zondag 3 november 2013

Rien du Tout


Trois piqures pour endormir ?
Putain !
De man in voze jeans is op een vreemde manier fier dat de beller hem zijn diepste geheimen toevertrouwt en iedereen mag dat graag horen.
Naast hem staat een dikke vrouw, ook al in sjofele jeans. Ze heeft slechts één tand maar hij is van goud.
Daarom lacht ze vaak. Misschien is het een soort levensverzekering, voor als de nood - die er evenwel elke dag is - maar als die torenhoog is geeft ze hem wellicht in bruikleen in de Sint-Gisleinstraat.
Ze kijkt wat verbaasd naar de man en zegt dan, half schertsend maar toch met een serieuze ondertoon :
il aura quand-même la paix.
Er is nog een compagnon, hij zit op een manke stoel in de Jardin Collectif op de hoek van de Kogelstraat.
Hij heeft niets gezien of gehoord, hij zit zo stil dat het lijkt of hij dood is.
Quoi ? vraagt de beller aan de vrouw.
Rien du tout, antwoordt ze.

Nous ne sommes pas assez rien du tout.
Het komt van Geert Van Bruaene, spil van het Brusselse artistieke leven in het midden van vorige eeuw.
Ach, arrogant, zichzelf opblazen, zich optutten, stukjes schrijven ?
Être rien du tout : dat is de kunst.





Geen opmerkingen :

Een reactie posten