dinsdag 30 april 2013

genoteerdenroute : een triootje



Op het perron van het Rogier staat een heel dunne tweeling. De ene draagt een gigantische koffer op haar rug waarin ik op zijn minst een cello vermoed. Haar identieke zus ziet het kleiner, dat moet een Stradivari zijn.
Ze zijn allebei smoor op een eveneens smalle jongen uit hetzelfde conservatorium. Hij torst een grote rechthoekige doos. Dat zou een reusachtige groene melodica kunnen zijn, maar dit instrument wordt vooralsnog niet onderwezen in de muziekscholen.
Ik heb er het raden naar, ik word zelfs ietwat nerveus bij het pijnigen van mijn hersens. Vragen durf ik niet, de twee meisjes zuigen al zijn aandacht. Het zijn geen concurrenten, je ziet geen venijnige blikken. Wel verlegen, zenuwachtig lachende meisjes die hem allebei wel zien zitten. Hij laat zich niet onbetuigd, de aandacht flatteert hem, twee inéen, dat is evenwel veel voor zo'n smalle jongen.
Ook hij kan niet kiezen tussen de twee ééneïigen, in zo'n symbiose maak je onvermijdelijk brokken.
Verscheurende keuze voor de jonge muzikant in spe.
Dat wordt een trio in mineur.

zondag 28 april 2013

madeinbrussels : de Oude man en Het Boek



In de zwartgrijze zetels van het Fnac leest de man een boek.
De zeventig voorbij, zwarte leesbril, sportieve lichtgrijze pantalon, bruine voorname schoenen.
Een man met een goed voorkomen en vriendelijk gelaat.
Het boek passioneert hem zeer, soms houdt hij zijn hoofd wat scheef om het gewicht van het geschrevene beter te vatten. Dan legt hij linker over rechterbeen, duim in het midden van de bladzijde, die heel langzaam naar beneden glijdt. Hij neemt alles grondig op.

Er hangt gestoorde jazz in het Fnac-aquarium, dat kwetst in het walhalla van de HiFi.
Het ontgaat hem, alles rondom hem verdwijnt, lost op, zoals het een ingekeerde lezer betaamt.
Dan heft hij zijn kin heel hoog, gluurt door zijn brilletje, iets treft hem.
Hij wrijft kort over zijn kin, sluit even het boek evenwel met zijn wijsvinger op de laatstgelezen pagina.
Hij kijkt voor zich, dan wordt hij weer in het boek gezogen.
Een oude eik die zijn poriën wijdopen zet om de gezonde lucht diep in zich op te nemen. Hij krabt over zijn voorhoofd alvorens voort te gaan.
Onverstoorbaar gaat hij door, mensen komen en gaan, niets leidt hem af.

Ik schuif een tafeltje dichterbij, lees mysterieuze begrippen.
Odalisk, dienares in de harem, Odo, mansnaam - wisselwoord voor Otto, Odometer, Odorant..
Alles wordt verklaard, alle geheimen, alle woorden ontsloten.
Bij het volgende hoofdstuk haak ik af, het is teveel ineens.
Papaine, melksap uit de papaja, Papavenne, Papiament..

Niet de oude man, nog lang niet verzadigd, hij leest onverdroten.
Vanavond nog, weet hij alles van alles.

vrijdag 26 april 2013

poëzienville : ochtend in de stad



En dan is het drie uur die vrijdagochtend.
Te laat om te gaan slapen, te vroeg om op te staan.
Het is nog vollen bak in de Barbeton, een meisje en een jongen lopen verliefd over de Papenvest.
Twee propere jongens lopen geanimeerd pratend door de straat.
Er passeert zelfs een vijftiger met een gevuld rugzakje door de Kogelstraat, hij aarzelt om de weg te vragen.
In het grijsdonker van de stad vervagen alle uren en getijden.

