zaterdag 28 december 2013

Niet meer tenvolle



Kaarsrechte rug, met voorzichtige zwier schrijdt ze door de middengang.
Stijl, elegantie, charme, fraai kapsel, métier, ooit heeft deze vrouw furore gemaakt op vermaarde catwalks.
Tussen de kromme ruggen, de verhakkelde gang, de beschimmelde geur, de rolstoelen die aan- en afrijden valt ze op. Een dame met klasse.
Ze wisselt enige woorden met de dienster en kiest een tafel voor één.
Ze keert zich, gaat gracieus zitten, dan pas zie ik haar volmaakt gezicht. Amper gerimpeld, spaarzame make-up, heel aanwezig maar amper merkbaar.
Er zijn enkel de ogen.
Geen oogschaduw, zoveel smaak heeft ze wel, oudere stadsvrouwen hebben nogal de neiging om de oogleden zwaar te accentueren zodat hun blik duister wordt, verlept, soms hoerig lijkt.
Zij doet daar niet aan mee.
Haar ogen zijn glazig, ze kijkt je niet aan, een waas van onbestemde droefheid.
Zo lijkt het, soms verschijnt er een glimlach, het is onduidelijk wie haar amuseert.

Op de rug had je het nooit vermoed. Zoveel gratie en zoveel vaagheid.
De Brusseles, ze heeft ze niet meer tenvolle, zegt een vrouw tegen haar vriendin aan de tafel naast mij.
Het is mooier dan dement wat altijd weer klinkt als cement, zo definitief, dof, ziekelijk.
Niet meer tenvolle, het klopt allicht.
Maar de gratie is er nog.
Tenvolle.

zondag 22 december 2013

Cherche de Compagnie


Bonjour. Jeune fille responsable cherche travail de nettoyage, 'reposage' cuisine.
Baby Sitter. Cherche de compagnie (telefoonnummer). Parle Espagnol. -
Het is een handgeschreven boodschap van een fragiel meisje op een spaarzaam geruit blaadje van een Atomaschrift.
Het stak vanochtend in de bus. Het besef dat ze wellicht heelder zo'n handgeschreven blaadjes heeft geschreven ontroert. Ze schrijft met profijtige krullen onder J van Bonjour of de P van responsable.
Ze is veelzijdig, nettoyage, cuisine, baby sitter, 'reposage' (?). En vooral cherche de compagnie.
Ik kan het niet helemaal lezen, wellicht is het niet chercher maar donner. 
Ze laat veel in het midden.
Een gezelschapsmeisje. Haar leeftijd wordt niet vermeld. Evenmin wat ze bedoelt met compagnie.
Wil ze gewoon wat kletsen, zal ze één en al oor zijn ? Of is ze eenzaam, doet ze appel op de generositeit van haar omgeving ?
Komt ze van één of ander verwoest gebied, uit een verpauperde regio van het alsmaar armere Spanje ?
Er blijft veel open tussen de regels, minstens één lijntje tussen elke zin.
Het vergemakkelijkt het lezen maar vergroot het mysterie.
Une jeune fille met een geheim. Dat prikkelt.
Zo zijn er duizenden in de stad, maar zij schrijft, met de hand dan nog.
Mijn francofone buurman leest inplaats van cherche de compagnie, 'dame de compagnie'.
Gezelschapsdame. Dat is weer iets helemaal anders.
Misschien kan ze helemaal niet strijken of poetsen.
Wat zou het ?
Een scheutje Spaans - komt altijd van pas.




zondag 15 december 2013

The girl next door



Ik ben normaal voor mijn leeftijd, zegt het Venetiaans blond meisje tegen haar vriendin.
Het is een zin die je meteen opraapt.
Ze moet veertien zijn en een meter vijfenzestig hoog.
Op die leeftijd in de tram de wereld kond doen dat je gewoon bent, volstrekt normaal.
Geen adembenemende vrienden, geen BV's in de familie, niet exuberant gekleed, niet hoogbegaafd, geen wilde feestjes. Geen drieduizend vrienden, hooguit drie of vier die haar liken.
Enkel maar gewoon. Normaal quoi.

Toch is er iets met het meisje op de tram.
Zo'n ongedwongenheid waardoor Tony Soprano zich mateloos ergert bij zijn therapeute.
Soms zie ik zo iemand op straat lopen, met zo'n welgezinde grijns op het gezicht, ik zo ze zo'n dreun verkopen.
Soprano baadde in weelde maar leed aan depressies en voelde zich voortdurend opgejaagd.

Zo'n grijns heeft het meisje.
Verstandige meid. Wijs voor haar leeftijd, grote zelfkennis, kan zichzelf relativeren, assertief maar ingehouden.
Welaan : een normaal meisje van veertien.
Niks speciaal. Gewoon : een buitengewoon gewoon meisje.
Zonder meer.




maandag 9 december 2013

De Affiche



Kennedy had geen druppel Duits bloed in zijn aderen. Hij maakte zich in '61 onsterfelijk door de simpele uitspraak Ich bin ein Berliner.
Bleekscheet Toots Thielemans, he has a black soul, uitgerekend een Afro-Amerikaanse muzikant gaf hem die eretitel.

Je kan er niet naast kijken die ochtend in het verlichte aquarium.
Helemaal in de nok van de Square bokaal aan de Kunstberg vrijt een koppeltje.
Twee jonge Maroxelloises die vrij en onbevangen hun liefde tonen aan de wereld.
Zij zit op zijn schoot, hij frummelt in haar haar. Je ziet haar giechelen.

Boven hen hangt levensgroot de affiche van een congres dat net is gepasseerd of er nog moet aankomen :
L'Europe, c'est Nous.

zaterdag 30 november 2013

Het Zoethoudertje



Op het herfstige terras van de Brouckère zit een jongen met een Koffie Verkeerd.
Hij zit op het middentafeltje en drinkt traag, met spaarzame teugjes.
Kijkt stil naar het glazen kopje.
Dan neemt hij het Exki-darkchocolate reepje, slechts een pink groot, dun en smal.
Zacht kruimelt hij de chocolade, wel honderd kleine stukjes legt hij behoedzaam op de zwarte tafel.
Neemt nog een kleine slok, met zijn halfnatte wijsvinger plukt hij een stukje van de tafel en legt het op zijn tong.
Hij kijkt aandachtig naar de tafel en de chocola, verlegt een paar stukjes, alsof hij ze ordent naar grootte en gewicht. Dan weer één.
Hij wacht minutenlang.
Wel honderd chocolaatjes, daar ben je heel lang zoet mee.

dinsdag 26 november 2013

genoteerdenroute



Stressed ?
Depressed ?
But well dressed !

Ik lees het op de vitrine van de nieuwe kledingwinkel in de Dansaert.
Ik ben niet stressed noch depressed, maar toch well dressed.
Mag ik ook meedoen ?

zaterdag 23 november 2013

The very best of the world



In lange rijen drummen ze samen, de hongerigen.
Ik hoor gedempt Duits, scherpe Franse klanken, very and loud American, flarden Oosteuropees.
De Spanjaarden zijn beleefd maar laten zich niet onbetuigd.
Ze wachten, gelaten maar vol verwachting.

