woensdag 30 maart 2011

La rencontre

"C'était une recontre des dossiers."
De grijze bediende in Les Brasseurs maakt zich dik. Er is een fout ontdekt op kantoor, hij heeft één en ander laten slingeren. Zijn collega, een jonge wolvin die te snel wil klimmen heeft een aantal cijfers vergeleken tussen twee dossiers en wat onregelmatigheden ontdekt.
Zonder hem te kennen is ze dat gaan aankaarten bij haar chef.
De man spuwt zijn gal tegen twee collegae van middelbare leeftijd.

"Het is de letter van de wet tegen de geest van de wet. Ik ben altijd voor het tweede gegaan, ik heb gans mijn carrière zo gewerkt."
"C'est une culture honteuse," zegt de andere, over de andere.
"Ze denkt zich alles te kunnen permitteren, ze moet maar met haar kont draaien en Richard slaat tilt."
Richard blijkt de bureauchef.
De grijze steekt nog een sigaret op.
"Met mij heeft ze nog niet gedaan," - "Laisse tomber Michel," zegt de forse tegenover hem.
"Jamais de ma vie. Je suis intouchable," zegt hij ietwat gezwollen.
"J'ai mes relations, daar kan zij een punt aan zuigen."
Daarop bestellen ze nog drie Jupilers.

Er worden nog wat collegae over tafel getild.
Er zijn twee kampen. De klikspaan heeft vooral jonge aanhangers met brandende ambities die over lijken gaan. De grijze heeft supporters bij de oudere bedienden, die sterven uit en hebben hoelanger hoe minder invloed.
De grijze blijft doorrammen.
Een kleine oorlog dient zich aan. Morgen gaat hij bij ses relations om haar te bekladden.
Dat is een verkeerde strategie, de anderen weten dat. Maar hij is intouchable. Ze proberen nog wat op hem in te praten maar hij windt zich hoelanger hoe meer op.
De twee anderen moeten hun trein halen. Hij loopt mee naar buiten en blijft doorrazen.
Ik zie ze nog heel even discussiëren op het trottoir.
Dan gaat Michel terug naar binnen en bestelt een Half en Half.
Hij drinkt gulzig.
Als hij in het glas kijkt weet hij dat er een tijdperk voorbij is.

maandag 28 maart 2011

Gespot : Een Hollander spreekt Frans

De blondgrijze man die op de hoek van de Kartuizers en Oude Graanmarkt vraagt naar
le chemin pour le Grand Marché, dat moet een Hollander zijn.
Wat later zal hij vragen naar La Place des Renards en gegeven dat hij daar arriveert zal hij hopeloos verdwalen op zoek naar Le Sable.
Dan zwijg ik nog van Le Roi du Montagne of Le Petit Monsieur qui urine.
Ze zijn soms lang onderweg, de Hollanders, in Brussel.

zaterdag 26 maart 2011

Vader en Zoon

"Ik moet snuiten papa."
Terwijl papa diep in zijn zakken tast, blijft het jongetje gebiologeerd staan kijken naar de nieuwe vitrine van Wonderland in de Kartuizersstraat.
Het ventje is amper vijf jaar oud en heeft een brutaal bekje.
Hij gaat duidelijk niet graag naar school of wil minstens de tocht vertragen.
De papa is een lange onhandige slungel. Keurig gekleed, dat wel, maar hij heeft wat moeite met het kleine grut. Later wellicht - dan zal het vlotter gaan, alhoewel.
Pubers kunnen heel brutaal zijn, eens ze je zwakke plek hebben ontdekt kunnen ze daar pijnlijk in koteren.
Soms worden dat stinkende wonden die niet meer te helen zijn.
Of papa kan ook quantité négligable worden, dat is meer dan waarschijnlijk het lot van de lange man.
Hij is ongetwijfeld onberispelijk in zijn vak, alle cijfertjes kloppen tot ver na de komma - maar intuïtie, sociale vaardigheden, een kind lezen : daar is nog veel werk aan.