woensdag 24 april 2013

genoteerdenroute : De Nieuwe Stek



Zie hoe uitgelaten ze zijn, de verliefden.
Kusje, kusje, nog een kusje. Hij lacht, zij danst armen wijdopen in de lege ruimte.
Dan tilt hij haar op, zomaar.
Ja, ze kan de lamp raken aan het plafond.
Nog hoger kan hij als hij knijpt in haar kont. Dat mag, ook al speelt ze lichtjes verontwaardigd.
Terug op de grond trekt hij zijn hemd uit, zij haar shirt.
Dan verdwijnen ze helemaal uit beeld in het nog gordijnloze appartementje op de eerste verdieping aan de Varkensmarkt.

zondag 21 april 2013

madeinbrussels : Krijgsgevangenen




Welk een vreselijk misdrijf hebben de frêle meisjes tussen zestien en twintig begaan ?
Op drie rijen zitten ze gehurkt en geboeid in de open poort aan de Papenvest.
Vormen ze een bedreiging voor de goegemeente ? Zo lijkt het niet. Ze zijn afkomstig uit het voormalige Oostblok, maar die zijn toch allang geen vijanden meer ? We ontvangen ze met open armen in de EU ? Sommige mensen menen dat het te vroeg is om ze nu al te omarmen omdat ze te arm zijn, en armoede moet je uiteraard weren in een rijk land. Maar dat wordt anders gezegd : ze zijn nog niet ver genoeg. Ze kunnen nog niet mee, ze zijn nog niet geëvolueerd.
Ik heb er het raden naar want de politie-agent verzoekt mij vriendelijk om door te stappen die vrijdagnacht in de week van de Bostonmarathon. In de lange bus zitten overigens nog een twintigtal meisjes, ééntje wuift naar mij, ze zitten wellicht in het leven. Zelden immers wuift nog een meisje van die leeftijd naar mij, tenzij om de weg te vragen.
Mensenhandel ? Dan zijn ze slachtoffer. Wie boeit nu de gedupeerde ? Het blijft een raadsel. De veiligheidsdiensten zijn dezer dagen in opperste staat van paraatheid. Al tweemaal gefouilleerd op straat. De tweede keer met een wagen vol vuilnis. Destinatie ? vroeg de agent, een haast existentiële vraag. Ik vertrek op vakantie naar Syrië dacht ik te antwoorden want ik ben always in the mood for a joke, maar de sfeer was er niet naar. De eerste keer verdachten ze mij van verkoop van 'politiekaarten'. Ik heb wel wat beters te doen.
Zijn de Oostblokmeisjes vermeende terroristen ? Verkopen ze politiekaarten ?
Of zijn ze gewoon illegaal ? Dat zou uiteraard alles verklaren.
Illegaal : dat wil zeggen gevaarlijk. En vooral, ze zijn nog niet ver genoeg geraakt.

donderdag 18 april 2013

poëzienville : Stilleven



In de vestiaire wachten ze gelaten op de bank.
Eéntje met een bol hoedje, een andere houdt een wandelstok bij de hand, haast onbeweeglijk, enkel de mysterieuze Oosterse glimlach.
Dan schommelt de kleinste met haar te korte beentje over en weer, éénmaal, alsof ze een vlieg verjaagt.
Ze zitten net onder de twee dunne rode strepen van het glas. Vier breekbare Chinese vrouwtjes, rug tegen de broze spiegel. Un tableau piège van Spoerri : un petit chef d'oeuvre.
Voor heel heel even een stilleven in de rumoerige hall van het Museum voor Schone Kunsten.

dinsdag 16 april 2013

genoteerdenroute : Hoofddoeken ?



Hoofddoeken ?
Waar mensen al hun hoofd over breken.
Religieus symbool ? Cultureel beladen ? Het zoeken naar identiteit ? Familiedwang ?
Ach.