De zon is mild op deze zaterdagmiddag. Ook de duiven wachten, zij het niet voor Quiévrain.
Een kind schreeuwt, een helblond meisje van Scandinavische origine stampt met haar voetjes, het duurt haar te lang. Een meisje passeert in training, onderweg naar het park. Haar outfit is onberispelijk, haar stijl belabberd.
Dan gaan de luikjes open, licht rumoer in de rijen. Langs beide zijden van het ronde paviljoen opent zich de grot van Ali Baba.
De geur is profijtig, geen dikke walmen, geen vettigheid. Het aroma van een excellent restaurant.
Het Maison Antoine moet wereldvermaard zijn.
Toch vind ik Maison wat hautain.
Een friture is een friture, niks om beschaamd over te zijn. Noem man en paard.
Een piscine is een piscine en geen 'zwemhuis'. Le Quartier Breughle  is het Marollenkwartier en La Grande Place is gewoon de Grote Markt.
De frieten daarentegen zijn top. Net krokant genoeg, luchtig en tot op de seconde na gepast uit de olie geplukt.

Een man maakt een foto van zijn familie aan het Maison Antoine.
Put the frites in your mouth, roept hij.
What does it mean 'Maison' ? vraagt hij.
Friture, antwoord ik, en al vraagt hij het niet, the very best in the world.




dinsdag 19 november 2013

genoteerdenroute



De zwakzinnige jongen op de tram spreekt van nakende onweersneeuwbuien.
Dat is waarachtige poëzie.
Lichtgevende sneeuwvlokjes die heel traag neerdalen uit de Hemel.
Zou er dan toch een God zijn ?

vrijdag 15 november 2013

poëzienville : Café Ravensteingalerij, o8u37



Zó traag zingt
het ongetwijfeld
zwarte meisje
dat het lijkt of haar hese stem
stil valt

in de galerij
lopen forenzen
als nerveuze mieren

even

niemand meer


dan herneemt
het zwarte meisje
weer
slechts even
stokte de adem

zaterdag 9 november 2013

De Tentoonstelling



Mmmmm... Ze bekijkt hem met glinsterende oogjes.
Altijd lacht ze, als ze naar hem kijkt en ook als ze niet naar hem kijkt, doch dat is heel zelden want ze verliest hem amper uit het oog.
Slechts af en toe aanschouwen ze de werken zoals je vluchtig kijkt naar een straatmus op een vensterbank.
Haar enige en echte kunstwerk loopt gewoon naast haar, robuust en vrolijk, hij maakt schijnbaar voortdurend grapjes. Het is slechts schijn, ook al spuwt hij azijn ze blijft lachen.

Ze knikt, beaamt alles wat hij zegt, lacht breed, kijkt even naar zijn kruis, streelt zijn arm, knikt weer.
Hoort ze wat hij zegt ? Geeft niet, hij is er, vlakbij, helemaal voor haar alleen.
Ze blijven stilstaan, ze zegt amper wat, laat hem voortdurend aan het woord. Hij geniet van de aandacht, knappe bink, blond, flamboyant maar met mate. Zij, uitgelaten maar niet onnozel, joviaal, mooi, strakke jeans.

Ze staan weer stil maar niet bij Walter Swennen. Ze konden net zo goed flaneren door het park of aan het Rood Klooster, keuvelen in de Dansaert. De wereld rondom hen bestaat niet, enkel decor.
Zo gaan ze voort, merken amper dat ze nu naar de volgende verdieping gaan. Gaan ze naar boven of naar beneden ? Geen van beide kan het navertellen. Zijn ze hier al geweest ? Is dit het vervolg ? Zijn ze al bij Petit Halilaj ?
Wat zou het, zij lacht alweer, hij ook.

Niets telt.
Er is alleen de blinde verliefdheid.
In die smoor drijven zij op een wolkje heel langzaam naar beneden. Net vóór sluitingstijd.
Hoe was het ? vraagt haar moeder bij thuiskomst. Niet te missen, zegt ze.
Je gelooft niet wat je ziet, zegt hij nog.


zondag 3 november 2013

Rien du Tout


Trois piqures pour endormir ?
Putain !
De man in voze jeans is op een vreemde manier fier dat de beller hem zijn diepste geheimen toevertrouwt en iedereen mag dat graag horen.
Naast hem staat een dikke vrouw, ook al in sjofele jeans. Ze heeft slechts één tand maar hij is van goud.
Daarom lacht ze vaak. Misschien is het een soort levensverzekering, voor als de nood - die er evenwel elke dag is - maar als die torenhoog is geeft ze hem wellicht in bruikleen in de Sint-Gisleinstraat.
Ze kijkt wat verbaasd naar de man en zegt dan, half schertsend maar toch met een serieuze ondertoon :
il aura quand-même la paix.
Er is nog een compagnon, hij zit op een manke stoel in de Jardin Collectif op de hoek van de Kogelstraat.
Hij heeft niets gezien of gehoord, hij zit zo stil dat het lijkt of hij dood is.
Quoi ? vraagt de beller aan de vrouw.
Rien du tout, antwoordt ze.

Nous ne sommes pas assez rien du tout.
Het komt van Geert Van Bruaene, spil van het Brusselse artistieke leven in het midden van vorige eeuw.
Ach, arrogant, zichzelf opblazen, zich optutten, stukjes schrijven ?
Être rien du tout : dat is de kunst.





donderdag 31 oktober 2013

Schild en Vriend



In het vunzige café in de L. Theodorestraat in Jette staan de tafels kaduk maar overeind.
Het volk aan de toog is van Albanese, Griekse, Marokkaanse of Portugese komaf en ik aarzel om te vragen tot welke stam ze zich in de toekomst gaan bekennen.
Zal je het merken in het straatbeeld ?
Aan de afbladderende plaaster bij een scheur in het been ?
Aan de glimlach van de langdurige werkloze ?
Aan de kledij van de schoolkinderen met de schamele kinderbijslag ?
Hoor ik daar weer de Sale Flamand of Vuile Franskiljon aan de ééntalige loketten en
op de verschrompelde Zuidmarkt ?

Een Afrikaanse man verkoopt exotische reukwaren, hij vangt overal bot.
Je ruikt de Geelhout en de grazige savannen.
Een Spaanse ballade hapert in het helrood verlichte café.
Hoort het stotteren, het hek is van de dam : ook de Juke Box zal kleur moeten bekennen.

zaterdag 26 oktober 2013

pöezienville : Channel



Channel.
Zo heet het dochtertje van de Roma bedelares aan het Centraal.
Het meisje heeft een verwarde haardos, een afgebleekt kleed maar een vrolijk kindergezichtje.
Veroordeeld tot de bedelstaf en je kind een dure naam geven.
Channel, Roosje, Luna, Fleur, Angélique, Elfje..
Krijgt ze meteen vleugeltjes.
The sky is the limit.

dinsdag 22 oktober 2013

Herfst in Brussel



Regarde...
Hij toont een foto uit Le Soir.
Dan leest hij verder, zet zijn bril hoog op zijn voorhoofd. Hij praat verder, kijkt af en toe naar opzij.
Hij is kalend, zilveren bril, lacht heel nadrukkelijk, schichtig maar nooit luid.
Hij gaat met zijn vinger over een welbepaalde passage en toont het haar opnieuw, wijst de alinea.
Hij wacht of vraagt nooit naar een repliek.

