maandag 31 mei 2010

Gespot

In de Dansaert loop ik voorbij een jonge moeder die haar dochter vanvoor op de fiets heeft geposteerd.
Het kind protesteert luidkeels omdat ze een mega-fietshelm ter grootte van een vliegende schotel, moet opzetten.
Met zo'n helm overleeft ze zonder enige twijfel de meest verwoestende natuurrampen.

De moeder evenwel, en dat verbaast mij zeer, rijdt blootshoofds.
Het kind mag dan overleven, maar zal het gelukkig zijn als wees ?
Ik begrijp de woede van het kind.

Het doet mij denken aan de jonge ouders die thuis Schoon Vlaams spreken met hun kinderen, maar in het boertigste dialect met mekaar communiceren.
Of zoals de Beulemansen vroeger in de beenhouwerij aan de Gentsesteenweg plat brussels spraken tegen de slager maar Vlaamsfrans tegen het dochtertje ernaast.
Met andere woorden : wees rechtlijnig tegen uw koters : het wreekt zich vroeg of laat.

zondag 30 mei 2010

Neu Sprotsjes

Nieuwe begrippen ter verrijking van de brusselse taal

Ne Wijfelaar : een travestiet

Ne Klapspirateur : deur aan deur stofzuigerverkoper

zie ook :___________________
e Crabuulleke : weerbarstige krab, die zich moeilijk prijsgeeft in de Rugbyman op de Vismarkt.
Ne Caracolleur : iemand die blijft plakken aan een caracollenkraam of bij de Noordzee op St-Kathelijne.
E Blaftuurke : verkoopster in de Inno met hele lange valse wimpers -Caraoke : clochard zwaar aan de drank die veel lawijt verkoopt onder invloed van zijn Cara-pilsjes - Billentoeker : bx laptop - Blasfonneur : militante vrijzinnige - Surplaske : bx slow - Deux Yeuxken : zwaar gesluierde moslima - Trottoirdoemper : roker op straat - Piszinneke : bx pissijn - Bagabelleke : bx sms-ke - Greun Boerken : bioboer - Saloefrêtter : vegetariër

zaterdag 29 mei 2010

Het verkrampte meisje

In de Dansaert passeer ik een meisje dat helemaal verkrampt als een gekwetst vogeltje geborgen ligt in de holte van haar rolstoel.
Vrijwel onmiddellijk wordt ik twintig jaar teruggezogen in de tijd naar een stil Kempens dorp, aan de rand van de bossen van Westmalle. Zij had dezelfde gestalte en het fragiele van het meisje op straat.
Alleen woonde zij veel te ver van Brussel.
Ze was een echte Brusselles met zoete herinneringen aan de oude Bon Marché, la Grande Place, de kerstlichtjes aan de Brouckère,  de Foire of de Parvis van Sint-Gillis.

Westmalle was een vredige plek, daarnietvan. Een ware verademing voor drukke stadsmensen. Groene bossen, een stille abdij, lange dreven. Alleen verveelde zij zich daar stierlijk.
Hoe moet een meisje, gepokt en gemazeld in de stad, zich vermaken in wat zijzelf haar Gouden Kooi noemde ?
Haar familie, de enige broer die ze nog had, had haar "geplaceerd", zo ver mogelijk om van haar af te zijn, al had hij dit uiteraard niet met zoveel woorden gezegd.
Wat omzwachteld, een aangepast huis, voortreffelijke verzorging - allemaal waar.
Maar ook allemaal met dezelfde soort mensen, waarvan er vele verbitterd waren, het is wellicht nooit gezond alleen maar samen te klitten met enkel soortgenoten. Zij had het, net als ik, nogal voor de melting pot en waar kun je dan beter af zijn dan in deze stad ?
Gans haar kamer hing vol met Brusselse posters en foto's : de Grote Markt, de Avenue Anspach, l'Allée Verte, de Garde du Nord - hoezeer brandde haar hart.
Zij glunderde als ze sprak over de ambiance in de stad, hoe zij met haar maman wafels ging eten bij VanderVaeren aan de Midi en zich verloor in het Spiegelpaleis. Hoe ze inkopen gingen doen in de Innovation en genoot van de films in de Métropole.

Ze had één vriendinnetje in het huis aan de bossen, een koolmeesje welke ze 's morgens voerde met kruimels op haar terras. Huisdieren waren immers niet toegelaten in het huis, ik las op haar gezicht de regels van het gesticht - zo zong Herman Van Veen lang geleden.
Maar op een dag kwam het vogeltje niet meer en had ze alleen nog de zwartwitte posters die haar nostalgie nog meer voedden, alleen kon ze niet zonder.
Ze was zo graag nog eens teruggeweest en ik wilde daar wel voor zorgen, alleen is ze me voorgeweest.
Want ineens is ze - net als het koolmeesje - schielijk heengegaan, geruisloos weggekwijnd in het bronsgroene eikenhout van de Stille Kempen.
Men weet het aan haar gebrekkige gezondheid, dat zal wel.
Maar alleen God weet dat ze nog had geleefd had ze de ongezonde lucht van Brussel mogen opsnuiven en zich vermeien in de nieuwe ambiance van de stad.

