maandag 10 juni 2013

Jean & Marie



Er zijn zo'n weke dagen wanneer de zon weifelt en de regen aarzelt en waar je zo héél alleen kunt zijn.
Vóór mij heeft éne Jean de naam van zijn geliefde gekerfd in een dode Canada. Je t'aime Marie, daaronder heeft hij een hartje getekend Jean & Marie, dat bekt verbazend goed. Veel beter dan pakweg Jean-Luc & Thérèse-Anne bijvoorbeeld, moet je al een scherp mes voor hebben.
Op zo'n verloren namiddag is het woud vrijwel uitsluitend bevolkt met huppelende viervoeters en hun hijgende geleiders oftewel dartele tweebenigen, in deze tijd van het jaar vooral eerste zitters, bij sommigen lees je overigens dat ze linea recta onderweg zijn naar de tweede. Bij anderen, zoals het zwart meisje dat net passeerde zie je zo dat ze met glans afstudeert.
Er komt een zwart mormel ruiken aan mijn linkervoet, het zint hem niet en hij laat dat merken. Oortjes rechtop en zo'n blik van gij zit op mijn bank vriendje en dat bevalt mij hoegenaamd niet. De grijsaard die hem begeleidt maakt zich druk maar bij Jay pakt allang geen verf meer. De man heeft alle gerief bij de hand, een schril fluitje, forse stem, handengeklap, maar het beest blijft grommen.
Dan passeert een Ierse Terrier, hij loopt mij straal voorbij zoals sommige honden dat kunnen, alsof je niet bestaat. Kop hoog, snuffelen, blijft staan vlak voor mij, zelfs geen zijdelingse blik. Minder dan lucht ben ik, noppes.
Wat maakt dat Jay blijft haperen en éne Snoopy  mij volkomen negeert ?
In het gebladerte, ver weg van het pad, nadert een oud vrouwtje, licht gebocheld met een stok en donkere hoofddoek, dat mag in het woud.
Dat moet de heks zijn, in haar schoudertas verzamelt ze zeldzame kruiden. In deze tijden mag dat niet zomaar, daarom heeft ze een geheim vak in haar tas om de boswachter te verschalken.
Die laat haar evenwel ongemoeid, hij weet haar wel te vinden als hij zijn enkel verzwikt of als hij per malheur in een wolfijzer klem geraakt.
Dan is er de voorname heer, zelfs in het begin van de week keurig opgedist. Jeroen moet devant lopen, alhoewel hij het achteraan veel leuker vindt, hoe zou je zelf zijn. Jeroen is een merkwaardige naam voor een hond en al helemaal voor een franstalige. Stel je voor dat wij François of Jean-Marie aan de leiband zouden leggen, maar goed, ieder zijn goesting.
Het is nu zo stil in de lange Drève du Caporal dat je enkel de vogels hoort fluiten maar ze nooit ziet.
Ik herken éne Jean, hij doet hard zijn best en jawel, na een tijd reageert Marie met vrolijk gekwetter.
Inderdaad : het bekt wonderwel. Thérèse-Anne zou nooit hebben geantwoord.
De cirkel is rond.

Geen opmerkingen :

Een reactie posten