maandag 31 januari 2011

Jong geleerd, oud gedaan.

In het rusthuis in de buurt van de Kapellekerk maak ik kennis met Jeanne. Ze bezoekt er een oude vriendin, af en toe moet ze wat bijbabbelen met leeftijdsgenoten.
'Oud worden is geen probleem, maar wel de aftakeling,' - zegt ze. "Weinigen kunnen daar mee overweg."

Hoe doe je dat ? Ik vraag het me af.
Ik heb mijn oude vader meegemaakt, vitaal en levenslustig tot op hoge leeftijd, tot dan plots een aantal
capaciteiten verdwijnen en er alleen de zetel overblijft : hoe kom je dan de dag door ?
Hij was een natuurmens, had zich nooit verdiept in literatuur, muziek, godbetert poëzie : dan zijn het lange dagen.

Ik kom in rusthuizen weinig blijmoedige mensen tegen.
Een oude tante heb ik onlangs nog bezocht. Ze dementeert en dat gaat gepaard met veel geweld. Plots staat ze recht, begint te roepen, rukt de kasten open en gooit de inboedel op de vloer.
Niet zelden met zelfverwonding, bloed. Ze voelt dat haar geheugen opdroogt, blinde woede omdat ze nog leeft. Een andere oom zegt het letterlijk : "Ik wil maar niet dood".

Kan men zich überhaupt voorbereiden op een oude dag waar men alleen nog 'mag' genieten van het leven ?
In de zetel zitten, luisterend naar Bach. Poëzie om de seizoenen te ruiken, want je komt nog amper buiten.
Een grootletterboek lezen. Brieven ontvangen en wellicht schrijven.
Misschien lukt het wel, ik heb de afgelopen tijd geleerd dat je jong moet leren om oud te worden.
Je leert het niet meer als je oud bent.

"Iemand om voor te zorgen, een bezigheid hebben en iets om naar uit te kijken - zo blijf je gelukkig oud," zegt Jeanne.
Ik schrijf het snel op want ik begin stilaan te vergeten.

zaterdag 29 januari 2011

Gespot : Coiffure International

Bij het verlaten van de Haachtsesteenweg bots ik op een Coiffure Internationale pour dames et hommes. Als een Coiffure Internationale bestaat, veronderstelt dit eveneens het bestaan van een Nationaal en Regionaal Kapsalon.
Wat onderscheidt nu deze drie coiffeurs ?

Bij Coiffeur Internationale heb je ongetwijfeld keur uit een kleurrijk palet.
Bij Nationaal zijn de kleuren al wat schaarser. En bij de Coiffeur Régional eindig je wellicht in zwart-wit.

Opzij van de Coiffure Internationale hangt een mega-affiche van Broederlijk Delen.
Dat lijkt mij veel vriendelijker dan een grimmige boedelscheiding.

Doe mij maar de Coiffure Internationale.

donderdag 27 januari 2011

Stadsbrief : Bx Net danst !

Beste Bruksel,
Net in de Kartuizersstraat een paar propere gasten gezien van Bx Propreté.
Ze dolden vrolijk met mekaar, terwijl de éne een zak wilde droppen werd hij gehinderd, zij het speels en onschuldig, door een olijke collega.
Daarop repliceerde de versperde met een elegant pasje opzij.
Bij iedere nieuwe zak herhaalde zich dit ritueel alsof VdKeybus himself een hand had in het gebeuren.
Merkwaardig : het werk leed er in genendele onder, welintegendeel.
Kan men als vuilnisophaler de dag dansend doorkomen ?
Yes, you can.

Heerlijk vooruitzicht als alle équipes zich die vaardigheden eigen maken.
Geef die mensen een versnelde opleiding bij Parts, minstens om zich een paar sierlijke passen eigen te maken.
Er kan natuurlijk gedacht worden, in het kader van een nieuw KFDA om alle ploegen gelijktijdig te laten dansen, verspreid over heel de stad. Wonderlijk.

