donderdag 26 september 2013

Urgence



Mmmm.. mmmm... mmmm..
Beide handen aan zijn oren geplakt, ogen diep gesloten, murmelt hij in zichzelf.
Al die indrukken, het felle licht, al die waanzinnig vreemde mensen.
De wachtzaal is klein en druk en zoals in alle klinieken is de Urgence in de kelder alsof je al met één voet in het graf staat.
Misschien moet ooit eens een antropoloog zich buigen over de inrichting van een ziekenhuis.
Geen daglicht, nergens ramen, gordijnen tussen kreunende patiënten.
Altijd weer dat infantiele, bedje, mevrouwpje, fotootje nemen. Wie de kliniek betreedt wordt terstond kinds.

De jongen is kleurling, hij is groot en lomp.
Plots vraag ik me af wat mensen met autisme moeten ondergaan in grauwe favella's aan de rand van Santiago of in de Townships van Kaapstad.
Waarom vraag ik me dit af ? Wellicht omdat de jongen kleurling is ?
Hij lijkt wat op de 'Parkinson' Cassius Clay, maar bleker en jonger. Kortgeknipt, in zijn zwarte short en witte chaussettes.
Er komt nog volk binnen. Het wordt alsmaar voller.
De jongen schudt over en weer. Zijn moeder neemt zijn rechterhand vast.
Er hangt een geur van eosine en urine, het zweet van verkrampte pijn.
Ik wil hem helpen maar ik weet dat het dan alleen maar erger wordt.
Een witkiel met vermoeide en doodernstige blik gaat de gesloten deur binnen.
Dan schudt de zwarte jongen wild naar voor en naar achter, hij valt haast achterover in de rolstoel.
Zijn moeder loenst wat bezorgd in de wachtzaal.
Mensen kijken even op en lezen dan verveeld verder in de Libelle of de Zone O2, waarop Stromae dromerig naar boven kijkt in een groen decor.
Het zou helpen hier, maar zoals geweten aarden planten niet zonder daglicht.

De jongen mag binnen, hij blijft schudden, handen op zijn oren.
Zijn etterende voet, ach, voelt hij al lang niet meer.

Geen opmerkingen :

Een reactie posten