Het krampachtige meisje in de Dansaert wordt voortgeduwd door haar begeleidster.
Af en toe wijst ze naar de vitrines, de verpleegster wacht geduldig, dan gaan ze binnen bij Stijl.
Ze zijn nog maar net in de winkel of er landt een vogeltje.
Het diertje kijkt even naar binnen en pikt dan snel wat kruimels.
De cirkel is rond.

donderdag 27 mei 2010

Stadsbrief

Beste Bruksel,
Zaterdag weer volop genoten van de Zinnekesparade.
Een heerlijke melting pot, kleurrijke stoet, vrolijke mensen, schitterend weer.
Een paar dingen zijn mij opgevallen die ik als stadskronikeur toch dien te vermelden.

Ik heb (te) weinig deelnemers van Noordafrikaanse origine gezien in de stoet - dat is vreemd want in Brussel is die groep toch zeer sterk aanwezig.
Ik weet dat iedereen welkom is in de Zinnodes en hiervoor zware inspanningen worden gedaan, waarom slagen we er zo moeilijk in deze te bereiken ?
Voor de rest wel veel ander gekleurd volk, daarnietvan, vooral Afrikanen.
Het zal zeker niet aan de goodwill van de Zinnekes liggen, waaraan dan wel ?

Het is mij ook opgevallen dat het publiek vrijwel uitsluitend blank was - voor dit soort manifestaties zou toch iedereen moeten buitenkomen. Weten ze niet van het bestaan ervan ?

Om al dit wat te vergemakkelijken stel ik voor om binnen twee jaar niet langer de platgereden paden van het centrum aan te doen maar de stoet en het publiek carrément te verplaatsen naar de straten van Kuregem, Molenbeek of Schaarbeek.
Misschien komen de mensen dan wel buiten.

Voor de rest : absoluut no complaints.

Je, Pacha Kroet.

woensdag 26 mei 2010

Brusselse Blackoutpoetry (uit BDW, mei)

Om graffiti en tags uit het straatbeeld te bannen, kunnen Berchemnaren voortaan een subsidie of een gratis poetsbeurt aanvragen. Voor een zelf aan te brengenpreventieve beschermlaag kan de burger tot 250 euro subsidie krijgen. Laten schoonmaken door de dienst Openbare Werken is een gratis service. Sinds de anti-graffitiactie in 2006 van start ging, zijn er al 272 interventies geweest, waarvan 170 gratis schoonmaakbeurten bij particulieren. Voortaan zal de gemeente ook een boete uitschrijven, van maximaal vijfhonderd euro, als de huiseigenaar niet binnen de dertig dagen een van de schoonmaakacties onderneemt die de gemeente aanbiedt, of zelf aan de slag gaat.

dinsdag 25 mei 2010

Gespot

Straatmuzikanten, ze worden hoe langer hoe inventiever.
Zonet nog een interessant exemplaar tegengekomen op het trottoir van de Anspach.
Hij speelde gitaar, niet uitmuntend, hij zou nooit de finale van de Koningin Elisabeth halen, maar ik zou hem toch een muntstukje gunnen.
Alleen :  hij was te rap.
Hij reed namelijk tijdens het gitaarspelen, zonder handen, op een volwassen mannenfiets.
Misschien speelt hij wel voortreffelijk als hij zijn velo opzijzet, ik geef hem het voordeel van de twijfel.
Merkwaardig toch wat een boeiende mensen men tegenkomt in deze stad.

Gisteren liep ik nog een clochard tegen het lijf met een haardroger op zijn hoofd.
Vergeten af te zetten bij de kapper ? Maar waarschijnlijk heeft hij deze gewoon scheefgeslagen bij het groot vuil aan de voordeur van de coiffeur. Wat het voordeel is van een wandelende haardroger, zonder aansluiting, op een warme zondagnamiddag is mij onduidelijk, maar dat doet niet terzake.

Zo is er alle dagen wel iets of iemand die uw dag kleurt.
Watch de fietsende gitarist - daar kon zelfs Bobbejaan Schoepen niet tegenop - want hij kan zijn fietsbel niet bedienen, al is het niet onmogelijk dat hij hiervoor zijn linkerteen gebruikt.

zondag 23 mei 2010

De Oude Algerijn

Hij lijkt wat verbitterd maar is vooral ontgoocheld. In heel veel.
Zijn leeftijd is onbestemd, ik schat hem vijfenzestig maar hij kan evengoed ouder of jonger zijn.
Hij legt meteen zijn hele leven op tafel, alsof hij gewacht heeft op een immer geduldig luisteraar of een willoos slachtoffer. Vertelt hij zijn geschiedenis tegen iedereen of straal ik zoveel honger uit naar dit soort verhalen dat ik zo'n mensen aanzuig.

