De zwarte moustache, aandachtig luisterend naar de vieze clochards in de oude gang van het Noord, is hij het werkelijk ?
Jean-Paul Vastiau - het kan geen toeval zijn dat ik in dezelfde week twee stokoude maten terugzie, 35 jaar nadat we samen een groezelige soldatenkamer deelden in Keulen.
Jean-Paul, midden zijn biotoop. Wij noemden hem de Apostel van de compagnie.
Wonderlijk man, bleef altijd zichzelf, er werd wat mee gemonkeld, maar hij dwong onvermijdelijk respect af.
Jean-Paul speelde viool, hij mocht iedere dag een uurtje oefenen, in de vooravond, helemaal alleen op de kamer. Cultuurbarbaren die we waren trokken we ons terug in de kantine waar we ons bezatten aan zesderangs Jupilers. Onderwijl toverde hij heerlijke melodieën uit zijn snaarinstrument.
Hij woonde in het Luikse, in een christelijke basisgemeenschap, hij had zijn handen vol met ons.
Hij kuiste geduldig de kots, viste het vals gebit van zatte Claude uit de WC-pot, ving de bleukes op nadat hun bed was omvergekiept. Hij nodigde ons uit om te gaan wandelen : "Le parc est très beau au printemps..", jaja dat zal wel.
Eén keer is de aalmoezenier gepasseerd. We hadden net een weerspannige kamergenoot opgesloten in een kast. Toen de proost achteloos vroeg of we over iets wilden praten begon Michel, die een vreemde stem ontwaardde, op de kast te bonken. De arme man is nooit meer teruggekeerd.
Hoefde niet, wij hadden onze eigen zieleherder.
Toen Antoine zelfmoord wilde plegen en zich te pletter gooide uit het venster, was hij de eerste beneden.
De eerste aan zijn bed, de eerste bij wie Toine uithuilde.
Toen de lange spichtige Lucien zijn opwachting maakte als de nieuwe facteur werd hij snel door iedereen uitgespuwd. Ambetant karakter, zure jongen, eenzaat, wilde met niemand contact.
Op een avond komt hij straalbezopen de kamer binnen, hij zet zich neer op bed en begint te huilen als een in de steek gelaten kind. Schokkend, reddeloos verloren, hartverscheurend.
Hij staat op, opent de kast, rukt woedend alle pin-ups van de deur en hangt één foto aan de binnenkant : de foto van zijn moeder.
Zij was overleden de maand vóór hij bij ons arriveerde. Eén en ander werd duidelijk : alleen Jean-Paul wist ervan.
Zo stond hij hier ook weer in de Nord, midden de verworpenen der aarde, een Schone Mens.
Neen, we wisselden geen e-mails of telefoons uit, wat zouden we mekaar meer kunnen vertellen na al die jaren.
Neen, hij zit niet op Facebook.
Hij heeft wel wat anders om handen.
Geen opmerkingen :
Een reactie posten