Een verrukkelijke gedachte dat het vuilnis in uw stad voortaan dansend wordt opgehaald.
Een wervelende karavaan van witoranje potige mannen die aan en af de camion springen en huppelen, even een pose aannemen en hop weer verdwijnen.
Een vóórtdurende stoet van Bruxelles Propreté : een spetterend ballet van de straat.

Voorwaar : propere gasten die van NetBrussel.

Maak er werk van.

Je, Pacha Kroet.

dinsdag 25 januari 2011

Le Voleur volé

Op maandagmiddag strandt een jonge Turco-Bruxellois in het Portugese café op de Alsembergse.
Hij is gewapend, onder zijn rechterarm draagt hij een vlijmscherpe kettingzaag waarmee je moeiteloos de helft van de cafégangers in een wip onthoofdt.
Hij vraagt de cafébaas of hij geïnteresseerd is. De rest van het café laat hij voorlopig ongemoeid.
De waard, een vriendelijke grijze Portugees, geeft hem meteen lik op stuk.
"Meneer, met zo'n gerief komt ge geen café binnen." - De jongeman staat er wat verbouwereerd bij.
"Ik heb geen bos op overschot, met zo'n machien legt ge de halve Ardennen plat."
"On se présente pas tout nu dans une église en pleine messe," voegt hij er nog aan toe.

Een tooghanger wil ook zijn duit in het zakje doen, broeders onder mekaar : "C'est dangereux manneke, als er hier iemand zit die wat gedronken heeft hebt ge rap brokken." Hij spreekt helemaal uit eigen ervaring.
De jongeman, duidelijk niet gewoon om één en ander te slijten, blijft braaf luisteren als een betrapt schooljongetje die wordt terechtgewezen.
"Va vendre ça dans un marché ou magasin," zegt de bazin.
De jongen druipt af, met gebogen rug, de zaag onder de arm.
Hij is nog maar net de deur uit of twee klanten gaan hem achterna. Ze willen zijn gerief zien, hij ontbloot de zaag, de twee mannen nemen het even ter hand en discussiëren wat onder mekaar.
Het zijn Oost-Europeanen, de jongen bekijkt hen wat onwennig, een pure beginneling.
"C'est sûrement volé," zegt de tooghanger in het café.
Daarop doet het tweetal een bod, je ziet de jongen twijfelen, hij laat nogmaals de zaag zien waar hij, behalve de kleur, klaarblijkelijk niks zinnigs kan over zeggen. Maar hij wil meer.
De twee ruiken goedkoop profijt. Een jonge onervaren snaak, die steken ze zo in hun zak.
Ze komen snel overeen, als hij er maar vanaf is.
De éne komt terug binnen, zijn kompaan gaat mee met de jongen. Misschien heeft hij achter de hoek nog een koffer vol kettingzagen ?
Na tien minuten komt de man terug, hij lacht, de zaak is geklonken.

Ben je uitgekookt als je een jonge dief oplicht ?
Of ben je zelf een oplichter als je een dief de loef afsteekt ?
De discussie woedt verder aan de toog.
Maar wat als de jonge dief onervaren is en steelt uit lijfsbehoud ? Wie is dan de schurk ?

Caféfilosofie op niveau.

zondag 23 januari 2011

Gespot : Verwoest Dierenpark

Aan prémetro Horta bots ik op een enorme zwarte madam.
Ze heeft een lange mantel in luipaardvel en draagt een reuze berenmuts op haar grote hoofd.
Ze loopt in laarzen van slangenleer, draagt een krokodillensacoche onder de arm en een sjaal van vossenhaar rond haar nek.

Een verwoest dierenpark : loslopend wild voor Gaia.

vrijdag 21 januari 2011

Stadsbrief

Beste Bruksel,

In prémetro Beurs heeft een onzorgvuldige passant gemorst met verf.
Daardoor is een lang groen spoor achtergebleven op de rechterroltrap.
Zowel de kleur als de compositie zijn smaakvol, zeker in combinatie met het kunstlicht.
Geslaagde kunstgrap, als u het mij vraagt.