Het is stil in het Natural Caffè op de Kunstberg, pendelaars passeren.
Het zachte tikken van de propere tassen die het zwartwitte meisje klaar zet op de rekken. Muzak, een goedkope versie van Manu Chao's Clandestino. Een bleek meisje met blote onderrug schikt de flesjes, ze strekt zich heel hoog op een wankel stoeltje.
Een scherpe sirene, heel even maar, als een luide schreeuw bij onverhoedse pijn.
De Afrikaanse ruitenwasser is buiten in de weer, met soepele bewegingen wordt het grote raam ingezeept, haast ogenblikkelijk wordt het witte schuim afgeschraapt.
Versgemalen koffie, de geur van ontbijtkoeken net uit de oven geplukt.

De kalende man moet rond de zeventig zijn. Hij blijft ogenschijnlijk geboeid Le Soir uitvlooien, geeft voortdurend commentaar.
Nu en dan kijkt hij naast hem om haar één en ander uit te leggen.
Ze blijft stom. Enkel zijn afgebleekte regenjas ligt naast hem.
Op de tafel ligt de Metro onaangeroerd, net als de Illy bonbon in de bruine verpakking.

Bonne journée, zegt hij nog als hij het café verlaat.
De meisjes kijken hem na als hij de Kunstberg naar omhoog gaat. Hij stapt stil, dan stopt hij en wijst naar de stenen beelden aan de overkant. Kijkt opzij, lacht en knikt.
Dan stapt hij weer voort met lichte tred.
Enkel een fragiele wind in het gebladerte van de Bergamo.
Zo zacht is de herfst dat je haar zelfs niet hoort.

donderdag 17 oktober 2013

poëzienville



Ze haalt steengoede punten omdat ze in het weekend keinijg studeert.
Het meisje onderweg naar de Erasmushogeschool laat dit zomaar vallen in de Kartuizers.
Waarom leert ze keinijg ?
De docent als drager van de steen der wijzen ? Een rots in de branding ? Onwrikbaar, begeesterend aan de lessenaar, een kei in zijn vak ?
Dat zei ze natuurlijk niet allemaal, het taterende meisje.
Zo ontstaat poëzie nietwaar, als bij toeval.
Als een fragiel steentje in een poel, rimpels, een kikker komt verbaasd gluren, een libelle spreidt haar dunne vleugeltjes. Langzaam daalt de steen, op de zanderige bodem, nog wat stof dat opvliegt.
Meer is er niet.
Maar het wordt nooit meer als voorheen.

zaterdag 12 oktober 2013

Het Cadeau



C'est pour vous..
De man, een prille dertiger in een geruite trui reikt het meisje een plastic zak aan.
Het is onduidelijk wat die verbergt maar als je dan toch gulhartig bent zorg dan tenminste voor een sprankelender verpakking.
Het meisje kijkt verbaasd, reageert zenuwachtig, maar toch heel beslist.
Neen, neen, dat kan ik niet aannemen -
Toe, omdat ge me zo goed hebt bediend, ge waart zo vriendelijk... -
Neen, nee echt niet, bedankt, maar ik kan het niet aannemen.
Hij had het enigzins verwacht, hij lacht vriendelijk naar haar.
Merci quand-même - al is het onduidelijk waar dat op slaat.
Er hangt een geur van drukinkt en een scherp parfum aan deze kant van de grote zaal.
Ondanks het vele volk is er een gedempte, haast gewijde stilte.

Het meisje die de aangetekende zendingen soigneert achter de balie aan de Brouckère, is helemaal van haar melk. Het is haar nog nooit overkomen.
Een bewonderaar... spot de vrouw naast haast met een zweem van lichte jaloezie.
Ik herken hem niet, die man is hier nooit geweest... zegt ze haast verontschuldigend.
Wat gaat ge nu doen ?  -   Rien du tout, ze lacht wat verlegen.
Het reglement is onverbiddelijk : niks aannemen van de klanten. *
Voor hem was het een eerste zet, dat las je in zijn vurige maar niet onbeschaamde blik.
Misschien was het te bruusk, meteen ter zake, en public, hij had beter moeten weten.
Zijn tijd komt nog wel.
Hij gaat opzij zitten op de lange banken, ver genoeg zodat zij hem niet ziet, maar hij haar wel.
Het pak op zijn knieën, broedend op een nieuw plan.
Plots lacht hij minzaam, hij staat op en gaat via een brede boog naar buiten.
Zij bedient de klanten, met een lichte blos schikt ze haar haar.
Dan kijkt ze even naar buiten.

*het is algemeen geweten dat de grote baas van Bpost niet houdt van extra's voor het personeel. Dat zou immers kunnen leiden tot onenigheid en tweedracht.




maandag 7 oktober 2013

genoteerdenroute : dandy



Slenteren door de Koninklijke Galerijen op een milde herfstavond heeft altijd iets gewijd.
Even vertoeven in het mondaine aroma van de negentiende eeuw.
Schoenen van bij Philippe, 'une paire de Moreschi ? Ik poets nooit mijn schoenen, een paar van 475 euro kan je toch niet besmeurd dragen, zeg nu zelf ?
Of bij Rolex, ze zoeken een vendeuse multilingue (Français, Anglais, Chinois), een polshorloge van 975O euro. Ach, ik kan het uur raden op de minuut, net omdat ik nooit een uurwerk draag. Puur feeling.
Verloren geld.
En messen bij Tilquin ?
159,90 € of een Haiku aan 199 (reeds -20% korting) ? Niet aan mij besteed, ben volbloed vegetariër. Moet nooit een steak of koteletje doormidden zagen.
Oh, kan het mij makkelijk veroorloven daar niet van, maar ik hoef het allemaal niet.
Gewoon een koffie in het Mokafé, gluren naar de flaneurs vanonder mijn zilveren monocle.
Bolhoed op tafel, lederen handschoenen elegant op de leuning, wandelstok bij de hand.
Beetje Dandy spelen.

zondag 29 september 2013

poëzienville : de intimi



De oude Javaanse zeult op deze weifelende achternoen een zwarte kabas.
Ze lijkt te dwalen. Maar dan stopt ze, als op een afgesproken moment en plek op de uitgeleefde Vlooienmarkt.
Ze strooit wat brood, het lijkt wel geteld, verkruimeld tussen haar kromme vingers.
Net genoeg voor één duif, die landt meteen.
Dan strompelt ze voort, een paar meter, opnieuw een plukje, een nieuwe duif meldt zich aan.
Zo trekt ze een lang spoor, bevolkt met intimi.
Geen lompe hand, alles ineens, geen wilde vlucht die neerstrijkt.
Ze lijkt dwaas. Niets is minder waar.

donderdag 26 september 2013

Urgence



Mmmm.. mmmm... mmmm..
Beide handen aan zijn oren geplakt, ogen diep gesloten, murmelt hij in zichzelf.
Al die indrukken, het felle licht, al die waanzinnig vreemde mensen.
De wachtzaal is klein en druk en zoals in alle klinieken is de Urgence in de kelder alsof je al met één voet in het graf staat.
Misschien moet ooit eens een antropoloog zich buigen over de inrichting van een ziekenhuis.
Geen daglicht, nergens ramen, gordijnen tussen kreunende patiënten.
Altijd weer dat infantiele, bedje, mevrouwpje, fotootje nemen. Wie de kliniek betreedt wordt terstond kinds.

