zondag 31 oktober 2010

De Stille Bedevaart

Uiteindelijk heeft ze hem, na lang en verbeten aarzelen, zachtjes laten inslapen.
Ze heeft het gerekt tot het allerlaatste, maar het was kiezen tussen zijn lijden en haar verdriet.
Zijn pijn deed haar overstag gaan.

Het arme diertje was helemaal uitgemergeld en verkankerd, overal deed hij onverwacht zijn gevoeg. Soms was er een lange streep vuiligheid van de keuken tot in de leefkamer, over het tapijt. Er hing een vieze geur die ze maskeerde met een te felle spray, ze kuiste het allemaal geduldig en gedwee, zelfs niet morrend, met heel veel medelijden.
Ze droomde ’s nachts, dan liep ze helemaal alleen in haar kamerjas, tussen torenhoge verlaten kantoorgebouwen. Geen mens op straat, ruige wind, een spookstad. Ze riep zijn naam met schorre stem, een verre echo, nergens een spoor, geen teken van leven.
Dan werd ze wakker van zijn gekerm, met zijn trouwe ogen, verdrietig, stond hij haast te smeken om hem te verlossen uit zijn helse pijnen.
Hij kon zelfs niet meer op het bed springen, het ochtendritueel. Zo werd ze graag wakker, het dier gaf haar zin en goesting, hij vulde haar dag. Ze had iemand om voor te zorgen, iemand die haar graag zag, die nooit slechtgezind was. Ze praatte de ganse dag tegen de hond, over zijn ongeduld, dat hij trager moest eten, “ça-va mon petit Charles ?”.

Heel soms kreeg hij een snoepje, ze waakte streng over zijn gezondheid, ze soigneerde hem beter dan haarzelf.
Minstens driemaal, maar bij goed weer veel meer, gingen ze buiten wandelen, fier als een gieter zoals oma’s pronken met hun kleinkind.
Soms kwamen ze een dame tegen uit hetzelfde blok, ze keuvelden wat, meestal over hun beider hondjes, hun gewoontjes en leur caractère têtu.
De diertjes begrepen dit, daar waren ze van overtuigd. Als ze mekaar hadden besnuffeld keken ze omhoog naar hun beider baasjes, staartjes over en weer.
“N’est-ce pas Fifi ?”, zei de dame dan en Fifi beaamde dit.
Zie je wel ? Dan lachtten ze beiden uitbundig. “Allez, à demain”. Bisou., dan gingen ze beiden hun eigen weegs.



Helemaal alleen en verweesd liep ze nu over de Papenvest.
Het zal zijn tijd duren, ze is nog niet toe aan een nieuwe. Dat komt nog wel.
Er zijn vrouwtjes die het kunnen, om hun verdriet op te vullen, de dag nadien linea recta naar Veeweyde. Snikkend in de wachtzaal vertellen ze het verhaal voor de duizendste maal aan de geduldige verzorgster.
Dan passeren ze aan de kleine kooien, smekende blikken achter tralies, ze wenen opnieuw.
Het allermoeilijkste is een keuze maken.
De foto bleef staan op de schoorsteenmantel maar ze hadden direct weer zorg, bezigheid, een reden om naar buiten te gaan.


Zij niet. Zoals ze zijn lijdensweg had verdragen, wilde ze ook zijn gemis verdragen.
Zo ging ze helemaal de route die ze elke dag volgden, een stille bedevaart.
Moederziel alleen, foto geklemd in haar jaszak, helemaal in het zwart.

vrijdag 29 oktober 2010

Stadsbrief

Beste Bruksel,
Ik zie ze hoe langer hoe meer lopen, de brave baasjes met hun plastic zakjes in aanslag, gereed om de kak van hun trouwe viervoeters tijdig op te vangen.
Dat is voorwaar een grote vooruitgang, al zijn er nog veel ongelikte, onbeschofte kakmeneren die vierkant hun broek vegen aan de bruine voorschriften : ik zou het hen goed inwrijven.