Als hij eindelijk een zakdoek heeft opgediept schudt het jongetje van neen : het snot is opgelost.
De man fatsoeneert toch nog even de neus, om de inspanning niet vergeefs te laten passeren. De kleine schudt van neen.
Daarop duurt het een hele tijd vooraleer de zakdoek weer op zijn plaats zit.
Dat is nog maar net gebeurd of het jongetje heeft opnieuw een neus die opspeelt.
Dat is heel doorzichtig maar papa heeft het niet in het snot.
Hetzelfde tafereel herhaalt zich, daarop vervolgen ze hun weg. Het zoontje draalt, papa windt zich niet op, hij luistert braaf naar het jongetje : "Papa, ik ben moe." " Papa, ik heb honger."
"Straks..," antwoordt de man steeds.
Op de hoek van de Kartuizersstraat en Dansaert heeft de jongen een colablikje ontdekt waarmee hij wild over en weer begint te sjotten.
Soms moet de man hem loslaten omdat het blikje buiten zijn armwijdte rolt.
Steeds groter worden de kringen rond papa.

"Fernand, het is nu echt tijd. Papa moet gaan werken."
Daarop trekt Fernand een pruilmondje en begint zachtjes te wenen.
De vader droogt zijn tranen en neemt hem op de arm. In de andere hand draagt hij het boekentasje en zijn laptop.
Ik zie het ventje lachen achter de rug van zijn lange Papa.

donderdag 24 maart 2011

Fortstraat, 7u43

Twee spiegels raken mekaar
heel even maar
een harde klap
zoen
een vluggertje
en passant

hij gaat aan de haal
zij schrikt
ietwat gebroken
haar ganse dag
aan scherven

dinsdag 22 maart 2011

Gespot : Groene Nylons

Het meisje met de groene nylons fatsoeneert haar bleke gelaat op de ochtendtram.
Met haar ronde spiegeltje omlijnt ze eerst haar fijne lippen, dan smeert ze wat gezichtscrème over haar wangen.
Bij de oogschaduw loopt het uit de hand.
Tussen Midi en Hallepoort stopt de wattman heel bruusk zodat haar borsteltje een donkere streep trekt op haar voorhoofd. Ik voel ze vloeken.
Aan Horta is ze nog bezig met een papieren zakdoek en speeksel haar voorhoofd te wassen.

Verfwerken op drukke plekken : altijd mee oppassen.

zondag 20 maart 2011

De Twins

"Avec ou sans ?", vraagt de blonde jongeman.
"Sans," zegt de andere zonder op te kijken uit Mercure van Amélie Nothomb.

De frèle ééneïigen in Häagen-Dazs in het Zuid hebben voldoende aan een lichte knik, een oogopslag, een gebaar om mekaar woordeloos te verstaan. Het ging over een wafel, met of zonder - zonder het geruit gebak te benoemen rook de andere al de warme vanille en de zoete suiker in de stem van zijn broer.
Ze eten genoeglijk, zonder veel te praten.
Allebei kijken ze even verbaasd naar het gewriemel in de Midi op woensdagmiddag.
Ze drinken op dezelfde wijze, de lippen ietwat geteut naar voren om zich niet te verbranden, knabbelen perfect synchroon alsof het een drilloefening betrof van een voornaam keurkorps.
Ze praten weinig, maar geamuseerd, alsof ze op vakantie zijn, alhoewel niets daarop wijst.
Misschien zijn ze alle dagen op vakantie.
De twins genieten van hun samenzijn, twee veertienjarigen, beste broers, dikke vrienden.
Dat loopt zeker niet altijd gelijk, maar wellicht wel als je in hetzelfde ei bent gebroed.
Ik ken weinig tweelingen die het niet met mekaar kunnen vinden.
Soms ontstaat er een scheurtje als de éne sneller aan de meisjes zit en de andere minder aandacht krijgt, maar ik heb al geweten dat het meisje koudweg werd gedumpt als de broederliefde werd bedreigd.
Te hecht aan mekaar kleven is dan weer niet gezond.
Op retraites of vakantiekampen koos Geert altijd voor broer Kurt als de kamers werden verdeeld.
Groot verdriet toen de hardvochtige leider van dienst, omwille van gezwollen pedagogische principes, hen verplichtte om voor iemand anders te kiezen. Hartverscheurende taferelen, maar de leider brak niet.