Een wijze raad aan de Stib : blijf eraf.
Ten eerste omdat dan opnieuw het rollend materieel voor weken onbruikbaar wordt gemaakt, we kennen u.
Maar vooral omdat een kleurrijke roltrap best aangenaam is.

Maak er dus werk van : van kanariegele, rode, groene of azuurblauwe roltrappen.
Niet teveel over nadenken, niks geen wedstrijden of concours :
ik merk het aan de Beurs, gewoon achteloos morsen met een pot verf en de roltrap doet de rest.

De artiest uithangen in de metro : koud kunstje.

Je, Pacha Kroet.

woensdag 19 januari 2011

"Vind ik leuk"

"Wa ne vieze vent, da's dieje met zenne lange Tich." Giechel, giechel.
Vier Oostvlaamse pubermeisjes kijken door het raam en wijzen naar een broertje van Pandy.
Ze zitten tegenover mij op stadsbus UZ. Aspirant-kinderverzorgsters maar voorlopig druk in de weer bij jongens met puisten.
"Hebbe ze die nog niet gepakt, da's dieje, eik de viezerik, hij heeft zijn fluit getrokken gepasseerde week in den tunnel, das zeker den dieje. Ziet.. hij ziet weer naar ons..".

"Ziede Joris nog ?" - "Zwijgt, da's verstikkend jong. Hij belt alle dagen wel zeven keer : 'Wat zijde aan het doen ? Bijwiezijtgij ? Peinsdenogaanmij ? '.
"Ziedehemgeere ?" - "Bajah, als hij zo niet aan mij hangt. Vantijd zou ik een sjiek willen plakken op mijne GSM. Ik moet zelf iets uitvinden om hem koest te houden." - Giechel, giechel. Tik, tik : 'Hoi, kzit met Lynn Frie + Soet. Ganugnleren xx'. - "Voila, dan zwijgt hij voor nen tijd." -

"De dikke Dorien heeft weer aan mij geplakt." - "Die Koei ! Z'heeft alle dagen iemand anders. Vandaag was ze bij Nora, gisteren Kimberley. Zie maar : morgen heeft ze weer iemand anders." -
"Bij mij komt ze vantijd ook slijmen. 'k Laat ze rap zien dat ik van haar niet moet weten."

"'k Had vandaag wat voor. 'k Leg dieje kleine droog en zen dingske bewoog." -
"Kiek ! Ge ziet dat ge bij kinderen werkt, ge zijt zelf het grootste kind !" -
"Ge stinkt uit uwen bek gij !" - "Da's van die voze chips, d'er zitten wormkes in, ziet : ge ziet ze kruipen."
Giechel, giechel. - "Ah, ik kom niet meer bij, houdtop !" - Giechel, giechel.

"Keineig jong, dieje gast van 't derde, dieje blonde me zen grote kas, hebde die al ne keer goe bezien ?
Die moet het mij geen twee keer vragen..." -
"Aan mij moet em niks vragen, 'kben direct gereed !" - Giechel, giechel.

Puut. Puut. - "Lap, hij is d'er weer.........  oei, 't is mij meeken, of da'k vandaag wil koken, wat peinst die wel, dat ik haar meid ben ?".
Aan Simonis stappen ze af. Met veel geduw en getrek. Giechel, giechel, roep, roep.
"Eik, 'krijg mijne frak niet toe, Fuck." - "Da's omdat uw tetten in de weg hangen.." - Giechel, giechel.