De vuiligheid opkuisen is al iets, maar ook heel kwalijk en veel moeilijker uit te roeien is de penetrante pisgeur die veel langer blijft hangen dan de bruine stront.
Is daar iets aan te doen ? Ik vraag het mij af ?
Een pispotje meebrengen lost niks op, honden bakenen hun territorium af door hun kwakje, daar kan je ze niet van weerhouden.


Misschien moeten we denken aan een ecologische spray, die u dan ter beschikking zou moeten stellen om tegelijkertijd de stank te neutraliseren en een weldoende geur te verspreiden op de plek des onheils.
Zo wordt Brussel une ville parfumée, een nieuwe eretitel die haar faam nog zal verhogen en waardoor het nog een groter genoegen wordt om te flaneren in uw straten.
Dat is een reuzegroot gat in de markt, wie maakt er werk van ? Van Pis naar Parfum.


Schrijf jij alvast een wedstrijd uit om de ultieme Stadsparfumeur te strikken ?


Welriekende groeten,
Je, Pacha Kroet.

maandag 25 oktober 2010

Gespot

Op tram 3 roept de omroepster van dienst aan het Zuidstation : Porte de Hal.
Aan de Hallepoort zijn we dan weer aan de Parvis St-Gilles enzoverder.
Overal is ze net één station te vroeg.
Hoogstvervelend voor de Amerikaanse toeristen die verschrikt hun plannetje bekijken en de twee ééndagsvliegen die onderweg zijn om te gaan winkelen op de Avenue Louise.
Ze zouden beter hun wafel houden, niks zo verwarrend als verkeerde informatie.
Maak ik vaak mee op de tram, gelukkig ben ik er nog om één en ander op te vangen en mensen wegwijs te maken.
Er was ook nog controle bij het verlaten van de tram waarbij ik onder mijn vijs kreeg omdat ik mijn jaarabonnement niet had gevalideerd alhoewel vooruitbetaald voor één jaar.
Met de gratis diensten die ik regelmatig verleen aan verdwaalde reizigers zou ik eigenlijk een gratis abonnement verdienen.

Bij het omroepen zijn ze te vroeg, bij het arriveren te laat, bij de controles onredelijk voor trouwe abonnees.
Komt het ooit nog goed tussen ons ?

zaterdag 23 oktober 2010

Het is lang dag

Iedere ochtend, pal om 8u3O steekt ze haar hoofd naar buiten op de eerste verdieping in de rue Cureghem.
Een welopgevoede dame, het haar keurig in een gedemodeerd dotje, de slobberige kamerjas verraadt een zeker verval.
Haar gezicht, bitter, getrokken, al heel lang niet meer geglimlacht.

Ze werkte indertijd als vendeuse in de Innovation, maar haar toenmalige man, stikjaloers, wilde haar altijd in de buurt hebben zodat ze, met spijt in het hart, de rayons in de rue Neuve achterwege liet.
Ze was een gewaardeerde parfumeuse, gemanierd, beleefd, sprak met kennis van zaken, had veel ervaring.
Het was een stuk van haar leven dat werd weggesneden, maar de angst om alleen achter te blijven woog zwaarder dan de reukwaren van de Inno - ook al was haar vent, zeker verbaal, heel agressief en humeurig.
Haar familie begreep haar keuze niet, ze had overigens gebroken met die tak.