Getrouwd was hij niet uit liefde, hij had zijn eerste vrouw verloren en er was nog een nichtje vrij in de familie, verweg aan de rand van Blida, in Noord-Algerije. De familie drong aan, het zou beter zijn voor alle partijen.
Misschien zijn Noord-Afrikanen veel loyaler naar hun familie en zo zit hij nu met vijf kinderen op schoot,
waarvan de oudsten flink aan het puberen zijn - op zijn leeftijd en in deze stad : c'est pas facile monsieur.
Hij wil wel een heel klein beetje toegeven dat hij ook zijn bijdrage heeft in het onheil maar de ultieme verantwoordelijkheid, de grote dwaling voor het ontsporen van zijn kinderen en bij uitbreiding de ganse jongerenpopulatie in deze stad, ligt elders.
Het is de gouvernement monsieur, de staat die de ouders verbiedt op hun kinderen te slaan.
Zo simpel ligt dat.
O jawel, hij kende voorbeelden van kinderen die hadden geprocedeerd tegen hun ouders, en sociaal assistenten - hij lustte ze rauw - die hen daarin gretig steunden.
Die sociaal assistenten verlustigen zich daarin, zij leven daarvan, ze stimuleren de kinderen om in opstand te komen tegen hun ouders.
De jeugd, mijnheer, zij weten dat ze straffeloos hun gang kunnen gaan en maken daar schaamteloos misbruik van.
Ginder ver is dat niet waar. Daar worden ouders gerespecteerd, daar is het vaderlijk gezag heilig.
Daar worden lijfstraffen aanvaard, dat maakt deel uit van het opvoedingsproces.
Hij heeft zijn vader nooit veracht, ook al kreeg hij op tijd een flink pak rammel.
Wie de roede spaart nietwaar.

Vandaar al die problemen in families, men heeft de vaders ontmand, mijnheer, hun gezag ontnomen.
En ziedaar het resultaat : losgeslagen jongeren, glasbreuk in auto's, wegblijven op school, bendevorming, carjacking, het molesteren van onschuldige burgers.
Het is allemaal de fout van de gouvernement en de politie die laat betijen, want zij zijn ook aan handen en voeten gebonden. En wij, de ouders, moeten machteloos toezien.

Zo simpel, zo vanzelfsprekend, zo helder is de oplossing voor het jongerengeweld, de brossende leerlingen, waarom ook niet, bij uitbreiding, voor de jeugdwerkloosheid, het drugsprobleem en de ontspoorde huwelijken : de zweep erop.
"Een vrouw zonder slagen is zoals soep zonder zout," luidde het oude brusselse spreekwoord.
Dat heb ik hem evenwel niet verteld, want hij had het uitsluitend over zijn kinderen.

Zijn vrouw die zit thuis en past op de kinderen.

vrijdag 21 mei 2010

Stadsbrief

Beste Bruksel,

Bij mijn weten is het verbod op Kinderarbeid in dit land van kracht sinds 1899.
Dat is al een hele poos.
Groot is dan ook mijn verbazing als ik op één van uw voorname boulevards, met name de Anspach, een jochie over en weer zie waggelen met zijn grotere broer om geld te schooien bij de automobilisten.
Het kind is amper zes jaar oud en hoort dus, in het midden van deze voormiddag, op de schoolbanken te zitten.
Maar hier, in de hoofdstad van Vlaanderen, België, Europa en wat nog meer, loopt zo'n kind gewoon op straat te bedelen. Urenlang aan de hand van zijn broer over en weer, zonder één woord te wisselen, als een dwaas en willoos kalf.

Los van het feit dat zo'n kind onderwijs wordt ontzegd zal het moeten genezen van een laag zelfbeeld en jarenlang dure therapie moeten ondergaan (wat het natuurlijk niet kan betalen), en haast zeker werkloos blijven voor de rest van zijn dagen.

Er kan dus heel veel geld worden bespaard en een mensenleven gered door hard op te treden tegen dit soort praktijken.
We leven in de 21ste eeuw, hier past geen enkel excuus.

Je, Pacha Kroet.

woensdag 19 mei 2010

Gespot

De bedelares aan Metro Lemonnier heeft haar twee voeten samengebonden en in één broekspijp gestoken. Daardoor wekt ze de indruk slechts één been te hebben, dat wekt compassie en helpt bij het bedelen.
Ze heeft evenwel één belangrijk detail over het hoofd gezien : haar twee voeten zijn nog duidelijk zichtbaar uit de éne pijp, waardoor ze eerder een freak lijkt.
De bochel zal ook wel een kussen zijn onder haar zware mantel.
Dat heet boerenbedrog, mensen laten zich niet bedotten, het kan niet missen dat haar bekertje leeg is.