Het wordt opeens heel stil op de bus.
Straks maken ze de trein naar Zottegem onveilig.
Vanavond zitten ze op Facebook. Greet : "Baard op de bus ? Loerde naar ons.."
Lynn, Soet & Frie : "Vind ik leuk."
Joris : "Vind ik niet leuk."

maandag 17 januari 2011

Gespot : Sire, geef me 1OOO dagen

Een Brusselse vriendin, die nederlandssprekend is, heeft zich in de echt verbonden met een Waalse jongeman. Dat is hoopgevend voor dit land.
Omdat beide mekaars talen gebrekkig hanteren hebben ze een handige oplossing bedacht : ze spreken Engels met mekaar.

Dat is misschien een uitweg uit de huidige impasse voor de Wevers en Rupo's van dit land :
onderhandel in het Engels. Geen van beide landstalen wordt bevoordeligd, een nieuwe voertaal wordt geïntroduceerd en opent ongekende perspectieven. Men spreekt dan tenminste dezelfde taal, het kan helpen.
Meenemen bij een volgend rondje van een nieuwe Royal Governor, a Clarifier of a Formatter.
We moeten alles proberen, we zitten tenslotte al aan dag 218.

zaterdag 15 januari 2011

Blood & Honour en ketchup

Ik krijg een paar dagen geleden een vreselijke kettingbrief in mijn mailbox met de aanmaning om deze zo snel mogelijk aan zoveel mogelijk mensen door te sturen.
Het betreft de 'roofmoord' in Wemmel die helemaal geen roofmoord bleek te zijn, maar gepleegd door huurmoordenaars in opdracht van een Turkse familie wiens dochter de vriendin was van de jongeman uit het gezin van de Brusselse randgemeente. De familie-eer stond op het spel en in sommige streken van Turkije wordt daar niet mee gelachen. Barbaarse gewoontes die we met bekwame spoed moeten uitroeien en zwaar bestraffen.
De mail gaat verder : '..we moeten deze mail verspreiden omdat de pers te laf is hierover te berichten om Brussel niet nog meer in brand te steken !'
Staat Brussel in brand ?
Dat moet mij helemaal ontgaan zijn.
Ik woon al tien jaar in het centrum op het kruispunt van de branché-wijken Molenbeek, Kuregem en Anneessens. Ik werk in de Anneessenswijk, kom veel in Kuregem en wandel wekelijks door Molenbeek.
Niet dat er daar geen problemen zijn en er veel werk op de plank staat maar ik moet stekeblind zijn dat ik één en ander niet heb opgemerkt en niet ben gestikt door de rook van de brandhaarden.

Ik wandel vandaag met de briefschrijver door Brussel. Ik ben dit soort discussies allang moe, maar vermits hij erover begint moet ik hem wel van repliek dienen.
Het is mij onduidelijk wat de man verlangt : moet ik een brandhaard ontketenen  in Brussel door de ganse Turkse gemeenschap te verketteren voor de schanddaden van sommige van hun landgenoten ?
Moeten ze allemaal hun biezen pakken ?
Het pakt geen verf, het zijn gewoontes van ginderachter die ze hier ook willen integreren.
Schoon schip maken met al dat vreemd gespuis.

Als we afstappen aan Anneessens is er een rood spoor op het perron.
'Zie je wel,' zegt hij, 'veeg dat maar allemaal onder tafel..".
Wat verder liggen de restanten van het pakje en de ketchup uitgestrooid voor de roltrap.
"Ze hebben gevochten voor de frieten," zegt hij, "ginder is het bloed, hier ligt de ketchup."
Bloed maken van ketchup ? Dat is een mirakel dat zelfs Christus niet kon voltrekken.

It's a long way to Tipperary.

donderdag 13 januari 2011

Stadsbrief : De Overspannen Stad

Beste Bruksel,

Het lijkt wel alsof je niet mag stilzitten.
Veel mensen hebben daar schrik van. Ik heb een poetsvrouw gekend, op mijn vorig werk, die de godganse dag een loeiende radio aanliet.

"Als ik geen lawaai hoor denk ik teveel na."