Het was een man met een sierlijk voorkomen, lichtkrullende haren, gezwind, met maniertjes ook.
Een playboy, maar discreet en dus veel gevaarlijker dan de flamboyante soort.
Het soort venten waar nogal wat vrouwen voor in zwijm vallen, zeker als ze ook nog wat praatjes verkopen.
Dat veranderde snel toen ze trouwden, de frisko was snel afgelikt, hij zocht zijn heil ook elders maar wilde wel dat ze altijd gereed stond want zij bleef een felle madam die zich goed soigneerde.
Toen  hij zijn speelschulden opstapelde en aan de fles raakte kreeg hij ook nog losse handjes.
In het begin dacht ze hem nog te kunnen bekeren, zoals sommige vrouwen naast de rol van echtgenote ook moedertje spelen : een hopeloos engagement.
Uiteindelijk is ze toch vertrokken, helemaal berooid. Het geweld, het lawaai, rumoer - ze was zo niet opgevoed.

Zo is de fiere vendeuse van de Inno aan lager wal geraakt, men ziet nog de fierheid, de rechte gestalte, maar ook het verdriet en de solitude.
Dat is het allerergste, had hij niet geslagen misschien was ze wel gebleven.

Nu, oud en op haar retour leeft ze van de CPAS, af en toe komt de Assistance Sociale langs, niet meer dan één keer per maand want ze staat niet in de categorie haute urgence.
Ze is trouwens te fier om veel praatjes te verkopen, alleen de papieren en het geld worden geregeld.
Ze was altijd al gewoon geweest om alles op te kroppen en de schijn hoog te houden.

Maar iedere ochtend, winter of zomer, opent ze, trouw als de koekoeksklok haar luikje en strooit wat broodoverschotjes naar beneden.
Dan roept ze de duiven op het dak, viens, viens, koeroe, koe - ze kennen haar en wachten getrouw.
Ze landen op het trottoir en pikken gulzig. Ze lacht niet, allang niet meer, maar ze kijkt wel even of ze hun gerief vinden;
Dan sluit ze het venster en zichzelf. Het is lang dag.

donderdag 21 oktober 2010

Stadsbrief

Beste Bruksel,
Zo heel af en toe verblijdt de Stib ons op een ondergronds concertje.
Niet meer dan één of tweemaal per jaar loopt ge de Frank VanderLindens of Dez Mona's van deze wereld tegen het lijf in de onderbuik van Beurs of Anneessens.
Het geeft die kale ruimte's meteen een grote warmte en exotische klankkleur.
Het is een idee dat men vaker zou moeten ontwikkelen maar niet noodzakelijk alleen met BV's.
Men kan immers meer dan één vlieg in één klap vangen als men de zaken goed voorbereidt.

Waarom niet de vele Metrostations opfleuren met rapconcertjes, slampoëzie of breakdance ?
Beoefenaars van deze genres vindt men bij bosjes aan Ribeaucourt, Simonis of Clemenceau.
Oppikken die gasten, aanspreken op hun kwaliteiten, talentenjachten organiseren en ze een podium geven op hun terrein.

Het geeft hangjongeren een nuttige bezigheid en bestemming, ze worden bevestigd in hun kunnen en tegelijkertijd maakt men van de branché-metrostations een veilige plek.
Laat de straathoekwerkers, welzijnswerkers en therapeuten niet alleen de 'problemen' aanpakken maar pro-actief op vanzelfsprekende plekken kutmarokkaantjes een podium geven.
Ik kijk er al naar uit.

Je, Pacha Kroet.

dinsdag 19 oktober 2010

Gespot

Een Oude Belg in café Rustica in Sint-Gillis roemt het respect van Noordafrikanen voor de oudere stadsbewoner. Soms wordt hun sacoche of portefeuille ontvreemd door hetzelfde soort volk, maar daar heeft hij het niet over.
Neen, volgens hem zijn het vooral jonge Noordafrikanen die hem de trap ophelpen of hun plaats afstaan op de tram.
Het mag ook eens gezegd worden.

zondag 17 oktober 2010

De verstrooide dokter

Rechttegenover de Magdalenakerk, op de hoek van het Agoraplein bemerk ik zowaar mijn vroegere dorpsdokter die wellustig een veel jongere vrouw omhelst.
De oude snoeper geneert zich van geen kanten, zijn broek valt nog net niet op zijn enkels.
Ze zien mekaar maar één keer in de week want hij heeft een drukke praktijk en ik weet bovendien dat hij er nog meer maitresses op nahoudt. Ik heb ooit eens halfdood een vol uur in zijn wachtzaal gesleten toen hij een kerngezonde vamp met gulzige blik zijn spreekkamer binnenloodste en onderwijl haar kont monsterde.
Het zal wel een grondig onderzoek zijn geweest.

