maandag 30 april 2012

Bij Leven en Welzijn



"Vindt g'et normaal dat ik eerst bij Lichamelijke Letsels passeer vóór ik bij Brand & Waterschade binnengeraak ?" -
"Bij Familiale is een boeltje, sinds da Loes daar is weggevallen.." -
"Hoi, bij Familiale is d'één achter d'ander bevallen, ze kunnen daar niet volgen," antwoordt haar collega op de stadsbus.
"Bij Leven geraakt ge nog gemakkelijk binnen," zegt de hoogblonde, "ik zit al twee jaar bij Inboedel, al drie keer mijn overstap gevraagd naar Hospitalisatie, kan er naar fluiten."


Verwarring op de afdelingen bij de verzekeringsagenten op bus 48 onderweg naar hun kantoren.
Bij het verlaten van de bus struikelt de blonde met de hoge hakken. Die van de Inboedel die niet binnengeraakt bij Hospitalisatie - misschien lukt het nu wel.
Maar ze zal eerst wel moeten passeren bij Lichamelijke Letsels.

zaterdag 28 april 2012

Een middag in de Mort Subite

"Dons is altijd ziek als 't frans is, dasnemeernormaal zeg ik tegen de mijne".
"Nen dégout van frans, kandaverstaan," repliceert de roodharige tegenover haar.
"Nie van 't frans, maar van hààr, ze zoekt haar."
"Dan moedde reclameren," zegt de rode opnieuw, "g'hebt van die opgeblazen uffrakes die denken dat ze 't warm water hebben uitgevonden."
"De mijne zegt dat twel zal overwaaien, dan moet em niks doen 'kenhem. Hij zegt dat ze voor haar eigen moet opkomen, maar als z'iets zegt wordt ze direct gestraft. En ze moet het dan nog in 't frans expliceren, stijf van de stress, vaneiges dat ze fouten maakt."
"Direct naar de directeur met zoiets." De rode is voor de kordate aanpak.
"' 't Schijnt dat ze aanhoudt met hem, daarom heeft ze zo'n groot bakkes. Ze dekken mekaar."


De vrouw bloost ervan, ze is een prille veertiger met een felle boezem en ze onderhoudt zich met haar roodharige collega aan een tafeltje in de Mort Subite.
De rode is een leeftijdsgenote maar ze houdt zich voorlopig gedeisd over haar eigen kroost. Men moet zijn wereld kennen.
“Kan ze niet veranderen van school ?” probeert de kordate, meer als een losse flodder om het gesprek gaande te houden.
“Ze zit daar al gans haar leven, dakan ik da kind nie aandoen, alleen voor dat kieken van Frans.”
Dat is een patstelling. Haar betrokken collega moet even passen.
“Is ze benoemd ?” Dat weet de andere niet.
“Als ze benoemd zijn, zitten ze gebetonneerd, dan kunde nie veel bougeren.”
“D’er moet iets bougeren,” antwoordt de felle boezem, “da kind gaat eraan kapot.”
Ze zoekt krampachtig een uitweg maar de rode kijkt alleen maar beduusd.
“Wa zoude gij doen ?” vraagt de moeder tenslotte, in uiterste wanhoop.
“ ’t Is altijd iets met de kinderen,” antwoordt zij, een héle brede bocht nemend, “ge laat er vantijd uw slaap voor.”


De felle boezem zucht diep, er wordt afgerekend, de middagpauze zit erop.
Er is niet opgelost, maar alles is gezegd.
Kan ze allang niet meer tegen den hare.





donderdag 26 april 2012

Gespot : Een Antwerpenaar

In de Sint-Hubertusgalerijen stoot ik op een rijzige gids die Apetrots met het rode petje van "A" een groep kwetterende senioren rondleidt in de hoofdstad.
Hij houdt daarbij ook nog een bordje hoog met eveneens de "A" van Arrogant in hoofdletter.