De jongen is kleurling, hij is groot en lomp.
Plots vraag ik me af wat mensen met autisme moeten ondergaan in grauwe favella's aan de rand van Santiago of in de Townships van Kaapstad.
Waarom vraag ik me dit af ? Wellicht omdat de jongen kleurling is ?
Hij lijkt wat op de 'Parkinson' Cassius Clay, maar bleker en jonger. Kortgeknipt, in zijn zwarte short en witte chaussettes.
Er komt nog volk binnen. Het wordt alsmaar voller.
De jongen schudt over en weer. Zijn moeder neemt zijn rechterhand vast.
Er hangt een geur van eosine en urine, het zweet van verkrampte pijn.
Ik wil hem helpen maar ik weet dat het dan alleen maar erger wordt.
Een witkiel met vermoeide en doodernstige blik gaat de gesloten deur binnen.
Dan schudt de zwarte jongen wild naar voor en naar achter, hij valt haast achterover in de rolstoel.
Zijn moeder loenst wat bezorgd in de wachtzaal.
Mensen kijken even op en lezen dan verveeld verder in de Libelle of de Zone O2, waarop Stromae dromerig naar boven kijkt in een groen decor.
Het zou helpen hier, maar zoals geweten aarden planten niet zonder daglicht.

De jongen mag binnen, hij blijft schudden, handen op zijn oren.
Zijn etterende voet, ach, voelt hij al lang niet meer.

zondag 22 september 2013

genoteerdenroute : een strevertje



De zwarte jongen met de dikke lippen luistert met rode oortjes.
Geen gebenedijd woord snapt hij van het Gentse koppel met de scherpe r op Metro Weststation.
Drie jaar in het Huis van het Nederlands, mag hij al verhopen een flard op te vangen.
Alles, alles ontgaat hem.
Hij kijkt schuw, soms naar de man, dan naar haar.
Je leest de ontgoocheling.
Hij probeert opnieuw, het lijkt wel een vreemde taal.
Dan wrijft hij over zijn voorhoofd.
Zij gaan eruit aan de Zwarte Vijvers.
Wellicht was het een Scandinavische dialect ? Hij klaart een beetje op.
Hij stapt uit, hij leest Weststation in plaats van Gare de l'Ouest, ik zie het aan zijn lippen.
Er is nog niets verloren.
Een strevertje.

donderdag 19 september 2013

poëzienville



Ongenadig blijft de regen beuken op de grijsblauwe kasseien van de Papenvest.
Het stof van de lange hete zomer weg wassend.
Geen mens op straat, die hele vroege ochtend.
Het geruis van een auto in de Fabrieksstraat en het rustgevende geluid van een vliegtuig, heel hoog.
Amper iets en zoveel in het hart van de stad.

maandag 16 september 2013

Opgemerkt



Ongemerkt schuifelt hij dichter bij. In brede kringen tot hij strandt op een meter of twee van haar.
Hij glimlacht, zij antwoordt aarzelend.
Wacht je ook, zoiets. Jawel, trein heeft vertraging, lijkt het. Altijd die vertragingen hé..
Ze lacht weifelend. Niks aan te doen.. Dan kijken ze beiden een andere kant op. Wat gesnuffel.
Zij zit op de getraliede bank, hij staat recht op het Hortaplein.

Hij : zwart met donkere bril, te jong gekleed voor een veertiger.
Zij : timide, beetje zwaar Afrikaans in de heupen, hooguit vijfendertig, strakke jeans, donker diadeem.
Gelukkig regent het niet.. Ze lacht wat verlegen.
Hij neemt zijn mobieltje, een bevriende garagist ofzo, over een voiture, opschepperig, breit er veel tierlantijntjes rond, lijkt een verkoper uit Kuregem met de air van Rockefeller.
Zij doet alsof ze belt, alleen oui, à tout à l'heure, oui j'arrive. 
Ze telt ook mee. Ze wiebelt lichtjes over en weer, monstert hem heel even.
Ze aarzelt. Weet het niet. Wat moet ze ?
Hij lacht uitbundig, pronkerig luid in zijn GSM en haakt in.
Kijkt even naar het uur. Hoe laat is je trein ? Goesting om iets te gaan drinken ? Ze schudt beetje lachend van neen. Ze wachten op mij thuis, ze moest snel iets verzinnen.
Het duurt hem te lang, teveel moeite om misschien bot te vangen.
Bon, je dois y aller, bonne soirée .
Toi aussi.
Hij verdwijnt door de dubbele rij van de Gare du Midi.
Toen hij haast uit haar zicht verdwijnt kijkt ze op.
Ze glundert, broos maar voldaan.




zaterdag 14 september 2013

genoteerdenroute : de clichés



Pour les néerlandais à droite, les francophones à gauche.
Ook in de rijen van de Monumentendag aan het Egmontpaleis blijven de clichés overeind.
Het voordeel van de Vlaming in Brussel : de rijen zijn véél korter. Dat steekt de linksen naast ons.
Sommigen onder hen komen toch aanschuiven chez les 'néerlandais' (dixit de omroepster van dienst).
Het verlengt het wachten voor ons en ze vertragen de gids omdat ze haar maar half begrijpen.
In normale omstandigheden zou ik dat soort volk onderkruipers noemen, maar ik zou net hetzelfde doen.

woensdag 11 september 2013

poëzienville : de Man en de Laptop



het scrollen van de messages
het vluchtig lezen van de kranten
de reclame op Yahoo
facebook
het rollen van de mails

hij sluit de notebook
drinkt vluchtig van de koud geworden koffie
en vertrekt

de wereld is gepasseerd
op het Beursplein
niets gezien

helemaal mee
alles gemankeerd

zaterdag 7 september 2013

genoteerdenroute : het anorexiameisje



Het anorexmeisje heeft lang, lang niet meer gelachen.
Zelfs niet geglimlacht.
Zoals ze wacht aan de lichten van de Porte de Namur, haar lange witte gezicht, dof, haar magere blanke knieën, de roetzwarte rok.
Het lichaam uitgeteerd, de geest opgedroogd.
Dan wordt het groen, ze stapt meteen de straat over, schaduw dun als een rietstengel.
Ze lijkt zich te haasten, weg van het uitgelatene, de glamour, de ronde mensen.
Op zoek naar een donkere plek om te schuilen.
In de Waversesteenweg ben ik haar spoor bijster, geheel en al verzwonden.
Even een duistere schim : het anorexmeisje aan de Naamse Poort, helemaal verdampt in Matonge.
Een hallucinatie in de stadsjungle.