Handen vol met de koters, duwen aan de poussette, dan is het handig dat je handenvrij kunt bellen.
Mobieltje onder de hoofddoek. Klaar is kees.
Niks meer of minder.

zondag 14 april 2013

madeinbrussels : De Schone en het Beest



De man met de witte pull en de zwarte wenkbrauwen schrokt zo gulzig dat hij even moet pauzeren vooraleer de brokken door zijn strot te rammen. Hij haalt diep asem en zucht kort vooraleer verder te vreten.
Hij schranst tegelijkertijd een broodje smos, een bord friet, een berg stoofvlees en houdt ook nog een wit broodje achter de hand.
Hij fret met dezelfde snelle bewegingen waarmee een arbeider flessen sorteert op een razende lopende band. Linkerhand een vork die toeslaat in de friet, rechterhand het broodje dat nooit wordt fijn gemaald en meteen in felle brokken naar binnen wordt geduwd. Er ligt ook nog een mierzoet reuzedessert te wachten, dat verklaart de vitesse waarmee hij de rommelige schotel afwerkt.
Zeggen eetgewoontes ook iets over het koopgedrag van iemand ? Wat gaat hij straks inkopen in de benedenverdiepingen van de Ikea aan de Bergensesteenweg ? Zal hij met dezelfde woede grabbelen in de volle rekken ? Zal zijn winkelkar even groot en wijd zijn als zijn keelgat ? Onmogelijk dat zo iemand zorgvuldig kiest, wikt en weegt, prijzen vergelijkt en uiteindelijk de verstandigste koop prijs/kwaliteit aanschaft ?
Hoe pleegt zo iemand overleg op kantoor ? Vrijen ? Erop en erover. Vakantie ? Bakken op een gloeiend strand zonder smeerolie, dampend met een vracht blikjes naast hem en resten roomijs op zijn vadsige buik.
Slapen ? Snurken als een vetgemest varken.

Naast hem komt een voornaam koppel zitten. Hij geparfumeerde snor, zij groenwit pakje, midvijftigers.
Ze praten zuinig, voorkomend. De gebakjes worden mondjesmaat gegeten, haast geproefd, een miniscuul hapje vooraan op het plasticlepeltje, het lijkt wel een gewijd gebaar.
De rust van dit koppel, de vraatzucht van de man met de zwarte wenkbrauwen : de Schone en het Beest.
Naast hen staat hun koopwaar : een set witte borden. Zorgvuldig uitgezocht, niets meer, niets minder.
De gulzige staat op, veegt zijn mond met een zakdoek. Hij ruimt de tafel niet.
Hij wacht even, staat stil vooraleer te vertrekken. Ik hoor niets maar ruik onraad.
De fijnbesnaarde moustache fronst de wenkbrauwen, zij schudt kort haar hoofd.

C'est même pas un étranger, zegt hij dan.
Ach, maniertjes.

vrijdag 12 april 2013

pöezienville



Il y a du monde ? krijst een vrouw in het portaal van de Centrale aan het Sint-Kathelijneplein.
De twee suppoosten knikken traag.
Die namiddag ben ik alleen du monde.
Il y a du monde, zou ik anders vertalen. Het is zo mooi in het Frans.
Is er Volk van de Wereld, zoiets ?
Of Is de Wereld hier ?
Of nog Is er Wereld vandaag ?
Oui, zou ik dan antwoorden, tout à fait.
Eén bezoeker of geen, dat is een wereld van verschil.
Er is slechts één lucifer nodig om een stad in brand te steken.

dinsdag 9 april 2013

genoteerdenroute



De twee Russen aan de kassa van Colruyt Pannenhuis hebben grote dorst.
Drie flessen Russian Standard Rum, tweemaal Cognac en één Scotch Whisky. Verder nog één fles Shampoo, van een goedkoop merk.
Buiten staat een mujahedin uit een niet bevriend land, hij draagt een karakul en drinkt Carapils.
Een oude Arabier rijdt op een damesfiets, aan de verkeerde kant van de straat.
Er staan vier jonge Marollexois aan de ingang van de Metro, het is bijna tien uur. In deze tweede week van de Paasvakantie staan ze zomaar te hangen op straat. De Afrikaanse vrouw heeft zoveel kinderen dat ze ongelukkig lijkt. Dan passeert een kortgerokt blond meisje, ze is ontgoocheld omdat de vier jongens haar straal negeren. Te druk met dealen ?
Zij laat achteloos een papieren zakdoek achter op het trottoir.
Het Tsjetsjeense ongeregeld in het parkje aan Antoine Clesse regelt vieze zaakjes aan de telefoon terwijl zijn zoontje onafgebroken Papa! Papa! schreeuwt aan de schommel. Je leest in de tronie van de man dat hij vanavond nog iemand moet omleggen.
Hij mankeert zijn linkerpink, wellicht een arbeidsongeval.
Er flaneren nog twee zusjes van Arabische komaf. De éne draagt een hoofddoek, de andere loopt zomaar blootshoofds op straat. Ze lopen mij gearmd en lachend voorbij.
En het Kongolese meisje zingt luidop mee met Zonder Hoop kan je niet leven van éne Will Tura, op het perron van Belgica.
Zo zijn ze, even snel bevestigd dan ontkracht. De hersenschimmen.

