologiën die wankelen. Daar is het kloppend hart van een wereld op drift.
Die schroeiende brandhaarden wil zij verslaan.

Ze meent het, het is geen opschepperij of naïef idealisme, ze gaat er helemaal voor gaan.
"Ben je dan niet bang ?", vraag ik.
"Natuurlijk ben ik bang, maar ik wil mijn afspraak met de geschiedenis niet missen," antwoordt ze nogal grootmoedig.
"En je familie ?". "Niemand zal mij missen, ze zullen amper merken dat ik er niet meer ben."
"Sterven moeten we allemaal, beter een kort en hevig leven dan een lang en steriel."
Ik durf het amper te vragen : een man, kinderen ?
"Neen, daar begin ik nooit aan, ik heb thuis genoeg miserie gezien."

Gaza, Beiroet of Bagdad, daar zwemt ze wel doorheen maar niet het huiselijk geweld : dat is een wonde voor het leven.

dinsdag 8 februari 2011

Gespot : een overenthousiaste Papa.

"Piep!", roept de man luid.
Het kind schrikt zich een aap en hij moet ze meteen troosten.
Dat was niet de bedoeling.
De vader speelt verstoppertje in het Fontainaspark, hij zoekt beschutting tussen de rij rechtopstaande bills.
Zijn dochtertje zocht het in een heel andere richting.
Ik heb ooit eens een ballon laten springen bij een klein neefje.
Lange jaren nog heeft het kind mij geassocieerd met die vreselijke ontploffing.
Het was goed bedoeld, net als deze olijke papa.

Het kind maakt het kind in ons wakker, alleen hebben wij veel meer macht, een loodzware stem en een enorm lijf.
Dat scheelt een flinke slok op een borrel als je deelneemt aan kinderspelletjes.

zondag 6 februari 2011

Blogshot : De Nachtstadswachters

Sinds de stadswachten ook tot ’s avonds laat rondkuieren in de Bloemenhofwijk heb ik het gevoel dat er meer rust is in de buurt.
Zeker in de voorhall van sommige blokken aan de Papenvest.
Ze zijn daarbij ook nog vriendelijk en doen mij een beetje denken aan de champetter uit Quick & Flupke. Ze doen hun best maar komen altijd net te laat als er weer eens glas rinkelt in de straat.

Les Mauvais Blancs

“Hij heeft hem nooit gesoigneerd,” – ’t was den beste van den hoop.”
Het klopt, Rik, in de volksmond Ricky, was een rasvoetballer. Hij dribbelde de tegenstand moeiteloos op een hoopje en scoorde, vinger in de neus tot 1O of 11 doelpunten.
Hij werd al snel opgemerkt door de scouts van Anderlecht. En zo arriveerde de simpele volksjongen op een grauwe septemberavond aan de Grote Poort van het Paarse Walhalla. Hem wachtte een gouden toekomst.
De vader hangt met mij aan de toog. “Hij heeft het allemaal verkloot, ‘k heb er alles voor gedaan.”
De man hangt nog steeds aan de fles.



Het dorp was te klein. De nieuwe Maradonna was opgestaan, het dorp zwol in verkeerde trots en vader en opa deelden in de glorie. Blinde euforie.
Hij was één van de honderden jonge knapen die her en der werden weggeplukt.
Schaars zijn de doorzetters die naar het eerste elftal doorstoten of naar andere ploegen in de hogere reeksen.
De meeste genieten er een prima opleiding en vinden hun weg in bevordering of de hogere reeksen van hun provincie.
Maar bij Ricky was the sky the limit. Als iedereen je de hemel inprijst gaat men snel gaan zweven.
Het begon toen hij van het veld werd gehaald, talent zat, maar te lui om te werken en te trainen. Het ging allemaal vanzelf. Toen begon de vader amok te maken tegen de trainer, opa moesten ze ketenen.
Het ging van kwaad naar erger. De jonge knaap, nog barstenvol talent, was veel te vroeg gaan puberen. Hij kreeg de maniertjes van Eric Cantona en David Beckham, te snel met de meisjes, het wilde uitgaansleven.
Hij werd al vroeg gedumpt. Tweede klasse, godbetert derde klasse, het was te min.
Dan maar, uit verveling, terug naar de provinciale reeksen. Hij werd er weggehoond, de held van weleer werd beschimpt, de gevallen Engel. Te zwaar, te lui, te verwaand.
Ook daar liep het mis.
De vader dierf zich nog amper te tonen, opa speelde terug met de duiven.


Ricky speelt nu bij de Welkomboys, een beruchte caféploeg.
Ze verliezen altijd maar ze hebben de tijd van hun leven.
Alleen Ricky droomt soms nog even weg in de vunzige kleedkamers van het cafécircuit.
In zijn portefeuille bewaart hij nog de foto van de eerste kampioenstitel bij de kadetten van de Sporting. Het mauve-blanc is helemaal vergeeld.
“Les Mauvais Blancs” zong zijn vader altijd.
Hij heeft een beetje gelijk gekregen.

vrijdag 4 februari 2011

Gespot : De Omhelzing

Drie meisjes : een blondje, een roodharige en een dikkerdje wiens haarkleur ik me niet herinner omhelzen mekaar innig en hartverscheurend. Ze staan op de stoep vóór Hunting & Collecting terwijl ze mekaar omarmen. De plek is heel symbolisch.
Die gaan voor lange tijd uit mekaar. Ze vertrekken vanuit drie verschillende plekken op wereldreis en hebben terug afgesproken op 4 februari 2O12 in een blokhut aan de 78° NB in Ny Alesud, bij Spitsbergen. Daar zullen ze hetzelfde tafereel herhalen, en de inwijding in hun volwassen leven samen vieren bij een fles zelf gestookte zware drank.
"A tout à l'heure !", roept de rode naar de twee anderen, "Je serai là à 21uoo."
Binnen twee uur zien ze mekaar terug.

Ik heb mensen gekend die elkaar kusten naar en van het toilet. Dat was er ver over, maar dit komt aardig in de buurt.

woensdag 2 februari 2011

Stadsbrief : Hardnekkige kanker.

Beste Bruksel,
Vanochtend gepasseerd in de Predikheren, u weet wel, het pittoreske straatje aan het begin van het Ilôt Sacré.
U weet het wellicht niet, daarom maak ik er u graag attent op, maar de ganse linkerkant van deze straat is prijsgegeven aan de duiven. Onderaan en bovenaan.
Liep er geen Unesco-commissaris rond, heelder dagen in deze buurt, om één en ander te bewaken ?
Of heb ik dat verkeerd voor ?

Stadskankers : u blijft er stekeblind en potdoof voor. Op drie passen van de Grote Markt.
Het allerschoonste lelijke voorbeeld staat aan de andere kant van de Markt, boven de Capital Corner aan de Anspach, met ernstige uitzaaiingen tot in de eerste drie huizen van de Steenstraat.
Ook al vlakbij het Werelderfgoed.


Zo kan ik nog wel een tijdje doorgaan : welke zichzelf respecterende welvarende stad verwaarloost zo schaamteloos zijn Erfgoed ?
Shame on you.

Je, Pacha Kroet.