woensdag 4 september 2013

De Man die Slaapt



Hij slaapt werkelijk.
Midden in de geruisloze tentoonstelling van Georgio Morandi is hij langzaam uitgedoofd.
Mooi, voeten gekruist, handen op de buik in de roodfluwelen ovalen zetel bij Les Natures Mortes.
Zijn vrouw, een corpulente blondine in een donker kleed, net als hij ver de zestig voorbij, zit een tijdje naast hem en laat hem dan. Af en toe komt ze langs.
Ik vermoed dat hij op onbewaakte momenten zomaar in slaapt valt in haar brede zwarte schoot.
Een intiem portret, zou mooi passen tussen de doeken van de Italiaanse grootmeester.
Maar ook zo, vredig zoals hij ligt, je hoort hem amper asemen is hij een levend Nature Morte, een vleesgeworden stilleven.
Slechts een paar penseeltrekken, ruwe schets, enkel de stilte, de kracht van het niets.
Mensen schuifelen gedempt voorbij, woordeloos genieten.
Morandi verdraagt geen ohlala's, geen verrukte kreten.
Hier regeert het tijdloze.

maandag 2 september 2013

poëzienville : de Klik



Zo staat hij in het midden van de Grote Markt.
Hij kust, totaal loos. Uitbundig, feestelijk, uitgelaten, het kan niet op.
Blij als een kind.

Het fototoestel ondergaat lijdzaam de liefkozingen.
Heerlijk al die herinneringen samen. En al wat nog komen moet.
Dan hangt hij haar op zijn borst, laatste kusje op de lens. Wat te heftig, ze antwoordt met een lange zoem.
Hij moet er om lachen.
Geen troetelnaampjes, lieve woordjes, niks onnozelheid.
Het klikt gewoon.

vrijdag 30 augustus 2013

genoteerdenroute : Twee meisjes



Twee meisjes roeren in de vanilla-yoghurt aan de Naamse Poort.
Zomaar wat kletsen, een namiddag vol.
Over de rentrée, les vacances, la nouvelle collection chez H&M, les mecs etcetera -
Ahoui, j'ai entendu ..... hihihi .... tu te rends compte ... c'est superbe .... Cool! ....
Ecoute ce qu'il disait .... zwzwzw .... c'est pas vrai! .... je te jure!
Zo verstrijkt de eindeloze vrijdagachternoen.
Ze zuigen nerveus aan de vanilla, tijd zat praten ze gejaagd en lachen te vaak, te luid.

woensdag 28 augustus 2013

Monsieur Benoit!



Ze zitten zich al te verkneukelen in de kleine wachtkamer.
Hun oogjes blinken, al is er geen millimeter jaloersheid te bespeuren.
Ah, si j'avais les moyens je venais tous les jours.
De anderen bevestigen dit.
ça m'étonne pas qu'il a tant des clients.
Zo blijven ze hem nog een tijdje de hemel in prijzen.
Dan verschijnt de jonge God himself, Bonjour les dames, Ah madam VandenPlas, comment allez-vous ?
Entrez, je vous emprie.
Madam VandenPlas, op haar paasbest, nog niet zo lang geleden of wellicht zonet nog gepasseerd bij de kapper. Fleurig kleedje, blote schouders, wat gedecolleteerd, maar niet ordinair. Keurig in de plooi.
Ze ruikt naar het scherpe Opium van Yves Saint-Laurent, lichtjes gebronsd.
Gekleed naar haar leeftijd, net boven de zeventig, zoals de meeste vrouwen in het zaaltje.
Dames uit de middenklasse, leven volgens hun stand, niet exuberant, la vie devient quand-même cher n'est-ce pas Madam Verpoort, maar verzorgd, met een lichte knip op de portemonnee, af en toe een extraatje.

Benoit is een volbloed nicht, wervelend tussen zijn dames, ze zijn dol op mekaar.
Er is geen pose, neen, hij meent het echt, het zijn zijn schatjes. En oja, ze worden zo graag verwend.
Voetjes in het bad, een eerste lichte aanraking van monsieur Benoit onder water, zijn ze al week genoeg ?
Ah Monsieur Benoit, ça fait tellement bien.
Dan de voetjes op zijn schoot, een lichte extase, zachtjes de korsten verwijderen, heel secuur met de likdoorns, even met zijn duim over het eelt.
Soms is hij ondeugend, een lichte kriebel op de zool, daar zijn ze dol op, Mónsieur Benoit !
Na de sessie weet Benoit ze nog wat te vertroetelen, een beetje crème en volle massage van de voet.
Voilà, ça fait 25 euro, Madame VandenPlas.
Ze glundert, geen enkele gigolo kan er aan tippen. Zij zou er nooit aan denken.
Monsieur Benoit, il connaît son métier.
Simplement le meilleur.















maandag 26 augustus 2013

poëzienville



Ze hangt aan het infuus, mobieltje op de buik, draad in stopcontact boven haar.
Het zwarte meisje met de rode cravatte slaapt zo vredig tussen Centraal en Sint-Agatha dat ik denk dat ze dood is.
Doch : alles onder controle, Proximus waakt.

zaterdag 10 augustus 2013

genoteerdenroute : de zuinige kus



Hij geeft haar een zuinige kus, lippen op lippen.
Kort, par politesse.
Hij weet het en zij weet het. Zij weet dat hij het weet, hij weet dat zij weet dat hij het weet.
Er wordt met geen woord over gerept. Het niet willen weten van het weten.
Het volhouden van de leugen.
Al het gedoe, kinderen verdelen, de omgeving, geroddel op kantoor en vooral, vooral de verkoop van de fermette met de dubbele garagepoort.
Als zij oversteekt aan de Wolvengracht kijkt hij ze nog lang na.
Ze ruikt zo lekker, florissant kleedje, fier rechtop wandelt ze de galerie Anspach binnen.
Hij blijft kijken tot ze helemaal verdwijnt.
Heel, heel even was ze nog alleen van hem.

maandag 5 augustus 2013

Trois fois par jour



Vandemorgend was er giene mens, zegt de vriendelijke man in onderlijfje.
Tant que vandemiddag was 't wa meer, maar toch nie gelek anders.
Hij staat achter mij in een korte rij. Een kleine zeventiger met een Clark Gable snorretje en een witgrijs zonnehoedje, twee Colablikjes in zijn rechterhand.
't Es de ramadan, dan es 't altijd kalm.
We schuiven verder op.
Ge zijt hier vandaag al twee keer geweest ? vraag ik om de babbel gaande te houden.
Alle dagen kom ik ne keer of drie, antwoordt de man.
Ik bekijk hem enigszins verbaasd.
Ik woon hier just achter, in d'appartemente, ge lupt altijd in 't droog. Dat klaart weinig op.
Het gesprek vlot moeizaam.
Ge moet de promotions in 't oog houden, vantijd is 't veel beterkoop.Ge kunt hier schoon affaires doen.
Er wordt een zekere Charles omgeroepen, hij wordt verwacht in zijn rayon.
Maar waarom.. hij onderbreekt mij meteen.
ça fait passer le temps, zegt hij.
Hij trekt zijn schouders op.
De Supermarkt aan de Belgica : zoveel meer in de aanbieding als je tussen de rekken leest.