dinsdag 18 mei 2010

Brusselse Blackoutpoetry

Parkeren onder het plein vanaf juli (uit BDW, mei 2010)
Elsene heeft een concessie toegekend aan de nv Vinci Park om de parkeergarage onder het Flageyplein uit te baten. Over de tarieven is nog onduidelijkheid, net als over het beleid.
Concessiehouder Vinci Park mikt op ergens in de tweede helft van juli als openingsdatum voor de garage er zijn 186 plaatsen waarvan er minimaal negentig voorbehouden zijn voor rotatie : bezoekers die minder dan twee uur in de wijk verblijven. Volgens Bimson, manager bij Vinci Park, zal er ook grondig nagedacht worden over abonnementsformules. De tarieven zullen beduidend lager liggen dan elders in het gewest en uiteraard zullen er speciale tarieven bestaan voor omwonenden en handelaars. Maar er is nog niets concreet.
Het stormbekken baart het bedrijf niet eens zoveel zorgen. Statistisch gezien is het zeer waarschijnlijk dat de parkeergarage volledig onder water zal lopen we houden er wel rekening mee dat we misschien een paar dagen per jaar de garage moeten sluiten.
Op de Elsene gemeenteraad hoopte de oppositie - Ecolo en CDH - dat met de toewijzing van de concessie een einde komt aan het parkeren op het aanpalende Heilig Kruisplein. In de weekends en tijdens evenementen is dat toegelaten, maar er wordt door automobilisten vaak misbruik gemaakt van de situatie om wild te parkeren. Burgemeester Decoutry wijt dat aan een slechte materiaalkeuze : de paaltjes die het plein omzomen zouden van slechte kwaliteit zijn. Dus moeten we met het Gewest onderhandelen over sterkere, zei de burgervader. Waarop raadslid Moccia van Ecolo antwoordde dat de politie ook nog altijd een rol te vervullen heeft.
Julie De Groote van CDH vond het zonde dat er met de concessiehouder nog niets over prijzen is overeengekomen. Dat is de juridische plicht van de gemeente. Uw aanpak getuigt van een gebrek aan visie, werd de burgemeester verweten. Waarop Decoutry : Ik ben geen visionair en heb dan ook geen visie.

maandag 17 mei 2010

De Oude man en de Krant

De oude man in café Le Louvre aan de Parvis houdt zijn gazet voor zich maar gluurt over de rand ervan naar de mensen in het café. Vermits hij opzij naast mij zit kan ik dat duidelijk waarnemen, andere mensen merken het amper.

Mijn oude grootvader kon lezen noch schrijven maar nam toch vaak de krant ter hand.
Hij had immer hetzelfde antwoord klaar als men hem vroeg : "Wat staat er vandaag in de gazet peter ?" -
"Allemaal onnozelheid," antwoordde hij altijd weer terwijl hij de krant met een zucht neerlegde.
Er waren eind 19de eeuw vermoedelijk nog geen alfabetisatieprogramma's, laat staan dat hij daar tijd zou hebben voor gemaakt of gehad. Hij kon het altijd goed wegmoffelen.
Zijn vrouw, mijn grootmoeder, was een gecultiveerde vrouw. Ze had in Luik gewoond bij een nonkel en was perfect tweetalig. Ze was veel meer van de wereld. Mijn grootvader is altijd geworteld gebleven in zijn akker.

Onlangs hielden we grote kuis in het huis van mijn overleden grootouders. In de achterwand van een oude kast, goed verborgen tussen beiden panelen komt een juweeltje tevoorschijn.
Het is een liefdesbrief, geschreven in 1913, haast honderd jaar oud - gericht aan mijn grootmoeder, van een zekere Donatus.
Het begint met de schitterende aanspreektitel : "Beminde Vriendin,... Ik neem nog éénmaal den pen ter hand.." Het blijkt tegelijk een afscheidsbrief.
Een schrijven om stil bij te worden. Een paar jaar later is ze getrouwd met mijn grootvader, ook al had de man de brief gevonden, hij had hem nooit begrepen.
Vijftig jaar had ze de brief bewaard, dat wil veel zeggen.

Ik heb één en ander nagetrokken. De man is later met een bloeiend bedrijfje begonnen. Mijn grootvader werkte in de Borinage en later in een vellenfabriek in Jette. Altijd kort van stof geweest.
De verloren liefde is uiteindelijk in de collaboratie verzeild geraakt, mijn grootvader slachtte tijdens de oorlog zijn varkens in de kelder om het krijsen tegen te gaan en onderhield daarmee een deel van de familie.
Hij was een man die heel zwartwit dacht, maar begiftigd met veel droge humor.
De grote liefde heette Donatus, mijn grootvader gewoon Jef.
Ik ben het spoor van Donatus na de oorlog kwijtgeraakt, dat van mijn grootvader echter, hoe simpel en lokaal verankerd ook, zal ik altijd blijven koesteren.

Ondertussen is de oude man in slaap gevallen achter zijn krant.
De tweede Leffe is hem fataal geworden.
Ik kijk even naar buiten en zie mijn grootvader passeren, gazet onder de arm.

zondag 16 mei 2010

Neu Sprotsjes

Nieuwe begrippen ter verrijking van de brusselse Taal.

e Crabuulleke : weerbarstige krab, die zich moeilijk prijsgeeft in de Rugbyman op de Vismarkt.

Ne Caracolleur : iemand die blijft plakken aan een caracollenkraam of bij de Noordzee op St-Kathelijne.


____________________________________________
Zie ook :
E Blaftuurke : verkoopster in de Inno met hele lange valse wimpers -Caraoke : clochard zwaar aan de drank die veel lawijt verkoopt onder invloed van zijn Cara-pilsjes - Billentoeker : bx laptop - Blasfonneur : militante vrijzinnige - Surplaske : bx slow - Deux Yeuxken : zwaar gesluierde moslima - Trottoirdoemper : roker op straat - Piszinneke : bx pissijn - Bagabelleke : bx sms-ke - Greun Boerken : bioboer - Saloefrêtter : vegetariër

zaterdag 15 mei 2010

Stadsbrief

Beste Bruksel,

U moet dringend wat doen aan uw hoogteverschillen.
Versta mij goed : blijf er alstublieft af, begin er weer niet aan te prutsen.
Ga het niet nivelleren of afvlakken : het is één van uw ontwapenende charmes en levert bijwijlen prachtige skylines op.
Afblijven dus, maar het tegelijkertijd makkelijker maken voor de oudere en zwakke weggebruikers.
Er loopt nog altijd éen te grote breuklijn tussen hoog- en laagstad, o.a. door het grote niveauverschil.
Daar moet wat op te vinden zijn.