zaterdag 6 april 2013

madeinbrussels



De man heft pink en wijsvinger, met zijn linkerhand kronkelt hij sierlijk met een stuk of wat andere vingers.
Er zit veel volk rond hem, in een wijde kring, wel twintig jonge mensen, net de middelbare school ontgroeid. Ze zitten gehurkt rond het tableau Episode des Journées en Septembre 183O, bloedige taferelen nadat de Stomme van Portici het vuur aan het lont had gestoken in de Munt.
Doch dat is bijzaak, nooit wordt het schilderij bekeken, de voorman zit zelfs met zijn rug naar het reusachtig doek in de hall van het Museum voor Schone Kunsten.
Er wordt vaak appèl gedaan op de toehoorders, ze reageren alert, vingers hoog, luchtalgebra.
Er wordt geknikt, iemand anders schudt van neen en heft zijn arm, sierlijk hoog als de lenige hals van een witte zwaan.
Dan steekt opnieuw een jongen pink en wijsvinger vooruit, een andere toont drie vingers en een vuist.
Een meisje maakt een vierkantje met een gekromde middenvinger en duim.
Het wonderlijke ballet van vingers en handen.
Iedereen luistert geamuseerd, de aandacht verslapt nooit. Vaak wordt er smakelijk gelachen. Niemand pakt het woord, er is een grenzeloos respect voor ieders verhaal.
Ze knikken enthousiast als de begeleider met slechts een handopslag een nieuw thema voorstelt.
Meteen gaat een arm omhoog, ze vertelt, een andere wacht haar beurt af, reageert.
De gebrilde jongen met het dunne staartje beaamt. De gids knikt instemmend.
Dan gaan zijn handen weer dansen.
De ongehoorde schoonheid van het stille spreken.
Het ademloze luisteren van de stemlozen.

donderdag 4 april 2013

poëzienville : Het Bed



Op het hoofdeinde van het bed in de Maagdenstraat lees je de geschiedenis van het kind.
De vergeelde stickers van Mickey Mouse, Woody Toy, dan de nog piepjonge Messi en Ronaldo. Een zedige foto van Madonna, eronder de weerbarstige lijm van een Frans kindsterretje die niet langer werd verafgood. Weldra de eerste rappers, de laatste al wat ruiger.
En dan was het bedje op.

dinsdag 2 april 2013

genoteerdenroute : Il n'est pas là



De vrouw belt. Niemand opent.
Ze belt opnieuw. Neemt haar mobieltje. Geen antwoord.
Ze overlegt kort met de twee mannen naast haar, de agent knikt.
De struise in overall grabbelt in zijn leren tas en morrelt aan het slot.
Dan opent een vrouw een venster op het eerste - Bonjour madame -
Il n'est pas là, antwoordt ze op de vraag niet werd gesteld.
Ouvrez la porte s'il vous plaît, madame.
De drie wachten korte tijd, zwijgend.
Dan opent de jonge vrouw de deur, ze weent.
Il n'habite plus ici.
Ze begroeten haar vriendelijk bij het binnen gaan.
Dan wordt de deur gesloten op deze koude stralende ochtend van de lentemaand in de Slotstraat, aan de rand van de oude Duivelshoek.