vrijdag 2 augustus 2013

poëzienville



Op één rij staat le tout Bruxelles uitgestald op het perron van Lemonnier.
Een Brusselaar met te korte mouwen en een drankprobleem, een Marokkaanse grijsaard, een zwartafrikaanse met dreadlocks en haar twee kinderen, waaronder één hanenkammetje. Twee Bedoeïenenvrouwen in fel gele gewaden, een meisje met een hoofddoek, hippe shirt, jeans en hoge schoenen. Een Brusseles die luidop tettert in haar mobieltje tegen haar overspannen dochter. Een zware Maroxelloise helemaal in het zwart en haar twee meisjes van vier en vijf in vrolijke rode rokjes, een Latino met zilveren brilletje en een clochard die zucht.
Boven het perron kijkt de woonwagenbewoner even over de reling om het menselijk landschap te schouwen. Hij glimlacht lichtjes, schudt even met zijn haren zoals een vis wentelt met zijn vinnen, volkomen op zijn gemak.

dinsdag 30 juli 2013

genoteerdenroute : rock & roll in het pension



De grijsaard komt haast strompelend aangesloft op het terras van de Laboureur.
Zwarte stok, korte groet. Bestelt een koffie.
Hij draagt een blauw T-shirt, vooraan Santana, op de rug Tour 2012.
Tokio, Toronto, Boston, Los Angeles, een hele rij steden van het Noordelijk halfrond.

De oude fan die in het rusthuis zorgvuldig de cassette's bewaart in een schoendoos.
Hij mag ze nog graag horen, soms wat te luid, moet wel. Vooral de verzorgsters durven nog al eens te klagen. De buren horen het amper.
Bij goed weer ontsnapt hij, loopt hij te pronken met de blauwe shirt en de tour alsof hij er overal bij was, de overjarige groupie.
Dan staat hij weer op, tijd voor een nieuwe pamper en het is bijna middag, anders spelen ze op ginder achter, de verzorgsters. De buren merken het amper.

zaterdag 27 juli 2013

Laf weer



In een dun roze slaapkleedje. Zonder kamerjas want het is nog laf weer zoals men dat zo treffend zegt in de provincie. Het is laf vandaag. Het is gelukkig gaan regenen op deze zaterdagochtend in de Duivelshoek.
Na dagen, weken zonder,  is dat in alle betekenissen een opluchting.
Ze rookt en zit languit in een zetel tegen het venster dat wijd openstaat om het laffe buiten te houden.
In de linkerhoek van de TL-verlichte woonkamer, schuin tegenover haar, staat een man in een onderlijfje, evenwel niet van het merk FabuleuxMarcel.
Het had een Hopperscène kunnen zijn. Vrouw kijkt voor zich uit, onbestemd. Man kijkt naar haar, er is enkel leegte.
Maar het beeld staat niet stil, weg Hopper.
Dan schreeuwt de man naar de vrouw, onverstaanbaar maar verwoestend.
Zij kijkt niet naar hem, rookt onverstoorbaar voort, traag, het is alsof hij niet bestaat. Hij kookt, komt wat dichter, roept opnieuw, het gaat over een broeksriem die loos is, zoiets, of een glas dat ontbreekt.
Zij ondergaat en rookt door, een wassen beeld dat af en toe haar arm heft om te inhaleren.
Hij blijft door razen, niet meer zo heftig, maar eerder laf, kankerend, af en toe een oponthoud, gespannen stilte, dan opnieuw en tergend opnieuw.
Zij zit en kijkt dromerig naar de grijze muur tegenover haar.
Er hangt een geelachtige waas over de kamer.
Dan steekt ze opnieuw een sigaret op.

donderdag 25 juli 2013

poëzienville : R.I.P.



Zo lag ze daar, haast perfect in het midden van het portaal.
Vleugels strak tegen het lijfje, hoofdje opzij, ogen gesloten.
Mooi opgebaard alsof de duivenbegrafenisondernemer net was gepasseerd.
Daarboven op de glazen deur CAW Archipel, sterk in welzijn.
Dat had ze op voorhand mooi geregeld : hier krijgt ze gewis een waardige uitvaart.

maandag 22 juli 2013

madeinbrussels : The Universal Soldier



Net geland in het Centraal Station slentert hij moeizaam door de Albertina, tussen de tricolore vlaggetjes, de opgeblazen idiote kroontjes, de kinderen met rode restanten van lollies op hun shirten.
Blik op de grond sloft de man zich naar boven, keurig blauwe vest behangen met medailles, baret, grijze broek, schoenen fel geblonken. Alles netjes in de plooi zoals het een voorbeeldige militair betaamt.
Hij torst de vlag van zijn compagnie, nog opgerold op zijn rechterschouder, maar toch fier rechtop.
Moeizaam maar plichtbewust trotseert hij de meute die naar beneden rolt nadat Filip I de menigte groette.
De enige nog overeind, zijn vrouw, ieder jaar paraat, is hem al jaren ontvallen.
Eén na één zag hij rondom zich zijn compagnons bezwijken.
Moederziel alleen nog houdt hij de eer van zijn compagnie overeind. Tot de laatste snik, al regent het oude wijven of is het bloedheet, zoals vandaag.
Straks zal de nieuwe koning hem de hand drukken zoals ook de vorige deden. Er zijn er nog maar een handvol over, hij zal hem wel opmerken. De derde al die hij verslijt.
De veteraan, even recht hij zich, bijna aan de trappen dan de bocht naar het paleis.
Geen mens die hem opmerkt, niemand groet, niemand die applaudiseert.
Een oude soldaat die passeert.

zondag 21 juli 2013

genoteerdenroute : bij afwezigheid van de Staatsveiligheid



Neije schat, schreeuwt een vrouw in haar mobieltje.
Bluft weg ut 't park, 't is hier bommevol.
Toch nog wat vuurwerk in de Warande, die éénentwintigste juli.

poëzienville : Brussel, 21 juli



In de bloedhete zomer van het jaar tweeduizend dertien in de hoofdstad, wat lichte vorst overdag.
Gril van de natuur, morgen alweer vergeten.

donderdag 18 juli 2013

dinsdag 16 juli 2013

genoteerdenroute : Le Roi Triste



Niets. Helemaal niets is er te merken in de stille straten van het tropische Brussel.
Geen tricolore, geen triomfantelijke affiches, nergens een Brabançonne, zelfs niet als gestoorde muzak.
Slechts een vergeelde Paris Match : Un couple Royal pour la Belgique, achter de vieze vitrine van de kiosk op de Brouckère, tussen de Trois Suisses, de Mots Croisés en de vunzige porno.
Het land maakt zich op voor een nieuwe Roi Triste.