Ik geef één voorbeeld : van de HallePoort naar de Place Albert in Sint-Gillis.
Een heel mooi, afwisselend traject via de Waterloose, Barrière en Alsembergsesteenweg : vooral in het naar beneden gaan.
Maar vanuit de Hallepoort tot Albert ben je bekaf en duurt het oneindig lang - je ziet er tegenop en blijft dan maar beneden terwijl er onderweg en boven heel boeiende dingen te beleven zijn.
Jawel, er is een bus, maar die passeert onregelmatig, zit stampensvol en heeft teveel onnodige haltes.

Voorzie daarom een kleurrijk mini-treintje die alleen en uitsluitend deze lijn bedient : om het halfuur bijvoorbeeld - lijkt mij redelijk en heel goed haalbaar.
Het verschaft weerom werk aan de vele werkzoekenden, het is een geste naar uw oudere bewoners, brengt leven in de brouwerij en ambiance in de keet.
Bij goed weer zijn de wagonnetjes uiteraard wijdopen, voorzien van wapperende vlaggetjes.
Vantijd worden er straatzangers aan boord gehesen om onderweg de boel op te fleuren.
Voor de rest kan er eindeloos worden gewuifd en uitgebreid naar de vitrines gekeken, want het Barrièretreintje gaat natuurlijk traag naar boven en beneden.
Er zijn maar vier stopplaatsen, Hallepoort, Parvis, Barrière en Place Albert (waar men overigens vlakbij het park is). Alle dagen vakantie in Sint-Gillis !

Dit is maar één voorbeeld maar men moet ergens beginnen.
Ook de Botanique, Kunstberg, Leuvensesteenweg e.v.a. kunnen worden ontgonnen.
De commercanten gaan zeker één en ander willen sponseren.

Ik wil mij niet moeien, maar denk er gewoon eens over na.

Je,
Pacha Kroet.

vrijdag 14 mei 2010

Dichter Bij Brussel

Avond in Le Louvre
Parvis Sint-Gillis

de grijze cafébaas
haalt garçons vanachter

het Ijzeren Gordijn
met afvallige planten
en teneergedrukte asbakken

de namiddagmannen
zijn er ook
vanavond
en morgenvroeg

GSM loeien
luid
en altijd en toujours
is er Contact

Terrasstoelen wachten
gelaten

er gaat veel tijd verloren
in mei
als het regent

donderdag 13 mei 2010

Gespot

Ochtend aan de Beurs.
Ik zie ze al van ver arriveren, hij loopt met O-benen, zij heeft lange zwarte vlechten met fel gekleurde lintjes.
Soms, vandaag niet, draagt ze een pluimpje in haar brede haarband.
Hij heeft een hoed van ginderachter en draagt een mobieltje (of is het een  revolver) in een zwarte holster aan zijn heup.

De cowboy en de squaw - vantijd zie ik ze passeren, zij draagt geen mocassins, het is er net niet over.
Hij werkt gewoon het blokje om in de ZwarteLieveVrouw, immer met een draagbare PC.
Een cowboy met een laptop in de hand en een squaw onder de arm : het kan allemaal op een regenachtige woensdagochtend voor de trappen van de Beurs.

dinsdag 11 mei 2010

Het Uur van de Prutser

Chinezen spelen basket op de Arduinkaai. Ze krijsen onverstaanbare klanken waaruit  ik niet kan opmaken of ze mekaar verscheuren of gewoon de bal opvragen.
Ze doen het niet slecht maar ik zou ze nooit in de loopgraven zetten met dit spel, het mitraillettevuur van de ping pong blijft hun core-business.
Aan de overkant speelt een groepje Kongolezen. Waarom spelen ze niet tegen elkaar ?
Ik dacht dat Kongolezen en Chinezen goed matchten dezer dagen ?

Een jongetje van hooguit tien vraagt mij een zakdoek. Er zijn zaken die ik nooit uitleen, een zakdoek is er daar één van. "Tu habites loin d'ici ?" vraag ik maar - "J'habite en France." Tja, dan is een zakdoek ver weg.
Zijn zusje vraagt mij waarom ik hem geen zakdoek geef terwijl ik er wel één heb. Een helderziend meisje, maar ik volhard.
Ze lopen nog een poosje achter mij en vragen welke cheques ik bij mij heb, het zijn de tickets voor de voorstelling. "C'est pas une cheque," - de Fransen lachen omdat ik une cheque zeg.
Daarop gooien ze met stenen naar mij.
Een hoertje naast de schouwburg loopt ook een tijdje met me mee, ze vraagt geen zakdoek maar gooit wel met steentjes. "ça-va ?" vraagt ze. Wellicht is ze bezorgd.