Een Antwerpse voorman die in Brussel gidst en er bovendien nog mee te koop loopt.
Volgende week gids ik een groep Brusselaars ontkleed in Manneke Pis dwars door 't Stad van het Centraal tot aan 't Steen ! Ze zullen het geweten hebben, 't Stad is van iedereen nietwaar.

dinsdag 24 april 2012

Het Ijs gebroken

Zij schuift aan bij Haagen Dazs in het Zuid.
Een vrolijk meisje met een leuk hoedje, korte rok, gestreepte kleurrijke kousen. Een geschikte Pippi Langkous. Ze heeft een ijsje in de hand en zet zich naast een blonde jongeman, sportief maar keurig gekleed.
Ook hij zit aan het ijs.
Hij spreekt haar vrijwel meteen aan. Het ijsje is de aanzet.
Ze knikt vriendelijk terug en geeft wat commentaar, er is meteen een touch.
Ze ontdoet zich van haar vestje, hij slurpt verder, ze profiteert om hem even heel kort maar uiterst zorgvuldig te keuren. Hij is geschikt. Als ze haar geldtas wegbergt zie ik ze glunderen.

Hij is een charmeur maar geen gluiperd. Hij bewaart wat afstand, bespringt ze niet meteen. Oja, hij wil best eens proeven van haar ijsje, zij van het zijne.
Ze palaberen verder over ijsjes, hij knikt vriendelijk, als ze verder likt wordt ook zij getaxeerd.
Beide kijken door de grote ruit naar buiten, het gewriemel van de forenzen in de late namiddag.
Muzak en tussendoor de krakende stem van de stationsomroepster. De warme geur van krokante wafels.

Ze praten, niet wild of uitbundig, beleefd, vriendelijk, altijd met een milde glimlach.
Hij staat op, bekijkt het digitale bord, lichte paniek.
Hij moet er snel vandoor, pakt alles in, laptop, wat schrijfgerief en de krant in zijn schoudertas.
Snel zijn korte leren vest aan.
Ze kijkt voor zich uit, haar ogen glimlachen. Hij zegt dat zijn trein eraan komt.
En dan, als hij helemaal vertrekkensklaar is, reikt hij haar een blocnote aan. Vraagt kort iets, het lijkt wel terloops, en passant, inderhaast. Ze noteert haar nummer, vriendelijk monkelend.
iHij groet haar, beiden lachen en knikken.
Ze kijkt hem na, plooifiets in de rechterhand, laptop in de andere, tas elegant om de schouder.
Ze glimlacht weer. Hij groet haar nogmaals kort en vriendelijk.

It took only 5 minutes, en ik sla me voor het hoofd dat ik geen vijfentwintig meer ben.

zondag 22 april 2012

Van de pot gerukt



Gezien op het Anneessensplein.
Man zit op het urinoir van het Piszinneke terwijl zijn maat hem dekt en een keukenrol in aanslag houdt.
Als men zijn gevoeg kan doen op een urinoir, dan kan het evengoed zittend op de groene stenen vuilnisbakken of whynot in het hol van de witte glasbollen.
Helemaal van de pot gerukte Brusselse zwans ?

vrijdag 20 april 2012

Vrouwen van de wereld

Aan het Zuidstation word ik halt gehouden door een vrouw met de smoel van een doorleefde Melina Mercouri en de doorrookte stem van Marianne Faithfull. Een vrouw van de wereld kortom.
Haar gezicht is grauw, het linkerglas van haar aftandse bril lichtjes gescheurd.
Ze vraagt naar monnaie, 'pour ces enfants qui ont faim' - in haar rechterhand een Carablikje geklemd.
Ze heeft wel degelijk kinderen, maar die kunnen amper een paar jaar jonger zijn dan mij en moeten dus allang het huis uit zijn. Zitten in hetzelfde straatje van maman, c'est à dire dans la rue.
Ze heeft ongetwijfeld een heel leven te vertellen maar voor ik daar achter kom heeft ze mij allang genegeerd en klampt een volgende passant aan.
Dan maar tram Drie genomen alwaar ik vrijwel onmiddellijk wordt gelonkt door een reusachtige travestiet met veel te zwaar gestifte blauwe lippen.
Het manswijf is Congolaise en heeft de zware hese lach van Tina Turner. Ze loenst naar iedereen, ik mag dus mijn natuurlijke charmes opbergen. Haar kompaan of pooier laat haar begaan of pookt haar op, dat is wat onduidelijk.
Als ze afstapt aan de Hallepoort trekt ze heel onelegant haar geruite rok recht en gaat even met haar rechterhand onder het gewaad, vermoedelijk om haar string te trekken.
Ze doet dit zo lomp dat het geheel een fragment lijkt uit een dinsdagtafereel op het Aalsterse carnaval.