Dokters kunnen vrijwel risicoloos naast de pot pissen. Ze spreken gewoon af in hun praktijk, geen haan die ernaar kraait. Hij had ook wel wat eenzame patiëntes waar hij aan huis ging, meestal als de echtgenoot de nachtshift deed, hij wist ze wel te verwennen.

Maar op deze plek, in volle avondspits, terwijl de helft van het dorp passeert onderweg naar het Centraal : die vrouw moet hem hebben betoverd en uitgedaagd.
Als je me dan toch graag ziet, bewijs het dan, nu, hier, meteen, tout de suite : je veux l'amour et en pleine rue.
Het is een mooie vrouw, wat ouder dan zijn oudste dochter, ze heeft hem helemaal bedwelmd.
Verdwaasd is hij, zot verliefd, als een overjaarse puber die onverstandig vrijt, het groene blaadje helemaal opvreet.
Het kan hem allemaal niet schelen : de ganse wereld, godbetert het ganse dorp mag het weten, de dokter is smoorverliefd, kijk maar, klets maar raak, neem maar foto's, chanteer mij maar, ik ben vogelvrij.

Uiteindelijk rukt ze zich los want ze moet haar trein halen, maar hij grijpt ze terug vast, ze laat hem betijen.
Hij kust haar vol op de mond, haar rugzakje glijdt van haar schouder.
Hij had zijn vrouw wijsgemaakt dat hij op een congres zat tot morgen, de samenkomst ging over het misbruik van Viagra.
De jonge vrouw had dit niet ingecalculeerd, een namiddag rollebollen met de dikke dokter, dat ging nog, maar een ganse nacht en dat na een Viagracongres ?
Ik hoop dat beiden het overleven.

Ik ben allang van dokter veranderd, ik vond hem nogal slordig in zijn diagnoses, hij was er niet altijd met zijn hoofd bij.

donderdag 14 oktober 2010

Stadsbrief

Beste Bruksel,

Wat nu ?
Hebt ge al niet de courage om het verkeer in uw binnenste drastisch aan banden te leggen -
ja, konden automobilisten vroeger maar 20/u rijden, nu worden ze verplicht aan 30km/u door het centrum te scheuren. Halfslachtige, gebrekkige, onbenullige beslissingen.

Nu wordt het nog gortiger.
Blijkt dat het Anneessensplein nu ook een publieke parking is geworden, 's avonds en tijdens het weekend.
Voorwaar een leuk pleintje geworden, als je daartussen moet laveren met een kinderkoets of winkelbuggy.
Waarom ook de Grote Markt niet opnieuw openstellen voor Koning Auto ?
Dat zijn op zijn minst honderd parkeerplaatsen. Tegen betaling natuurlijk, niet iedereen mag parkeren op het mooiste plein ter wereld.

Wellicht is het Anneessensplein niet het mooiste plein van de stad, maar er wordt wel hard gewerkt om het plein leefbaar te houden.
De plek volstouwen met auto's zal daar ongetwijfeld toe bijdragen.
Shame on you dat dit ongestraft mag gebeuren.