In het theater geeft Wim Helsen een verpletterend optreden, I like this man.
Toch is het schouwspel in de zaal minstens even boeiend. Op de derde rij zit een kale man, hij slaagt er in gedurende de ganse avond niet één keer te lachen. De twee meisjes in de rij daarvoor hebben er ook weinig aan.
Het zwartharige meisje kijkt voortdurend naar haar vriendin met een hoogstverbaasde blik : waarover gaat dit in godsnaam ? Met dit soort vragen beland je bij Helsen onvermijdelijk op een dood spoor.
Ook de man naast mij verveelt zich, hij lacht, maar meer uit gène - om niet op te vallen.
Ik voel dat het fragment over gehandicapten hem zwaar stoort.

De rest van de zaal amuseert zich blijkbaar kostelijk, al kan ik dat uiteraard niet hard maken vermits ik op de vierde rij zit. Hij haalt éne Vincent en éne Steven uit de zaal. Vincent blijft cool, die zou ooit nog wel eens het voorprogramma kunnen halen.
Het einde is magistraal, althans voor mij : zijn we niet allemaal prutsers ?
Het is een slot in drie delen, de ganse zaal heeft dit beet, behalve het zwartharige meisje die zich weer afvraagt waarom iedereen blijft zitten, en Helsen het podium verlaat en dan weer betreedt ?
Ze wil al meteen opstappen : een totale afgang.
Haar vriendin wijst haar beschaamd terecht.
Daarop blijft ze zitten, ook lang nadat het applaus is uitgedoofd en alleman opstaat, zij wil geen tweede keer tenondergaan.

Buiten is het hoertje verdwenen, maar er staan vier nieuwe meisjes die aan de straat werden teruggegeven.
Niemand vraagt : "ça-va ?" - Het is telaat om nog aan te dringen, ze moeten zichzelf maar aanbieden,
allemaal prutsers, denken ze.
De Intifada is terug naar La France, maar de Chinezen zijn nog altijd aan het basketten, ze hebben het ganse optreden volgemaakt en alles gemist van wat er in de schouwburg is gebeurd.
De Kongolezen zijn allang verdwenen.
De Chinezen zien er moe uit want ze hebben kleine oogjes, bij Aziaten weet je het evenwel nooit zeker.

Een zwarte kat tussen twee wagens doet heel agressief, een jongen in witte T-shirt speelt heel alleen voetbal in het donker plantsoen, hij schopt veel te hard tegen de bal en moet hem dan heel ver gaan halen. Een jongen die hem had kunnen opvangen kijkt er alleen naar als een zeldzaam object dat voorlangs gaat.
De lucht is donkerblauw, dat is heel ongewoon om halfelf 's avonds.
Terwijl ik omhoog kijk struikel ik over de slecht verlichte bank.
Dit is het uur van de prutser maar ik weet dat ik niet alleen ben.

zondag 9 mei 2010

Stadsbrief

Beste Bruksel,
'De Horta Gallery blijft leeg", kopte Brussel Deze Week, verleden week.
Ik weet niet wie er zich in uw stad bezighoudt met de kleinhandel en de organisatie van de commerciële activiteiten, maar het trekt dus op geen kleurpotloden. Moeten heel onverstandige of wereldvreemde mensen zijn. Het stond natuurlijk in de sterren geschreven dat de Horta-galerij in geen jaren volk zou trekken.
Het volstaat om een kwartiertje op die plek stil te staan bij de ochtendpiek en 's avonds bij de uittocht, om één en ander te constateren.
Er passeren daar inderdaad tienduizenden mensen, waarvan je allicht zou denken, een aantal van hen moet toch ooit eens zin hebben in een koffie of zich gerieven van nieuwe schoenen.
Neen mijnheer, die mensen scheuren aan een duizelingwekkende snelheid door de hall, onderweg naar hun kantoor : time is money.
's Avonds kunnen ze niet snel genoeg die vermadelijde stad verlaten, het komt in de verste verte niet in hen op even een oponthoud in te lassen of te slenteren door de winkels als ze al hun stal opsnuiven.
Een station is per definitie een passage, een doorgang, een loopkoers van en naar.

Aangekomen in het station zelve, dat is andere koek, ben je wat te vroeg of telaat, neem je daar nog wel een snelle hap of koffie, of op vrijdagavond een pint - maar op twee passen van het perron welteverstaan, nooit onderweg naar.
Het volstond om die oefening te maken : een simpele leek ziet dat.

Overigens, elders in uw stad is het niet beter. Al gezien hoe de oude Muntgalerij leegloopt ten voordele van de nieuwe onder het casino ? Wat voor zin heeft het een nieuwe galerij te creëeren naast een oude, die goed draaide, om die vervolgens de nek om te draaien ?
En er komt nog meer : wellicht een nieuw shoppingcenter op de Heizelvlakte, tenzij men in de rand er ook eentje voorziet, maar toch maar doen : meer is beter nietwaar.
Misschien veronderstelt men dat de onzichtbare hand van de vrije mark orde brengt in de wildgroei.
Niet dus.

Ik heb overigens een suggestie voor de Hortagalerij.
Maak daar gewoon een Clocharderie van : een winterhotel voor de talrijke daklozen die tijdens dat seizoen het hele Noordstation inpalmen. Voorzie wat propere toiletten en goed afwasbare matrassen en laat alles onderhouden door de talrijke werklozen uit uw stad. Alleman content.