Ook zij is ongetwijfeld een vrouw van de wereld, zelfs meer dan dat.
Ook zij vraagt wellicht geld maar niet pour ces enfants.
Ze knipoogt nog even naar mij en ik lach terug want vrouwen van de wereld zijn misschien niet altijd appetijtelijk maar ongetwijfeld boeiend.
Ik heb namelijk veel vrouwen van de wereld gekend maar eerlijk gezegd nooit verkend.
Daarvoor was ik te zeer van deze wereld.
Absoluut geen partij voor vrouwen uit de wereld.

dinsdag 17 april 2012

Gespot : Liefde is.... samen naar het toilet

Eén meisje en één jongen gaan gelijktijdig giechelend de toilettenbox binnen aan de Beurs.
Het is wat drummen en wringen maar ze zijn het blijkbaar gewoon.
Wellicht moeten beide hoognodig.
Meer moet men daar niet achter zoeken.

zondag 15 april 2012

Vind ik leuk...



Hoe gelukkig is de zwartharige, eerder mollige, vrouw die de geblokte, veel te zwaar geklede man, een midveertiger, in de armen valt. En nog eens, en nog eens.
Ze bekijken mekaar indringend, breed lachend. Zij aait even zijn zwarte lokken, ja ze zijn gegroeid.
Het is zólang geleden.
Waar hebben ze mekaar het laatst gezien : op het consulaat in Singapore ?
Of in de Missiepost van Mampoko, diep in de Congolese rimboe ?
Of gewoon, vlakbij, waren ze beide geen enthousiaste Chiroleiders in Neerpelt of was het Zwevezele ?
Nog eens een ferme knuffel, oooooh, het is al zolang geleden.

En dan krijg je zomaar een verzoek op Facebook. Ooh, kijk, die bestaat nog.
Even klikken en hij is binnen.
Van het één komt het ander, blijft het bij Facebook meestal oppervlakkig en virtueel, heel soms komt er een ander verzoek.
Ze blijken alletwee in Brussel te werken, ook dat nog, niet eens zo gek ver van mekaar.
De Beurstrappen, dat lijkt een vanzelfsprekende plek.

Waar te beginnen ? Heb je mekaar al 25 jaar niet meer gezien, ook al was je toen heel close.
Wat is er allemaal te vertellen ? Wat kan je nog vertellen ? Wat mag je vragen ?
Hoegaathet ? Getrouwd ? Kinderen ? Werk ? En de familie ? Enziejedienog ?
Stel dat het allemaal wat morsig is ingevuld, onvolkomen, met veel lacunes ?
Het liefdesleven wat in de soep, geen vast werk, wat op de dool, je vrouw is er vandoor met je zogenaamd beste vriend, de kinderen doen moeilijk.
En dan, bij de andere, lijkt het allemaal zo vanzelfsprekend, zo moeiteloos, zo licht, zo simpel, vloeiend.
Kan je dat allemaal meteen kwijt, moet dit zomaar, zoveel jaren later, mekaar gekend in die opwindende jeugdjaren, zoveel passie, zoveel levensdrift, zoveel dromen, wat blijft er over ?
Zoals een ex-collega die ik onlangs levend tegenkwam in de Mediamarkt. Kuskus, alles goed, waar werk je nu ? Ik werk thuis bij de kinderen, is dat niet goed misschien, antwoordt ze grimmig.
Misverstand.