dinsdag 9 juli 2013

madeinbrussels : De Maagd en de Vruchtbare Wijn



Ik heb iets op mijn lijf, zegt hij, maar ik weet niet wat. En metdenandere zakt hij ineen.
Allé, zegt haar vriendin, gemeend nieuwsgierig.
En we zaten just op een feest, 't wil weer lukken.
Ge moet derec naar 't spoed, zegt mijn schoonbroer, ge zie wel dada serjees is.
Allé, wijlen naar 't spoed, maar nog voor da we da waren zegt hij : 't is mijn maagd.
Geef dan maar gas, zeg ik tegen mijn schoonbroer, straks springt zijn maagd nog.
Ge wèt, in 't spoed haasten ze zich niet hé. Ge moet al dood zijn voor da ze bougeren.
Ondertussen kreeg hij almaar criesen.
En hyperventileren en stijf worden.
Hoe kundenu stijf worden van uw maagd ?
En hij had niet veel gedronken, twee glazen vruchtbare wijn, das al. 
Ma krampen mensj, g'haad het niet voor mogelijk.
Maar allé, we waren dan rap gerust, 't was zijn galkanaal dat verstopt zat met stenen.
Allé, dan waarde op ulle gemak, komt de andere even tussen.
Ja, maar ge wèt hoedadagaat, ze beginnen dan vanalles 't onderzoeken, ge weet da niet wat ze nog allemaal gaan vinden. Ge kunt nie rap genoeg weg zijn hé, in ne kliniek.
Ja mensj, doktoors moete ook niet altijd vertrouwen hé.

Een stil moment, het zachte gedreun van de trein door glooiende Brabantse weiden.
Zie naar de pastoors, herneemt haar vriendin, da waren ook heilige.
Om van pasters te klappen, op zo'n momenten zoude weer geloven dat er ne God is.
Hebde gij hem al ne keer gezien ?
Hij is onzichtbaar, zeide ze vroeger altijd.
Ja, maar als ge onzichtbaar zijt kunde toch klappen ?
Nen blinde en doofstomme God, wa hebde daar nu aan ?

Ze zwijgen even om het laatste goed door te laten dringen en om plaats te maken voor het volk dat opstapt ter hoogte van Sint-Agatha-Berchem.
De trein trekt zich weer langzaam in beweging.

Ik peisde, 't zulle toch zijn veranderingen nie zijn die beginnen op te spelen.
Ze lacht.
Hahaha, zegt de andere, moest ne man da krijgen dan kunnen we alle maanden  naar 't spoed rijden. Hahaha.
En dan werd uitgestapt in het kleine stationnetje.
Ik zag ze nog bulderen met de miserie van hun mannen.
Vrouwmensen ondereen tussen Centraal en Essene-Lombeek.

zondag 7 juli 2013

poëzienville : mijn leven



Ik heb niks met mijn leven, zegt een meisje zomaar tegen haar drie vriendinnen bij het binnenkomen van de Sint-Hubertus. Ik heb den deze, die regelt alles voor mij, en ze steekt haar mobieltje triomfantelijk om-hoog.
De GSM als kompas, organizer en ultieme bestemming.

woensdag 3 juli 2013

genoteerdenroute : uitdoven



Als het uitgaat met zijn vriendin, zegt het zwartharig meisje naast mij, heb ik kansen.
Ze zegt het tegen haar volslanke vriendin die het volmondig beaamt.
Het meisje had al wat ijzers in het vuur gelegd maar vooralsnog op een laag pitje, want de jongen was bezet.
"uitgaan.." is wel mooi. Het heeft het langzame, haast natuurlijk uitdoven.
Een relatie die uitdooft, wellicht doet dat minder pijn, het is niet het bruuske vertrappen van het vuur of er koudweg een emmer over kiepen.
Neen, kijk, langzaam dooft de kaars.
Hebt gij weer iemand, vraagt de zwarte aan de volslanke.
Ja en neen, hij is nog niet over zijn oud lief.
Uitdoven ? Toch niet zo onschuldig.
Soms smeult de asse nog lang na. Menig huis is zo tot op de grond afgebrand, verslonden in likkende vlammen.

zondag 30 juni 2013

madeinbrussels : de Oude Algerijn



De oude Algerijn verstopt zijn geld in het diepvriesvak. In Tupperware, onder het bevroren lamsvlees.
Nooit op de bank, dan ben je pas zeker dat het wordt gepikt.
Ze kunnen overal zoeken, als ze komen, de bandieten, ik vermoord ze.
Hij maakt een messcherp teken onder zijn keel, met bevende hand. Niet uit angst maar van ouderdom.
De oude Algerijn, getaand, gepokt en gemazeld, ze kunnen lang zoeken. Slechts een handvol biljetten, maar hij zal ze bevechten.
Ze kunnen tegen een stoot, de Algerijnen, de Fransen, het Fis, dan zijn de bandieten hier watjes.
82 jaar, wat zou het, altijd een mes onder de kussensloop, altijd zo gewaakt, een oog dat slaapt, een ander dat de wacht houdt.
Wat kruimels slechts, maar zuur verdiend, dat geef je niet zomaar uit handen.
82 jaar, kind noch kraai, niemand luistert, hij stamelt maar wat, de oude Algerijn.
Wat kan hij nog verliezen ?
Wat povere duiten, maar niet zijn eer.

maandag 17 juni 2013

poëzienville



Dat heet melancholie.
In stilte, en toch het zachte tikken van de klok, meerstemmige gezangen in een diepe nacht.
Een flard licht op de mansarde in de Onze-Lievevrouw-Van-Vaak.
Nergens een schim, enkel het gele schijnsel en het Magnificat op Klara : balsem en doorn.

zaterdag 15 juni 2013

genoteerdenroute : Gebakken Lucht



Het Vietnamese restaurant Da Kao II in de Van Artevelde heeft een aardige trigger bedacht op haar vitrine.
Airco en net daaronder, om mee te nemen.
In één ruk te lezen : Airco om mee te nemen.
Ik lees evenwel : restaurant verkoopt gebakken lucht.
Maar dat is allemaal niet belangrijk. Het lijkt negatieve reclame maar vermits ik er bij stilsta wordt het goeie reclame.