De twee jongens in Häagen-Dasz zouden dit overleven, ze lijken mij heel matuur voor hun leeftijd.
Maar ze zijn wel héél close.
Als de andere een nieuwe bestelling gaat halen - ieder op zijn beurt, het gebeurt opnieuw geruisloos en zonder enige afspraak, leest zijn broer gewoon voort in het openliggende boek van zijn broer.
Samen één boek lezen : dat lijkt me wel wat.
Je wint immens veel tijd waardoor je je sneller kan wentelen in nieuw proza.
De context kan je raden in de gedachten van je broer zodat je meteen de draad kan oppikken, terwijl de andere nadien weer moeiteloos de draad opneemt.

Ik wou dat ik mijn eigen tweeling was.

vrijdag 18 maart 2011

Gespot : De Dikke en de Dunne

Een hele dikke mevrouw bekijkt mij met een vuurspuwende blik.
Nochtans heb ik haar zonet vrije doorgang verleend op het voetpad van de Kogelstraat.
Om haar voldoende ruimte te geven ben ik zelfs nààst het trottoir, op straat, gaan staan zodat ze alle ruimte had om te passeren.
Toegegeven : dat is erover, maar het was ofwel ernaast ofwel erop en eronder.

dinsdag 15 maart 2011

Respect

Grootgebracht in een gezin van welzijnswerkers had hij veel te goed opgelet.
Als jongste van de hoop wilde hij bovendien de beste zijn van de klas.

Hij woonde in één van de drukke straten tussen Ribeaucourt en de Henegouwenkaai.
Een verstandige jongeman met, zoals dat heet, een hart van goud.
Hij wilde meteen de wijk opfleuren en de buren leren kennen. Zijn fiets liet hij in het begin gewoon voor de deur staan. Zonder slot. In blind vertrouwen, dat vertrouwen vertrouwen schept.
Na een tijdje had hij dit afgeleerd, dan kwamen ze zijn fiets lenen, deze kwam niet terug, ofwel werd er een andere velo afgeleverd. Soms stond hij verhakkeld voor de deur.
Hij verloor alle ontzag bij de hangjongeren uit zijn buurt.
De ouderen hadden hem al een aantal keren gewaarschuwd : "Ge moet niet met uw voeten laten spelen."
Maar hij had er geen oren naar, hij was toch geen racist ?
Iedereen was welkom, ze kwamen eten en drinken. Er was amper tijd om te blokken.
Zijn vrienden keken ernaar met afgrijzen : "Ge zijt zo naïef als een blind kieken, alleman profiteert van u."
Zijn stek werd gebruikt om te dealen, hij liet het allemaal begaan.
Hij wilde overeind blijven in de Maghrebijnse buurt aan de Zwarte Vijvers en tegelijk missioneren : open-deur, genereus - niet alle Vlamingen zijn xenofoben nietwaar.
Zo verwerd hij de nar van de straat.
Toen zijn stereo en GSM werden ontvreemd moest hij met hangende pootjes afdruipen.
Zijn broer is hem komen verhuizen.

"Respect afdwingen begint met respect voor jezelf," had een straathoekwerker hem nog gezegd.
Maar hij was te goed opgevoed.

zondag 13 maart 2011

Gespot : Roken is niet gezond !