Ik denk dat u aan hetzelfde euvel lijdt.
Moeten bewoners en passanten vóórtdurend geanimeerd worden ?
Mag de stad niet voor zichzelf spreken ?
Moeten wij in ieder seizoen struikelen over kraampjes, badhanddoeken, stoeten, festivals en concerten ?

Ik hou van jou zoals je bent, je hoeft je niet voortdurend op te smukken of te verkleden.
Op den duur gaat dat vervelen en maskeer je je eigen smoel.

Blijf gewoon jezelf, versier je af en toe, maar niet voortdurend en onafgebroken.
Laat je Grote Markt gewoon eens open en bloot : dat is al schoon genoeg.
Mag deze stad gewoon eens asemen ?

Je, Pacha Kroet.

maandag 10 januari 2011

Gespot : Twee stadsduiven

Twee stadsduiven liggen zij aan zij in de Kartuizersstraat. Bekje tegen bekje.
Tegen mekaar gebotst in volle vlucht. In de burgerluchtvaart heet dat Lockerbie maal twee.
Hier is de schade op te meten.
Vandaag veegt de straatveger de twee vogels bij mekaar om ze achteraf fijn te malen.
Geen haan die nog kraait naar de twee duiven.

Twee duiven in de Kartuizers, zelfs geen fait-divers op de regionale bladzijden, maar het zijn
raszuivere zinnekes, daarom verdienen ze een ereplaats op het Rijkderzinnekes.

vrijdag 7 januari 2011

Onverslijtbare réparateurs

"Mes copies sont meilleures que les originales."
Twee oudere heren wisselen van gedachten in Les Brasseurs. Hun uitspraak maakt finaal brandhout van de oude Vlaamse Blokstelling : stem voor het origineel, het copie is altijd waterachtig.
Maar ik twijfel aan hun bewering, het gaat over DVD's, de meest grijze heeft zich een nieuwe Toshiba aangeschaft. "Japanners, ze blijven in alles beter, had Hiroshima er niet geweest, ze hadden de oorlog gewonnen."
"Avec mon ancien réparateur j'avais jamais des problèmes."
Het zijn heren die nog met 'réparateurs' werken. Die worden hoe langer hoe schaarser.
In mijn kinderjaren kwamen de 'réparateurs' van de TV's nog aan huis, zoals dokters en pastoors.
Ik keek mijn ogen uit toen de man de achterwand van het toestel zomaar losschroefde en ik al die wonderlijke lampjes en honderden draadjes zag : Alice in Wonderland.
Nergens een glimp van Lassie, van Hoss uit Bonanza of Marieke van de Schipper. Als kind dacht ik lange tijd dat die zich daar schuil hielden, hoe konden ze anders verschijnen op het beeldscherm ?

Geen mens die nog repareert nu, soms kost het meer dan een nieuw apparaat.
Onlangs een dictafoon gekocht op de Charleroisesteenweg - gaat hooguit twee jaar mee, zegt de verkoper zonder blikken of blozen. Dan zijn de knoppen naar de knoppen.
Brilletje kapot in de Hema, enkel het vijsje ontbreekt, er mankeert niks aan.
"Weggooien," zegt de verkoopster. 'La responsable du magasin' lacht mij vierkant uit : "Mijnheer, voor die prijs gaat ge toch geen problemen maken ? ça coute à peine 7 euro."
Weg ermee : de afvalberg op.
Een oudere man naast mij adviseert mij om een klein ijzerdraadje te gebruiken inplaats van een vijsje.
"Het is niet omdat het oud is, dat het versleten is," zegt de grijsaard gevat.
Onvindbaar dat soort vijsjes, ze worden zorgvuldig bewaard in kluizen met vuistdikke deuren en geheime code's. Stel u voor dat we de code's zouden ontcijferen, men mag er niet aan denken : het zou de markt totaal ontregelen, de economie finaal in mekaar doen stuiken.