Je, Pacha Kroet.

woensdag 13 oktober 2010

maandag 11 oktober 2010

Gespot

In de wagen van de zwarte taxi-chauffeur staat boven op het dashboard een miniscuul maar opvallend kerststalletje. We schrijven begin oktober 2O1O : dat heet Weihnachtschmerz.
Mijn buur zet zijn boompje al midden november maar oktober slaat voorlopig alle records.
De chauffeur moet zich onnoemelijk triest voelen na zes januari maar ik vermoed dat hij Kerstmis rekt tot aan Vastenavond en er dan al paasklokken in zijn taxi hangen. Altijd feest onderweg.

zaterdag 9 oktober 2010

De Sprekende Annonce

'Un homme existe lorsque sa voix est ecoutée.'
Op Tram 4 sta ik naast een doofstomme jongen die dezelfde reclame-affiche leest.
Het is een annonce om het bestaan van de zelfmoordlijn kond te maken aan kandidaat suïcidalen.
De jongen monkelt even.
Stel even dat hij kampt met problemen, wat niet onwaarschijnlijk is als Bach of Bartok je worden ontnomen, als je vanalles wilt zeggen maar het niet gezegd krijgt. Als men je iets vraagt maar je nooit kan antwoorden.
Als je voortdurend verkeerd wordt begrepen, wat denkt zo'n jongen dan als hij leest : 'un homme existe lorsque sa voix est ecoutée' ?
Heeft hij geen recht van bestaan omdat hij niet wordt gehoord ? Dat steekt.
Maar evenmin kan hij terecht bij een anonieme lijn om dit te melden. Als hij in het midden van de nacht vergaat van eenzaamheid, als hij in de shit zit, als hij wordt afgewezen of buitengesloten en behoefte heeft om gehoord te worden, om zijn verhaal te vertellen ?
Qui écoute sa voix ?

Er nooit bij stilgestaan dat de Tele-Onthalen of Zelfmoordlijnen van deze wereld ontoegankelijk zijn voor mensen met dit soort beperkingen.
Wellicht zijn ze niet zwaarmoediger dan de vuilgebekte of welbespraakte medemens, alleen weten we het niet.

Ik heb de jongen maar heel even aangekeken.
Eén oogopslag was voldoende om te weten dat wat niet weet, wel degelijk deert.

donderdag 7 oktober 2010

Stadsbrief

Beste Bruksel,
15OO kilometer rioolpijpen hoor ik ?
Nooit vermoed dat je zoveer reikwijdte had.
15OO km : dan zit je al in Toscane en die afstand kunnen wij nu gewoon afleggen in uw onderbuik en denken dat we in Toscane zijn. Geweldig.

Om dat nieuws te vieren wil ik graag een spetterende Rioolfuif organiseren.
Het Feest van de Onderbuik, met gratis inkom en 15OO km nooduitgangen : nooit gezien.
Met natuurlijk vooral muziek van Warhol, Zappa, Nico en Lou Reed.
En uiteraard een overdagfuif, onder de grond is er geen kat die merkt dat het dag is.
Dat heeft twee voordelen : we zijn lekker uitgeslapen en als we rond 2Ou uit de riolen kruipen kan het feest gewoon doorgaan bovengronds.
Twee voor de prijs van één.

Het enige wat we nodig hebben is een vergunning en een geschikte Rioolzaal.
Kan u misschien voor zorgen ?

Je, Pacha Kroet.

dinsdag 5 oktober 2010

Gespot

In de rue d'Artois kom ik een jongeman tegen in blauw trainingspak. Hij maakt een sierlijke zwenking welke naar ballet neigt en ondertussen duwt hij met zijn wijsvinger tegen zijn rechterneusvleugel.
Er ontsnapt een mega groene fluim.
Je ziet het vaak. Mannen en vrouwen die ongegeneerd spuwen, rochelen, boeren of fluimen.
Moet men onderhand geen perkje voorzien voor dit soort mensen ?
Als we honden manieren willen leren zouden we wellicht kunnen beginnen met onze soortgenoten ?