U genegen,
Pacha Kroet.

vrijdag 7 mei 2010

Gespot

Waar kust de facteur de helft van het café en de cafébazin achter de toog en zet zich gemoedelijk neer tussen de kalantjes ?
Niet in een godvergeten dorp in de Antwerpse Kempen, maar in het hart van Sint-Gillis in café Le Brumaire op de Alsembergse.

Brussel blijft een lappendeken van hartelijke dorpen.
Ik zie het de postman in New York nog niet meteen doen, unless he rings twice, maar dan is het voor iets helemaal anders.

donderdag 6 mei 2010

Brusselse blackoutpoetry

krijgt de stad in onvermijdelijk tegenstrijdige gedaanten vorm. Zijn tocht brengt Scotto van trendy kledingzaak Stijl naar het Klein Kasteeltje, van L'Archiduc naar de muurschildering van Lucky Luke. Fabio Scotto toont zich een scherp en poëtisch observator. Het lange gedicht Keita over een jonge vrouw uit Sierra Leone die in het Klein Kasteeltje is terechtgekomen, is weergaloos in zijn analyse én verwoording, de reeks Mozaïeksteentjes is wat het zegt te zijn, een opeenvolging van korte verstilde tafereeltjes uit de maalstroom van een stadswijk. Scotto's gedichten kregen onlangs een behandeling door kunstenaars Richard Venlet en Sophie Nys. Ze lieten zijn gedichten voorlezen door Italianen uit de wijk. De opnames zijn nog tot 25 april te beluisteren in de gang van Passa Porta als deel van de tentoonstelling Dit Par : poëzie op elpees.
Een diaprojector toont tegelijk hoezen van oude poëzielangspeelplaten uit de collectie van het Gentse poëziecentrum. Verdwijnen doet het project niet : op 20 april werd de elpee gedichten van Fabio Scotto gezegd door voorgesteld. 1000 gratis exemplaren worden, zolang de voorraad strekt, verspreid in Passa Porta en op plaatsen in de Dansaertwijk die figureren in de gedichten van Scotto. Woordkunstenares Tine Ruysschaert las de Nederlandse vertaling in, die ook te beluisteren is op de langspeelplaat. Ietwat uit de tijd, zo'n elpee, maar zijn 33 toeren per minuut niet voldoende om traag maar aangenaam rond uw poëtische as te worden gedraaid.
Uit Agenda Brussel Deze Week.

_______________________________________________
Blackoutpoetry of stiftpoëzie is vanuit Amerika overgewaaid en werd ontwikkeld door de Amerikaanse schrijver en tekenaar Austin Kleon. Het had ondermeer zijn wortels in de beatpoetry van Allen Ginsberg en Jack Kerouac. Het gegeven is simpel : men vertrekt van een gewone, banale tekst - daarin onderlijnen we woorden of stukken van zinnen die ons interessant lijken. Zo probeert men een nieuw verhaal of gedicht uit een andere tekst te halen.Dit nieuwe verhaal of gedicht hoeft niets te maken te hebben met de oorspronkelijke tekst, we gebruiken alleen de woorden ervan. Het is in wezen een nieuw gedicht trekken uit een bestaande tekst

woensdag 5 mei 2010

Het Berbermeisje en de Stad

Het Berbermeisje kijkt verschrikt als een vijftal schril schreeuwende Maroc-Bruxelmeisjes de trap aan Metro Anneessens komen uitgelopen.
Ze kijkt haar ogen uit op een andere jonge vrouw die met een helrode rok en kanariegele kousen komt aangefietst. Het kind is nog niet lang in de stad en het verwondert mij dat ze alleen is.

De kruidenier op de hoek heeft zijn twee zoons uitgehuwelijkt in het verre land van oorsprong.
Ik heb de vrouwen nog nooit gezien, maar weet dat ze zijn gearriveerd. Het bruiloftsfeest was in Marokko.
De twee zonen zijn de derde generatie van een familie die allang in Brussel woont en werkt, en goed boert. Toch verkiezen ze een vrouw uit het land van herkomst.
Ik blijf het vreemd vinden, maar ook weer niet.

Mensen die hier al zolang wonen, zich hebben aangepast aan de gewoontes van het land, een bloeiende zaak hebben, maar liever op 'zeker' spelen.
Ik hoorde eens van een jonge Marokkaan dat hij het meteen uitmaakt als hij verliefd wordt op zijn liefje van hier. Als het bij ons begint, stopt het bij hen.
Het zal wel zijn dat Berbermeisjes veel volgzamer zijn dan Belgische of Belgo-Marocainmeisjes, die de wereld kennen.
Ik was verleden jaar in een Berberdorp, in het zuiden van Marokko, waar de electrische verlichting net een week in gebruik was. De oudere bewoners hanteerden de schakelaar als speelgoed.
Als een meisje uit zo'n dorp hier arriveert moet dat zowat gelijkstaan aan een landing op de maan. Overgeleverd aan de schoonfamilie, vaak geprangd op het eerste verdiep tussen de schoonmoeder onderaan en de schoonbroer boven haar.
Moet alles dan weer niet helemaal vanvoorafaan herbeginnen ?
De taal, de conversatie, het contact op de school, kledij, cultuur, integratie ?
Laat ik nog even zwijgen over hoofddoeken of religie.

