zondag 29 september 2013

poëzienville : de intimi



De oude Javaanse zeult op deze weifelende achternoen een zwarte kabas.
Ze lijkt te dwalen. Maar dan stopt ze, als op een afgesproken moment en plek op de uitgeleefde Vlooienmarkt.
Ze strooit wat brood, het lijkt wel geteld, verkruimeld tussen haar kromme vingers.
Net genoeg voor één duif, die landt meteen.
Dan strompelt ze voort, een paar meter, opnieuw een plukje, een nieuwe duif meldt zich aan.
Zo trekt ze een lang spoor, bevolkt met intimi.
Geen lompe hand, alles ineens, geen wilde vlucht die neerstrijkt.
Ze lijkt dwaas. Niets is minder waar.

donderdag 26 september 2013

Urgence



Mmmm.. mmmm... mmmm..
Beide handen aan zijn oren geplakt, ogen diep gesloten, murmelt hij in zichzelf.
Al die indrukken, het felle licht, al die waanzinnig vreemde mensen.
De wachtzaal is klein en druk en zoals in alle klinieken is de Urgence in de kelder alsof je al met één voet in het graf staat.
Misschien moet ooit eens een antropoloog zich buigen over de inrichting van een ziekenhuis.
Geen daglicht, nergens ramen, gordijnen tussen kreunende patiënten.
Altijd weer dat infantiele, bedje, mevrouwpje, fotootje nemen. Wie de kliniek betreedt wordt terstond kinds.

De jongen is kleurling, hij is groot en lomp.
Plots vraag ik me af wat mensen met autisme moeten ondergaan in grauwe favella's aan de rand van Santiago of in de Townships van Kaapstad.
Waarom vraag ik me dit af ? Wellicht omdat de jongen kleurling is ?
Hij lijkt wat op de 'Parkinson' Cassius Clay, maar bleker en jonger. Kortgeknipt, in zijn zwarte short en witte chaussettes.
Er komt nog volk binnen. Het wordt alsmaar voller.
De jongen schudt over en weer. Zijn moeder neemt zijn rechterhand vast.
Er hangt een geur van eosine en urine, het zweet van verkrampte pijn.
Ik wil hem helpen maar ik weet dat het dan alleen maar erger wordt.
Een witkiel met vermoeide en doodernstige blik gaat de gesloten deur binnen.
Dan schudt de zwarte jongen wild naar voor en naar achter, hij valt haast achterover in de rolstoel.
Zijn moeder loenst wat bezorgd in de wachtzaal.
Mensen kijken even op en lezen dan verveeld verder in de Libelle of de Zone O2, waarop Stromae dromerig naar boven kijkt in een groen decor.
Het zou helpen hier, maar zoals geweten aarden planten niet zonder daglicht.

De jongen mag binnen, hij blijft schudden, handen op zijn oren.
Zijn etterende voet, ach, voelt hij al lang niet meer.

zondag 22 september 2013

genoteerdenroute : een strevertje



De zwarte jongen met de dikke lippen luistert met rode oortjes.
Geen gebenedijd woord snapt hij van het Gentse koppel met de scherpe r op Metro Weststation.
Drie jaar in het Huis van het Nederlands, mag hij al verhopen een flard op te vangen.
Alles, alles ontgaat hem.
Hij kijkt schuw, soms naar de man, dan naar haar.
Je leest de ontgoocheling.
Hij probeert opnieuw, het lijkt wel een vreemde taal.
Dan wrijft hij over zijn voorhoofd.
Zij gaan eruit aan de Zwarte Vijvers.
Wellicht was het een Scandinavische dialect ? Hij klaart een beetje op.
Hij stapt uit, hij leest Weststation in plaats van Gare de l'Ouest, ik zie het aan zijn lippen.
Er is nog niets verloren.
Een strevertje.

donderdag 19 september 2013

poëzienville



Ongenadig blijft de regen beuken op de grijsblauwe kasseien van de Papenvest.
Het stof van de lange hete zomer weg wassend.
Geen mens op straat, die hele vroege ochtend.
Het geruis van een auto in de Fabrieksstraat en het rustgevende geluid van een vliegtuig, heel hoog.
Amper iets en zoveel in het hart van de stad.

maandag 16 september 2013

Opgemerkt



Ongemerkt schuifelt hij dichter bij. In brede kringen tot hij strandt op een meter of twee van haar.
Hij glimlacht, zij antwoordt aarzelend.
Wacht je ook, zoiets. Jawel, trein heeft vertraging, lijkt het. Altijd die vertragingen hé..
Ze lacht weifelend. Niks aan te doen.. Dan kijken ze beiden een andere kant op. Wat gesnuffel.
Zij zit op de getraliede bank, hij staat recht op het Hortaplein.