Buiten roken is heel ongezond. Dat weet iedereen.
In de tochtige trechter onder de Philipsbuilding aan de Brouckère staan de collegae van Partena naarstig te smoren. Het contrast tussen de bloedhete bureau's en de stilstand op het ijskoude trottoir is enorm.
Gegarandeerd heeft de helft van de rokers volgende week een zware verkoudheid, bronchitis of longontsteking. Dat kost de sociale zekerheid handenvol geld en schaadt de goede werking van het bedrijf.
Werkgevers ! Denk aan de gezondheid van uw rokend personeel ! Gun ze een plekje onder de zon !

vrijdag 11 maart 2011

De Bastaards

In Déstockage Dod aan de Gentsesteenweg maken drie Serviërs de rayons onveilig.
De kleine geblokte is kortgeschoren met een karkas waarbij Rundskop verbleekt tot een dronken zweefvliegje. Hij heeft een knoert van een litteken op zijn wang welke niet van de hond is.
De jongeman draagt een camouflagebroek en een zware leren vest met hoge kraag.
Hij is vergezeld van een oudere man, eveneens in gevechtskledij, met een kakipet en een heupzakje, te groot voor een GSM, te klein om boodschappen in op te bergen.
De vrouw, wiens positie en leeftijd onbestemd is - ze kan de moeder zijn van de kortgeschoren gorilla maar tevens de vrouw van de oudere man - is zwaar geblondeerd.
Ze draagt een gebloemd sjaaltje en kijkt immens droef, zoals vele vrouwen uit die regio.
Af en toe kijken ze schichtig opzij over de rekken alsof ze bang zijn ontdekt te worden.
Dat hebben ze geleerd in de loopgraven.
De jongste was ongetwijfeld sniper in de heuvels van Sarajevo waar hij hoog en droog op de weerloze burgers schoot als ware het konijnen aan een lichtbak.

Het voert mij in geen tijd terug naar Bosnië-Herzegovina. Ik zat op de trein tussen Budapest en Sarajevo.
Onderweg stopte de trein talloze keren op vreemde plekken.
Plots kwamen uit het struikgewas tientallen passagiers tevoorschijn, niemand verliet de trein.
Aardedonker, nergens een perron.
De ganse rit, meer dan tien uur, bleven de deuren van de trein wijdopen.
Even vóor de Bosnische hoofdstad stopte de trein en bleef een halfuur stilstaan. Ik ging poolshoogte nemen, nergens een machinist of treinwachter te bespeuren. Na enige tijd vertrok de spooktrein opnieuw.
De oorlog was toen al tien jaar voorbij.
De twee passagiers uit Sarajevo wijzen naar de heuvels :
"Kijk, ginderachter is de Bosnisch-Servische republiek en ginder de moslim-Kroatische federatie.
Ik kom uit een half-Kroatisch, half moslim gezin, ik ben zoals goede wijn : gemixt. Welke is mijn identiteit ?"
En hij lacht.

In Déstockage Dod zijn de drie Serviërs klaar met passen.
Ze betalen cash en zeggen keurig au revoir.
In deze stad zullen ze leren dat het scheldwoord Bastaard een eretitel is.

dinsdag 8 maart 2011

Gespot : De Vernieling

Er is een nieuwe rage in de stad.
Vanochtend werd het groene paaltje op mijn voetpad met wortel en tak uitgerukt en als een trofee neergelegd voor mijn deur.
Wat verder in het Fontainasparkje werden twee vuilbakken van de pot gerukt.
Men wil blijkbaar ras le bol maken met de ijver van de stad om straten en pleinen te fatsoeneren.
Of gaat men er vanuit dat door het verwijderen van vuilbakken het vuilnis zich vanzelf oplost ?
Ieder neemt zijn vuiligheid mee naar huis.
Zonder verkeerspaaltjes gaat iedereen in het vervolg keurig parkeren naast het voetpad.

Mijn stad gaat er op vooruit.
De burgers nemen zelf het heft in handen.
Pas de gouvernement ? On se débrouille nous-mêmes.

zondag 6 maart 2011

Het zwarte meisje en de chocoladeverpakking

Het zwarte meisje tegenover mij is eerder sjofel gekleed. Haar moeder heeft de hese stem van Tina Turner maar haar lijf neigt eerder naar Mahalia Jackson.
Ze stift haar lippen met een witte stick. Ze draagt tevens een helwitte bril en halssnoer.
Black meets White.