Onlangs was de wasmachine stuk, dan komen ze wel nog aan huis, de chirurgen van Miele. Reken maar vlotjes 15O tot 2OO euro, soms duurt het maar een kwartiertje.
Een Palestijnse vriend van mij kijkt ernaar. "Een kleinigheidje," zegt hij, "hebt ge geen stylo ?".
Ik dacht dat hij het nummer van het wisselstuk ging noteren.
Hij neemt de pen, haalt er het veertje uit en monteert dit vervolgens in de machine.
C'était meilleur que l'original.

Ze maken ze niet meer, dat soort réparateurs.
Hij verontschuldigt zich : "Jammer van de bic."
Of toch wel ?
Onverslijtbaar, dat ras.

donderdag 6 januari 2011

Stadsbrief : Will you still feed me when I'am sixty-four ?

Beste Bruksel,
Hoeveel hoogbejaarden kom je 's avonds tegen in uw binnenstad ?
Zelfs niet tijdens lange zomerdagen ?
Je kan ze tellen op één vinger.

Hebben die mensen geen honger naar een hap cultuur, theater, een gezellig café
of ander culinair genot ?
Ik geloof het nooit.
Ik spreek van doodgewone mensen : diegenen die op café gaan of naar het voetbal.
Naar de bib of de cinema. Mensen die zich geen taxi kunnen permitteren.

Brussel is de stad van de immer defecte roltrappen, geblokkeerde liften en ontoegankelijke
tramstellen.
Van scheve voetpaden, dubbelgeparkeerde wagens, lompe automobilisten die het trottoir bezetten en ons verplichten te rijweg op te gaan. Daar zijn diepe plassen gelijk aan de Grote Meren en spleten tussen de kasseien, o als vulkaankraters zo diep. En woeste chauffeurs.

Zet gij uw deuren ook open voor bejaarde bewoners ?
Zijn zij ook welkom ?
Zorgt gij voor hun welzijn, hun veiligheid, hun comfort ?

Will you still need me ?
Will you still feed me, when I'm sixty-four ?

Je, Pacha Kroet.

maandag 3 januari 2011

Afterparty

Die eerste maandag na nieuwjaarsdag stapt een drietal, total loss, uit aan het Voorplein van Sint-Gillis.
Het is laat namiddag en de drank heeft al flink zijn werk gedaan.
Twee dertigers en een oudere man die tegen zijn pensioen aanschurkt.
Ze giechelen als uitgelaten pubers die hun honderd dagen vieren. Ze steken pardoes het dubbelspoor over, waarbij Jean-Pierre, de meest benevelde, zwaar struikelt.
Hij ligt languit op de sporen, de twee anderen lachen zich verrot. De oudste is Jeanke, hij durft niet oversteken. "Allé Jeanke, we gaan niet wachten hé..,".  De vrouw is kortgerokt, niet onknap en heel gulzig.
Na het voorval gaan JP en de vrouw op de bank zitten, hij trekt zijn broek omhoog om de schade op te meten. Zij neemt even zijn been ter hand en giechelt. Niks aan de hand.
Ondertussen is Jeanke gearriveerd op het perron. Hij heeft een ringbaard en een blozende kop, dat kan zijn aard zijn maar vandaag spreek ik me daar niet met zekerheid over uit.
De kortgerokte wil JP binnendoen, hij staat daar voor open maar heeft zich teveel moed ingedronken.
Zij is de nuchterste van de drie, heeft net genoeg op om zich te laten gaan, ontdaan van alle gène maar nog alert genoeg om de maat te houden.
Jean-Pierre heeft zich overschat en haar onderschat.
De rol van Jeanke is onduidelijk, ofwel heeft hij één en ander niet door ofwel rekent hij op het falen van JP om zelf, nog net voor zijn brugpensioen, te proeven van een groen blaadje.
Ze stappen op en vragen driemaal aan de omstaanders of de tram stopt aan de Brouckère.
JP heeft de oogleden al ver naar beneden, zij kletst aan één stuk door om hem wakker te houden.
In het Zuidstation wordt er nog wat geluld tegen de grijze secretaresse naast hen die zich rept om haar trein te halen.
Aan de Brouckère stappen ze giechelend uit, arm in arm, de avond is nog jong.
Ik geef geen knip voor Jempi vanavond, tenzij zij hem nuchter houdt, ze moet alleen nog Jeanke zien te dumpen, weliswaar beleefd, want het blijft een collega.
De opdracht is simpel : JP droog houden, Jeanke volgieten.
Zij houdt zich wel gedeisd.