Wie ben ik om te zeggen dat mensen hun partner in eigen omgeving moeten gaan zoeken.
De gedachten zijn vrij, zeker in deze.
Maar ik maak wel wat kanttekeningen, mag dat ?

Toch hoorde ik onlangs op een lezing van een geleerde prof dat het geluksgevoel in gearrangeerde huwelijken even hoog ligt dan bij gekozen huwelijken.
Mensen leren mekaar kennen, hechten zich en vinden mekaar.
Veel gearrangeerde huwelijken gebeuren zeer uitgekiend en beredeneerd, aldus nog de prof -
het gebeurt niet met de natte vinger.
In gekozen huwelijken en bij samenwonenden struikelt meer dan de helft, al na een paar jaar.

Maar hier gaat het over meer dan een engagement, het gaat over een cultuurschok, een andere planeet waar men wordt gedropt, zeer plots, zonder de minste overgang.
Hoeveel jaar gaat daar dan weer overheen eer men thuiskomt, eer men zich inschrijft in de cultuur van deze chaotische en ziedende stad.

Het meisje kijkt om zich heen : ze lijkt gedesoriënteerd.
Het zal nog een hele tijd duren vooraleer ze haar weg zal hebben gevonden.

maandag 3 mei 2010

Stadsbrief

Beste Bruksel,

Zowat tussen Brussel-Midi en Lemonnier heeft men in uw ondergrondse heel even de illusie dat men de grot van Ali Baba binnenglijdt.
Niets is wat het lijkt - maar het kan inderdaad werkelijkheid worden.

Honderden kilometers donkere muren ontwaren wij als we door de duistere Metro-gangen zoeven. Wat zien mensen als ze door het venster kijken ?
Zwart, zwart, zwart. Moedeloosheid, tristesse, zwaarmoedigheid maakt zich van hen meester : ge leest het op de grauwe gezichten van de reizigers.

U zou de eerste stad ter wereld kunnen zijn die zijn Metrogangen tot leven wekt, helverlicht, met overrompelende beelden, kaarsen en spots op droombeelden en toverfiguren.
Een voorbijrijdende strip. Een stroom van verhalen geserveerd in de onderste lagen van uw stad.

In de nabijheid van de hete stations kan u er mee spelen, rond Clemenceau, Rogier, Simonis of Ribeaucourt kunt u er een heus spookkot van maken.
U heeft prachtige Metrostations, waarom ook geen schitterende Metrotunnels ?

Maak van uw teneergeslagen reizigers opgewekte en vrolijke pendelaars die zich dansend en fluitend naar hun werkplekken begeven en 's avonds hunkeren naar een nieuwe fonkelende metrorit.
Just do it.

Je,
Pacha Kroet.

zondag 2 mei 2010

Brusselse blackoutpoetry

Het is wat uit de tijd, de traagheid waarmee Het Beschrijf met het project Vers Brussel de stad doordesemt van poëtische kunstwerkjes. Uit de tijd als in haaks op de hedendaagse snelle mars door de dagen. Vers Brussel neemt de tijd om te rijpen, de buurt en de schrijvende en beeldende kunstenaars krijgen...(Uit Agenda Bx Deze Week, 23.04.010)

_________________________________________
Blackoutpoetry of stiftpoëzie is vanuit Amerika overgewaaid en werd ontwikkeld door de Amerikaanse schrijver en tekenaar Austin Kleon. Het had ondermeer zijn wortels in de beatpoetry van Allen Ginsberg en Jack Kerouac. Het gegeven is simpel : men vertrekt van een gewone, banale tekst - daarin onderlijnen we woorden of stukken van zinnen die ons interessant lijken. Zo probeert men een nieuw verhaal of gedicht uit een andere tekst te halen.
Dit nieuwe verhaal of gedicht hoeft niets te maken te hebben met de oorspronkelijke tekst, we gebruiken alleen de woorden ervan. Het is in wezen een nieuw gedicht trekken uit een bestaande tekst.

Neu Sprotsjes

Nieuwe begrippen ter verrijking van de brusselse Taal.

E Caraoke
Clochard zwaar aan de drank die veel lawijt verkoopt onder invloed van zijn Cara-pilsjes.
"Da Caraoke mokt straf van zaain uure, geft em rap veftig cent dat em zwaaigt."

E Blaftuurken
Verkoopster in de Inno met hele lange valse wimpers.

Zie ook :
Zwansoeur : olijke Bx non - Billentoeker : bx laptop - Blasfonneur : militante vrijzinnige - Surplaske : bx slow - Deux Yeuxken : zwaar gesluierde moslima - Trottoirdoemper : roker op straat - Piszinneke : bx pissijn - Bagabelleke : bx sms-ke - Greun Boerken : bioboer - Saloefrêtter : vegetariër

zaterdag 1 mei 2010

Gespot

Om 7u20 op het Sint-Kathelijneplein, achter de kerk, verzamelt een clochard peukjes die hij opraapt op het plein. Merkwaardig wat die man op korte tijd in zijn vestzak stopt.
Een halfuur later passeer ik op het F. Cocqplein, daar speelt een meisje wat verveeld met broodoverschotjes in café Sel & Sucré.

Beide zijn in de weer met kruimeltjes -
de éne werkt om de dag door te komen en een scherf genot, de andere verveelt zich en weet niet hoe de dag door te komen.