Zijn zij rijper geworden ? Of bezadigd ? Gearriveerd ? Verbitterd ? Carrière gemaakt ?
Of vindt hij dit onbelangrijk ? Zij wel ?
Misschien hadden ze mekaar beter niet ontmoet, het beeld van vroeger bewaard, de immer blije Aspi's en de wilde après-chiro. Laat dit gewoon rusten.

Yes : they can.
De vrouw en de man met de zwarte lokken.
Er is zoveel te vertellen : om het even, wrong or right, het leven is niet zwart-wit.
Ze kenden mekaar door en door, dat slijt nooit. Alles kan en mag, whatever.
Enja, er is niets veranderd, ze steken de Anspach over, geen van beiden twijfelt :
geen sprake van de McDonalds, ze gaan als vanzelfsprekend, haast blindelings, daar rechttegenover naar de Exki.
Na al die jaren nog steeds een gezonde relatie.
...vind ik leuk..

vrijdag 13 april 2012

Gespot : De Beurs Aan Zee



Er is geen zee : so what ?
Op de eerste verdieping van de Exki in de rechtse hoek heb je een uitmuntend zicht op de va et vient, de flaneurs en de schermutselingen in de Ortsstraat, de Anspach en op het Beursplein.
Het roodharige meisje die te lang wacht op haar lover en ongeduldig wordt, de twee kortgeschoren Maroxellois die traag het trottoir domineren, het kind van de rekening die huilend achter mama en haar nieuwe mec loopt, de twee ongelukkige Zweedse meisjes die hopeloos de weg zoeken in de Trotter en de man die zijn plooifiets niet opengevouwd krijgt.
De lucht is dreigend maar af en toe verschijnt er klaarte op het plein, een lauwe zoem belicht het nieuwe koppeltje dat overgelukkig richting McDonalds huppelt.
Mag ik stellen dat het mensenlandschap gemengder, gekleurder, verrassender, ja boeiender is dan op de dijk in Blankenberge ?
Er is geen zee : so what ?

woensdag 11 april 2012

Armlastig

In Station Rogier bedelt een armzalige Romajongen met slechts twee stompjes aan beide schouders.
Hij houdt zijn bekertje in de mond en knikt zoals het Negertje op de lessenaar van Meester Roger in het vijfde leerjaar. Heel lang geleden.
Maar nu, in april 2012 staat de Roma daar heel alleen en ik vraag me meteen af hoe zo'n jongen zijn gevoeg doet, zijn neus snuit, zijn bekertje uit de mond neemt als het vol is, zijn boterham smeert, zich wast of kleedt, zijn tanden poetst, een sigaret aansteekt, zijn haren kamt. Kortom, wat kan die jongen eigenlijk alleen behalve bedelen ?
Waarom knikt hij ? Groet hij de mensen ? Of verzoekt hij de passanten ? Of beide ?
Ook ik groet de jongen en wordt daardoor ogenblikkelijk aangeklampt door een meisje met lange paardestaart en een grote haarspeld die zomaar opduikt uit het niets. Zij helpt de jongen ongetwijfeld bij het poetsen van zijn tanden.
"S'il vous plaît monsieur.." - Ik loop door en ze kijkt heel kwaad.
Daarop neemt ze het bekertje uit de mond van de jongen en loopt me achterna, Roma's kunnen namelijk heel opdringerig zijn.
"Non merci," zeg ik domweg, wat ik altijd zeg als men mij iets aanbiedt wat ik niet hoef.
"Pas manger avec merci..", zegt ze daarop. Dat is raak.
De jongen blijft ondertussen knikken en ze steekt het bekertje opnieuw tussen zijn tanden. Nou moe.

