zondag 19 december 2010

Stadsbrief : Ik ga wonen in de St-Hubertusgalerij.

Beste Bruksel,
Wóónt er sowieso wel volk in de St-Hubertusgalerijen ?
Indien niet, zou dit een onvergeeflijke doodzonde zijn.
Al weken houd ik de appartementen boven de winkels in het oog. Héél, heel soms zie ik een flauw lichtschijnsel, dat kan een verdwaalde kat zijn die voor de lichtmelder loopt, de poetsvrouw of de conciërge, het is maar even - voor de rest : geen hond te bespeuren.
Ofwel zijn de bewoners rondreizende wereldsterren die slechts heel af en toe hun koffers komen uit- en inpakken ofwel zijn het gewoon spookappartementen. Zonde, zonde.

Daarom stel ik mij bij deze vrijwillig kandidaat om minstens zo één appartement te betrekken.
Ik beloof plechtig om iedere ochtend lichte barokmuziek te laten weerklinken uit de openstaande vensters, ik beloof je geurige bloemen, bloedrode rozen in elegante bloembakken, kleurrijke affiches aan de ruiten, witte en rode kaarsen voor mijn raam dag en nacht.
Af en toe een feestje, uitbundig maar beleefd, ik zal niemand storen, maar er zal wel leven zijn op de bovenste verdiepingen.

Mijn présence zal bevallig en aangenaam zijn, het zal de galerij kleur, glans en een zalig aroma geven, weg met die donkere en doffe ramen.
Mijn aanwezigheid zal ongetwijfeld nieuwe bewoners lokken en prikkelen, weldra zal de galerij bevolkt worden met vriendelijke, aangename inwoners die de chique winkels zullen soigneren en de bovenkant smaakvol arrangeren.

U weet mij wel te vinden,
Je Pacha Kroet.

Geen opmerkingen :

Een reactie posten