Morgen worden de brokken gelijmd op kantoor, de laatste trein is nog veraf.

zondag 2 januari 2011

Moeders, Zonen en Zwervers

Op nieuwjaarsochtend kom ik opvallend veel zonen tegen op stap met hun oude moeder.
De Ortsstraat ligt bezaaid met restanten van gebroken flessen, natte confetti en uitgezongen ballons.
Het is 1Ou3O, die eerste januari van 2O11.
Oude moeders met oudere zonen. Brengen ze hun oudje terug naar het rusthuis na oudejaarsavond ?
Of zijn ze onderweg van het pension naar hun thuis voor een nieuwjaarsdruppel ?
Of gewoon een gezondheidswandelingetje op een doordeweekse zaterdagochtend ?

De zoon van de vrouw met de pelsen mantel is homo, hij draagt voorbeeldig zorg voor de zwaar geschminkte vrouw, zoals veel homoseksuelen een hartelijke relatie hebben met hun mama. Zij laat het zich welgevallen, arm in arm, vrolijk lachend steken ze de Anspachboulevard over. Hun nieuwjaarsnacht is nog lang niet ten einde.
Een andere man draagt zorg voor zijn moeder in een te lage rolstoel. Hij loopt voorovergebogen om de bejaarde vrouw te duwen, vroeg of laat krijgt hij zware rugproblemen.
In de H. Mausstraat passeer ik dan weer een man met twee kinderen, ééntje aan zijn hand, de andere aan de hand van zijn moeder. Ze zijn niet droef of blij, het leven is wat het is, gelaten zijn ze op stap.
De man is gescheiden, de moeder weduwe. Ze vinden mekaar tijdens de feesten, om een zekere leegte te vullen. Of gewoon omdat ze mekaar graag zien, om een gemis te vergeten of omdat ze het leuk vinden samen te feesten inplaats van elk voor zich.
Het is in dit soort relaties onduidelijk wie voor wie zorgt. Passen de kleinkinderen op oma, of denkt oma dat zij hen soigneert ?
Hij denkt dan weer dat hij zijn moeder een plezier doet om haar te inviteren, ze is tenslotte alleen.
Zij doet het uit plichtsgevoel, haar zoon alleen met die twee koters, kan hij wel deftig koken en tegelijk de kinderen animeren ? Neen, daar hoort een vrouwenhand.

Aan de vitrine van Ici Bxl-Paris praat een Rastaman tegen de spiegel. Hij heft de fles omhoog en zijn vriend in de spiegel stelt identiek hetzelfde gebaar in perfecte symbiose.
Hij ziet het viertal passeren, draait zich om en geeft het zoontje een hand : "Bonne Année".
De jongen kijkt wat verbouwereerd. "Pareillement," zegt de vader, maar niet om er vanaf te zijn.
Ook de moeder blijft staan en geeft de zwarte man een hand.
Ik zie ze alle vijf staan lachen, iedereen geeft de man nu een hand. Daarop gaan ze wuivend uit mekaar en zoekt de Rasta opnieuw zijn maat op in de spiegel.
Het viertal, ietwat bedrukt en gelaten, vervolgt nu vrolijk en uitgelaten hun weg.

Een voze zwerver met een missie. Ook Prins Filip denkt dat hij een missie heeft.
Deze mens echter verblijdt andere mensen : wie is het echte Koningskind ?
Nieuwjaarsdag kan niet meer stuk voor mij.