Ik heb beleefd goeiedag gezegd en Non Merci : wat kan een mens nog meer doen ?
Veel van het geld van de bedelbendes verdwijnt sowieso in de zakken van dikbuikige vunzige mannen in lange leren jassen met een dikke wollen kraag, die ver weg van de Brusselse straten vegeteren op het zweet van deze stumperds.
Misschien ben ik te goed voor deze wereld ? Of te dom ? Of beide ? Of is dat sowieso hetzelfde ?
Non Merci.

maandag 9 april 2012

Gespot : Mooie match



Het bruine meisje komt aangelopen met een warme choco voor haarzelf en een inktzwarte koffie voor haar Kongolese moeder.
De bleke Russin drinkt dan weer een glas helwitte melk en de Marokkaanse man roert in zijn muntthee.
Tegelijk slurpt het Chinese meisje ijverig aan haar advocaatje.

Dat had allemaal mooi geweest in café Potemkin aan de Hallepoort doch de twee laatste zijn helemaal verzonnen. Maar het had gekund.
En het had mooi gematcht.

zaterdag 7 april 2012

De Zorgelozen

Zie hoe sprànkelend, vrolijk, fris en monter de meute zich ophoudt aan de voordeur van de winkel in de Kartuizersstraat, bij de heropening op een donderdagavond.
Alleen maar blij jong volk. Enthousiasme alom. Onberispelijke kledij, stijlrijk, zij het niet sjiek.
In de verste verte geen kinderlawijt. Iedereen heeft een goedbetaalde hoogst interessante razend boeiende job. Ze komen met de taxi. Wonen doen ze in de betere lofts downtown of in Hoog Sint-Gillis.
Ze staan tot in het midden van het voetpad, de passanten moeten eromheen, alleen maar oog voor mekaar.
Heel af en toe wordt er genipt aan drankjes of toastjes. Ze netwerken, de klanten, de entourage.
Er wordt alleen maar gelachen, het is er altijd plezierig, bij de zorgelozen.
Alles lijkt zo vlotjes, zo glad, zo gestroomlijnd, zo vanzelfsprekend.
Het bouquet van Chanel en Dolce reikt tot ver in de smalle straat.
Er is nooit onenigheid, iedereen is het met iedereen eens.
En alleman lacht en lacht en lacht, zij het nooit boers of hinnikend.
Alleen maar glimmende mensen op het trottoir. Zelfs geen molligaards, niet te lang of te kort, witter dan wit zijn hun tanden.
Ze lijken wel geselecteerd. De Zorgelozen. De Foutlozen.

En dan passeert, de argeloze, een hele generatie verschil.
Mijn bottines lichtjes gescheurd, totaal démodé en andere schoonheidsfoutjes.
Jaloers op de frisheid van het jonge ontluikende leven ? Op hun schoonheid ? Zorgeloosheid ? Hun fonkelend enthousiasme ?

It's only a shadow of rock and roll.
Morgen staan ze op, ongeschminkt, vieze adem. De ongeschoren - blijkbaar toch al licht kalende man, gisteren handig verborgen onder een hippe pet, met zijn zijden sjaal - laat een scheet.
Zijn vriendin vloekt : shit, geen toiletpapier meer. De dronken bijslaper laat een luide boer.
Niks jaloezie.
Just ordinary people, like you and me.

donderdag 5 april 2012

Stadsbrief : Hopenbaar Vervoer

Beste Bruksel,

En zie : nog geen maand nadat ik u suggereerde om de Anspachlaan ter hoogte van de Beurs te versmallen is het wonder reeds geschied.
Meer zelfs : vanaf de Lemonnier heeft men alles teruggebracht naar twee rijstroken.
Het Beursplein is voorlopig nog een zootje, ik raad u aan mijn suggesties daaromtrent nog eens deftig door te nemen in mijn Stadsbrief van 7 maart ll.

De automobilisten hebben voorlopig nog niet door dat ze best de centrale lanen mijden of overschakelen naar het openbaar vervoer.
Daarin moet u deze onwetende lieden uiteraard gidsen en begeleiden, want het zijn ongeletterden in deze materie. Hoezo, bestaan er trams of bussen in Brussel ? En waar rijden die dan ? Dient men te betalen op de tram, waar moet je zo'n ticketje halen ? Rijden trams ook in parken en bossen ? Mag men gaan zitten op de tram ?
Kortom : wat knip- en plakwerk met een makkelijke handleiding en wat picto's.