zondag 3 oktober 2010

De Verloren Hoek

Vanachter de vitrine heb ik zicht op een stadslandschap gelijk aan een oorlogskrater in Beiroet.
Een troosteloze building zonder vensters met daarachter het glazen aquarium van de nieuwe Dexiatoren. Daartussen rijdt een roze trein van Noord naar Zuid als een  speelgoedtrein tussen onhandig gestapelde legoblokken.
Er is nog een nightshop die ook overdag open is. Ernaast een grijze container die prentkaarten en lauwe frisdrank verkoopt.
‘Le Petit Paris’ ‘se réserve le droit d’entrée’ maar alle gordijnen zijn dicht.
Garage Speedy is overplakt met overjarige affiches, dubbel geparkeerde wagens, uit de hand gelopen graffiti en overgelopen glascontainers.
Een man met een te zware anorak scharrelt in vuilbakken.
Overal staan grote ijzeren hekkens om verdere afbraak te verhoeden, de gescheurde affiches verraden dat het werk werd stilgelegd of nooit zal beginnen.
Hier en daar een vuil gordijn dat wappert uit vensters zonder leven.
Ik geloof nooit dat Lazarus hier uit de dood wilde opgewekt worden –
‘Laat maar Jezus, laat die kelk aan mij voorbijgaan, het is veel leuker in het Schimmenrijk.’

In het café heb ik het gezelschap van een langharige grijsaard die de asse van zijn sigaret te laat afnipt en daardoor zijn grijze broek en de vloer bevuilt.
Er zit nog een goedkope hoer en voor de rest alleen maar Turken die zwaar roken.
De overjarige prostituée lacht af en toe naar mij, ik wend wijselijk het hoofd af.
De grijsaard krijgt gezelschap van de rondborstige dienster :
“Tu prends encore tes médicaments ?”
« A quoi ça sert, je vais quand-même mourir. »
Ze lacht en klopt hem op de rug. Hij trekt alleen zijn schouders op.
De jonge mannen in ontspannen blauwe hemden spelen op de flipperkasten om de verveling en de dag door te komen.
De grijsaard die gaat sterven steekt nog een sigaret op, hij groet een zwart hoertje die passeert.
Wat verder in de straat zitten nog zwarte vrouwen achter vuile vitrines waarvan ik vermoed dat ze voor eigen rekening werken.
“Elle court, elle court, la maladie d’amour..” – ik hoor het amper tussen de loeiende sirenes. De grijze man wrijft over zijn voorhoofd en schudt zijn hoofd.

Boven de bergen vuilzakken in het midden van het plein hangt een reclamebord van JC Decaux : “Nous sommes tous fragiles.”
Het is al volop herfst in dit deel van de stad.
De Plantenstraat, Groenstraat, de Kruidtuinstraat : veel goeie wil.
Wordt het ooit lente aan het Sint-Lazarusplein ?

vrijdag 1 oktober 2010

Stadsbrief

Beste Bruksel,

Wat nu ?
Durft men dat omhooggevallen verroest torentje aan de Bozar vergelijken met het gotische Wereldwonder op de Grote Markt ?
Op TV-Brussel werd er veel poeha gemaakt over dit kunstwerk van Delvoye en werd er zelfs gewaagd van concurrentie met het Stadhuis.
Ik had een toren verwacht gelijk aan de Eiffeltoren, ja zelfs de WTC-torens kwamen in de buurt.


Er zijn grenzen, dat Louiske uit Leuven pronkt met zijn stadhuis en Meyboom, totdaaraantoe, hij heeft een béétje recht van spreken, alhoewel hij ook tekort schiet, maar dit bouwsel, komaan.
Straks gaan ze zijn kakmachien nog vergelijken met het atomium !

Ge moet wat beter op uw ganzen letten, mijn beste Bruksel, en uw monumenten niet laten beledigen, geef maar een uitbrandertje aan de redactie van uw tv-station.

Voorts alle lof voor Delvoye en zijn artistiek werk, maar vergelijk geen appelen met citroenen : ieder in zijn rayon.

Je Pacha Kroet.