zaterdag 21 mei 2016

Onbescheiden bescheiden

Ze heeft één nagel gestift in gifgroen. Enkel de wijsvinger alsof ze er vernietigend wil mee uithalen. De andere nagels zijn hemelsblauw.
Met haar beide handen houdt ze het laatste boek van Catherine Millet bespottelijk hoog alsof ze alle gasten in het Volkshuis kond wil maken hoe gecultiveerd, trendy en à pointe ze wel is.
Het boek gloeit nog van de verse inkt.

Ik zou het boek nooit zo opvallend hoog tillen, absoluut not done. Ik doe het veeleer bedaard zodat mensen getriggerd worden, komen gluren alsof ik een mysterieuze schat verberg.
Ik lees evenmin wat brandend actueel is, dat wijst op een naïef en blindelings, slaafs ondergaan van de boekenbijlagen. Dat soort volgzaamheid staat ver van mij af.
Uiteraard moet je mee zijn met wat er verschijnt maar ook hier is weer afstand geboden. Het even op kant zetten, zien wat overeind blijft, vergelijken met andere commentaren en wat zich staande houdt later mee uitpakken, terloops, als een volleerde kenner.
Je drinkt ook niet meteen gulzig de jonge Bourgogne, tenzij je een dunne portefeuille hebt.
Neen, dat soort bescheidenheid siert mij, gepaard aan een zekere afstandelijkheid, een gereserveerdheid die prikkelt.
Daardoor straal je niet enkel cultuur en gedegen kennis, maar ook discretie en wijsheid uit.

Dat lees en ontbeer ik allemaal in de potsierlijke houding van de vrouw met de gestifte nagel.
Alsof ze er indringend mee naar mij wijst.
De gifgroene Feeks.