maandag 10 juni 2013

Jean & Marie



Er zijn zo'n weke dagen wanneer de zon weifelt en de regen aarzelt en waar je zo héél alleen kunt zijn.
Vóór mij heeft éne Jean de naam van zijn geliefde gekerfd in een dode Canada. Je t'aime Marie, daaronder heeft hij een hartje getekend Jean & Marie, dat bekt verbazend goed. Veel beter dan pakweg Jean-Luc & Thérèse-Anne bijvoorbeeld, moet je al een scherp mes voor hebben.
Op zo'n verloren namiddag is het woud vrijwel uitsluitend bevolkt met huppelende viervoeters en hun hijgende geleiders oftewel dartele tweebenigen, in deze tijd van het jaar vooral eerste zitters, bij sommigen lees je overigens dat ze linea recta onderweg zijn naar de tweede. Bij anderen, zoals het zwart meisje dat net passeerde zie je zo dat ze met glans afstudeert.
Er komt een zwart mormel ruiken aan mijn linkervoet, het zint hem niet en hij laat dat merken. Oortjes rechtop en zo'n blik van gij zit op mijn bank vriendje en dat bevalt mij hoegenaamd niet. De grijsaard die hem begeleidt maakt zich druk maar bij Jay pakt allang geen verf meer. De man heeft alle gerief bij de hand, een schril fluitje, forse stem, handengeklap, maar het beest blijft grommen.
Dan passeert een Ierse Terrier, hij loopt mij straal voorbij zoals sommige honden dat kunnen, alsof je niet bestaat. Kop hoog, snuffelen, blijft staan vlak voor mij, zelfs geen zijdelingse blik. Minder dan lucht ben ik, noppes.
Wat maakt dat Jay blijft haperen en éne Snoopy  mij volkomen negeert ?
In het gebladerte, ver weg van het pad, nadert een oud vrouwtje, licht gebocheld met een stok en donkere hoofddoek, dat mag in het woud.
Dat moet de heks zijn, in haar schoudertas verzamelt ze zeldzame kruiden. In deze tijden mag dat niet zomaar, daarom heeft ze een geheim vak in haar tas om de boswachter te verschalken.
Die laat haar evenwel ongemoeid, hij weet haar wel te vinden als hij zijn enkel verzwikt of als hij per malheur in een wolfijzer klem geraakt.
Dan is er de voorname heer, zelfs in het begin van de week keurig opgedist. Jeroen moet devant lopen, alhoewel hij het achteraan veel leuker vindt, hoe zou je zelf zijn. Jeroen is een merkwaardige naam voor een hond en al helemaal voor een franstalige. Stel je voor dat wij François of Jean-Marie aan de leiband zouden leggen, maar goed, ieder zijn goesting.
Het is nu zo stil in de lange Drève du Caporal dat je enkel de vogels hoort fluiten maar ze nooit ziet.
Ik herken éne Jean, hij doet hard zijn best en jawel, na een tijd reageert Marie met vrolijk gekwetter.
Inderdaad : het bekt wonderwel. Thérèse-Anne zou nooit hebben geantwoord.
De cirkel is rond.

vrijdag 7 juni 2013

poëzienville



Zo zit daar de man in zijn zwarte outfit.
Helm op zijn schoot, op het trottoir aan de Bar du Matin.
Een ruiter op zijn paard, kijkt alleen maar voor zich uit.
Apetrots in het zadel van zijn Yahama Dragstar 650cc, bougeert amper.
Hij wacht op niemand en niemand op hem.
Dat kun je alleen maar pronken op een blinkende moto aan een vol terras.

dinsdag 4 juni 2013

genoteerdenroute : De Bekering



Vanuit het raam op de vierde verdieping heb ik een uitkijk op de koer van mijn buurman Mohammed.
Iets prikkelt.
Naast de twee borstels staan op het muurtje een reeks heiligenbeelden die weinig vandoen hebben met de religie van mijn overman.
Ik meen de Heilige Sint-Franciscus, Sint-Jozef en zowaar twee witblauwe Lievevrouwebeeldjes te herkennen. Heeft Mohammed zich bekeerd ?
Normaal gezien ben ik niet van die soort maar in deze breekt nood wet. Met mijn verrekijker heb ik de heiligen meteen in het vizier.
Inderdaad, Mo aanbidt vreemde sujetten. Ik herken de roodgroene Heilige Allesreiniger, het slanke beeldje in wie in Franciscus herkende blijkt de gezegende fles Cleanfix te zijn en de twee Lievevrouwbeeldjes zijn niks meer of minder dan lichtblauwe flessen van het merk Floor Safe.
Mohammed blijft niet alleen trouw aan zijn overtuiging, hij is ook een hoogst zindelijk mens.
Alla! Een mens kan zich vergissen op alle vlakken.

zondag 2 juni 2013

madeinbrussels : Flink Gevingerd



Wijsvinger raakt wijsvinger. Recht tegenover mekaar.
Zij kijkt verlangend. Hij lacht verlegen. Opnieuw : iets langer, haar vinger blijft plakken, hij trekt zich niet terug.
Zij lacht, glinsterende ogen. Hij kijkt naar de vingers, streelt de hare, heel lichtjes, een veer die even maar, beetje treiterig, kriebelt. Zij doet net hetzelfde, hij lacht breder.
Zij is blond en iets te struis voor de ranke jongen. Maar er zijn vrouwen die op een andere wijze gewicht in de schaal leggen. Ze lacht lief en uitdagend op deze tedere zondagochtend in het fastfoodcafé met een voorkeur voor natuurlijke producten aan de Beurs.
Nu haken middenvinger en wijsvinger al ineen. Er wordt wat over en weer gegleden. Ze kijken nu allebei enkel nog naar de vingers. Hij laat even los, wijsvinger rechtop, zij raakt de vingertop. Ze lachen tegelijk. Koffie wordt koud. Dan gaan ze weer spelen, alle vingers tegen alle vingers, even duwen, zij helt achterover, duwt terug.
Dan haken ze ineen. Een eerste voorzichtige omstrengeling, over en weer. Kijken alleen naar hun beider handen. Handpalm tegen handpalm alsof ze steun zoeken, troost. Maar er is geen droefheid, soms kijkt zij eens naar hem, of zij naar haar, nooit tegelijk.
Nu wel, diep in mekaars ogen, zij lacht lichtjes en broos, hij haast met tranerige ogen.
Uiteindelijk volle hand in volle hand. Zij streelt met haar duim de zijkant van zijn hand.
Ze lachen nu allebei voluit, knijpen fors.
Er valt nooit een woord. Innig verbonden.

Dit gaat niet meer stuk.

donderdag 30 mei 2013

poëzienville : de Kraanvogel



Na maandenlange stilstand hebben vogels de gele kraan aan de OlvVaakstraat omarmd als hun nieuwe biotoop. Helemaal in de kruin heeft zich een kraai genesteld. Straks wordt het alles of niets voor de eerste vlucht van het jonge gevederte.
En dan herneemt out of the blue de werf.
Zo begint de Foor wel heel vroeg voor de pas ontwaakte kuikens.

dinsdag 28 mei 2013

genoteerdenroute



"Eik Jules, zo'n vieze smoel," - het gebrilde meisje wijst naar het schermpje. Ze heeft zonet haar nummertje opgevoerd met Jules op de trappen van de Kunstberg, net onder het chique Kwint.
De overige leerlingen stonden in een halve cirkel rond hen, joelend, handenklappend.
Ze bleven amper kijken, meteen alle mobieltjes in aanslag floep floep.
Dan was het de beurt aan drie anderen om het podium te bestijgen. Weer werd alles ogenblikkelijk vastgelegd voor het nageslacht. "Zet dieje direct op facebook Kurt. Keinijg !".
Twee meisjes beklimmen het grote witte standbeeld, handjes op de genitaliën van het naakte beeld.
Hilariteit alom. "Nie nijpen hé Lies !" - "Zo-hoot !".
Dan gaat het fluitje van de jonge leraar. Ze stormen gierend de trappen op, hun dag kan niet meer stuk. Kinders uit de Vlaanders : wild van hun hoofdstad. Keinijg vent.