Hij : zwart met donkere bril, te jong gekleed voor een veertiger.
Zij : timide, beetje zwaar Afrikaans in de heupen, hooguit vijfendertig, strakke jeans, donker diadeem.
Gelukkig regent het niet.. Ze lacht wat verlegen.
Hij neemt zijn mobieltje, een bevriende garagist ofzo, over een voiture, opschepperig, breit er veel tierlantijntjes rond, lijkt een verkoper uit Kuregem met de air van Rockefeller.
Zij doet alsof ze belt, alleen oui, à tout à l'heure, oui j'arrive. 
Ze telt ook mee. Ze wiebelt lichtjes over en weer, monstert hem heel even.
Ze aarzelt. Weet het niet. Wat moet ze ?
Hij lacht uitbundig, pronkerig luid in zijn GSM en haakt in.
Kijkt even naar het uur. Hoe laat is je trein ? Goesting om iets te gaan drinken ? Ze schudt beetje lachend van neen. Ze wachten op mij thuis, ze moest snel iets verzinnen.
Het duurt hem te lang, teveel moeite om misschien bot te vangen.
Bon, je dois y aller, bonne soirée .
Toi aussi.
Hij verdwijnt door de dubbele rij van de Gare du Midi.
Toen hij haast uit haar zicht verdwijnt kijkt ze op.
Ze glundert, broos maar voldaan.




zaterdag 14 september 2013

genoteerdenroute : de clichés



Pour les néerlandais à droite, les francophones à gauche.
Ook in de rijen van de Monumentendag aan het Egmontpaleis blijven de clichés overeind.
Het voordeel van de Vlaming in Brussel : de rijen zijn véél korter. Dat steekt de linksen naast ons.
Sommigen onder hen komen toch aanschuiven chez les 'néerlandais' (dixit de omroepster van dienst).
Het verlengt het wachten voor ons en ze vertragen de gids omdat ze haar maar half begrijpen.
In normale omstandigheden zou ik dat soort volk onderkruipers noemen, maar ik zou net hetzelfde doen.

woensdag 11 september 2013

poëzienville : de Man en de Laptop



het scrollen van de messages
het vluchtig lezen van de kranten
de reclame op Yahoo
facebook
het rollen van de mails

hij sluit de notebook
drinkt vluchtig van de koud geworden koffie
en vertrekt

de wereld is gepasseerd
op het Beursplein
niets gezien

helemaal mee
alles gemankeerd

zaterdag 7 september 2013

genoteerdenroute : het anorexiameisje



Het anorexmeisje heeft lang, lang niet meer gelachen.
Zelfs niet geglimlacht.
Zoals ze wacht aan de lichten van de Porte de Namur, haar lange witte gezicht, dof, haar magere blanke knieën, de roetzwarte rok.
Het lichaam uitgeteerd, de geest opgedroogd.
Dan wordt het groen, ze stapt meteen de straat over, schaduw dun als een rietstengel.
Ze lijkt zich te haasten, weg van het uitgelatene, de glamour, de ronde mensen.
Op zoek naar een donkere plek om te schuilen.
In de Waversesteenweg ben ik haar spoor bijster, geheel en al verzwonden.
Even een duistere schim : het anorexmeisje aan de Naamse Poort, helemaal verdampt in Matonge.
Een hallucinatie in de stadsjungle.

woensdag 4 september 2013

De Man die Slaapt



Hij slaapt werkelijk.
Midden in de geruisloze tentoonstelling van Georgio Morandi is hij langzaam uitgedoofd.
Mooi, voeten gekruist, handen op de buik in de roodfluwelen ovalen zetel bij Les Natures Mortes.
Zijn vrouw, een corpulente blondine in een donker kleed, net als hij ver de zestig voorbij, zit een tijdje naast hem en laat hem dan. Af en toe komt ze langs.
Ik vermoed dat hij op onbewaakte momenten zomaar in slaapt valt in haar brede zwarte schoot.
Een intiem portret, zou mooi passen tussen de doeken van de Italiaanse grootmeester.
Maar ook zo, vredig zoals hij ligt, je hoort hem amper asemen is hij een levend Nature Morte, een vleesgeworden stilleven.
Slechts een paar penseeltrekken, ruwe schets, enkel de stilte, de kracht van het niets.
Mensen schuifelen gedempt voorbij, woordeloos genieten.
Morandi verdraagt geen ohlala's, geen verrukte kreten.
Hier regeert het tijdloze.

maandag 2 september 2013

poëzienville : de Klik



Zo staat hij in het midden van de Grote Markt.
Hij kust, totaal loos. Uitbundig, feestelijk, uitgelaten, het kan niet op.
Blij als een kind.

Het fototoestel ondergaat lijdzaam de liefkozingen.
Heerlijk al die herinneringen samen. En al wat nog komen moet.
Dan hangt hij haar op zijn borst, laatste kusje op de lens. Wat te heftig, ze antwoordt met een lange zoem.
Hij moet er om lachen.
Geen troetelnaampjes, lieve woordjes, niks onnozelheid.
Het klikt gewoon.