Het kind heeft net een blanke reep chocolade verorberd, ze verwijdert de folie maar bewaart de gekleurde verpakking. Ze bekijkt het even, trekt haar wenkbrauwen hoog met de gespeelde verwondering waarvan alleen Afrikanen het geheim kennen.
Ze heeft slechts een ogenblik vandoen om het banale papiertje te vermaken tot een opwindend speeldgoedje.
Ze plooit de verpakking in twee en maakt er vervolgens een klein scheurtje in.
Als ze het nadien openvouwt heeft ze een handig doorkijkje getoverd waarmee ze sans risque de hele tram kan bespieden.
Ze heeft mij eerst in het vizier. Ze veronderstelt dat ze niet opgemerkt wordt maar een geoefende luisteraar als ik voel meteen wie er kijkt. Overspannen zintuigen.
Ik gebaar van kromme haas en laat haar een poosje in het ongewisse. Ze bestudeert mij van kop tot teen.
Totaal onverwacht kijk ik haar plots aan en knipoog.
Daarop verandert ze het formaat en houdt het papiertje nu verticaal omhoog. Dat lijkt haar een verdekter opstelling.
Nadat ze een foto heeft genomen verzint ze terplaatse een nieuwe insteek. Ze rolt de verpakking en vervaardigt alzo een handige verrekijker. Zij beantwoordt mijn glimlach. Ze heeft de tijd van haar leven.

Met een flinterdun papiertje een hele nieuwe wereld toveren.
Daarbovenop de genen van Tina Turner en Mahalia Jackson :
we gaan nog horen van dit kind.

vrijdag 4 maart 2011

Gespot : L'Anarchie Belge

"...on ne peut pas fumer ici ?" vraag ik aan de waard van 'La Plume' op het Vossenplein.
Overal in het café hangen roodwitte verbodstickers, aan de voordeur, naast de toog, boven iedere tafel.
De klanten lachen zich een bult.
Hij monstert mij heel even en waait mijn opmerking weg door een breed handgebaar :
 ".....pffffft.. on s'en fout. Pas de gouvernement, plus de règles !
Entrez monsieur, vous pouvez fumer autant que vous voulez."

L'anarchie Belge in het hart van de Marollen.

dinsdag 1 maart 2011

Het UZ en het éclairke

Een blonde vrouw weent in haar rolstoel. Ze is vastgebonden aan de stoel met een infuus alsof haar leven aan een zijden draadje hangt. Een mix van pijn en verdriet.
Net als het meisje dat aan magerzucht lijdt. Ze kijkt in een peilloze diepte, alleen door haar waarneembaar.
Haar papa verorbert een lauw broodje. Waarom zijn de voorverpakte broodjes in het UZ lauw als ze uit de frigo op je bord terechtkomen ?

Klinieken, je mijdt bij voorkeur die oorden. Toch slaagde mijn moeder erin van ieder ziekenbezoek een feestje te maken.
Ongeacht de toestand van de bezochte, de verwantschap of leeftijd, het weze bevalling of terminale longkanker : ieder bezoek werd steevast besloten met koffie en gebak.
"Kom, we gaan nog een goei sjat koffie koffie drinken met een pateeken."
Waarvoor dienden die cafetaria anders in muffe klinieken ?
Nooit heb ik een kliniek betreden zonder dat in mijn hoofd de gedachte speelde aan een heerlijk kwarke, een flan of verse abrikozentaart. Nooit bedrogen.
Het is een manier om het kwaad te bezweren. Om de tristesse te doven : het ultieme bakje troost.

Dat heet Levenskunst.
Het moet niet altijd Montaigne of Joep Dohmen zijn.
Café Noir en een éclairke : daar kan de Dalai Lama niet aan nippen.