Verder is het natuurlijk godgeklaagd, voor de talrijke laatblijvers onder ons, dat deze stad nog altijd geen deftig nachtverkeer heeft.
Men jaagt alzo de treinreiziger al lang vóór middernacht de stad uit, zoniet zijn ze gedwongen hun roes uit te slapen op straat, in het park of op café - tenzij dit net de bedoeling is ?
Organiseer daarom Nachttreinen, om het uur, de klok rond, naar alle Brusselse bijkantoren richting Oostende, Antwerpen, Mons of Namen.
Daarnaast moeten er bovengrondse Nachttrams komen tot aan de verste uithoeken van de stad, tot West, Stockel, Boondael, Bordet e.a.
Daar kunnen de avondlijke bezoekers makkelijk hun auto kwijt en kunnen vandaaruit makkelijk en snel de stad uit.

Het volstaat dus niet de rijstroken in te perken. Zoals we allemaal weten volgt er op A wel degelijk B.
Help daarom eveneens uw bezoekers, passanten, bewoners met vriendelijk en regelmatig openbaar vervoer.
U weet het wel, ik weet dat, maar de werken vorderen niet.
Vandaar deze stille wenk.
Ik reken er op dat  er even snel een reactie komt als de vorige keer. U heeft dan heel goed opgelet.



Je Pacha Kroet.

dinsdag 3 april 2012

Gespot : Real beauty comes from within

Real beauty comes from within, lees ik op de vitrine van de sjieke winkel.
Wat wordt hiermee eigenlijk bedoeld vraag ik me zomaar af.
Ik vermoed dat de keten de voering van hun vesten aanprijzen, ja dat moet het zijn.
Die zullen verzorgd en vooral real beautiful zijn.
In een real beautiful voering voelt een mens zich meteen meer gekleed en inderdaad het zit vanbinnen.
Goeie reclame : men mag soms eens flink doordenken.

zondag 1 april 2012

The one and only

Het meisje staat rechtervoet vóór linkervoet, hoofdje schuin (op) te kijken naar de jongeman met de blonde krullen en de valse glimlach. Het is een geboren Ladykiller, heel herkenbaar voor de mannelijke kunne en voor de broken hearts die hij ongetwijfeld in zijn zog heeft gedumpt.
Het meisje met het schuine hoofd is niet alleen, wat had je gedacht.
Er staat een rivale naast haar, niet onknap maar wellicht wat te mollig voor de charmeur.
Ook zij doet haar best, met glinsterende oogjes luistert ze naar zijn flauwe praatjes. Beide moeten moeite doen om spontaan te lachen als hij zijn grapjes uitstrooit.
Spontane moeite, dat veroorzaakt ongetwijfeld moeheid aan de kaakspieren. Ze hebben het er allemaal voor over.
Soms als hij naar de mollige kijkt, kijkt de zwartlangharige naar zijn kruis en dan naar boven, zijn bast en lange nek. Een knappe verschijning zondermeer, voor de mollige volstaat het wellicht in zijn schaduw te staan, maar de andere wil hem binnen doen. Liefst nog vandaag, als het even kan.
Ik zie ze bezig op spoor 6 van het Centraal Station, waar ze wachten op een trein voor Nivelles.
Er staan wel zeven, acht, van dit soort verleiders en verleidsters in een brede rij op het perron.
Om 8u22 spelen de hormonen hen al duchtig parten.

Als toeschouwer heeft het iets van theater, het perron als een langgerekt podium.
Een rij jonge binken en grieten die allemaal heel erg hun best doen.
Er is teveel tegelijk : geflirt, verliefde blikken, chagrijn, jaloezie, naijver, platvloersheid en verfijning, zelden puurheid, soms het naspelen van een soappraatje.
Maar ook verdriet, ontgoocheling, hartzeer, gekwel, spijt, verwarring.
De quai als Shakespeariaans drama.

Bij jonge zielen kan dit hartverscheurend zijn, verwoestend bijwijlen. The one and the only.
The one, dat geloof ik graag.
The only ?
Dat heelt met de jaren.